Ichthuskerk Reeuwijk

Zondag 17 september 2017; 9.30 uur

Inleiding tot bediening van Jan-Willem Bout tot tienerwerker

Gemeente, vrijheid is vandaag een belangrijk thema. Ook in samenleving. Zelfverwezenlijking. Wij leven in vrijheid. Zonder oorlog. Komen in vrijheid samen. Vrijheid als kerk om tienerwerker aan te stellen. In moslimgemeenschap wordt wel gekeken naar wat aan tieners wordt doorgegeven, denk ik.

Vers 13. Geroepen tot vrijheid. Je mag dus zelfs lezen: God zegt, wees vrij. Zo denken veel mensen en jongeren niet. Geloven: dit moet, dit mag niet? Tot vrijheid geroepen? Jan-Willem mag laten weten: tieners, God roept jullie tot vrijheid.

Vrijheid lastig begrip. Voor je het weet wordt gaan voor vrijheid voor jezelf wordt een last. Een moeten. Hoor je telkens: ik moet wel mezelf zijn. En voor mezelf opkomen. En weg is de vrijheid. Wat moeten mensen niet allemaal? En veel? Krant: 60% jongeren lijdt onder prestatiedruk. Slaaf. Kan er ook zijn in de kerk. Ik moet wel. Of zou moeten. Jagen elkaar en onszelf op. En we zijn niet vrij.

Om welke vrijheid gaat het hier? Ging het al eerder over. Namelijk niet om zalig te worden de wet moet houden. Je kunt die wet niet eens houden. Het is niet de weg tot zaligheid. Word vrij van dat moeten. Je kunt daar vrij van worden. Wees er vrij van. Jezus heeft betaald. Met wet bezig bent voor jouw behoud, dan ben je voor jezelf bezig. Dat ik er kom. Doe je de wet niet voor God en de naaste bovenal.

Die vrijheid hadden ze ontvangen maar dreigden ze weer kwijt te raken. Dienen in de kerk. Belangrijk om dat in vrijheid te doen. Niet om hemel te verdienen. Eigen belang of behoud. Nee, voor God en de naaste. Geeft een opluchting en bevrijding. Vrijheid.

Ik weet dat een vraag van tieners kan zijn: hoe zit dat met andere godsdiensten? Bij andere godsdiensten presteren. Ik sprak eens een hindoeïstische vrouw.  Zij zei: ik weet niet of ik het genoeg heb gedaan. Christendom: onverdiend ontvangen. Genade. Dat is enige weg tot behoud.

Nu klinkt in vers 13 er ook iets bij. Aanleiding tot vrees. Maar dien elkaar door de liefde. Mooi makkelijk dat geloof? Belijden, je krijgt vergeving. Brengt in verleiding om meer zonden te doen?

Belangrijk om vervolg te horen. Wie verlost is, is vrij. Door Heilige Geest verbonden. Leeft door de Geest. Adem van God. Leven van de Geest. Doet je wandelen in de geest. Door de geest. Wandelen een mooi woord: niet rennen. Door de Geest. Er is wel een tegenkracht. Reformatie leerde een tweemens. Zuigkracht van begeerten van het vlees. Helaas maar waar is dat er ook. Vers 17, kan je ook als troost lezen, tegen elkaar strijden in jezelf. Staan tegenover elkaar. Mooi te lezen: Geest niet buiten je, nee allebei in je. Ook de Geest. Door de geest in je anders is geworden: wilt wat de Geest wil. Maar toch doe je het niet. Akelige, toch kunt doen naar het vlees. Vlees is bedoeld oude en zondige mens. Toch nog niet van af. Ligt dubbel. God ziet je in Jezus Christus. Volkomen. Ja. Maar in leven en ervaring: te strijden met tegenkracht in je. Zo eigen aan het vlees is de begeerte. Op jezelf gericht. In vers 16 heel sterk woord. Koste wat koste. Ja ten koste van anderen en omgang met God. En ten kost van jezelf! Wie van ons kent die begeerte niet? Ook als je mag dienen in de kerk kan je net, helaas. Antenne daarvoor krijgt. Is een zegen. Anders laat je je zo makkelijk meevoeren. Ten koste van zoveel. Ik-gericht. Zo eigen aan dat. Mijn vrijheid. Ten koste van anderen. Ik moet zeggen wat ik zeggen wil, kwets je anderen. Samenvatting in een woord: zelfzucht. In seksualiteit de ander een ding wordt. Geen trouw. Jaloers. Gaat om ik.

Bijzondere van vrijheid van God: om de ander in liefde te dienen. Belangeloos. Gericht op behoud. God liefhebben en de naaste. Liefhebben is dan niet eens een opdracht. Maar tot bestemming komen. Daarvoor geschapen. Gaat om vrijheid. Gewoon in liefde. Daarin wet vervuld. Vers 14. Naaste liefhebben als jezelf.

Ingewikkeld? Kwam nogal wat langs. Of: ik begrijp het wel? Niet zomaar gelamd in ons leven. Leerschool. Wandelen door de Geest. Vrij te zijn van begeerten van het vlees. Vers 24 (hartstocht) hebben gekruisigd. Kruis erdoor. Afgeschreven. Maar helaas nog niet dood. Roert zich nog voor je het weet. Leidt bijvoorbeeld tot vers 15: elkaar bijten en verslinden. Gaat ten koste van jezelf.

Wat zegt dit aan begin winterseizoen? Voor jou, Jan-Willem als tienerwerker? Gaat over het echte leven. Seizoensthema: leven en dood, onvoltooid en voltooid leven. Vrij van wraak en bitterheid. Sterker zijn dan ik-gerichtheid. Dat aanprijzen, ontdekken. Als gemeente van leren. Samen in te staan. In samenleving wordt ik-gerichtheid aanbevolen. Kerk als tegencultuur. Anders is. Elkaar helpen. Vast te houden. Oefenen in wandelen. Voelen we aan dat het verder gaat dan een kring: ook leven met elkaar. Geroepen om lief te hebben. Jan-Willem, jij daarin mee gaat doen. God jouw geroepen heeft. Je hoeft niet de enige te zijn. Jij in dat leven staan en dienen. Tieners nodig om dat leven te ontdekken. Slavernij, reclame, verkoopcijfers. Jongeren moeten veel om erbij te horen. Kernwoord gemeente: genade. God heeft zondaars lief. Zo in de liefde van Christus je werk zult mogen doen. En tieners voorgaan. Jeugdruimte inrichten. Ook interieur. Maar leefsfeer! Ruimte is, waarin te wandelen is in de Geest. Hoog verlangen. Maar de Geest is uitgestort. Is ook de vrucht van de Geest. Bemoedigend om daar naar te kijken. Dat is waar een uitlegger zo mooi op wijst: beeld van een vrucht. In vrucht zit groei. Is gegroeid. Groeit de vrucht van de Geest. Soms vaststellen. Ik ben minder somber en meer blij. Vriendelijker geworden. Mag ik vragen: zie je het, groei? Ook aan de vrucht van de Geest wil God werken. Laten we ons ervoor openstellen. Dienstbaar te kunnen zijn. Vrucht van de Geest. Vertrouw maar op de groei.

Iets anders, beeld van vrucht: van binnenuit groeit. Hang je niet aan de boom. Maar komt van binnenuit, hart van evangelie. Op God gericht zijn nodig. Zondagse kerkdienst. Hart van de gemeente. Bijbellezen en bidden is het hart van de omgang met God. Eigen is, aan vrucht: hardnekkig groei kan zijn. Ook onkruid. Ik las over een eikel (misschien kan iemand het hier bevestigen), kwam terecht onder een marmeren steen. Wordt nooit een boom? Maat gaandeweg brak het marmer toch. Barsten krijgen. Door groei eikenboom. Vrucht zet door. Vertrouw erop, reken ermee. Dood is overwonnen!

Nog iets wat opvalt, is dat het er in enkelvoud staat. Gaat blijkbaar over één ding. Van die ene Geest. Van God die een werk doet. Doet denken aan een bos bloemen met verschillende bloemen. Heel gemêleerd. Maar samen een geheel. Met en voor elkaar. Zo ook met de vruchten van de Geest. Belangrijk om niet genoegen te nemen met één ding, maar samen. Daar werkt God aan bij kinderen en tieners. Ja, in feit dat we tienerwerker krijgen. Moest van alles voor geregeld worden, zoals geld op tafel. Jazeker. Maar dan nog: krijgen. Op elkaars pad komen. Geroepen worden. Zo ontvangen we elkaar vandaag van God. Danken Hem ervoor. In die dankbaarheid en in dat vertrouwen in zicht op groei, de vrucht van de Geest, samen de weg Geroepen tot die vrijheid om ander in liefde te dienen. In verlangen naar veel vrucht van de Geest. Amen.