Ds. M.J. Tekelenburg

Dorpskerk Reeuwijk, 13-08-2017, 18.45 uur

 

Galaten 5:13-18

 

Gemeente van Christus,

Heel duidelijk zijn we vanavond maar al vanaf hoofdstuk 3 in het inhoudelijke deel van de brief aangeland. Paulus eerst over gezag, autoriteit van spreken. Bediening richting heidenen erkend, hoofdstuk 2. Nu steekt hij diep in en argumenteert. Eer van Christus gaat het, is in ochtenddienst evenzeer op zijn plaats.

Uit die verzen springt het woord vloek. In vers 13 drie keer. Vloek. Vinden we niet zo’n aansprekend woord. Woord gebruiken we niet. In ons geloofsleven geen plaats? In evangelische kringen wel: zegen en vloek. Zegen en vloek staan hier tegenover elkaar. Zegen vers 14 en vloek vers 13. Wet houden: gezegend worden. Verordeningen in acht nemen. Daar tegenover Deut. 27 leest: vervloekt is wie de woorden van de wet niet uitvoert.

We lezen zelfs van de vloek van de wet. Christus heeft ons vrijgekocht. Paulus heel sterk ontdekt dat die wet niet te houden is. Niet omdat wet niet goed is, maar omdat wij dat niet zijn. Paulus bleek verkeerd te zitten. Zelfs als je je best doet, loop je erin vast. Altijd, als je zo bezig bent, loop je tegen de vloek aan. Deut. 27 is altijd en helemaal van kracht. Hoe kom je daarvan los, uit? Ik las dat je kunt denken aan dubbele betekenis.

Allereerst in onrust, onzeker. Of hoogmoed. Zo bezig bent om wet te houden, loop je gevaar op anderen neer te kijken. Of loop je meer het gevaar onzeker te worden. Altijd maar: is het wel goed? Kom ik wel vrij? Vloek van de wet dus het akelige.

Het tweede. Dat God zegt: wie niet zo is, kan niet blijven en bestaan. Voorbeeld bedrijf. Personeelslid functioneert niet. Gaat niet. Brengt bedrijf schade aan. Kost geld. Of bezorgt bedrijf slechte naam. Of wekt ergernis op. Zo iemand kan er niet blijven. Zo zit het vanuit God ook richting hen die de wet niet houden. Kunnen niet, ingrijpend, in Gods schepping en wereld blijven. Doet God weg. De hel. Enige plek waar God niet is. Wat is vloek dan een vreselijk iets. Beeld granaat. Niet als wapen op zich. Maar wat granaat doet. Ruimt uit de weg. Zo is vloek: getroffen door granaat. Je zit in de weg. Vreselijk in oorlog. God doet het vroeg of laat met wie niet voldoen.

Paulus leerde: wij kunnen allemaal die wet niet houden. Molensteen om de nek. Als je in het water komt, verdrink je. Aangrijpende werkelijkheid. Denken we te weinig aan. Somber en moedeloos van worden als er geen redding zou zijn.

Plaatst zondigen in ander kader. Overtreden geboden, bekeuring. Maar vanuit Gods oog: dat je niet functioneert. Schade toebrengt. Het is een wonder dat God nog verder wil. Vanmorgen hoorden we: dat heeft met Gods wonderlijke geduld te maken. Of neemt God het niet nauw? Leven we onbezorgd verder? Molensteen om de nek.

Is pittig vanavond. Vers 13: vrijkopen. Uitleggers: doet denken aan afkoopsom (Exodus). Anders kom je niet van de schuld af. In die tijd kende men ook zeker een ander beeld: slavenhandel. Was er in die tijd. Hoe akelig wij dat ook vinden. Is verleden tijd? Maar in onze vaderlandse geschiedenis nog niet zo lang geleden. Is er nog steeds. Seksindustrie. Vluchtelingen. Kopen en verkoop voetballers, zoals Neymar voor 222 miljoen naar Paris Saint Germain.

Vrijgekocht roept beeld slavenhandel op. Slaaf die er krachtig, fris uitziet. Maar: mensen die niet functioneren. Die zijn niet in trek. Die blijven over. Partijen maken bij wedstrijden. Teams kiezen. Leerlingen de laatste zijn. Wat met die laatsten op de slavenmarkt? Kosten hun eigenaren geld. Dreigen omgebracht te worden. Zo staan mensen ervoor die Gods wet niet houden.

Misschien denkt u er niet slecht voor te staan. Maar hoe ziet God het? Is er hoop als we zo diep weg zijn? Zo nutteloos? Is er hoop? Ook vanuit Gods oog nutteloos.

Nu klinkt in vers 13 ook een naam. Begint de tekst mee. Opvallend. Christus. In Hem is er gelukkig hoop. Wat blijft het geval? Hij komt langs die slavenmarkt. Ook op die nutteloze, vervloekte slaven. Wat doet Christus? Draait nek om? Trap na? Eigen schuld!

Christus is de zoon van God. Hij mag hen afschrijven. Hij ruilt. Echt. Laat hen vrij. Ik stel me in hun plaats. Laat Mij de vloek ingaan. Vers 13 heel diep: niet alleen vloek op zich genomen maar is het geworden. Vloek te worden. Dat raakt. En maakt stil. Wat een daad van Christus. Wat een liefde en redding. En hoopvolle wending. Wat vreselijk voor Christus. Kruis op Zijn rug. Kruis op. Hangen tussen hemel en aarde. Aarde moet je hier meer, niet van waarde. Hemel moest Hem niet, geen plaats. Godverlatenheid in de hel. Vervloekt is wie aan het hout hangt. Doodstraf door steniging dan lichaam van degene aan paal gehangen tot een voorbeeld en waarschuwing. Vervloekt is wie aan het hout hangt. Christus heeft ons vrijgekocht door een vloek te worden. Zeg je het mee? Wat een werkelijkheid. Hij betaalde die hoge prijs om verlost te worden. Zo kan er rust komen en zekerheid, leven en zegen.

In vers 14 gaat het door over Christus. Zegen van het leven. Ook tot de heidenen. Zelfs de joden het al niet kunnen, laat staan de heidenen. Net zo hebben van Christus. Van Christus alleen. In Christus er is, kan het voor hen, u en jou. Genesis 12:3. In u Abraham zullen alle geslachten gezegend worden. Ook de heidenen. Dankzij Christus verlossing van de vloek.

Belangrijke woord: door het geloof. Zo op Christus ziet, en zegt in geloof: U voor mij tot vloek geworden. U ruilde met mij. Zo krijg ik Uw leven, zegen. Dan delen in die zegen. En als tweede klinkt in vers 14: belofte van de Geest ontvangen. In weg van het geloof gegeven. Heilige Geest in hen. Betekent veel. Dat is God in hen. Geeft hoop. Door die Geest schrijft God die wet in je hart (zei Jeremia al). God helpt om de wet te doen. Schrijft wet uit in je leven. Wet te doen uit liefde. Gaven van de Geest. Als onderdeel lichaam van Christus functioneert. Wat zit er veel in die belofte. Is te ontvangen door geloof.

Verzen 15-18. Nog kort iets. Paulus heel inhoudelijk bezig. Stellen dat God een verbond is aangegaan. Abraham geloofde in wat God beloofde. Daarna ging God met Abraham een verbond aan. Alleen God ging tussen de delen door (Genesis 15). Verbond kwam er nadat God Abraham rechtvaardig rekende. Daarna teken, de besnijdenis. Dat dus geen voorwaarde. Als heiden je laten besnijden? Paulus stelt: verbond onder mensen is rechtsgeldig. Zo geldt dat ook met het verbond met Abraham. Is niet veranderd. Geen voorwaarde gecreëerd. Wet heeft verbond niet veranderd. Zo tegen eind preek dit. Naam Tim Keller kent u wel, heeft een uitleg over de Galatenbrief die in het Nederlands is verschenen. Deze nadenker geef ik nog mee. Wie tot geloof komt, zeker als dat plotseling is, dan geraakt door onvoorwaardelijke van vergeving. Van Christus en genade hebben. Wat een liefde en redding. Ben je langer christen, dan verzoeking om ook wat te doen. Ik ben er ook nog?! Keller: alle christenen voor die verzoeking gevoelig? Kan toch zomaar niet? Ik ben er ook nog. Genade alleen?! Die verzoeking de eeuwen door. Ga niet in het huis van de wet. Je komt onder de vloek! Je doet Christus zo tekort. Hij wilde tot vloek worden. Bent u en jij misschien niet gevoelig dat je iets moet doen voor behoud? Je kunt het niet.

Tot slot. Het gaat zo merken we om geloof in de beloften van God. Reformatie: geloven is hangen aan Gods beloften. Daarop steunen. Zelfs al zou ik niks van de redding zien. Ik hang aan de woorden van God, zo is het dus. Al voel ik me waardeloos. Ik ben zo geworden zegt Christus. Hij nam de vloek op zich zodat jij de zegen kunt ontvangen. Geloof God op beloften. Dan ga je ze spellen. Geloof zijn heil- en troostrijk woorden. Amen.