Zondag 27 augustus 2017

Ichthuskerk Reeuwijk, 9.30 uur, Doopdienst

Zou jij willen ruilen met iemand? (…) Ruilen met iemand die het beter gaat. Zou u, jij met Jezus Christus willen ruilen? In Zijn schoenen willen staan.

Daar ken ik Jezus te weinig voor? Of waarom en wat? Aan het kruis ging, dan liever niet. Of zo dat Hij met mijn schuld daar loopt. Of dat Hij zo goed kon, bruiloft redde en zieken beter maken. Zou ik als dominee wel willen ruilen.

Zo’n machtige Vader. Ruilen kan heel moeilijk zijn. Denk er nog maar eens over na deze week. Kan lastig blijven zo na te denken over deze dingen.

In Galaten 4 springt kind van God zijn eruit. Vers 26 hoofdstuk 3 klinkt een ruil in door. Of wat anders? Een nauw verweven zijn met Jezus. Helemaal op Zijn status mogen leven. Op zijn identiteitskaart en creditkaart leven. Deuren gaan open voor wie in Hem verbonden zijn. Raakt aan geloven. Heel nauw. Dus niet meer alleen in de wereld staan. Op jezelf. Je staat dan op 4 benen. Of je staat op de benen van Hem alleen.

. Galatenbrief roept op zo nauw verbonden te worden. Nodigt toe uit. Hij dan de schuld van jouw leven droeg. Alles waarin je tekortschiet. Als ouders of grootouders. Waarover je schuldig voelt. Hij droeg het. Het kruis mee op. Verlost van die schuld gaat een wereld voor je open. Van Hem en met Hem.

Leerlingen kregen het te zien. Praten met God. Toen zei Hij: zeg maar ‘Onze Vader’. Het gaat dus niet om ruilen maar om krijgen. Grote machtige en liefdevolle Vader. Dat is rijk! Sta je niet alleen in deze wereld. Je krijgt Zijn familie erbij. Vader en toekomst. Aandacht voor al Zijn kinderen.

Nog even over dat ruilen. In een Doopdienst. Ruilen met Jezus als het gaat om zuiverheid en zondeloosheid. U ook?

2 fasen in kind van God zijn. Is een onmondige fase. Ander beheert het nog. Ander zeggenschap. Zo waren wij (vers 3) toen we onmondig waren. Grondbeginselen van de wereld. Paulus doelt op joden en niet joden (die waren er ook in Galaten). Paulus doelt op het leven voordat hij een andere Jezus leerde kennen. Al wel grote beloften maar beschikten er niet over. Waren slaven. Doet me denken aan gedoopte kinderen. Zijn nog onmondig. Oude gebed: als Zijn kinderen aangenomen. Status positie wel maar onmondig. Die kinderen zijn verder van God uit gezien dan die onmondige mensen uit de tekst. Doopgesprek, dan licht er heel wat op. Gedoopte kind is dus van God de Vader. Kind krijg je in bruikleen. Je hebt een koningskind in huis. Heel zuinig. Zorg er extra voor. En weet dat Hij zorgt. Vertrouw op Zijn handen. En legers van engelen. Bedenk hoeveel Hij te geven heeft. Aards levens en eeuwig leven. Wees wegwijzers. Leer Hem kennen. Sta als ouders niet in de weg. Leer je kind kennen wat een vader is (als vader).

Paulus doelt op mensen voordat Jezus naar aarde kwam. Historische in de tijd geldt ook voor historische in leven van mensen. Grote beloften maar nog niet uitgepakt. Anderen beschikken en beslissen over je. Andere vertaling: de krachten van de wereld. Niet in kindschap staat, zoek je toch geborgenheid. Krachten van de wereld zoeken? Daardoor geleid worden is slavenbestaan. Uitleggers: stand van de sterren, bioritme, functioneren lichaam, daar slaven van kunnen worden. Paulus zegt: daardoor geleid. Slaaf. Je begon er aan, maar het pakte jou beet. Slavenbestaan.

Grote en indrukwekkende van kindschap van God. Deel je in Hem. Er zijn mensen die dat niet willen. Kan het zelf wel uitzoeken. Wil het alleen doen. Hoe zit het bij u?

Paulus schrijft: er is verandering gekomen in de wereldgeschiedenis. God zond. Staat er twee keer. Zoon was er al. In de heerlijkheid. Maar die werd gezonden. Om voluit mens te worden. Hij werd ook geboren. Geboren in dezelfde situatie als alle mensen. Onder de wet. Ga daar nu niet dieper op in. Geboren liet worden in dezelfde situatie. Om hen vrij te kopen tot aanneming tot kinderen. Wat hier klinkt, raakt slavenhandel. Vrijgekocht worden. Moeten wij. Dat deed Jezus. Nam schuld op zich en kocht vrij. Van macht van het kwaad. Mensen die zich hebben overgeleverd aan wat ze dachten wat liefde was, maar een loverboy bleek te zijn. Jezus kocht vrij. En Hij maakt mensen zo kinderen van God.

God doet geen half werk. Zond Zijn Geest. Komt in harten. Diep in ons. Dan tegen God zeggen wat Jezus zegt. Abba. Papa. Kind al heel vroeg tegen Vader zegt.

Gaat om grote en diepe dingen. Soms ook heel plat over gesproken. Allemaal kinderen van God?! Ook mensen die niet bidden en die nooit papa tot God zeggen. Omgekeerd kan het voorkomen dat mensen er heel diep en ingewikkeld over gaan denken. Om mee te zeggen. Mag ik dat wel? Daar ligt een spanningsveld.

Ik vind het een ontdekking dat de Geest is uitgezonden. En dat die ons leer bidden. Dat gebed is er niet vanzelfsprekend. Leert mij dat. Komt mij te hulp. Zo naar de hemelse vader gaan. Zo mondig te zijn. Papa, vader noemen. Mag je als ouders leren bidden. Zonder op te leggen. Geest wil meekomen. Zo werkt God via gezinnen. Vers 7: dan geen slaaf maar zoon. Of dochter. Heel punt: geen slaaf. Kinderen slaaf in huis? Gedragen zich niet als kinderen. Presteren om te verdienen. Lijken op die oudste zoon uit die gelijkenis. Bleek ook verloren te zijn. Was wel thuis maar een slaaf. Is een les om kind te zijn. Voor je het weet gedraag je je als slaaf. Die verzoeking dreigt bij Galaten.

Net als Hij kind aan huis. Naast die mondigheid. Ook erfgenaam. Over ruilen gesproken. Dan gaat het hier dus over delen in Jezus in twee delen. Papa zeggen en erfenis. Erfenis is mega. Aan toekomst. Aan bezit. Liefde en geborgenheid. Voor altijd bij de. Vader. Hij altijd dicht bij je. Zo groot. In bekrompen bestaan niet bevatten kunnen. Wat heerlijk. Als ouders hem op die erfenis kunt wijzen. Daarin te staan en te leven. Zo vader en moeder te zijn over je kinderen. Dat Jezus een oudste broer wil zijn. Plek in huis. Geest in hun hart is beloofd. Uitgezonden door God.

Ik kom terug op begin van de preek en sluit ermee af. Met wie zou je willen ruilen? In wiens schoenen zou je willen staan. Blij door geloof verbonden te staan. In zijn schoenen mag staan. In zijn spoor mag gaan. Door Hem gedragen. Amen.