Het geloof is een gave van God. God schenkt mensen het geloof, alleen vanwege Zijn welbehagen, niet om iets in ons. Er is geen sprake van vooruitziend geloof, alsof God wist dat we zouden gaan geloven. Het geloof van mensen is geen opstapje, maar een gevolg. Of je bent uitverkoren, kan je zien aan je leven, of je de vruchten (die uit de fontein van de verkiezing komen) laat zien. Ga dus niet wroeten in de eeuwigheid en in Gods besluiten. God verkiest zondaren en dat is tegelijkertijd een reden om dankbaar voor te zijn, dat het niet van jou afhangt.
Gemeente, ik mag toch wel zeggen, als u dit onderwerp moeilijk vindt: samen bidden en zingen is een wezenlijk onderdeel van de eredienst, daarin hebben we al veel ontvangen.
In de Bijbel kan je niet om de verkiezing heen. Ik hoop dat we dat leren. In 2 Petrus komen we het letterlijk tegen (vers 10). Maak de roeping en verkiezing vast. Een kerntekst. Je komt het ook tegen aan het begin: het geloof is gegeven (vers 1). Geloof ontvangen. Niet zelf gemaakt. Of uit jezelf opkomen. En vers 3: Gods kracht heeft ons alles geschonken wat tot het leven en de godsvrucht behoort. Ook het geloof. Daarin zijn we afhankelijk van Hem die alles schenkt.
Je kunt hierbij denken aan waar de Dordtse Leerregels verderop over spreken: wedergeboorte. We laten onszelf niet geboren worden. Moeten we krijgen. Dat gebeurt aan ons.
Het is trouwens opvallend en veelzeggend dat de remonstranten (de Dordtse Leerregels wezen dit af), gebruiken werk het woord verkiezing. Bijbelser dan veel christenen vandaag (die niet over verkiezing willen horen)? Alsof de Bijbel er niet over spreekt?
Artikel 14 zegt: ook in de kerk moet het erover gaan. Oude Testament en Nieuwe Testament gaan erover. Profeten ook. Uitgelegd en uiteengezet. In de kerk ook. Moet gebeuren op juiste plaats en juiste tijd. In een leerdienst, zou ik denken. Met de geest van onderscheidingsvermogen. Een grens weten. Besluiten in God Zelf. Een heilig terrein.
De remonstranten spraken er wel over: over de verkiezing. Als iemand het interessant vindt, er is veel over geschreven, het is nu teveel in deze dienst. Maar wel dit, hun moeite was dat ze wel ruimte wilden voor de mens. Wij besluiten en beslissen toch? Wij tellen toch? Gezegd door hen, vanuit de mens. Plek die ze de mens wilden geven. De mens moet een plek hebben.
Het is nog anders of je zegt: God geeft het geloof, dat het niet buiten mensen om gaat. Of: als mens heb je ook een plek, dat je het doet. Nou, dat wilden de remonstranten. Dat de mens meedoet. Artikel 9 gaat tegen hen in.
Verkiezing niet op basis van vooruitgeziend geloof. Of geschiktheid. Maar: tot geloof. In christelijke gemeente kan je wel horen: dat God vooruitgezien heeft. Hij weet wie gaan geloven?! Gaat meer over weten dan over kiezen. Nou, Bijbel leert het anders. God staat aan het begin van alle geloof. Gaan geloven is een geschenk van God. Het welbehagen van God. Het is meer dan voorkennis. Geloven is wat Petrus schrijft, een geschenk van God.
Mensen vinden dat nogal eens akelig om te horen. Tot je misschien geleerd hebt, dat het een hoopvol bericht is. Hoe zou het zijn als je het zelf moet ophoesten? Hoe zou het gaan? Het komt niet uit jezelf! Van uit onszelf niet. Er kan veel om ons heen zijn. Staat haaks op geloven. In Nederland zijn we als christenen ook in de minderheid. Je moet gewoon geloven?! Ja, je wilt niet?! Dat is onbarmhartig. Als je dat als enige tegen iemand zegt.
De Bijbel zegt meer. Geloof is een gave van God. Wat kun je dankbaar zijn voor dat je ontdekt hebt dat het een gave is. Ik breng het zelf niet op. Ik heb geen orgaan voor geloven. Geen religiegen. God geeft het. En daarom kan het. En daarom is er hoop. Kan ik zelfs geloven tegen de klippen op. En kan ik volharden. Het komt voor: ik snap veel argumenten om niet te geloven, maar toch, ik kan God niet verloochenen. Dat heeft God in mij gelegd. Verkiezing is hoopvol. God geeft het geloof.
Artikel 9 zegt mooi: de verkiezing is een fontein. Ook het geloof en de heiligheid en andere gaven en het eeuwige leven zelf als vruchten voortkomen. Oorzaak (artikel 10) hiervan is alleen het welbehagen van God. Dat gaat diep! Het werd en wordt wel eens zo gezegd, God neemt redenen uit Zichzelf. In ons is er geen reden. Komt heel diep bij God van binnen weg. Psalm 89: door U alleen, om het eeuwig welbehagen. Welbehagen. Dat is een goede gezindheid. Dat God je mag. Goede plannen en voornemens. Daar komt die fontein uit. Kun je zo verwonderd raken. Wie kent dat niet?! Over Gods welbehagen richting jou. Op mij!
We maken nu een uitstap naar artikel 8. Daar wordt gezegd dat de verkiezing niet veelsoortige is. Er wordt gezegd: in het Oude Testament en het Nieuwe Testament ligt het niet anders. Wel verschillende tijden, met verschillende kennis. In het Nieuwe Testament wisten gelovigen meer. Jezus, offer. In het Oude Testament was er veel verhuld en verborgen. Toen waren er meer symbolen en tekenen. Zoals offers. Gerichte offers, bijvoorbeeld dankoffers. Maar het geloof, dan waren die gelovigen in het Oude Testament net zo afhankelijk van Gods geschenk als de gelovigen in het Nieuwe Testament en wij nu. Of denken we dat Abraham het geloven in zich had?!
Mooi wat je bij Abraham leest. Na roeping. Ja, je komt indrukwekkend geloof tegen bij hem. Genesis 22: zoon offeren. Maar je leest ook dat hij het geloof niet opbrengt. Heb maar gemeenschap met Hagar? Ja, dan doet hij dat. En in Egypte: Sara als zijn zus. Hij had ook geen geloofsgen. Moest het ook krijgen.
Artikel 9 reikt iets wezenlijks aan. Tekst uit Efeze: opdate we heilig en onberispelijk zouden zijn voor Hem in de liefde. Ik kwam iets tegen van prof. Van Ruler (hoogleraar Utrecht, jaren ’60). Hij zei: verkiezing is een hangmat tussen de eeuwigheden. Van voor de grondlegging, tot de eeuwigheid. Ik lig in die hangmat van de verkiezing. Ja, het kan schommelen. Nu val ik eruit? Maar: hangt goed vast. Van begin tot eind! Prachtig beeld. Leven op aarde, is kruipen door de hangmat. Om over na te denken!
Heilig zijn in de liefde! Waarom koos God je uit? Voor het einddoel? Eeuwig leven? Voor mijn behoud. Of, wat je ook kunt zeggen, voor God zelf? Dat het Vaderhuis vol zou zijn. Eeuwig God dienen, voor Hem! Dat is ook een antwoord. Efeze 1 zegt, er is nog een reden. Verkoren tot dienst. Het gaat ook om hier en nu. Heilig leven. Niet alleen van buiten, maar liefst juist van binnen. Liefde tot God allermeest, maar ook tot de naasten. Elkaar tot zegen zijn. Abraham en Israël geroepen en verkoren. Tot zegen te zijn (Genesis 12).
Daar komen we bij: je kunt het weten. Kun je dat weten? Ja. Staat hier. Uit die vruchten. In hier en nu vruchten. Wil je weten of je verkoren bent, niet gaan wroeten in bevestiging van de hangmat. Maar naar je leven kijken, in de hangmat. Verkiezing is een fontein. Geloof, heiligheid, zaligmakende gaven. Tegen die remonstranten: geloven gaat niet buiten mensen om! God weet het zo te doen, dat mensen erin meegenomen worden. Opnieuw geboren worden. Alles wat bij mens zijn hoort. Het gaat niet alleen maar om eeuwig behoud. Of alleen verzoening met God. Ook: een nieuw leven. Nu al!
Dat breng je zelf niet op. Moet je krijgen. Het is te krijgen. Als bron het welbehagen. Zo kun je leven.
Dit raakt een punt van artikel 10, namelijk: verkiezing is een gevolg of vervolg op een goed iets van ons?! Eerst iets goeds bij ons? Jacob en Ezau worden genoemd. Ezau heel hard en wreed afschilderen, in sommige kinderbijbels. Dan denk je: ja, natuurlijk, hij is verworpen. Jacob een heilig boontje? En dat bedriegen, dat fluisterde zijn moeder in? Wij denken snel dat er een vloertje voor goed-doen en heilig zijn bij ons is, mag zijn of moet zijn.
Onderwerp blaast al die vloertjes om. Jacob was geen haartje beter dan Ezau (al was hij minder behaard). God verkiest zondaren! Zonder iets van hen zelf. Maar uit Gods welbehagen. God verkoos die zondaar Jacob. Allebei verdienden ze de verkiezing niet.
Ik snap wel, het zal er nog een keer over gaan, over dat niet-verkiezen. Zal het een volgende keer over gaan. Wat mensen goed doen is geen opstap, maar een gevolg. Het komt uit die fontein.
Moet je meteen bij zeggen: dan is goed doen dus een vervolg. Dat klinkt in artikel 13. Verkiezing maakt lui? Nee. Dagelijks verootmoedigen. Aanbidding voor God. Verlangen krijgen gereinigd te worden. Vurig God lief te hebben. Wie leeft als: ik ben in een christelijk gezin geboren, ik ben gedoopt, ik kom wel eens in de kerk, het komt wel goed?! Die rust vals! Dat verkoren zijn merk je niet in diens leven en denken.
Ik kwam een mooie uitleg van artikel 13 tegen, die vond ik heel aansprekend. Ik geef het gewoon door. Men zegt een kind van God te zijn, op grond van beloften en verbond. Maar men is slordig in kerkgang. Kiplekker in gezelschap waar gespot wordt. Feestjes waar christenen zich niet thuis kunnen voelen, daar zijn ze. Staan egoïstisch in het leven. Ze hebben God als Vader, maar men zoekt hulp bij occulte praktijken. Met gearriveerde houding, maar er blijkt niets van dat christen zijn. De DL weten hier van en waarschuwen er tegen. Verkiezing is geen rustbed. Behagelijk neervlijen en denken: het zit wel goed. Maar je zult te horen krijgen van Christus: Ik heb je nooit gekend! Wie doet de wil van de Vader, die zal ingaan.
De Dordtse Leerregels bedoelen dit: wandelen in de wegen van de uitverkorene. Heilig en onberispelijk te zijn in de liefde. Dat is toch een prachtig leven. 2 Petrus 1, vanaf vers 5: met alle inzet op toeleggen. Aan geloof deugd toe te voegen, aan deugd kennis, en zelfbeheersing en volharding en godsvrucht en broederliefde. Daarom: beijver u, uw roeping en verkiezing vast te maken. Tot bloei te laten komen.
We ronden af. Mij fascineert die zin van artikel 12: van een eeuwige en onveranderlijke verkiezing worden de verkorenen verzekerd. In verschillende trappen en mate. Ik laat het nu rusten. God is wijs en almachtig, de verkiezing kan niet te niet gedaan, noch herroepen, noch verbroken worden. ‘Dit weet ik vast, God zal mij nooit begeven.’ Houvast en fundament. Reden tot diepe troost. Amen.
Hervormde gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 9 december 2018, 17 uur. Schriftlezing 2 Petrus 1:1-15. Belijdenis van het geloof met de paragrafen 8-14 van hoofdstuk 1 van de Dordtse Leerregels (tevens stof voor de prediking).