De Dordtse Leerregels wijzen op Gods rechtvaardigheid en Gods barmhartigheid inzake de verkiezing en de verwerping. Het geloof is een gave, daar kan en hoef je als mens niets aan bij te dragen. Het ongeloof wordt in de bijbel gezien als een raadsel; het geloof als een geheim. Als er geen verkiezing zou zijn, zouden we nooit bij God kunnen komen en in Zijn heiligdom naar binnen kunnen gaan.
Dordtse Leerregels, hoofdstuk 1, paragraaf 6: ‘Dat God aan bepaalde mensen in de tijd het geloof schenkt en aan anderen niet, komt voort uit Zijn eeuwig besluit. Aan God zijn al Zijn werken van eeuwigheid bekend (Hand. 15:18), en Die alle dingen werkt overeenkomstig de raad van Zijn wil (Ef. 1:11). Volgens dit besluit maakt Hij de harten van de uitverkorenen zacht en buigt ze uit genade, hoewel ze hard zijn, zodat zij gaan geloven. Maar mensen die niet uitverkoren zijn, laat Hij in hun verkeerdheid en hardheid. Hij handelt daarmee overeenkomstig Zijn rechtvaardig oordeel. Hier wordt ons voornamelijk zichtbaar dat God een diep, barmhartig en ook rechtvaardig onderscheid maakt tussen mensen, die in zichzelf even verdorven zijn. Het is het besluit van Zijn verkiezing en verwerping, zoals dat in het Woord van God is geopenbaard. Verkeerde mensen, die onrein leven en onstandvastig zijn, verdraaien dit besluit tot hun eigen verderf. Voor de heilige en godvrezende mensen biedt het echter een onuitsprekelijke troost.’
Gemeente van Christus, laten we bij deze derde leerdienst beginnen met in respect en open en eerlijk te kijken naar de tekst van de paragraaf. Die begint te zeggen dat God het geloof schenkt. Dat is geweldig. Hoef je niet uit jezelf te halen. Hoef je niet mee te brengen. Geloof is een gave. Gelukkig! Zeker op die momenten dat je het vanuit jezelf niet kunt.
Moeilijk wordt het voor ons vaak of meestal, als we lezen dat God het aan bepaalde mensen schenkt. En aan anderen niet. Daar gaat het vanmiddag en later over. Daar is dit belijdenisgeschrift om bekend.
We lezen verder. God geeft het in de tijd. In de geschiedenis. Tijd. Geeft het overeenkomstig Zijn besluit. Is een bewust besluit. Eeuwig besluit. Doet denken aan teksten dat God van eeuwigheid af heeft liefgehad. Hem of haar geloof te geven. Ik heb het ontvangen, van God, dan heeft God al van lange tijd geleden besloten het je te geven. Gave komt heel diep bij God weg. Van eeuwigheid. En weer dat moeilijke: ook het besluit om het anderen niet te geven.
Wij leven in de tijd. God is eeuwig. God was er voor de schepping. Hij zal er altijd zijn. Iemand is uit de tijd, bij gestorven. Lastig in ons denken: handelen en beslissen van God en ons leven hier en nu. God van eeuwigheid. Efeze 1:11. Bij God een raadsbesluit. Veel weten we er niet van, maar Bijbel noemt het.
In hen werkt God zo, dat Hij hun hart zacht maakt. En buigt. Harten zijn hard. God geeft het geloof. Gaat via het hart. Geloven is altijd een zaak van het hart. Niet van het verstand bovenal. In de bijbel is de wil in het hart. Hart wordt zacht gemaakt. Bijzonder dat de Geest dat doet. Inwerk. Binnenste van mensen. Wat kan je als mens stuiten op een hard hart. Bij anderen. En als je het onder ogen ziet, ook bij je zelf. God kan het buigen. Hij doet het.
Bij wie Hij dat wil. Dat geeft hoop. Al snel de vraag bij ons: hij, zij mag daarin delen?! Ook een verkorene?! Dat God harten buigt, is uit genade. Dan valt weer iets op. God verkoos, vanuit die eeuwigheid, mensen in die situatie, na de zondeval. Ik geef toe, dat is ingewikkeld misschien. Maar wel eigen aan wat de Dordtse Leerregels stellen. Misschien heb je wel eens gehoord over supralapsarisme en infralapsarisme. Lapsarisme staat dan, voor het gemak, voor de zondeval. Er zijn mensen die zeggen en die leren (die waren er ook wel bij de Dordtse synode, maar die hebben niet de doorslag kunnen geven): God koos de mensen al uit vóór dat de zondeval had plaatsgevonden, zoals ze waren voor de zondeval. Supralapsaristen. Er zijn ook ‘onder de val drijvers’. Dordtse Leerregels zeggen: God koos uit wie Hij genadig zou zijn. Mensen van na de zondeval dus. Niemand verdient het. Ieder staat schuldig. Ik wilde zelf God zijn. Niemand heeft rechten. Behalve die iemand die tot behoud gekozen is, zou kunnen zeggen:Waarom ik nou wel en zij niet?! Of iemand die niet verkozen is, zegt: We waren toch allemaal even slecht?! Dan stuiten we op wat we moeilijk vinden. Verkiezing tot geloof is uit genade.
Mensen die niet uitverkoren zijn laat God in hun verkeerdheid en hardheid. Verkiezing en verwerping worden hier niet gelijkgeschakeld. Paragraaf 6 gaat door: God handelt zo overeenkomstig zijn rechtvaardig oordeel. Artikel 16 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis noemt dat ook. In hardheid laten, daar zie je de rechtvaardigheid. En bij de anderen zie je Zijn barmhartigheid. God doet mensen naar hun zonden. Maar is het rechtvaardig dat niet allen worden gered? Dat God mensen in zonden laat? Genade is een wonder. Een vreemd iets.
Dan klinkt dat woord verwerping. Is meer dan ‘voorbijgaan aan’. Er klinkt dat de opstellers wisten dat er mensen zouden zijn die heel negatief zouden omgaan hiermee. God afserveren. Geloof te schande te maken. Zoals in literatuur en films gedaan is en wordt.
Er zijn ook mensen die God vrezen. Ontzag en eerbied. Dat zijn mensen wiens hart zacht is geworden. Die vinden er een troost in dat God het hart zacht maakt en dit in genade geeft. Troost ten aanzien van henzelf. Toekomst. Niet de duivel wint.
Zo volgden we de paragraaf, nauwkeurig. In respect voor dit belijdenisgeschrift. God werkt in de geschiedenis (ten tijde van conflict remonstranten met de contraremonstranten), Hij heeft dit dus gegeven.
Er kunnen momenten in je leven zijn dat je dit onderwerp even moet parkeren. Ik las pas een interview van dominee Goedvree uit Uddel, u misschien ook wel. Naar aanleiding van promotie. Onderwerp wedergeboorte. Als het donker is in een kamer, vertel dan mensen waar de lichtknop zit. Maar vertel niet hoe de lichtknop werkt of hoe de elektriciteit werkt. Er moeten wel mensen zijn die weten hoe het werkt. Hij zei: theologen moeten weten wat er meer te weten is, maar niet elke christen. Als je die lichtknop maar weet en kunt vinden. Mag ik het zo zeggen, vanmiddag, met eerbied gesproken: als je Jezus, het licht van de wereld, maar weet te vinden en zoekt! Als er onder ons zijn die denken, dit gaat mijn denken en bevatten te boven, denk aan het beeld van de lichtknop. U hoeft niet alles te weten. Denk aan Jezus.
Het kan wel rondzingen in je gedachten. Waarom moeten we het weten? Kan het ons weten? Het helpt als we om ons heen kijken. Lang niet ieder gelooft. Niet heel Reeuwijk zit in de kerk. Niet iedereen heeft in gelijke mate van het Evangelie gehoord. God geeft het bepaalde mensen wel en anderen niet. Niet in alle landen tegelijk of even intensief. Het gaat niet buiten God om. Is naar Zijn raadsbesluit!
Dichterbij brengen: iedereen verbaast zich toch dat de een wel tot geloof komt (eigenlijk kan je daar pas wat over zeggen aan het eind van iemands leven, en wij kijken ten diepste niet in het hart) en de ander hard bleef en niet boog? Hoe kan het? Daarvoor kan helpen te weten dat de Bijbel zegt dat God het geloof aan bepaalde mensen wel schenkt en aan anderen niet.
Het helpt ons in meer. In de Bijbel kijken. Als het klinkt, dan is er een bedoeling. Niet los pellen van context. Geloof en ongeloof. Hoe Jezus daarover spreekt: Hij was zowel verbaasd over geloof en ongeloof. Markus 6:6. Hoe kunnen ze ongelovig zijn?! Is dwaas. Hoe bijzonder is het leven en de schepping! Je zou dan toch geloven? Je verwondert je over het ongeloof. Maar ook over geloof. Hoofdman Kapernaüm. In Israël zo’n groot geloof niet gevonden. Kan dus ook voor zo’n niet-jood.
Ongeloof wordt in de Bijbel gezien als een raadsel en het geloof als een geheim. En nadruk op verantwoordelijkheid. Sluier die hangt over geloof en ongeloof, krijgen we meer zicht. Geheim doorgronden tot op God. Waarom? Soms belangrijk scherp in de gaten hebben wie er op de achtergrond staat. God of de duivel of de mensen? Is het geloof toch iets van een verstandig of vroom iemand? Zodat mens de eer krijgt? Laat ongeloof zien dat duivel toch machtiger is? God kan niks als wij het tegenhouden? Macht en majesteit van God wordt soms getoond. Tot bemoediging of verootmoediging.
Israël was soms onder indruk van eigen gelovigheid. Abraham tot Vader? Johannes de Doper zegt: God kan zelfs uit de stenen kinderen verwekken. Meer dan een toon lager zingen. Soms denken christenen uit de heidenen dat ze heel wat zijn. Romeinen 9-11. God verkiest, gaat voorbij, verwerpt. Efezebrief: zet heidenen op hun plaats. Jullie waren zonder hoop! Verkiezing is van God.
Omgekeerde ook, dat Israël door eigen geloof zakte. Ballingschap. Zou het niet zijn afgelopen? Jesaja 40. Diepste tonen van Gods verkiezing. Ik heb u in Mijn handpalmen getatoeëerd (Jesaja 49). Troost en vermaning naar wat nodig is.
Ongeloof accentueren, heeft een plek in Gods plan. Ongeloof wordt meestal aangemerkt als zaak van schuld of iets raadselachtig. Mozes en Israël onder indruk van ongeloof van Farao. Denken dat God het moet afleggen? Maar: Ik heb het hart verhard. Exodus 4-12: geen noodlot waar Farao slachtoffer van werd; maar ongeloof is niet opgewassen tegen God. Psalm 76:5 berijmd zongen we. Ook in het nieuwe testament, prille gemeente zich zorgen maakt over ongeloof en vijandschap, hoort ze tot troost: degenen die zich aan woord stoten, zijn daar door God toe aangezet.
Paragraaf 6 zegt dat God aan bepaalde mensen geloof geeft en aan anderen niet. Bemoediging en verootmoediging. God heeft het eerste en laatste woord. Brengt tot de vraag: ben je het ermee eens dat je dit nodig hebt? Bemoediging en vertroosting en vermaning? Als christen je groot voordoen… Wij christenen. Wij hebben de goede keus gemaakt. Drukt die belijdenis je met de neus op de feiten: je hebt het gekregen. Anderzijds ook vertroostend als je in de put zit. Hou ik het wel vast? Soms is alles weg. Ik kan het niet zomaar pakken. Ik hoor dat dat ook niet hoeft. Het is Gods gave. Mijn hart is soms zo hard. Ik hoef het niet te openen. God doet dat. Hart van Lydia werd geopend (Handelingen 16). Acht sloeg ze op wat Paulus sprak.
Soms in de put zitten over ons werelddeel en land? Ongeloof en spot lijken machtiger dan God. Alsof God onder de voet gelopen wordt. Dan hoor ik de Dordtse Leerregels: ongeloof is opgenomen in Zijn plan, gaat niet buiten God om. Heeft geen toekomst. Alleen Gods plan heeft toekomst. Ga je zien: was er geen verkiezing, dan zou ik er nooit gekomen zijn. Al zie je dat meestal achteraf.
Ken je dit beeld? Iemand had een droom. Schitterend heiligdom. Zag een poort in de muur: als je dorst hebt, kom en drink. Drink van het water des levens, om niet. Toen durfde hij binnen te gaan, schoorvoetend. Draaide zich om, zag een tekst. Het is niet degene die loopt of die wil, maar de ontfermende God. De poort van de verkiezing in Gods heiligdom. Zolang je buiten staat, snap je die verkiezing niet.
Als je dorst hebt, kom! Jezus is het licht van de wereld. In onze duisternis licht die lichtknop op. Eenmaal in het heiligdom hoor ik van het welbehagen. Dankzij Gods verkiezing ben ik erin gekomen en zal ik er niet meer uitgaan. Asaf, Psalm 73. Vroeg zich af:Hoe zit het met die spotters? Het lijkt goed met hen te gaan, zegt hij. Totdat ik op het einde lette van de spotters. Aangrijpend, maar waar. Ik ontdek de troost van de eeuwige verwerping. God overwint. Amen.
Hervormde gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 14 oktober 2018, 17 uur. Schriftlezing Handelingen 16:11-15, Efeze 1:3-14 en paragraaf 6 in de hertaling van Dr. Verboom (zie boven).