Als kinderen van gelovige ouders overlijden, mogen we op grond van de Schrift geloven dat ze behouden zijn. Volgens de Dordtse Leerregels moeten we daar niet aan twijfelen. God neemt kinderen op in Zijn verbond. Als kinderen volwassen zijn geworden, neemt God hen helemaal serieus en verlangt Hij persoonlijke instemming. Kindersterfte is een teer onderwerp; maar er wordt in het Woord troost aangereikt. Kinderen mogen delen in het geloof van de ouders.

Preek naar aanleiding van Dordtse Leerregels hoofdstuk 1, paragraaf 17 en 18:

1.17 Over de wil van God moeten wij oordelen vanuit Zijn Woord. Dat getuigt dat kinderen van de gelovigen heilig zijn; niet van nature, maar uit kracht van het genadeverbond, waartoe zij samen met hun ouders behoren. Daarom moeten godvrezende ouders niet twijfelen aan de verkiezing en de zaligheid van hun kinderen, die God in hun kinderjaren uit dit leven wegneemt (Gen. 17: 7, Hand. 2: 39, 1 Kor. 7: 14).

1.18 Aan degenen die zich tegen deze genade van de onverdiende verkiezing en de strenge, rechtvaardige verwerping verzetten, houden wij de volgende uitspraak van de apostel Paulus voor: Maar o mens, wie bent u toch dat u God tegenspreekt? (Rom. 9: 20) En dit woord van de zaligmaker: Of is het mij niet geoorloofd met het mijne te doen wat Ik wil? (Mat. 20: 15). Maar wij, die dit heilgeheim met godvruchtige eerbied aanbidden roepen met de apostel uit: O, diepte van rijkdom, zowel van wijsheid als van kennis van God, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen! Want wie heeft de gedachten van de Heere gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest? Of wie heeft Hem eerst iets gegeven en het zal hem vergolden worden? Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen (Rom. 11; 33-36).

Gemeente van Christus, ik denk dat we allemaal wel aanvoelen dat in artikel 17 een heel teer onderwerp wordt aangeraakt. Sterven van kinderen, dat alleen al. En die vraag: waar zijn ze daarna? We vergeten nooit die keren dat ik als predikant een kind moest begraven. Een rouwdienst aan huis, of aan de kerk. Dan lazen we ook dit artikel 17, tot troost en houvast. In een situatie waarin mensenwoorden al snel zo hol voelen. Dit artikel is zo anders dan dat mensen de Dordtse Leerregels denken te kennen. De Dordtse Leerregels werden gedrongen hierop in te gaan omdat er vreselijke beschuldiging werd geuit aan de gereformeerde theologen. De tegenstanders stelden dat de verkiezingsleer inhield dat de kinderen van de gelovigen met tirannie in het vuur van de hel werden geworpen. De leer van de verwerping zou een vreselijke leer zijn omdat ze ouders tot wanhoop drijven.

Nou, dat kun je van paragraaf 17 echt niet zeggen. Hier wordt gelovige ouders juist alle troost geboden. En dus op dat tere punt van kindersterfte. Volwassenen zijn nogal eens het meest geraakt als het om kinderen gaat. Of, en dat mag wel eens worden genoemd, als ze ongewild geen kinderen kregen.

Ik heb het een paar keer moeten meemaken, vijf keer om precies te zijn, om een baby te begraven. Dat aantal is weinig als je het vergelijkt met de tijd van de Dordtse Leerregels. In die tijd was het een wonder als kinderen volwassen werden. De eerste drie kinderen van Rembrandt en Saskia stierven vlak naar de geboorte. Bij de komst van een kind werd een duur cadeau gegeven als het kind een jaar werd; dan was de overlevingskans groter. Tot eerste jaar heel kwetsbaar. Veel kinderen stierven. Zo zien we de zegen van toegenomen kennis in de gezondheidszorg. Al moeten we wel lijden meemaken.

De vraag is: kunnen we weten of kinderen die jonggestorven zijn, behouden zijn? Om het op te halen: Dordtse Leerregels hebben e.e.a. gezegd over hoe een volwassene kan weten of hij of zij verkoren is. In paragraaf 12: de vrucht van het geloof in Jezus Christus. Als je zo’n vrucht opmerkt, van harte geloven, verdriet over zonden, verlangen naar God te leven, als je dat ziet, mag je weten: dat heb ik niet van mezelf. Dat is Gods werk, van eeuwigheid. Vanuit Hemzelf. Omdat Hij mij van eeuwigheid heeft liefgehad. Dit geldt volwassenen. En van mijn part ook tieners. Om dit op te merken. Bewust van zijn, daar hoef je niet 18 jaar voor te zijn, of zo. Dat kan eerder. Als kind begreep ik veel van de preek. Jezus moest sterven voor mij.

Als je dat hebt, hoe kom je daaraan? Van God zelf gekregen. Onverdiend gekregen. Waarom kreeg jij het? Waarom kregen anderen het (nog) niet? Maar hoe zit het met kinderen? Die hebben toch niet kunnen laten merken dat ze kwamen tot oprecht geloof? Ze weten niet eens wat zonde is. Kennen nog niet echt verdriet over zonde. Hoe zit het met hen als ze gestorven zijn?

Die kinderen mogen vast en zeker bij God komen, zeggen mensen soms. Ik hoor dit ook christenen zeggen die zich in evangelische hoek van de christenheid bevinden. Zij leggen nadruk op geloof van de mens. Daarom willen ze de kinderdoop niet. Nee, mensen moeten zelf geloven. Ze spreken over geloofsdoop. Maar kinderdoop is ook geloofsdoop, namelijk op geloofsbelijdenis van de ouders. Als zij zeggen dat alle kinderen behouden zijn, dan schakelen ze geloof uit. Dat is op zijn minst eigenaardig. Als je alleen de volwassendoop hebt: welke plek hebben kinderen? Horen ze er wel of niet bij? En als ze er wel bij horen, toch bij horen, waarom mogen ze dan als kinderen het teken niet ontvangen (doop als toegang tot christen-zijn)? Mogen kinderen gedoopt worden, die vraag speelt mee.

Waar zijn de gestorven kinderen? Paragraaf 17 zegt: ze zijn heilig uit kracht van het genadeverbond. Daar behoren ze dankzij en met hun ouders toe. Gelovige ouders mogen zeker zijn van het behoud van hun kind. Ziet u wat er staat? Niet: hoeven niet te twijfelen. Maar: móeten niet twijfelen. Ik sta hier maar even echt bij stil. Laten we het goed horen. Ook ouders, van wie een kind als kind stierf, of voor de geboorte. We denken vanmiddag aan u en jou als ouders. Wat een teer verdriet ligt hier. Ik, wij kennen het zelf ook. Wat een troost, dit artikel. Als zelfs voor ongeboren leven geen grafje was. Maar de ziel is bij God! Je kunt niet begrijpen hoe diep die troost is. En ik geloof dat ik dit mag zeggen: wat een genadige troost voor gelovige ouders die zich schuldig voelen over een abortus. Gods genade over de kinderen reikt ver.

Nu moeten we met elkaar proberen helder te krijgen waar die troost en zekerheid vandaan komt. Er zijn kringen in christendom waar dat uit teksten wordt gehaald, die ouders kregen. Een tekst als Jesaja 40:11, Hij, God, zal de lammetjes in Zijn armen bijeenbrengen. Het komt voor. Echt waar. God kan je nadrukkelijk bij bijbelteksten bepalen. Laat zien, dat ze tot je komen. Zijn Woord is Zijn spreken. Hij weet het te adresseren. Je mag daarom vragen. Open oren en open ogen daarbij.

Maar er is meer dan zo bijzonder spreken van God. Ook luisteren naar grote lijnen van de Bijbel. Wat daarin te lezen en leren valt. Dan stuiten we op 2 dingen die van belang zijn.

Kinderen delen in de zonde

Dat ook kinderen bij geboorte delen in de zonde. En schuld meedragen. Kinderen komen niet blanco ter wereld. Sommige mensen willen dat wel beweren, maar dat is niet weer. Genen van ouders. Ze worden geboren uit rijke of arme ouders. Sterven de ouders, dan erven de kinderen al. Het is een rare gedachte (in onze samenleving) dat ieder mens in z’n eentje ter wereld zou komen. Nee, je bent kind-van. Op allerlei manieren met de generatie voor je. Broers en zussen, als die er zijn. Volk en ras. Als jood, Duitser, Marokkaanse, Antilliaan. Je draagt iets van je volk mee, ook in collectieve schuld. Job 14:4. Wie zal een reine geven uit een onreine? David belijdt in Psalm 51:7, ik ben in ongerechtigheid geboren. In zonde ontvangen. Zo diep zit het.

In doopgesprekken (voorafgaand aan de doopdienst) gaat het heel vaak hierover. Morgenavond hebben we weer zo’n gesprek. Het gaat dan over die eerste, scherpe en diepe vraag. Belijdt u dat uw kind in zonden ontvangen en geboren is? Ja, aan de verdoemenis onderworpen? Dat is een stevige vraag. Een pittige vraag voor ouders die nog geen andere kinderen hadden. Je kind oogt zo gaaf. Ja, maar… als je kind kwaad gaan doen? Waar komt dat vandaan? Of kan je dat geen kwaad noemen. Is het uitproberen. Dat komt voor. Bijvoorbeeld toch proberen om kokend water aan te raken. Een kind niet wil doen wat vader en moeder wil. Ongehoorzaam is. Of toch die slechte woorden wil spreken. Waar komt dat vandaan? Van ouders afgekeken? Van de straat, kinderdagverblijf? Helaas, maar waar, het zit in ons mensen zelf. Zoals die vader het zei: ik vind het moeilijk wat er staat, maar het staat er wel, want het kind is er een van mij.

Verbond en verkiezing

Maar kan dat toch, dat het kind behouden is? Terwijl het nog niet geloven kan? Ja, zegt paragraaf 17. Dat leert de Bijbel. Niet in los verkrijgen teksten. Maar op dat begrip/woord: verbond. Er is vaak, helaas, weinig zicht op. Terwijl het zo mooi iets is. Prachtig iets. Bijbel spreekt er veel over. God is met Abraham en Zijn nageslacht een speciale relatie aangegaan. Dat noemen we het verbond. Wie God was voor Abraham, was Hij ook voor Izak. Als kind heb je ook iets met de vrienden van de ouders. Je bent aan je ouders verbonden. Zo trekt en trok God een spoor door de geschiedenis in de wereld. Unieke relatie met Israël. Daar hoor je bij, vanaf geboorte. Vanaf dat je weet dat kind komt en verwacht wordt. Kinderen horen bij een volk. We geloven dat van Israël blijft uniek, maar door geloof mogen ook niet-joden bij dat bijzondere volk gaan gehoren. Ook Abraham als vader (Galaten 3 en Romeinen 4). Abraham zou een vader worden van vele volken. Dat zei God. Een menigte van volken. Meervoud (Genesis 17:5). Zo behoort een kind  uit gelovige ouders tot het volk van God. En mag dus het teken ontvangen. De doop is dat teken geworden. Maar het hoort er al toe voordat het gedoopt is. Iemand zei het mooi: bij kleine kinderen valt verbond en verkiezing mooi samen. Hun kind leeft op hun geloof. En kan sterven. Dat geeft rust. Zo kun je ze de straat op laten gaan.

Wat een verantwoordelijkheid voor ouders. Als mensen kinderen gaan krijgen, dan is het dus belangrijk dat ze tot geloof zijn gekomen. Ouders dragen verantwoordelijkheid! En dan die andere vraag: en hoe zit het met die kinderen van ongelovige ouders? Waar zijn die? We horen de bijbel zeggen dat kinderen in zonden ontvangen en geboren zijn. Laten we goed zien en constateren dat de Dordtse Leerregels op die vraag geen antwoord geven. Ze zeggen niet: die kinderen zijn verloren. Beste antwoord is: we weten het niet. We hopen ontzettend op Gods genadige barmhartigheid. Maar we weten: geloof is ontzettend belangrijk. Als dat geloof er niet is, daarom vanmiddag ook dit gekoppeld, een oproep aan u en jou: hoe zit het met jouw geloof? Is het geloof er ook (bij het voorbereiden op de toekomst)? Bij het kinderen krijgen. Een niet-gelovige echtgenoot is in het geloof van de ander geheiligd. In huwelijk worden 2 mensen als 1 gezien. In onze samenleving: niet met een huwelijk, maar met individuen rekent. Wat een troost om te horen bij het verbondsvolk!

Prof. Verboom noemt ook het verstandelijke gehandicapte kind. Ik noem erbij: kinderen met een beperking. Als omstander weet of merk je niet wat helemaal (of niet) wordt begrepen. Dementerende ouderen, noemt prof. Verboom, die geloof niet meer hanteren kan. Wat een troost, toch erbij horen. Ik moet er wel dit bij zeggen: het gaat er spannend aan toe in dat verbond. God neemt ons als tegenpartij heel serieus. God deed in het verbond geboren worden. Hij roept op merkbaar en zichtbaar voor Hem te leven. Zodat ongelovige wereld zal zien: leven met God is mogelijk. God is er!

God vraagt van hen, die tot verstand gekomen zijn, persoonlijke instemming. Een ja-woord. Persoonlijk geloof. Zo serieus neemt God mensen. En dan kan toch gebeuren, dat iemand die in dat volk van God geboren werd, zo dichtbij het ware vuur was, toch God vaarwel zegt. En dat neemt God dan serieus. Al komt Hij vaak lang nog achter iemand aan. In die zin is bij het verbond horen geen automatisme. God realiseert/verwerkelijkt de verkiezing in de weg van het verbond. Daarin laat Hij ons meedoen. Lijkt er zelfs op dat wij de keuze voor Hem maken. Tot we gaan zien: het is Gods werk. Ik heb al gezegd, bij sterven van jonge kinderen vallen verkiezing en verbond nauw samen. Ik moest denken aan wat ik in de gemeente van Hoevelaken meemaakte (tijdens een stage). Ik was bij ouders. Ze hadden 5 kinderen. Van een kind wisten ze dat het behouden was: die gestorven was. Van de andere 4 hebben we er grote zorgen om. Het lijkt erop dat ze God de rug toekeren. Is, vroegen ze, dat jonggestorven kind toch beter af?!

Mogen kinderen gedoopt worden? Ik ga daar nu niet verder op in. Er is wel eenheid in geloof. Alleen de volwassendoop kennen (zoals baptisten), daar hoop ik dat ze de kinderdoop erkennen. Neem het serieus. Mag hij / zij zich zo bij de gemeente voegen. Hoe zien jullie de kinderen van gelovige ouders? Horen ze er bij of niet? En mogen ze het teken krijgen of niet?

Een zegen van het kennen van het verbond vind ik ook dat je kinderen als kinderen mag beschouwen. Ze mogen echt kind zijn. In geloofsopvoeding, zeker bij tieners, is dat behulpzaam. Geef ze de tijd te ontdekken (wie God is, wie Hij voor hen is). Omgeef het met getuigend en biddend levend. Vertrouwend op Zijn beloften. Stop daar niet mee als kinderen, volwassen geworden, andere wegen gaan.

De Dordtse Leerregels voegen een afsluitende paragraaf toe. Ze weten van mensen die hier niet van willen weten. Mensen die zich verzetten. Paulus in Romeinen 9: o mens, wie bent u, dat u God tegenspreekt. Jezus wordt hier de Zaligmaker genoemd. Mag Ik niet doen met wat van Mij is? Het komt aan op buigen voor de grote God! In het dienen van Hem, in de weg die je moet gaan. Ook in de grote vragen, God en het lijden. Wachten op de wederkomst. O God, hoe lang nog? Laat Hem God! Laat Hem besturen, waken, het is wijsheid wat Hij doet. De wereld is van Hem. Niet van u, jou, mij. Laat het los. Of beter: laat het aan Hem. Ben je gekomen tot aanbidding van dit heilgeheim, dan staat er: dan herken je je in Paulus woorden. Slot van Romeinen 11:

33 O, diepte van rijkdom, zowel van wijsheid als van kennis van God, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen! 34 Want wie heeft de gedachten van de Heere gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest? 35 Of wie heeft Hem eerst iets gegeven en het zal hem vergolden worden? 36 Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid, tot in eeuwigheid.

Ere wie ere toekomt. God de eerste en de laatste. Begin en het einde. En dan zeg je: wat een wonder, alleen al dat ik geboren werd. Dat ik er mag zijn. Wat een wonder, dat Hij ook nog eens zichzelf aan mij bekendmaakte. Me eeuwig leven gaf. Me inschreef bij hen die in Jeruzalem geboren zijn (figuurlijk, als kinderen van Abraham. Zo eindigen we vanmiddag in de lof aan God. God, die al ons denken en begrip te boven gaat. Amen.

Hervormde Gemeente Reeuwijk, zondag 3 maart 2019, 17 uur. Schriftlezing Gen. 17: 1-8 en 1 Kor. 7: 10-16.