De verwerping is een moeilijk onderwerp. De Dordtse Leerregels spreken er over en ook de Bijbel noemt het. God verkoos uit het gevallen menselijke geslacht mensen tot behoud, anderen liet Hij in de zonde. Dat God verkiest is uit genade, dat maakt (als het goed is) ootmoedig. Wie ben ik dat God mij niet overgeeft aan mezelf en de zonde? God straft echter wel. Hij neemt de zonde serieus en kan met het kwaad niet leven. De verwerping is een ernstig onderwerp, dat niet verzwegen kan en mag worden in de christelijke gemeente. [Onderaan staan enkele verwerkingsvragen aangegeven over dit onderwerp.]

Gemeente van Christus, we voelen dat het akelige aan de orde is: de verwerping. Je huivert toch! Al ben ik wel eens een vlot redeneren tegengekomen. Als een rekensom. Hij verkiest en verwerpt! Het gaat over heel wat… Over mensen. Zie gezichten en namen voor je. Ik ben die verworpene? Denken mensen. Psychisch lijden kan een rol spelen.

Misschien denken we er niet aan: maar het raakt het zicht op God. God wil ons behoud. Dat zien we in Jezus. Daarin proeven we Gods liefde. Maar zou Hij ook zo hard zijn? Dat Hij mensen wegduwt. Een moeilijk onderwerp.

Karl Barth (theoloog uit de 20e eeuw) heeft het tot een oplossing willen brengen. Christus is de verkorene en de verworpene. Dat hoorden we al in dat artikel: verkoren in Christus. Hij heeft ook de verwerping gekend. Zeker. Mijn God, waarom hebt U mij verlaten. Is het daarmee gezegd? We moeten naar wat de Bijbel zegt.

Eerst nog dit. Je zou denken: laten we het er niet over hebben. Velen begrijpen het niet. Mensen in de kerk niet – en buiten de kerk niet. Onze tijd: mensen zijn hypergevoelig voor discriminatie. Als christenen (ik denk: te) stellig zeggen wat de bijbel zegt over huwelijk of seksualiteit, dan zie je hoe anderen en binnen de kerk reageren. Misschien maar beter zwijgen? Ik vind het niet eerlijk als het er nooit over gaat. Ik ben dankbaar dat die verkiezing niet het eerste is. We kijken achter een schilderij. Maar het is niet eerlijk om niet aan de achterkant te kijken. Afgelopen week temidden van alles, vroeg ik me af: als we moeite hebben met dit onderwerp, is dat omdat het medemensen raakt? Dan ligt het ook voor de hand om anderen het evangelie te brengen. Maar we zijn lauw. Klopt die lauwheid wel? Missionair is niet het sterkste aspect van onze gemeente. Is het moeite met verwerping omdat het zou discrimineren?

Goed om te zeggen, en benadrukken: in artikel 15 gaat het pas over de verwerping. Eerst 14 artikelen over verkiezing. Niet dat Dordtse Leerregels er veel en makkelijk over spreken.

Wat zegt de Bijbel? Bijbel zegt op veel plekken en manieren iets over uitverkiezing. Weg met volken, evangelie door de wereld, en individuen. Duidelijk minder vaak spreekt de Bijbel over verwerping. God verhardt soms het hart van mensen (bij de Farao). Je komt tegen dat God dat van eeuwigheid deed. Voor de Schepping. Dat klinkt nauwelijks ten aanzien van de verwerping (wel in 1 Petrus 2:8).

Je kunt, als je gaat nadenken, wel zeggen: als die ene persoon is uitverkoren, geldt toch ook dat anderen niet zijn uitverkoren? Wortel van het antisemitisme: God koos Israël, andere volken niet. Raakt aan een vraag: hoe kan het dat mensen helemaal niks lijken te hebben met God en geloof (we zongen erover in Psalm 53). Het doet me niks. Anders gaat u verloren? Met bewogenheid over God spreken. Maar ze blijven er koud onder. We kunnen niet ten diepste het hart peilen. Misschien denken mensen meer na dan ze zeggen. Maar: ik moet en hoef het geloof niet. Kunnen ze God weerstaan? Staat God machteloos? God is toch God? Hij is toch machtiger dan mensen. Zou hun hardheid en ongeloof teruggaan op feit dat ze niet verkoren zijn? Ik moet dit zeggen: het kan altijd anders worden als iemand nog leeft.

We hebben hiermee te maken, met mensen om ons heen. Goed om op zijn tijd te horen wat in geschiedenis van de kerk gezegd is. God verkiest en verwierp ook mensen.

Nog even terug naar de Bijbel. We zagen dat de Bijbel spreekt over verkiezing. Voor de schepping van de wereld. Over verharding en verwerping lees je vooral als reactie op zondig handelen van mensen. Dan geeft God mensen over in zondigheid (Saul; we lazen daarover). Of als God zich terugtrekt. God heeft Israël een tijd verhard. In die tijd kan evangelie naar de volken (Romeinen 9). We lezen: Jacob heb ik liefgehad. Ezau gehad. Lijn van Gods volk liep via tweede zoon. Niet via Ezau. Niet via Ismaëlieten. Gehaat kan je soms begrijpen. Op tweede plan. Onderscheid.

Wat zeggen de Dordtse Leerrgels? God verkoos niet alle mensen. Sommige mensen zijn niet verkoren. Hier horen we het al: niet verkoren en voorbijgegaan. Er klinkt wel: dit betreft mensen die God naar Zijn welbehagen (een beslissing dus!) in de ellende te laten. Ze hebben zich daar dus zelf in gestort. God verkoos mensen die Hij redde. Anderen liet Hij in hun schuld. God verkoos niet uit goede of onschuldige mensen. Psalm 53: niemand verdiende het gekozen te worden. Dat maakt het wel anders. Dan nog kan je wel worstelen: als God mij wel verkozen heeft en anderen niet, is dat niet oneerlijk? Die vragen en gedachten mogen we voor Hem neerleggen. Beseffen we hoe groot en machtig en heilig God is?! De strijd, vragen en moeiten kunnen we maar het beste naar Hem toe gaan. Het kan dat God antwoordt: strijd om in te gaan, of: verkondig het evangelie aan alle volken, of: wat gaat het u aan? Er komt een moment dat we de hand op onze mond moeten leggen. Mij past overgave en buigen. Zoals Job. Stil worden voor de grote God. Daar zit de kern van al dan niet bekeren. Willen buigen voor God. Of niet. Hoe zit dat bij u, jou, mij?

Er klinkt in artikel 15: het brengt Gods gerechtigheid aan het licht. Zo ook in artikel 16. In verkiezing zie je Gods barmhartigheid. En in de verwerping Zijn gerechtigheid. In verloren laten gaan, zie je dat God doet naar de zonden. God straft naar zonde. Dat kwam al aan het licht op Golgotha.

Waarschuwing en troost

Dr. Dekker haalt in zijn boekje 3 lessen uit het verharden en verloren laten gaan. Hij besteedt daar veel aandacht aan. Je kunt het bij hem nalezen. Als eerste: het moet mensen die verkoren zijn, heel ootmoedig maken. We zijn allemaal niet beter. Dus niet boven ander verheffen. Dat lazen we in Romeinen 11. God verhardde Israël voor een tijd. Heb geen hoge dunk van uzelf (vers 20). Het kan ook met jullie gebeuren! Ik hoef u niet te vertellen dat christenen heel laatdunkend denken over Israël. Komt nog voor. Heb geen hoge dunk van uzelf, maar vrees. Zou omdat christelijk Europa zich beter achtte dan Israël (terwijl daar 6 miljoen joden werden omgebracht) nu God de secularisatie sturen?!

Het tweede dat dr. Dekker hoort over verharden is een waarschuwing voor ons. Laat het met u en jou niet zo gaan. Keer je om. Tijdig. Zie dat God de zonde serieus neemt. Verzachtend spreken over mensen die van de kerk af gaan. ‘Zij doen er minder aan.’ Maar: ze zijn God ongehoorzaam. Hij neemt die zonde niet. Er komt een moment dat Hij zich terugtrekt. Laat je waarschuwen. Als je God op het tweede plan zet. God reageert erop! Verwonder je over Zijn geduld. Misschien niet over dat je hart kouder wordt. Dat is toch geen wonder? Willens en wetens zonde doet. Alleen al in de zonde loop je vast. Of kom je in om. God kan je hart verharden. Die waarschuwing hebben we allemaal nodig. Klinkt misschien wel te weinig!

Het derde. Verwerping kan ook troost geven. Het kwade kan niet bestaan. God roeit het uit met tak en wortel. Het kan niet bestaan. Als je onder kwaad gebukt gaat, is het een troost. God rekent ermee af. Het wordt zelfs zo gezegd: het kwaad is voor God niets. Hij heeft het al verworpen.

Eens komt aan alle kwaad een einde. God noemt het kwaad en handelt ernaar. Het kwaad mag niet altijd voortwoekeren. God is rechter. Dat is de troost van de verwerping.

Wij horen al veel. Nog iets over artikel 16. Ik ben er blij. Zo warm van toon en van boodschap. Goed dat dit erbij gezegd wordt. Mensen die bang zijn om verworpen te worden? Ik vind dat er prachtige dingen over christenleven worden gezegd. Kijk eens goed, of dit er bij ons is. Zo in geloof staat? Als je dit niet krachtig voelt, moet je je niet onder de verworpenen rekenen. Maar middelen gebruiken. We voelen het aan: deze mensen nemen de verwerping serieus. Het zijn zo gezegd de ‘verkeerden’ die de woorden oppakken en serieus nemen. Mensen die dat nou juist niet zouden hoeven doen. Anderen gooien het nonchalant weg.

Artikel 16 is zo bemoedigend. Als je ermee worstelt. De barmhartige God zal de rokende vlaswiek niet uitblussen. Als er een begin is, breekt God niet af. Een troostwoord. Wel worden ze aangespoord om te volharden. Wel Bijbellezen, naar de kerk gaan (ook bij avondmaalsdiensten).

Dr. Dekker noemt een groep christenen die achteruitgang beleven. Misschien moeten we het apart over hebben. Ik ben zeker geweest, maar nu onzeker?! Ik ben lauw geworden. Ik word ontrouw. Als dat speelt, wees er alert op. Ben je het je bewust? Misschien denk je: was het maar voor een tijd? Ben ik verworpen? Maar God heeft beloofd dat Hij het niet zal uitblussen en verbreken. Je lauwheid of gemakzucht: ga er mee naar God. Waar mogelijk: keer je inzet of vraag God het te doen. En zing mee: laat er druppels op mij neervallen. En misschien wel meer dan druppels. Amen.

Hervormde gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 13 januari 2019. Schriftlezing 1 Samuël 28:5-7 en 14-18; Mattheus 11: 20-24 en Romeinen 11: 1 en 13-23 en 1 Petrus 2:8. Leerdienst over hoofdstuk 1 art. 15 en 16 van de Dordtse Leerregels:

  1. Deze eeuwige en onverdiende genade van onze verkiezing wijst en prijst ons de Heilige Schrift daarmede allermeest aan, wanneer zij wijders getuigt dat niet alle mensen zijn verkoren, maar sommigen niet verkoren, of in Gods eeuwige verkiezing voorbijgegaan, namelijk die, welke God naar Zijn gans vrij, rechtvaardig, onberispelijk en onveranderlijk welbehagen besloten heeft in de gemene ellende te laten, in dewelke zij zichzelven door hun eigen schuld hebben gestort, en met het zaligmakend geloof en de genade der bekering niet te begiftigen, maar hen in hun eigen wegen en onder Zijn rechtvaardig oordeel gelaten zijnde, eindelijk niet alleen om het ongeloof, maar ook om alle andere zonden, tot verklaring van Zijn gerechtigheid, te verdoemen en eeuwiglijk te straffen. En dit is het besluit der verwerping, hetwelk God geenszins maakt tot een auteur van de zonde , hetwelk godslasterlijk is te denken,, maar Hem stelt tot haar verschrikkelijken, onberispelijken en rechtvaardigen Rechter en Wreker.
  2. Die het levend geloof in Christus, of het zeker vertrouwen des harten, den vrede der consciëntie, de betrachting van de kinderlijke gehoorzaamheid, den roem in God door Christus, in zich nog niet krachtiglijk gevoelen, en nochtans de middelen gebruiken, door welke God beloofd heeft deze dingen in ons te werken, die moeten niet mismoedig worden, wanneer zij van de verwerping horen gewagen, noch zichzelven onder de verworpenen rekenen, maar in het waarnemen der middelen vlijtig voortgaan, naar den tijd van overvloediger genade vuriglijk verlangen, en dien met eerbiedigheid en ootmoedigheid verwachten. Veel minder behoren voor deze leer van de verwerping verschrikt te worden degenen, die ernstiglijk begeren zich tot God te bekeren, Hem alleen te behagen, en van het lichaam des doods verlost te worden, en nochtans in den weg der godzaligheid en des geloofs zo ver nog niet kunnen komen, als zij wel wilden; aangezien de barmhartige God beloofd heeft dat Hij de rokende vlaswiek niet zal uitblussen, en het gekrookte riet niet zal verbreken. Maar deze leer is met recht schrikkelijk voor degenen, die God en Christus den Zaligmaker niet achtende, zichzelven aan de zorgvuldigheden der wereld en aan de wellusten des vleses geheel hebben overgegeven, zolang zij zich niet met ernst tot God bekeren.

Vragen om over na te denken en eventueel door te praten:

  1. Kunnen we maar beter over de verwerping zwijgen? Wat vindt u? Waarom zouden we het er wel over hebben?
  2. De verworpenen blijken in de Bijbel altijd mensen te zijn, die zich willens en wetens verharden tegen Gods genade. Is hier sprake van lot of schuld?
  3. Moet je een bepaalde religieuze aanleg hebben om te kunnen geloven? Komt u mensen tegen die dit beweren? Zo ja, wat zegt u tegen hen?
  4. Hoe moeten we praten met mensen, die denken dat ze tot de verworpenen behoren? Komt het trouwens veel voor dat mensen dit denken?