God is zowel barmhartig als rechtvaardig. Daarom kan de zonde bij Hem niet bestaan. Zonde is zondigen tegen een goeddoend God. Vanuit oneindige barmhartigheid heeft de Vader echter Zijn eniggeboren Zoon naar deze wereld gezonden. In het kruislijden zien we de barmhartigheid en rechtvaardigheid van God bij elkaar komen. God straft de zonden (aan Zijn Zoon) en schenkt Zijn Zoon (tot behoud van zondaren). 

Gemeente van Christus, het begrip crowdfunding kennen we. Vandaag de dag wordt zo geld opgehaald. Meerdere mensen geven dan voor een goed doel. Of een persoon aan een iemand een grote gift geeft. Een ernstig zieke, een dure behandeling moet krijgen. Die behandeling wordt niet vergoed. Dat iemand dan dat geld schenkt. Ja, dat zijn grote giften. Levensreddend! Je kunt je afvragen of die gever dat wel voelt. Stel je voor dat hij een miljonair is. Dan voelt hij het niet. Onze giften zijn ook niet zomaar offers.

Nu zijn we bij de kern. In artikel 3 valt het woord offer. En in artikel 2: Borg. Jezus staat Borg. Een kernwoord. Het kan gebeuren dat we dat woord in het geloven niet veel gebruiken.

Hoe komen deze artikelen op u over? Het gaat nu toch niet over verkiezing? Al klinkt er in artikel 5: de beloften van het evangelie (wie in Christus gelooft, gaat niet verloren: zo eenvoudig! – wat kunnen mensen het soms moeilijk maken) worden aan alle volken en mensen zonder onderscheid verkondigd. Maar ik zei, verkiezing komt voor, in die tussenzin. Tot wie God in Zijn welbehagen Zijn evangelie zendt. Het evangelie is niet naar alle volken en landen gegaan. En niet tegelijk. Niet omdat God toekijkt. Nee, daar zit Zijn wil en leiding achter. Waar het klinkt, is het naar Gods wil. Zoals dus bij ons! Via onze gemeente. Het klinkt hier dus niet zomaar. Gods wil zit er achter. Naar Gods welbehagen. Een prachtig woord!

Verkiezing komen we verder niet tegen. Of: die van Christus tot Borg. Artikel 2: uit oneindige barmhartigheid tot Borg gegeven. Er klinken hele mooie dingen. Het verzoeningswerk klinkt tot eer van Jezus Christus vooral. En tot eer van de Vader. God heeft uit oneindige barmhartigheid Zijn enige Zoon tot borg gegeven. En het woord ‘ons’ staat erbij. Ons.

Artikel 5, nog even. Het wordt zonder onderscheid gepredikt. Ik houd er niet van onderscheid tussen kerken te maken. Maar het komt voor dat men vindt dat het evangelie niet vrijuit mag klinken. Je weet niet of de hoorders verkoren zijn. Dan de belofte niet vrijuit. En klinkt de oproep tot bekering niet – of wordt het afgezwakt. Vooral in de GGinN en in (bepaalde delen van de) GG. Ik zou wel willen weten hoe ze dit artikel uit de Dordtse Leerregels lezen.

Jezus nodigde toch ruim? Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijt! Johannes 3:16: opdat ieder die in Hem gelooft, eeuwig leven heeft. Hier klinkt het hart! Tot eer van Jezus en van de Vader.

Er kunnen bij ons wel hindernissen en belemmeringen zijn. Ik zie deze: ‘Ach, dat kennen we.’ We denken het te kennen. Als bekende woorden. Inhoud die langs ons heen gaat. Het blijft op afstand. Hoewel we ermee instemmen. Maar dan gaat het niet door ons heen. Kunnen we het dan doorgeven? Dan blijkt, in eigen woorden doorgeven of op bevraagd worden, dan pas zien wat er staat – en er dan vragen bij hebben. Wat is het belangrijk dat wat hier staat (ik hoop dat u het meebeleden hebt), een zaak van het hart is. Persoonlijk eigen gemaakt. Kan in andere woorden gezegd worden – maar met diepe inhoud. Ik probeer het vanmiddag dichterbij te brengen.

Zo klinkt in artikel 1: God is niet alleen volkomen barmhartig. Dat dus ook! Maar ook volkomen rechtvaardig. Twee eigenschappen van God. Heel kenmerkend. God heeft ze beide volkomen. Barmhartigheid klinkt als eerste. Dat geeft de vraag: kennen we Hem goed? Met twee woorden over Hem spreken. Als we over Hem spreken in de gezinnen. Alleen barmhartigheid? Wat reik je aan op de club en op school? En ons eigen zicht op God: barmhartig en rechtvaardig?! We kunnen allerlei geschiedenissen in de bijbel aanwijzen, waar we God zo ontmoeten.

Maar op de kruisheuvel zie je het. Volkomen barmhartig en rechtvaardig. Vervloekt is wie aan het hout hangt. Diegene hing tussen hemel en aarde. Wij willen je niet meer. En de hemel wil jou niet. Daar hoor je ook niet. Geen plek voor je. Nou, Jezus heeft die vloek geleden. Dat weten we. Uitgeroepen: Waarom hebt U mij verlaten? Dat moest vanwege de rechtvaardigheid. En we zien de volkomen barmhartigheid! Jezus hing daar. Door God geven. Crowdfunding. God is volkomen barmhartig en rechtvaardig. Spreek met twee woorden over God. Kijk niet alleen naar Hem als de barmhartige en niet alleen als de rechtvaardige.

God eist dat onze zonden gestraft worden. Hij moest de zonde straffen, zo wordt wel eens gezegd. Alsof die rechtvaardigheid een norm is buiten God. God moet rechtvaardig handelen. Ik moet en mag het anders zeggen: God is zelf rechtvaardig. Hij is er vol van. Het zijn geen normen buiten Hem. Maar in Hem verankerd. Zo is Hij! Kunnen wij van onszelf niet zeggen.

Nog een punt – dat we zo medezeggen, maar als je het uit moet leggen, dan is het heel goed wat. God eist dat onze zonden met tijdelijke en eeuwige straffen gestraft worden. Ja, daarin wordt die rechtvaardigheid zichtbaar. Zonden moeten worden gestraft. Stemt men daar mee in? Ja, die moet gestraft… Maar daders van wie we houden? Dan pleiten we voor vergeving. Er komen dan verontschuldigende opmerkingen. En ten aanzien van onszelf? Zeggen we: ja, we moeten gestraft worden. Toch zeggen we dit. Voor mij moest Hij dit lijden…

Iets van wat klinkt in artikel 1 kan helpen, om die zonde in beeld te krijgen. Die zonden zijn begaan tegen Gods oneindige majesteit. Zonde is over Gods regels heen gaan. Tegen Hem! Hij heeft het beste met ons voor. Zonde is zondigen tegen een goeddoend God. Bij veel mensen voelt het niet goed om je moeder te bestelen.

Het meest duidelijk wordt het als we in ons leven stuiten op zonden. Twee voorbeelden in de bijbel. Petrus, lijdenstijd. Ze zouden Hem allemaal verlaten. Dat zal niet gebeuren! Maar korte tijd erna, toen zei hij drie keer: ik ken Hem niet. Wat heeft hij zich schuldig gevoeld. De zonde kan er ineens zijn. Je bent tot veel, ja alles, in staat. Ik zou wel door de grond willen zakken. Ik verdien er niet meer te zijn.

En David. Een kind van God. Gemeenschap met Bathseba. Ze had niet moeten baden! Een koningen mochten meer? Een man met gezonde hormonen. Bathseba heeft er ook van genoten? En de macht en positie. Hij kon zo Uria laten sneuvelen. Het duurde nogal voordat David het in zag. Toen dichtte hij Psalm 51. Toen was hij overhoop. Ik ben ik zonden ontvangen en geboren.

Als zonden concreet worden, dan klinkt artikel 1 dichterbij. En artikel 2: wij kunnen het zelf niet geven. Die genoegdoening. David kon Uria niet teruggeven. Wij kunnen ons van de toorn van God niet bevrijden. Is een hele uitspraak! Nemen we niet zomaar genoegen mee. Ik wil het zelf redden – ook bij de brokstukken van het leven. Ik wil zelf kunnen betalen. Ik geef toe, dat heeft iets moois: zelf verantwoordelijkheid nemen. Maar we kunnen niet betalen.

Jezus is tot zonde en vloek geworden. Zonde is ook dat we Zijn redding niet willen aanvaarden. Tegen een goeddoend God zondigen. Als je je moeder hebt bestolen, sieraad en dan verkocht, als je inziet dat het verkeerd was en ze zegt: ik houd van je. En dat je dat dan niet aanvaardt. Je aanvaardt het niet zomaar. Er is genoegdoening nodig. Er is een liefdevolle broer voor je. Ik koop voor jou, voor onze moeder, nieuwe sieraden. Kun je dat in ontvangst nemen? Of zondig je ook tegen hem?

Het kruislijden laat zien: dit was nodig. Wij kunnen het zelf niet. Niet van de toorn van God bevrijden. Makkelijk gezegd en beaamt. Maar er klinkt wat! We moeten blijkbaar bevrijd worden… Mag ik het zo zeggen: er hangt een zwaard boven ons hoofd. Gods gekwetste liefde. Van die toorn moeten we bevrijd worden, anders loopt het slecht met ons af. Die toorn is terecht. Heb je er wel eens wakker van gelegen? Het is geen voorwaarde voor vergeving.

Maar er is een Borg! Een Zaligmaker, artikel 4. Iemand die ongeneeslijk ziek is, die sterft als er niets gebeurd. Kan zelf niet betalen. Er komt iemand die die behandeling betaald. Maar misschien voelt diegene dat niet. Maar het offer, Hij de Borg, heeft Hij gevoeld. En Zijn Vader heeft het gevoeld. Het Vaderhuis verlaten. Hij de Schepper hangt tussen hemel en aarde – vloek geworden. Zijn Zoon gegeven! Ik hoop dat dit niet een theorie is, maar een gebeuren dat je hart raakt.

Nog een paar dingen. Die dood van de Zoon van God is van enorme kracht en waarde (artikel 4). Daar denk je nooit te groot van. Het was de dood van een volkomen mens. Een zondenloze. En de door van de Zoon van God. Het was betaling. Nu zegt artikel 3 zelfs: het is meer dan voldoende voor de zonden van de wereld te verzoenen. Alleen maar geleden voor de uitverkorenen? Hier staat het anders. Er is behoud. Het is genoeg, voor iedereen!

Nog dit tenslotte. God is de Drie-enige God. Hij heeft in Christus volkomen betaald. Er is ook de Geest. Een werk, verschillende uitvoeringen. In dat werk wordt wat Christus deed, persoonlijk gemaakt. Dat doet de Geest. Dan komt er geloof en bekering. Geest van God de Schepper. Hij weet de weg in ons. Met ons persoon-zijn verweven. Ik heb mezelf bekeerd? Maar de Geest nam je mee en gaf het je. De Geest wordt niet genoemd in de artikelen, maar Hij werkt in de wereld. Ik mag zeggen: geloof en bekeren, dat lukt me slecht, roep dan de Geest van God. Help mij te geloven! Amen.

Hervormde gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 17 maart 2019, 17 uur. Schriftlezing Jesaja 53:1-8 en 2 Korinthe 5:11-21. Belijdenis van het geloof met de paragrafen uit de Dordtse Leerregels:

  • Artikel 1. God is niet alleen volkomen barmhartig, maar ook volkomen rechtvaardig. Nu heeft Hij zich in Zijn Woord zo geopenbaard dat Zijn gerechtigheid eist dat onze zonden, die tegen Zijn oneindig hoge majesteit begaan zijn, niet alleen met tijdelijke, maar ook met eeuwige straffen aan ziel en lichaam gestraft worden. Deze straffen kunnen we niet ontgaan, tenzij aan de gerechtigheid van God genoeg gedaan wordt.
  • Artikel 2. Omdat wij die genoegdoening zelf niet kunnen geven en ons van de toorn van God niet kunnen bevrijden, heeft God uit oneindige barmhartigheid ons Zijn eniggeboren Zoon tot een Borg gegeven. Om voor ons genoegdoening te geven, is Hij voor ons, in onze plaats, tot zonde en tot een vloek aan het kruis geworden.
  • Artikel 3. Deze dood van de Zoon van God (Aan het kruis) is het enige en volmaakte offer en genoegdoening voor onze zonden, van oneindige kracht en waarde, meer dan voldoende om de zonden van de hele wereld te verzoenen.
  • Artikel 4. De dood van de Zoon van God is werkelijk van zo’n grote kracht en waarde. Want de Persoon die voor ons stierf, is niet alleen een waarachtig en volkomen heilig mens, maar ook de eniggeboren Zoon van God, van hetzelfde eeuwige en oneindige wezen met de Vader en de Heilige Geest. Dat moest Hij ook zijn om onze Zaligmaker te kunnen zijn. Bovendien ging Zijn dood gepaard met het ervaren van de toorn van God en van de vloek die wij door onze zonden verdiend hadden.
  • Artikel 5. Verder is het de belofte van het Evangelie dat ieder die in de gekruisigde Christus gelooft, niet verloren gaat, maar het eeuwige leven heeft. Deze belofte moet aan alle volken en mensen tot wie God in Zijn welbehagen Zijn Evangelie zendt, zonder onderscheid verkondigd en voorgehouden worden, met het bevel om zich te bekeren en te geloven.