Psalm 4 is een avondlied. David is op de vlucht voor zijn vijanden. Hij bidt niet om verandering van omstandigheden, maar of God Zijn aangezicht over hem wil verheffen en hem genadig wil zijn. Op biddag staan we in een zorgvolle tijd met lege handen voor God. Als Gods Zijn aangezicht in het komende seizoen over ons doet lichten, zullen we op dankdag kunnen zeggen: Gij hebt meer vreugde in mijn hart gegeven.
Gemeente, wanneer er gepreekt wordt over de psalmen, zo gaat dat vaak, dan bent u benieuwd naar de achtergrond van de psalm. Zoals, wie is de dichter? Dit is hier, waarschijnlijk, David. Wat zijn de omstandigheden waarin David verkeert? Dat geeft al gauw meer inzicht. En het geeft kleur aan een psalm.
Psalm 4: dan zijn er veel vragen die open blijven staan. We krijgen vanavond niet op alle vragen een antwoord. In elk geval, dit wordt een avondlied genoemd. We kunnen uit de inhoud aflezen dat David in moeilijke omstandigheden is. Avondlied, dat maken we op uit het laatste vers. Dat is de reden dat die dicht bij Psalm 3 staat. Dat is een morgenlied.
David smeekt, o God, als ik roep, verhoor mij. Hij moet of (a) vluchten voor Saul en zijn mannen, voordat hij koning wordt, opgejaagd wordt, een handjevol getrouwen heeft of (b) toen hij vluchtte voor zijn kind Absalom. We weten het niet goed. We kunnen ons het goed voorstellen.
De avond is gevallen en zometeen zal David naar bed gaan. Nou ja, bed. Wie weet waar hij zijn hoofd moet neerleggen? Hij verkeert in levensgevaar. Als degene die op hem jaagt, hem in handen krijgt, dan is zijn laatste uur geslagen. In zulke omstandigheden doe je toch geen oog dicht?
Dat is het wonderlijke hier in Psalm 4. David sluit af: in vrede zal ik gaan liggen en gaan slapen. Hoe bestaat het! Tegen deze achtergrond!
Een ander punt dat voor vragen stelt; David richt zich tot andere mensen (vers 3: tot aanzienlijke mannen, waarom zoekt u de ijdelheid, het lege en het holle, hoelang zult u de leugen zoeken?). Wie zijn dat? Vooraanstaanden uit Jeruzalem en Juda, die zich tegen David keren. Vijanden. Misschien wel soldaten en officieren, onder leiding van Saul. Of in het geval van Absalom, de aanzienlijken die voor hem hebben gekozen. Eerder vertrouwelingen van David misschien. Zij zoeken God niet. Ze wandelen niet op de wegen van de Heere. Ze worden ingepakt door de leugen. Misschien doelt David in vers 8 over koren en most (dat staat daar voor voorspoed en genot).
Er is nog een vraag. Ik hoop dat u de draad kunt vasthouden. Zijn die aanzienlijken, zijn dat dezelfden die zeggen: wie zal ons het goede doen zien? De preek gaat vanavond niet op in deze vragen. We moeten naar onze tekst toe.
Het meest waarschijnlijke is, ik zeg dat toch maar even, het is van belang om de tekst te verstaan: in het begin van de psalm heeft David het over de tegenstanders (mannen van ijdelheid en bedrog) maar dat die ‘velen’ tot de getrouwen behoren, maar zij verliezen de moed. Wie zal het goede doen zien? Als we trouw blijven aan David…?
Velen zeggen… Dat hoort David in zijn directe omgeving. Misschien eerst fluisterend, die mannen, nog niet zo dat David het hoorde. Je kunt te achterdochtig zijn, soms groeien dingen sluipenderwijs binnen. Voelde David het aan? Zag hij het aan de blikken waarmee ze elkaar aankeken? Ze fluisterenden wat met elkaar. Op een moment zegt iemand: koning, we vragen ons af, wie zal het goede doen zien?
Wat proeven we in die vraag: twijfel, moedeloosheid. Niet zo maar een nuchtere vraag. De ene vraag is de andere niet. Maar dit komt uit een hart van moedeloosheid en twijfelmoedigheid.
David kan een nuchter antwoord geven. Weten jullie dat dan niet? Dat is toch God! Dat weten jullie niet. Zo antwoordt David niet. We hopen zo op het antwoord terug te komen.
Als een jongere vraagt, waar kan ik het goede vinden? Vragen jullie dat wel eens af, jongens. Of oudere, als het van mij afhangt, wordt het een fiasco. We kunnen niet volstaan met vlotte antwoorden. Niet zeggen, dat weet je toch.
Dan moeten we het over Christus hebben. Ook vanuit Psalm 4.
Twijfel, moedeloosheid: hebben we daar ook niet vaak reden toe in 2023. De toestand in de wereld en kerk. Is die vraag niet vreemd? Die vraag wordt gesteld vandaag. Een bange vraag van Davids medestanders. Het is goed te begrijpen. Voor velen lijkt het goede onbereikbaar.
Waar de God van de hoop wordt verlaten, waar aan de Zaligmaker voorbijgegaan wordt, waar blijft dan de hoop en moed? In dit werelddeel wordt het Woord weggeduwd.
Koning, het komt niet goed met ons. Iemand gaf een uitleg over deze Psalm: een psalm voor teleurgestelden. Er zullen er vast vanavond hier zitten. Teleurgesteld in dit en dat van het leven.
Het kan een bewogen uitroep van het leven zijn. Wie kan nu nog het goede laten zien? Ik had hoge verwachtingen, idealen, dromen… Wie zal nu nog het goede doen laten zien?
Er is in alle eeuwen met al die problemen en in het nieuws toch genoeg om teleurgesteld in te zijn?
Je kunt er moedeloosheid in proeven en teleurstelling. Er is ook nog iets anders. Als je die vraag vergelijkt met een reactie van David, Verhef het licht van Uw aangezicht! Was mis je dan in de vraag? In de woorden van teleurstelling en moedeloosheid? Met een woord: godsvertrouwen. Velen zeggen… Tegen wie? Tegen elkaar. Ze zeggen het. Eerst fluisterend. Ten lange leste ook tegen David. Het grote verschil, David gaat direct spreken met de Heere. Hij wendt zich direct tot God. Zien we het verschil? Twijfel en teleurstelling kan begrijpelijk zijn. Maar wie vlucht ermee tot God?
David had het bij het najagen van tegenstanders over het zoeken van ijdelheid, holle en leugen. Daar wordt deze mensen door gekenmerkt. Is dit niet uiterst actueel? Duizend dingen mee bezig zijn, behalve met de Drie-Enige. Voor hoevelen is er vandaag uiteindelijk niets hogers dan het zichtbare en tastbare. Overvloed en genot. Voor velen verdwijnt alles boven de aarde.
Nog een stapje verder, dringt het ook niet door de kieren heen de kerk in, die gedachten en dat leven? In de gezinnen. Wie kan zeggen, wij zijn er immuun voor. Opgaan in het lege. Veel dingen zijn op zich niet verkeerd. Maar het is leeg.
Kinderen die opgroeien in een wereld waarin de leugen normaal wordt. De macht van de leugen. Christus is de Weg, de Waarheid en het Leven. Hij is de waarachtige en getrouwe. De boze beweegt alles om de leugen als een vloedgolf over de wereld te laten gaan. Her en der. In de politiek, ook op het Binnenhof, helaas. Op het wereldgebeuren, niet alleen door Poetin. Maar in de kerk, de leugen die gezocht wordt, als teksten verdraaid worden zodat ze het tegenovergestelde zeggen van wat er staat. De gerechtigheid wordt vertrapt onder de volken.
Er komt nog iets anders bij. Hoe komt het zo ver in zijn leven? De zonde met Batseba liggen hier achter. Zou David daar nooit aan gedacht hebben? O God, hoe ver ben ik bij U vandaan gelopen?
Moet ik voorbeelden noemen? Ik aarzel. Toch noem ik een paar dingen.
- Je kunt zorgen hebben over je gezondheid.
- Je kunt weer alleen zijn, de plaats van je geliefde is leeg
- Je voorgeslacht heeft kotters opgebouwd, er is keihard gewerkt, maar het dreigt te verschrompelen.
- Wie zegt hoe het afloopt met de oorlog in Oost-Europa?
- En die aardbeving, hoe zit dat?
- Wat wordt er van de kerk in Europa?
Wie zal ons het goede doen zien? En, wat is eigenlijk het goede? Laat het licht van Uw aangezicht over ons zijn, zegt David zo. Die anderen hebben een overvloed aan genot. Wat is de vreugde van David?
Wat moet er in het komende seizoen gebeuren dat wij in het najaar Deo Volente zeggen: Heer, U hebt mij meer vreugd gegeven dan al die anderen met hun vreugde en genot. Wat is het goede? Wat moet er gebeuren dat we dit zeggen op dankdag.
We hebben de Heere nodig voor veel dingen. Diploma, gezondheid enzovoort. En toch. Wat is het belangrijkste? Wat is het goede? Kan ik dat wel bereiken in dit leven? Zeker! Het licht van Gods aangezicht, is dat niet het goede? Het zou kunnen zijn dat iemand zegt, is het goede wel te vinden in deze wereld? En of! Vraag dat maar aan deze man Gods. Zondag aan zondag wordt het verkondigd. Is het goede uiteindelijk niet een naam: Christus?!
Bijzonder hoe David reageert. Niet een heel betoog. Niet allereerst een preek hoe de vork in de steel zit. Hij zegt niet, hebben jullie dan geen Godsvertrouwen? En al helemaal niet: jullie hebben mij toch nog?! Zijn reactie is kort en bondig. Het staat er niet, maar zoals we de tekst lezen denk je: hij werpt zich ogenblikkelijk neer voor het aangezicht van God. Geen inleiding op dit gebed. Niet: jullie zeggen dit, en ik stel er dit tegenover. Nee. Hij roept tot God.
Biddag, is dat niet: ouderen en jongeren bewegen tot gebed. Begrijpt u dit? Alles en iedereen valt weg. Er blijven soms maar weinig woorden over. Bij veel mensen in het evangelie blijft die Ene over. Die rondgaat, bij wie barmhartigheid is. Die man die 38 jaar ziek is, zegt: ik heb niemand. Die moordenaar op Golgotha: gedenk mijner. Veel woorden had hij niet nodig.
David bidt niet om betere omstandigheden. Daar zijn toch redenen voor. Niet: als Absalom uitgeschakeld wordt. Nee, nee. Niet dat hij zou sterven. Maar dat hij terugkomt van zijn opstand. Het gaat om het licht van Gods aangezicht. Aangrijpend hoe David de Heere aanroept. Je ziet het hart van David uitgaan naar God.
Verhef het licht van Uw aangezicht. Wat een prachtig voorbeeld op een biddag onder donkere wolken. Voor God staan met lege handen, gericht op Hem. Mag ik dat hopen en bidden?
Dat verheffen van het aangezicht – dat opheffen van de het aangezicht. Dat zijn bekende klanken voor David en Israël. De hogepriesterlijke zegen. In bepaalde omstandigheden kunnen in de levende omgang met God bekende klanken en psalmen weer zo nieuw zijn. Krachtig en levend.
Wat betekenen die woorden? Wat gebeurt er als God Zijn aangezicht over je verheft? We voelen aan dat het het tegenovergestelde is van dat God Zijn aangezicht verbergt. Dat Hij zich omkeert en zich afwendt. De verberging van Zijn aangezicht. De Dordtse Leerregels zeggen dat dat ontzettend bitter is. Kent u dat? Toen U Uw aangezicht verborg, werd ik verschrikt, zegt diezelfde David ergens. David wil graag Gods aangezicht zien.
En u? In het nieuwe seizoen? Ik ga het in met een groot en sterk verlangen dat ik veel van Uw aangezicht zal zien. Van wie is dat een gebed? God is een geest, dat klopt, ik kom daar zo op terug. Maar aan Hem kan je iets aflezen. Zo God zal kennen. Hem in het aangezicht zal zien. Hij bidt niet om verandering van omstandigheden. Luther zei: ik zie zo graag een glimlach op het aangezicht van God. Dat God met mij te maken wil hebben.
Het aangezicht van God zegt iets over de persoonlijkheid, de gezindheid. Door gezichtsuitdrukking zegt iemand iets hoe die tegenover de ander staat. De ander laat zich kennen door zijn aangezicht. Denk daaraan bij de tekst. Heere, maak U bekend aan mij. Dat ik U mag kennen.
God is een geest. Christus heeft een lichaam aangenomen. Hulpelozen en blinden laat Hij zijn aangezicht zien. Die blindgeborene, Kananese vrouw, die moordenaar.
Is dit iets voor biddag? Ik dacht dat het over dagelijks werk ging? Maar kan God niet daarin iets laten zien? Is het voor ons het verlangen om zo het leven te leven, onder de ogen van God. Ik weet niet hoe ik het duidelijker moet maken. Ik hoop dat het duidelijk voor u is. Verhef Gij over ons… Alsof het uit de hoogte komt. Dat klopt, het komt vanuit de hemel, de troon. Christus bidt daar voor de kerk. God laat Zijn aangezicht zien in Hem. De Zaligmaker, Verlosser. Of hebben we andere plaatsen waar ons heil vandaan komt? Weten jullie, jongens, andere plaatsen waar je heil vandaan komt?
Heb ik het er naar gemaakt? Nee toch! Als God doet waar David om smeekt, dan is dat toch pure genade. Ziet u ruimte vanavond? David, ben je daar nou echt tevreden mee? Is dit het helemaal, dat licht van Gods aangezicht? Wat zou David zeggen? Ja. Dat is het helemaal. Het echt goede, alles. Hij zegt het eerst tegen de Heere. Dat is mij genoeg: als U Uw genade over mij brengt.
Het komende seizoen in het licht van Uw aangezicht. Als U mij bergt in de holte van Uw hand.
Maar, ik spreek het niet tegen, zegt iemand, maar er is toch dreiging? En David verlangt toch naar de voortgang van Gods werk? Er zijn zo nog wel wat dingen te noemen. Maar als het licht van Gods aangezicht er is, dan is dat genoeg. Ben je bang dat je tekort komt? Dat je dan benepen door het leven moet? Als je zo voor rekening komt van Christus…
Het kan. Om Christus’ wil. God hield op Golgotha het licht in voor Zijn eigen Zoon. Hij kan om Zijn eigen Zoon mensen nabij zijn. Zoek Gods aangezicht in Hem.
Nog een keer de vraag uit het begin van de preek, wat moet er gebeuren willen we in november D.V. kunnen zingen: Heere, Gij hebt meer vreugde gegeven….
We waren in de kerk om te horen wat bidden is, zo zie ik dat wel. Het ging over een avondpsalm. Hij geeft zich te ruste. Eerst zingt hij nog. Ik zal u vrede tezamen neerliggen en slapen. Gij alleen zult mij zeker en veilig doen wonen.
Amen.
(Psalm 84 vers 3 en 6, berijming 1773)
Hervormde gemeente Ede, Oude Kerk, woensdag 8 maart 2023, 19.30 uur (Biddag voor gewas en arbeid). Schriftlezing Numeri 6:22-27 en Psalm 4. Belijdenis van het geloof met artikel 13 van Nederlandse Geloofsbelijdenis.