De betekenis van Jezus’ offer wordt in het Mattheusevangelie ook duidelijk uit de tekenen daaromtrent. Als Jezus sterft, scheurt het voorhangsel. Dat betekent dat de toegang tot God wordt geopend door het offer. Er was een offer nodig om de relatie met God te herstellen. De tempel- en offerdienst is niet langer nodig; Christus’ offer is een volkomen verzoening voor onze zonden.

‘Op dat moment scheurde in de tempel het voorhangsel van boven tot onder in tweeën’

Ik onderstreep van Mattheus 27 in het bijzonder vers 51a. Broeders en zusters, gemeente van Christus,

Het is best opvallend hoe weinig Jezus in het Mattheusevangelie zegt tijdens Zijn lijden. Twee zinnen tegen het Sanhedrin. Twee woorden tegen Pilatus. En als Jezus aan het kruis hangt, tekent Mattheus alleen de meest intense klacht op: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?

Jezus zegt bijna niets. De betekenis van het lijden kun je in dit evangelie vooral afleiden uit andere dingen. Bijvoorbeeld wat de hoofdman zegt. Werkelijk, dit was Gods Zoon. Of de tekenen: de drie uren duisternis, de graven die open gaan. Maar wat dat sterven betekent kan je ook ontdekken als je even mee kijkt in de tempel.

Als Jezus sterft, brengt een priester het middagoffer. Het reukoffer. En doet de gebeden. De priester kijkt om en ziet het voorhangsel scheuren. Het voorhangsel was een heel groot zwaar gordijn. In de Bijbel staat precies beschreven hoe dat gemaakt moest worden (Exodus 26). Vakkundig geweven met een patroon van engelen. Een groot en zwaar gordijn. Opgehangen aan 50 gouden haken. Dat vormde de afscheiding tussen het heilige en heilige der heiligen.

In het heilige der heiligen bevond zich de ark met de twee stenen tafelen. Bovenop de kist het zogenaamde verzoendeksel. Dat heilige der heiligen was de ruimte waar God troonde onder Zijn volk. Waar Hij Zijn Naam had uitgeroepen. Het was er altijd donker. En er mocht niemand naar binnen.

Behalve een dag per jaar, de grote verzoendag. Daar lees je over in Leviticus 16. Op die dag kwam de hogepriester. Die kwam dat binnen. Eerst met wierook. Dan bloed van een stier, voor zichzelf. En dan bloed van een geitenbok op het verzoendeksel. Zo deed hij verzoening vanwege de onreinheid en overtredingen van Israël.

Als Christus sterft, scheurt het voorhangsel. Iets preciezer: het scheurt van boven naar beneden. Alsof een onzichtbare hand het beetpakt en naar beneden scheurt. God doet het. Dat kan niet anders. De scheur is compleet. Midden door, tot onderaan. Je kunt er zomaar doorheen kijken. Het voorhangsel is weg. Er is geen kleed meer eigenlijk.

Dit gebeurt nadat Jezus sterft. Het gaat dus om een teken. Een goddelijk teken dat de dood van Jezus in perspectief plaatst. Wat is dat dan? Ik kwam bij uitleggers meer dan tien manieren tegen om dit uit te leggen. Iemand legde de vergelijking met het scheuren van kleding. Dit maakt iets zichtbaar wat het met God doet dat Zijn Zoon zo gruwelijk is vermoord. Het zou kunnen, al is de vergelijking van het voorhangsel met kleren van God wel wat vergezocht.

Ik wil drie betekenissen naar voren halen.

1.

Het maakt iets zichtbaar van Gods gericht. Zijn oordeel over de tempel. De betekenis van de tempel voor Israël kan je niet goed overschatten. De plek voor het geloof, voor contact met God.

Als Jezus dan komt en door het land trekt, wordt al snel duidelijk hoe kritisch Hij op die tempel is. Of preciezer, wat mensen met die tempel hebben gedaan. Palmzondag, Jezus maakt een einde aan de markt. De tempel was een groot warenhuis geworden. Jezus citeert dan: het Huis van Mijn Vader is een huis van gebed. Het functioneerde niet meer zo.

Jezus gaat er een einde aan maken. In Mattheüs 24 staat daar ook iets over. Er zal geen een steen op de andere gelaten worden.  Er zal niets van over blijven. Als Jezus sterft, het voorhangsel scheurt, dan begint daarmee het einde van de tempel.

In het jaar 70 is het zover. Dan wordt het verwoest en nooit meer herbouwd. Christus zag dat aankomen. Deze punten was een van de meest gewichtige in het proces, dat Hij ter dood veroordeeld zou worden.

De priesters zullen verbijsterd zijn geweest. Nieuwe gordijnen besteld, kleermakers aan het werk. Een paar weken hing er een gloednieuw voorhangsel. Maar ze gingen voorbij aan Gods boodschap. Er kwam een einde aan de Tempeldienst. God maakt er een einde aan. Het is genoeg. Dat is niet het enige, gemeente. God breekt nooit alleen maar iets af. Als Hij iets afbreekt, doet Hij dat om iets nieuws te beginnen.

2.

Een teken van verzoening. Achter dit voorhangsel gebeurde de verzoening. De tempel als plaats van de offerdienst. Eerst in de tabernakel. Een mobiele tempel. Later in de tempel van Salomo. 1300 jaar lang waren er dieren geslacht. Was er geofferd. Een enorme stroom van bloed. Als je leest over die offers en het bloed, dan voel je toch iets van vervreemding? Velen van ons zijn vertrouwd met de Bijbel maar dierenoffers staan ver bij ons vandaan.

Wat duidelijk wordt in de Bijbel is dit: offers maken duidelijk dat er iets stuk is. Iets kapot in de relatie met God. We weten hoe dat is in menselijke relaties. Als de een de ander pijn doet, komt er verwijdering. Dan is er geen contact. Hoe kan het goed worden? Vergeving vragen.  Het was niet goed van me. Of allebei fouten gemaakt. En bereidheid van de ander om opnieuw te beginnen, dan kan er een nieuw begin komen.

Hoe is dat bij God? Als we de relatie ondermijnen, komt er iets bij. We staan niet op zelfde hoogte als God. Je bent Zijn schepsel. Hij heeft altijd het goede met ons voor. Steeds weer zetten wij de relatie met Hem onder druk. We zondigen met woorden, gedachten, daden.

Goede Vrijdag kunnen we niet zonder deze grote pijnlijke woorden: wij zijn zondaren die aan God voorbijgaan. Dat is verschrikkelijk erg. Ook als je God kent. Ik heb gezondigd. In wat ik doe en nalaat.

Die offers maken dat duidelijk, er moet iets rechtgezet worden. Een dier aanbieden aan God, dat kostte iets, dus de mensen meenden het. Zo was het de eeuwen door gegaan. Dag in, dag uit. Steeds maar weer. Maar het was nooit genoeg. Ook na Grote Verzoendag ging het verder.

De Hebreeënschrijver zegt: de offers hadden iets voorlopigs. Ze vertelden dat er iets aan kwam. Wie er aan kwam: Jezus.

We denken aan die Grote Verzoendag: de dag dat Hij stierf. Hij kwam zelf als Hogepriester het heilige der heiligen binnen en bood zichzelf aan bij de Vader als het Lam van God dat de zonden van de wereld wegdraagt. Hierdoor werd de verzoening aangebracht. De offers werden erdoor overbodig. In Christus heeft God zelf de schuld gedragen. En weggedragen. Uw bloed roept voor altijd: barmhartigheid. Een teken van verzoening. De offers zijn overbodig geworden.

3.

Nu het voorhangsel gescheurd is, is de toegang naar God open. Iedereen kan zomaar in en uit lopen. Die ruimte heette niet voor niets heilige der heiligen. God is niet als je vriendje of collega. Je kunt niet zomaar naderen. Heilig, heilig is Hij. Dat is onveranderd.

Toch is het veranderd. Het voorhangsel is veranderd in een deur. De deur is niet meer in het slot. Door het bloed hebben we toegang tot het heiligdom. Dat zegt de Hebreeënschrijver. Vrije toegang tot God!

Wij mogen zomaar tot God gaan. Dat is wat wij telkens hier weer doen. Als we samen zijn in de kerk. We vieren de liturgie. We naderen tot God. Niet omdat wij het er zo goed van af brengen. Vrije toegang tot God. Thuis, in de kerk, op de kring. Als je leest, bidt, zingt.

Jongens en meiden, als je naar een museum of pretpark gaat, moet je een kaartje kopen. Als je een abonnement hebt, mag je vrij inlopen. Al is het tien keer op een dag. Die offers uit de Bijbel kan je vergelijken met een dagkaart. Die waren elke dag nodig. Het ging God uiteindelijk om iets anders. Het ging Hem om een permanent open huis. De deuren van hemel gingen helemaal open.

We mogen vrijmoedig ingaan. Dat betekent ook: vrijwillig, vergunning. Een volledige vergunning. Niet door je geloof, vroomheid. Maar door het offer van Christus alleen.

Daarom is deze vrijdag Goede Vrijdag. We gedenken de beste vrijdag die er ooit is geweest. De weg naar God is open. De relatie is hersteld. Je kunt altijd tot Hem gaan.  Laten wij dan tot Hem naderen. Hem aanroepen. Je leven als een offer aan Hem toewijden. Met vreugde over Hem zingen. Jezus Christus heeft alles volbracht. Prijs de Heer, de weg is open.

Amen.

Protestantse Gemeente Gouda, St. Janskerk, vrijdag 7 april 2023, 19.30 uur (Goede Vrijdag). Schriftlezing Mattheus 27:33-61 en Hebreeën 10:19-23. Na de dienst verliet de gemeente de St. Janskerk in stilte.