Jezus’ intreepreek is er een om niet te vergeten. Hij laat weten dat de profetie van Jesaja 61 in vervulling is gegaan. Hij is de Gezalfde van God die het oordeel niet weg neemt, maar weg draagt. Hij staat voor de mensen in de synagoge en voor ons en vraagt: ken je Mij echt? En heb je Mij nodig? Hij nodigt ons uit Zijn evangelie mee te nemen en uit te dragen, juist aan mensen die er nog buiten staan.
Nu spreekt Jezus ons aan
Gemeente van Jezus Christus, de eerste preek van Jezus. Zo zou je Lukas 4 kunnen typeren. We kunnen het gevoel oproepen hoe dat zou zijn. Iemand gaat theologie studeren en dan voor het eerst voorgaan. Dat zit je toch anders te luisteren – je kent diegene van jongs af. Je hoop dat het goed gaat. De eerste preek van Jezus.
Ja, het is niet direct een succes te noemen. Het begin is goed. Er is instemming en enthousiasme. Maar lang duurt het niet. Jezus is nog niet uitgesproken en punt 2 leidt er toe dat ze boos worden. Ze proberen Hem te doden. Een preek die uitloopt op een moordaanslag.
Het is niet makkelijk om scherp te krijgen waar die omslag zit. Verschillende bijbelkringen zijn ermee bezig geweest. Ook bij catechisatie. Hoe kan het zo snel omslaan? Van enthousiasme naar blinde woede? Wat mij bezig heeft gehouden: is Jezus er zelf ook niet een beetje op uit? Zoekt Hij niet hier de confrontatie? En wat zegt dat over mijn en ons beeld van wie Jezus is? Nou, dat zijn veel vragen. Neem ze mee.
Ik wil eerst de situatie schetsen. Jezus voegt zich allereerst in een traditie. Vers 16: naar de gewoonte naar de synagoge. Dat deed Hij iedere week. Wat is een synagoge? Plaats waar joden samen kwamen om God te vereren en waar de boeken van het OT werden gelezen. Je kunt het een beetje vergelijken met een kerk. Jezus gaat er iedere week naar toe. Dat vond ik mooi. Je leest ook dat Hij zich terugtrekt om te bidden. Maar Hij zoekt ook de gemeenschap van gelovigen. Ritme, ordening, gedragen worden. Dat is voor ons niet anders. Goed om hier te komen! Goed dat je er bent. Toch komen! Hier is de plaats waar we God ontmoeten. Dat is een belangrijke overeenkomst.
Er werd ook in de synagoge gebeden. De Sjema werd gelezen. De kernbelijdenis. Deuteronomium 6. De HEERE is een! Of de enige. De HEERE liefhebben boven alles. Daarna kwam de schriftlezing. Dat gebeurde volgens een rooster. Eerst uit de wet, daarna de profeten. Meestal vroeg de dienaar een aantal mannen om voor te lezen. En vandaag krijgt Jezus het woord. Het gaat toch anders dan anders.
Vers 17. Aan Jezus werd het boek Jesaja gegeven. Vanuit Grieks leiden we af dat Hij om Jesaja vroeg. Hij zoekt dat heel bewust op. Hij vond Jesaja. Dat stukje. Jesaja 61 vers 1 en 2:
‘De Geest van de Heere is op Mij, omdat Hij Mij gezalfd heeft; Hij heeft Mij gezonden om aan armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen wie gebroken van hart zijn, om aan gevangenen vrijlating te prediken en aan blinden het gezichtsvermogen, om verslagenen weg te zenden in vrijheid, om het jaar van het welbehagen van de Heere te prediken.’
Waar gaat het over? Het kan zijn dat Jesaja verwijst naar zichzelf. Als de door God gezonden gezalfde. Of naar iemand anders. Jesaja 61 lijkt op die liederen van de knecht. Iemand die een bijzondere relatie en roeping had. Dat blijkt ook: door de Geest gezalfd. Een bijzondere roeping ontvangen. Het beeld wordt opgeroepen van een nieuwe wereld. Hij maakt een eind aan gebrokenheid. Die genezing zal brengen van zonden en ziekten. Bevrijding van macht en schuld. Iemand dit het jaar van het welbehagen van God laat aanbreken. Dat is bij Jesaja de aanduiding van het jubeljaar. Schulden vereffend, slaven kregen vrijheid, verloren grondgebied kregen ze terug. Alles wat scheef was, werd recht gezet. Een echt nieuw begin.
Nou, die tekst leest Jezus voor. Hij doet de boekrol dicht. En dan komt de preek. Het is de kortste intreepreek ooit. Heden is deze schrift in uw oren in vervulling gegaan. Amen, zou je zeggen. Het woord is nu waar. Dit is wat er gebeurd. Op het woordje nu ligt nadruk. Heden. In Mij! In Jesaja 61 staat het drie keer. Dat gaat over Mij! Ik ben het.
Ja, als de mensen dat horen zijn ze onder de indruk. Ze betuigen hun instemming. En verwonderen zich. En ze zeggen: is Hij niet de zoon van Jozef? Dat kan je zien als kritiek. Stemmen die zeggen: hallo, we kennen Hem, Hij moet niet denken dat Hij de Messias is. Toch denk ik dat je het vers positief moet laten staan. Ze wisten al de bijzondere dingen (zo begint de perikoop). Er was beweging rond Jezus gaande. Die reactie heeft zoiets als: wow, wat bijzonder dat iemand die bij ons opgegroeid is, zo bijzondere dingen doet. Zouden we toch ook in Gouda doen? Als we een wereldkampioen zouden hebben, zouden we hem huldigen. Of dichter Leo Vroman, die ons glimlachend aankijkt vanaf de Chocoladefabriek, daar zijn we toch trots op? Kijk eens, wat een bijzondere dingen Jezus doet, zeggen de mensen. Fantastisch!
Tegelijk begint het al te wringen. Er is verschil of je dit evangelie vanaf begin leest of daar luistert ik de synagoge. Lukas maakt vanaf begin duidelijk: Jezus is de Zoon van God. Hij komt om Gods bedoeling te doen. Hij laat zich niet inperken door de duivel. En ook niet door eigen volksgenoten.
Dat blijkt ook. Jezus gaat nog even door. Een tweede preekje. Hij gaat het open leggen. Hij zegt: jullie zeggen, dokter, genees je zelf. Doe het ook bij jezelf, bij je naasten. Bij je eigen relaties ook helpen. Wat je in andere plaatsen hebt gedaan, moet je ook hier doen. Je bent een van ons?! Je bent bij ons opgegroeid.
Ja, als ik het goed lees, legt Jezus open dat die mensen een soort claim op Jezus leggen. We kunnen Hem manipuleren en gebruiken voor onze doelen. Maar dat hebben ze niet begrepen. Jezus strooit niet kwistig om zich heen met wonderen. Jezus stond voor nood. Jezus komt waar nood, gebrokenheid is. Waar mensen Hem echt nodig hebben. Die voorbeelden van Elia en Elisa maken dat ook duidelijk: ze gaan naar mensen waar echte nood is. Naar outsiders. Naar mensen die gemeden werden. Sluit de weduwen, onreinen, mensen met laagste plaatsen, in. Waar gebrek is.
Als de mensen dat begrijpen, worden ze kwaad. Ze slepen Hem naar buiten en willen Hem dood maken. Apart dat dit aan het begin al staat. Iets van de verwerping wordt zichtbaar. Hij moest eerder al vluchten. Straks wordt Hij gedood aan een kruis.
Vers 30: Jezus ging door het midden van hen weg. Hij laat ze achter en vertrekt. Als ik het goed zie, zitten er een paar haakjes. Niet prettig om te horen.
De gedachte dat Jezus een van ons is? Hoe is dat met ons. Wij kennen Jezus toch ook? We staan als kerk in een lange traditie. We hebben belijdenisgeschriften. Gaat het alweer over wat ik allang weet? Ook straks in periode naar Pasen. Al zo vaak gehoord. Het kan ons bijna niet meer verrassen. We weten het precies. Nu zegt Jezus: dat is maar de vraag. Ken je Mij wel echt? Ik ben gekomen voor mensen die nood hebben? Jullie hebben je leven zo op orde. Zo welgenoegzaam, zo tevreden, zo goed voor elkaar. Dat je Mij niet nodig hebt?! Zo wordt het wel heftig hè! Heb je Mij echt nodig? Zit je op Mij te wachten? Anders ga Ik verder. Dat is de vraag die Hij in ons midden legt. Urgentie. Heden is de schrift vervuld. Voor Lukas is het woord heden belangrijk. Heden geboren. Bij het kruis: heden in het paradijs. Heden. Want Jezus is de levende. Hij spreekt nu ook. Heden! Hier ben Ik. Wat kan Ik voor je betekenen? Heb je Mij nodig?
In de catechisatie ging het over wanneer je wordt aangesproken. Wanneer heb je er iets aan? Er moet een link zijn met je leefwereld. Mooi als er iets actueels zijn. Mooi gezegd door jongeren. In een preek gaat het nooit over vroeger. Die woorden moeten zich verbinden met ons leven. Dat wil Jezus. Hij komt naar je toe. Nu valt de beslissing. Heb je Mij nodig?!
Ik wil kort nog 3 dingen noemen. Praktisch. Dingen die we mee kunnen dragen.
1. In Jezus is de nieuwe wereld van God begonnen. Jezus laat iets weg uit Jesaja 61. De profeet kondigt aan dat de dag van wraak komt. Dat noemt Jezus niet. Waarom zou dat zijn? Waarom heeft Hij het niet over het oordeel? De joden vonden het wel goed als het over het oordeel ging. Dat ging over andere volken. Maar dat ligt anders. Niemand is zonder zonden. Niemand heeft een bijzondere positie. Jawel, Een! Hij, Jezus. Hij laat het oordeel niet weg, maar draagt het oordeel weg. Die dag van de wraak is Golgotha. Met Jezus is Gods nieuwe wereld begonnen. Hij heeft alles naar zichzelf toegetrokken. Er is een nieuw begin gekomen. Door Jezus.
2. Dat Jezus ook een wervend evangelie brengt. Voor de mensen die het al weten, ja ook voor hen. Voor mensen die het al honderden keren hebben gehoord. Wat kan Ik aan je kwijt? En ook aan hen die er nog buiten staan. Wie zouden dat in jouw leefwereld kunnen zijn? Mensen die je morgen tegenkomt? Voor wie van hen zou Jezus van betekenis kunnen zijn. Het evangelie is te mooi om voor onszelf te houden. Het moet de wereld in. Naar die mensen om je heen, juist naar hen. Jezus zegt: draagt het evangelie mee en draag het uit.
3. Bij catechisatie stelde ik de vraag: wat betekent voor jou dat Hij de Messias is? Iemand zei: daarom weet ik dat er hoop is. Dat vond ik prachtig. Er is bevrijding, herstel, nieuw begin. Maar het is nog maar een begin. Er is hoop. In de grootste vragen, diepste nood. Het Koninkrijk zal eenmaal komen in volmaaktheid. Niemand zal daar meer ziek en gebonden zijn. Dan in volle glans en glorie. Dan zal de naam van Jezus alle lof en aanbidding ontvangen. Wat een vreugde zal dat zijn. Lof zij Christus in eeuwigheid. Amen.
Protestantse Gemeente Gouda, St. Janskerk, zondag 17 februari 2019, 10 uur. Schriftlezing Jesaja 61:1-3 en Lukas 4:14-30. Lezing van het gebod uit Deuteronomium 6:4-9 en Romeinen 13:8-10.