Op deze zondag Exaudi (wezenzondag) bepalen Jezus’ woorden ons bij onze kwetsbaarheid: zonder Hem kunnen we niets doen. Met een krachtige belofte geeft Hij echter hoop: Hij zál terug komen bij Zijn leerlingen. Dat ziet allereerst op de verschijningen na de Opstanding, maar ook op het (aankomende) Pinksterfeest en op de (nog komende) wederkomst. In het Johannesevangelie lopen deze dingen als een keten van heil door elkaar. De belofte van Jezus dat Hij terug zal komen, is een werkwoord, een troostwoord en wachtwoord. Hij komt terug om ons nooit meer te verlaten!
‘Ik zal u niet als wezen achterlaten; Ik kom weer naar u toe.’
– Johannes 14:18
Broeders en zusters, thuis en hier in de kerk, gemeente van Christus, de Griekse filosoof Plato heeft in een van zijn boeken het afscheid beschreven van de wijsgeer Socrates. Socrates is gevangen, hij is veroordeeld tot de gifbeker. Hij is de laatste momenten van zijn leven met zijn vrienden. Allen weten dat hij zal gaan sterven. Het roept bij hem veel emoties op. Verwarring en vertwijfeling. De nadere scheiding lijkt hen verschrikkelijk. Letterlijk heeft Plato dat als volgt beschreven: ‘Wij waren het volkomen met elkaar eens dat wij nu, als het ware van een vader beroofd, als het ware als wezen ons verdere leven moesten vervolgen.’
Deze geschiedenis wordt nogal eens aangehaald als parallel bij deze tekst, van vanavond. Hij noemt Zijn leerlingen wezen. Jezus geeft in dit vers stem aan de ontreddering – de ontreddering van de discipelen. Jezus was voor de discipelen de Man die hun leven had veranderd. Nooit was er iemand geweest die hen zo kende. Alles wat de Schriften zeiden over God, was op een nieuwe manier levend geworden. Ze hadden op een heel andere manier geleerd wat vergeving was. Ze waren anders naar mensen gaan kijken. Ze hadden gezien hoe Jezus tekenen van het Koninkrijk oprichtte. Door mensen te genezen, door het Woord te verkondigen. Als leerlingen waren ze ook gegroeid in het contact – ze waren een gezin gaan vormen.
En nu, nu gaat Jezus weg. Tenminste, dat zegt Hij. Daar bereidt Hij Zijn leerlingen op voor. Als het ware van een vader beroofd. Nu ja, het beeld van een wees gaat een stap verder. Jezus die als een vader en moeder tegelijk was. Door het woord wees te kiezen, bevestigt Jezus hun in hun kwetsbaarheid. Zoals dat bij wezen en weduwen was in die tijd. Als je wees was, had je het zwaar. In een tijd zonder sociale voorzieningen. Aangewezen op de hulp van anderen – die kwam niet altijd. Er werd wel eens misbruik gemaakt van de kwetsbaarheid. Juist Jezus maakt met dit woord duidelijk dat de leerlingen zonder Hem nergens zijn. Zonder Hem wordt het niets. Kunnen ze niet. Niet zo vreemd dat ze in verwarring zijn wanneer Jezus vertelt over Zijn heengaan. Laat uw hart niet in beroering raken – dat riep het blijkbaar bij hen op. Met het vertrek van Jezus zou het fundament weggeslagen worden. Zou alles instorten.
Ik dacht, dat is voor ons een spiegel. Die, die kwetsbaarheid zonder Jezus. Dat diepe besef dat je helemaal op Hem bent aangewezen. Dat je zonder Jezus de bestemming van je leven mist. Dat je zonder Jezus naakt in deze wereld staat. Ik weet niet of je daar wel eens bij stilstaat. Hoe zou het zijn, als je Jezus niet kende? Als je niet wist dat Zijn hart naar je uit gaat! Deze zondag wil dat even bij ons op de agenda zetten. Zonder Mij kunnen jullie niets doen (hoofdstuk 15). Zonder Jezus ben je onherstelbaar kwetsbaar – loopt je leven verloren, dood.
Tegelijkertijd, dat Jezus Zijn leerlingen wezen noemt is ook een hoopvolle typering. Want als je de Bijbel kent (dat gold voor de leerlingen) dan weet je dat God het juist voor zulke kwetsbare mensen opneemt. Hij draagt hen in Zijn hart. Psalm 146: De Heere houdt de wees en weduwe staande. Hij roept mensen ook op dat te doen (Deuteronomium 24: u moet de rechten van vreemdelingen en weduwen eerbiedingen; Psalm 82: doe recht aan de weduwe en wees). God neemt het op voor deze mensen. Die er helemaal alleen voor staan.
Die Bijbelse grondlijn trekt Jezus door. Ik laat jullie niet als wezen achter. Ik kom weer naar jullie toe. Nu kan je even met mij meedenken: wanneer komt Jezus weer naar Zijn leerlingen toe? Nou, volgens mij kun je aan drie momenten denken.
- Ik kom naar u toe: dan kan je denken aan het moment dat Jezus opstaat uit de dood en aan hen verschijnt. Johannes 20: je leest over de opstanding en je leest verschillende ontmoetingen. Maria, Thomas. Ik kom naar u toe. Voordat Ik de weg van het lijden in sla, de dood is niet het einde, geen donker gat, maar een deur naar het eeuwige leven. Wees verzekerd, Ik ben sterker dan de dood! Dat is de eerste mogelijkheid: de verschijningen na de opstanding.
- De tweede manier zou je kunnen betrekken op het komen van Jezus door Zijn Heilige Geest. Pinksteren dus. Moet je meekijken in je Bijbel. Net voor onze tekst spreekt Jezus daarover. Over de Trooster, die bij de leerlingen komen. Verderop gaat het ook over de Heilige Geest. Vers 26. De Heilige Geest zal u in alles onderwijzen en alles in herinnering brengen wat Ik u gezegd heb. Door dit hoofdstuk heen (ook later in hoofdstuk 16) merk je een nauwe band tussen Jezus en de Heilige Geest, dat je kunt zeggen: in de Geest komt Jezus zelf. De Geest doet niet anders dan Jezus present te stellen. Ik kom naar u toe, door de Heilige Geest.
- Dan nog een derde mogelijkheid, wat zou dat kunnen zijn, misschien denkt u daar zelf aan? Door deze woorden te betrekken op de tweede komst: de wederkomst. De komst in heerlijkheid, op de wolken. Dat zie je aan het begin van het hoofdstuk. Ik ga heen om plaats voor u te bereiden. Ik zal u tot Mij nemen. Jezus haalt eenmaal al Zijn kinderen thuis!
Dus drie manieren om de tekst uit te leggen: tijd na Pasen, Pinksteren en Wederkomst. Nu is het een beetje een vraag of je tussen deze drie moet kiezen. Dat is wel een kenmerk van het Johannesevangelie: dat de dingen verweven zijn, in elkaar overlopen. Opstanding, Hemelvaart, Wederkomst. Johannes vlecht die door elkaar heen.
Op Pasen komt Jezus ’s avonds bij Zijn leerlingen, dat zegt Jezus: ontvang de Heilige Geest. En Hij blaast op hen. Dat is Pinksteren op Pasen, zou je kunnen zeggen!
En hier, heeft Hij het over de opstanding, Pinksteren of wederkomst? Misschien kun je het vergelijken met een ervaring in Oostenrijk of Zwitserland. Al wandelend of fietsend zie je telkens nieuwe toppen, dat ontvouwt het gebergte zich, je ziet de keten. Zo is het voor Johannes. Opstanding, Hemelvaart, uitstorting, wederkomst: een keten van heil. Ik kom tot u. Door Mijn opstanding, Geest, op de wolken van de hemel.
Ik zal u niet als wezen achterlaten, Ik kom naar u toe. Wat zegt Jezus met deze woorden tegen ons? Ik wil dat in drie korte punten uitwerken. Onze tekst is:
1.
Een werkwoord. Deze zondag wordt wel de wezenzondag genoemd. Christus is opgevaren. De uitstorting van de Heilige Geest vieren we volgende week zondag. Wij worden stilgezet vandaag bij onze kwetsbaarheid zonder Jezus. Tegelijk klinkt de belofte: Ik kom weer naar jullie toe. Een werkwoord – om biddend mee aan het werk te gaan. Dat zie je ook bij de leerlingen zelf gebeuren. Als Jezus naar de hemel gevaren is, gaan ze in gebed, ze zoeken elkaar op. De belofte van de Geest moet biddend worden ingewacht. Opvallend dat Jezus ook zelf zegt (vers 16): Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven. Ook bij Jezus een verbinding tussen de komst van de Geest en het gebed. De leerlingen doen het – in die opperzaal. Biddend wachten op de Geest. In Handelingen is dat een rode draad. In gebed gaan om de Geest. En als ze dat doen, komt de Geest en gebeurt er een wonder. Wij hebben in de kerkelijke traditie de lijdenstijd, de paastijd (waarin de vreugde van Pasen doorklinkt), maar de laatste jaren is er meer aandacht voor deze 10 dagen. De anglicaanse kerk heeft al heel aantal jaren een gebedsproject: Thy Kingdom come. Op die manier proberen ze het gebed op de agenda te zetten van de gemeente. Ik wil dat zo aan u en jou doorgeven. Wilt u met dit woord aan het werk gaan? Een werkwoord. Op weg naar Pinksteren. Dat je bidt of Jezus komt, door de kracht van de Geest. In je leven – waar het misschien ingezonken is, dor is in de relatie met God. Bidden om de komst van de Geest, voor jezelf, maar ook voor de gemeente. Ik zal niet de enige zijn die mensen hoort die bezorgd zijn – hoe moet dat straks, komen de mensen weer naar de kerk? Nou ja, ik zat te denken, hoe vaak bid ik daar nou voor? Misschien is dat iets: met God erover in gesprek zijn. We mogen er veel verwachting van hebben – dat is het bemoedigende van Handelingen. Jezus heeft het zelf gezegd: Ik kom naar u toe. Waar wij bidden om de Geest, komt Hij ook echt!
2.
Het is ook een troostwoord. Ik noemde net al het aspect van kwetsbaarheid. Volgelingen van Jezus Christus zijn kwetsbaar. Die kwetsbaarheid heeft vooral te maken met degene die wij volgen. Jezus die zelf geen plaats had. Hij werd verdrukt, veracht, verworpen. Datzelfde lot zal jullie ook treffen, zegt Hij. Dat klinkt in die afscheidswoorden (15:18; 16:2; 16:33). Jezus is eerlijk: de weg die jullie gaan, is niet de eenvoudigste. Het is niet een weg over rozen. Dat geldt niet alleen voor de kerk die te maken heeft met vervolging – daar is het op een heel andere manier werkelijkheid dan voor ons. Maar laat ik het zo zeggen, maar ook als je in onze tijd en situatie en context gelooft, dan betekent dat niet de weg van de minste weerstand. Geloven spreekt niet vanzelf. Je kunt je heel alleen voelen. Als je zoekend de weg van God probeert te gaan – als je merkt dat anderen dat vreemd vinden. Ik weet niet of ik dat wil, denk je wel eens. Of ik genoeg kracht krijg om het vol te houden?! Jezus zegt: Ik kom weer naar u toe. Hij belooft de Trooster. Dat woord valt ook. De Heilige Geest die de kracht geeft ondanks alles het vol te houden. Ondanks tegenkanting en verzet (misschien je kleingeloof, angst) toch te getuigen van Christus. Een troostwoord voor christenen die lijden, voor mensen bij wie alles wankelt. Jezus komt naar u toe. Of in de woorden van een lied:
Al heeft Hij ons verlaten,
Hij laat ons nooit alleen.
Wat wij in Hem bezaten
is altijd om ons heen
als zonlicht om de bloemen
een moeder om haar kind.
Teveel om op te noemen
zijn wij door Hem bemind. (Gezang 234 vers 1, Liedboek voor de Kerken, 1973)
Een troostwoord, we staan er niet alleen voor. Christus is met ons. Hij zoekt ons steeds opnieuw weer op. Hij komt door zijn Heilige Geest naar ons toe.
3.
Een wachtwoord, het derde. Eenmaal komt Jezus zelf terug – in eigen persoon. Opdat u zult zijn waar Ik ben, begin hoofdstuk 14. Een wachtwoord. Wachten in de betekenis van verwachten. Jezus wil ons verlangen opwekken. Daarbij zet deze zondag ons stil. Wij zijn nog niet thuis. Iemand zei, de kerk kan zich in deze wereld zo gaan thuis voelen dat ze meer lijkt op een rentenier dan op een wees. Dat is wel een scherpe he! Jezus zet ons erbij stil dat wij nog niet thuis zijn. Wij zijn onderweg, pelgrims. Hoeveel psalmen zingen daarover, dat valt me altijd weer op. Wachten op Zijn komst. Je wacht niet tevergeefs. Ik heb het zelf beloofd! Ik kom weer naar u toe. Hij heeft woord gehouden. Hij ís gekomen na de opstanding en ís gekomen door Zijn Heilige Geest. Ik hoop dat u merkte dat Hij kwam in ons midden. Dat Hij het woord aan je hart legde. Toen het moeilijk was. Daar was Hij. Hij is gekomen. En Hij zal komen. Jezus houdt woord. Hij komt terug. Hij komt om Zijn kinderen thuis te halen. Om Zijn Koninkrijk op te richten. Hij komt om nooit meer weg te gaan. Wat een troost.
‘Al is Hij opgenomen,
houd in herinnering,
dat Hij terug zal komen,
zoals Hij van ons ging.
Wij leven van vertrouwen,
dat wij zijn majesteit
van oog tot oog aanschouwen
in alle eeuwigheid.’(Gezang 234 vers 2; Liedboek voor de Kerken, 1973)
Amen.
In bidden en in smeken
maak onze harten één
Wij hunkren naar een teken
o, laat ons niet alleen
De Heiland is getreden
aan ’s Vaders rechterhand
wij wachten hier beneden
de gaven van zijn hand.Wijd open staan de deuren
nu is de toegang vrij
Voor wie verweesd hier treuren
is Jezus’ hulp nabij
Al dreigen nog gevaren
al wacht ons kruis en strijd
de Geest zal ons bewaren
de Geest, die troost en leidt.– Weerklank 188 vers 1 en 2
Hervormde Gemeente Reeuwijk, zondag 16 mei 2021, 18:30 uur. Schriftlezing Johannes 14:1-26. Dankgebed afgesloten met avondgebed van Maarten Luther:
Heer, blijf bij ons,
want het is avond en de nacht zal komen.Blijf bij ons en bij Uw ganse kerk
aan de avond van de dag
aan de avond van het leven
aan de avond van de wereld.Blijf bij ons
met Uw genade en goedheid
met Uw troost en zegen
met Uw woord en sacrament.Blijf bij ons
wanneer over ons komt
de nacht van beproeving en van angst
de nacht van twijfel en aanvechting
de nacht van de strenge, bittere dood.Blijf bij ons
in leven en in sterven
in tijd en eeuwigheid.
Amen.