Ds. M.C. Batenburg (Gouda)

Hervormde Gemeente Reeuwijk, zondag 5 november 2017, 17 uur

Schriftlezing: Job 3:1-13 (daarna zingen Psalm 69:1, Job 4:1-9, 12-17 en Job 6: 1-21. Tekst/kernwoord: troost (goede en slechte troost).

 

Gemeente van Christus,

Reizigers en kooplieden die in Oude Oosten rondtrokken, rekenden vaak uit waar bedding rivier was. Waterflessen bijvullen. Rivier of beek belangrijke plek. Omkomen als ze op een plek kwamen waar geen water was. Beek drooggevallen.

In Job 6 klaagt Job over zijn vrienden. Als drooggevallen beek. In nood kom, troost nodig heb, dan reken ik op jullie. Jullie zijn mijn vrienden. Nu is het crisis. Nu kom ik om water. En nu zijn jullie drooggevallen beek. Bieden jullie niks.

Ander beeld. Job 6:5-7. In eigen woorden: jullie zetten mij een bedorven maaltijd voor. Flauwe hap. Standaardmaaltijd. Zo is jullie troost voor mij.

Nou gemeente, hoe pijnlijk dat is. In crisis hoop je dat mensen je begrijpen. Je hoopt op troost. Pijnlijk als het zo is, en je familie of vrienden vallen tegen. Flauwe hap die je tegenstaat. Verder de crisis ingeduwd. Verdriet wordt dan groter.

Bij troost staat veel op het spel. Slechte troost duwt iemand de vertwijfeling in. Maakt het dieper. Zie je bij Job. Ik dacht, zou het ook niet zo zijn dat mensen de kerk hebben verlaten omdat de maaltijd die ze kregen veel te flauw was.  Belangrijke vraag: wat doe je precies? Nood, verdriet, wanhoop. Wat doe je dan? Welke bronnen heb je dan? Of blijkt dan dat soms zelf amper een bron hebben. Standaardantwoord? Ontwijken?

Bij Job slag dieper. Antwoorden vrienden vallen tegen. Vroeger waren dat Jobs eigen antwoorden! Vrienden herhalen wat Job zelf zei.Alles ontvallen. Ziek. Nu voldoen die antwoorden niet meer. Crisis van eigen traditie, antwoorden, zekerheden. Bedreigend voor vrienden. Ze dachten hetzelfde over de dingen. Je kunt Job op afstand houden in je leven. Slechte troost. Ander op afstand houdt. Veilige antwoorden toewerpt. Of je raakt er zelf in betrokken?

Grootste twijfel in boek Job is vraag naar God. Job kan het niet rijmen. Misschien is dat wel het allermoeilijkste van lijden. Dat Gods naam erdoor wordt verduisterd. Dik gordijn tussen jou en God. Ernstig ziek. Graf. Aangevochten. Lijkt wel alsof God er niet is. Nu zover weg?! Trouwens, kan ook als het je wel goed gaat in het leven. Fijne studie, baan, het gaat je goed in je leven. Maar toch: waar is God in dit alles? Weet Hij van me af? Meemaakt bij een ander. Wat doe je dan? Instappen? En hoe?

Eerst nog over begin Job. Bijzonder dat hij staande blijft. Alles kwijt. Zegt hij, naakt ben ik uit de buik gekomen, naakt zal ik terugkeren. De naam des Heeren zij geloofd. Zondigde niet. Bleef overeind als gelovige. Trouw blijft. Ontroerend! Midden in de ellende. Spreekt niet vanzelf. Misschien kunt u zo’n verhaal vertellen. God was misschien dichtbij?! Job bewaart het geloof.

Hoofdstuk 2 al beetje schuiven. Nieuwe rampspoed. Ziek. God brengt je ellende? Vers 10: goede wel van God ontvangen en het kwade niet? Zondige met zijn lippen niet. Schrijver herhaalt hoofdstuk 1. Maar toevoeging: met lippen. En vraagteken erbij. In hoofdstuk 1 een belijdenis. Je voelt: aan het schuiven.

Hoofdstuk 3 er uit breken. Vulkaan. Verwensingen. Was ik maar nooit geboren. Verbazen over die overgang? Eerst vol vertrouwen en dan anders? Ik denk juist: heel eerlijk en realistisch. Vrede in het midden van de storm. God is dichtbij. Kan ook omslaan. Tot je eigen teleurstelling. Gelooft glipt tussen de vingers door. Bittere nasmaak? Schreeuwt klachten omhoog. Vrienden aangehoord. Ongemakkelijk heen en weer schuiven. 7 dagen en nachten zitten. Zeggen niks. Bijzonder: zo dicht bij iemand zijn. Niet gelijk allerlei woorden spreken. Houden ze niet vol. Mijlenver van hem afstaan.

Eerste vriend die wat gaat zeggen. Elifaz. Scherp verstand. Orde aanbrengen in razernij. Probeert hij bij Job. Refereert eerst aan leven. Andere mensen onderwezen. Knikkende knieën heb jij sterk gemaakt. Maar nu treft het lijden je zelf! Goede vriend, ik herinner je aan je eigen woorden. Vers 7-8. Job, je kunt wel hard schreeuwen. Er is een principe van God: lijden betekent schuld en straf. Sommetje. Goede of kwade, vruchten zie je in je leven. Getroffen door lijden, dan heb je kwade dingen gezaaid. Dus Job, onderzoek je leven. Keer in tot jezelf. Bekeer je daarvan, dan zal de vrede terugkeren. Glashelder. God zegent en vervloekt. Ellende en welvaart. Aflezen. Beter kan je je bekeren.

Ja gemeente, het is eigenlijk gewoon een beschuldiging en verdachtmaking. Denk dat we wel aanvoelen dat het zo niet zit. Maar zelf zo’n redenering gebruikt? Misschien ken je iemand die vecht met God? Vragen heeft. Lijdt. Iemand anders weet daar moeilijk mee om te gaan. Ontglipt je: misschien wil God je iets leren. Heeft u wel eens zoiets gezegd? Dat is Elifaz. Poging om te begrijpen. Redenering opzetten. Kwaad te begrijpen. Logica ontdekken. O wee als wij Gods wegen niet meer begrijpen. Die redenering kom je ook in NT tegen. Wie heeft gezondigd, hij of zijn ouders (blinde man)?

Sluwe van Elifaz? Maakt het nog wat geestelijker. HSV niet heel duidelijk betaald. Vertelt over een droom. Soort visioen. Ik denk dat het God was. Job, zegt Elifaz, ik heb ook nog een geestelijke ervaring tegen jou. Alle wapens tegen Job in stelling gebracht. Logica en geestelijke ervaring. Job zwijgen opgelegd. Wat ik zo erg vindt? God tot iets gemaakt. Tot een sluitende redenering. Elifaz lijkt degene die gelooft. Maar hij kan prima zonder. Weet al hoe het zit. Als het gaat over troost, onderdeel van echte troost, dat wij die tegemoet treden zonder dat we antwoorden hebben. Zonder dat wij weten hoe het zit. Met net zulke lege handen naast iemand. Dat is heel erg moeilijk. Pastoraat is heel veeleisend. Antwoorden al weet? Dat is een flauwe hap. Gebieden van het leven waar je zelf geen weg weet. Samen zoeken. Les voor ouders. Zo met je kind kunt omgaan. Niet van buiten je antwoorden toeroept. Puber van 16, die het niet meer weet. Niet gelijk met je antwoorden komt. In omgang met mensen die lijden niet weten hoe het zit. Wel geloof en vertrouwen hebben dat God in iedere situatie te vinden is. Oefening in geloof. Soms ook praktische wijsheid. Woorden? Dat is maar één aspect. Iemand anders, Elia. Was ik maar dood! Engel zorgt voor eten. Aansterkt. Troosten heeft ook een praktische kant.

Nog een ding. Lijkt alsof Elifaz God goed kent. Mond vol over God. Rechtzinnig. Hij houdt de vragen van Job buiten de deur. Maar het is juist Job die God zoekt! Diepe roep naar God. Momenten in het geloof. Omgang met God. Ik dacht: we doen teveel, afwezigheid van God ervaren, alsof dat momenten buiten geloof zijn. Maar ook de.vragen en vertwijfeling en klagen onderdelen zijn van weg van het geloof? Klaagpsalmem. Diep boek van Job! (Wat lezen we er weinig uit!) Job houdt zich aan God vast. Twijfel. Redenering houdt je koud. God is bezig te laten zien dat Hij alleen overblijft. Leer ook van Job om niet bang te zijn. Niet bang voor argumenten. Niet bang voor periodes waarin je niks ervaart van God. Wie God zoekt, krijgt hiermee te maken maar krijgt ook een zekerheid die alles te boven gaat. Zo leren geloven. Dan kan je de vragen en twijfel van anderen aan. God handelt juist in onze armoede. Daar is Hij zelf in gekomen. Midden in de vragen en twijfels en ongeloof. In de Godverlatenheid. Door Jezus Christus. Iemand zei: Waar God het meest afwezig leek, was Hij meer aanwezig dan waar ook. Hij is te vinden. God kwam in Christus in al onze nood. Lof zij Zijn naam. Amen.