Daniël en zijn vrienden komen in Babel terecht. De koning doet er alles aan hen in de afgodische cultuur onder te dompelen. Daniël weigert echter het eten te nemen omdat hij zich daarmee zou verontreinigen en het Woord van God ongehoorzaam zou zijn. Staande blijven in een seculiere context kan als je leven gericht is op God.
Als het erop aankomt
Gemeente van Christus, het boek Daniël begint met een dramatische gebeurtenis. De stad Jeruzalem wordt onder de voet gelopen door Nebukadnezar. Het volk wordt meegenomen naar Babel. Het centrum van beschaving en cultuur. Dikke muren, imposante gebouwen, hangende tuinen. En niet te vergeten een stad met 53 tempels, gewijd aan andere goden. Een overweldigende stad.
En tegelijkertijd wordt iets belangrijks gezegd, aan het begin. Ik las er altijd over heen. Vers 2. De Heere gaf Jojakim in zijn hand. Een belangrijk thema is: wie heeft het voor het zeggen? Nebukadnezar, Babel? Of wie er ook aan de macht is? Lijkt het wel op. Maar door het boek heen staat: de Heere… Ook ik de hoofdstukken 7-12. God is de Heer van de geschiedenis. Hij regeert. Het loopt Hem niet uit de hand, al kun je dat zomaar denken. Daarom is het zo belangrijk om trouw te blijven aan deze God. Daarover gaat het in de eerste hoofdstukken.
Onder diegenen die worden meegevoerd zijn Daniël en zijn vrienden. Waarschijnlijk waren ze 14-15 jaar. Je was in die tijd misschien eerder volwassen, maar het zijn jongeren. Moet je je voorstellen! Om daar een nieuw bestaan op te bouwen. Het was slim van Nebukadnezar. Ik kan ze vormen naar hoe ik ze wil hebben, dacht hij.
Hij laat ze precies selecteren. Hij wil ze opleiden tot topambtenaar. Een gouden toekomst voor ze. Maar in een andere cultuur. Hoe gaat dat dan? Hoe houd je het dan vol?
Uitleggers wijzen erop dat deze jongens net bar mitswa hebben gedaan. Zoon van de wet. De woorden van God zijn hen toevertrouwd. Hoe gaat dat? Als alle kaders wegvallen? Als je een eenling wordt?
Ik denk dat er ook in ons leven zulke kruispunten zijn. Nu komt het erop aan! Of ik het geloof bewaar. Bijvoorbeeld als je gaat studeren. We lazen dit gedeelte onlangs met een groep mensen die net begonnen is met studeren. Als je op kamers gaat. Veel is nieuw. Studentenleven, studie. Je wordt zelfstandig. Wat heb ik meegekregen? Wat laat ik liggen? Ook wel: wat betekent het geloof voor mij? Dat is precies waar het over gaat in Daniël 1.
Wat opvalt, die jongens zijn tegen hun wil meegenomen, maar ze worden warm onthaald. De koning doet er alles aan dat ze zich thuis gaan voelen. Ze moeten gaan wortelen, zich aanpassen, de gewoontes overnemen.
Op drie manieren doet de koning Nebukadnezar dat:
- Ze worden onderwezen in de geschriften en de taal. Geschiedenis van Babel. Vast en zeker over astrologie en sterrenkunde. Daar stonden de Babyloniërs om bekend. Ze worden doordrenkt in de cultuur. Op een leeftijd dat ze daar open voor staan. Dat kan zijn effect niet missen, dacht de koning.
- Voeding. Daniël en zijn vrienden moeten hun eigen en drinkgewoontes vergeten. Verfijnde gerechten en de beste wijn. Samen eten dat verbroedert. Hij wil ook dat ze fit zijn.
- De derde pijl op de boog is dat ze andere namen krijgen. Ik weet niet of jullie weten wat je naam betekent. Welk leuk om dat eens op te zoeken. Soms geven ouders bewust een naam. In de Bijbel zie je dat vaker. Die namen van Daniël en zijn vrienden herinneren aan God. Die namen worden doorgestreept en ze krijgen een nieuwe naam. Daniel heet voortaan Belzazar. Die verwijst naar een god uit Babel, Bel. Ze krijgen namen die verwijzen naar die goden. Een naam die verwijst naar de God van Israël, en opeens verwijst jouw naam naar de God van de wereld… Alles wat herinnert aan de godsdienst moet worden uitgewist.
Daniël 1 maakt duidelijk welke zuigkracht er van uit gaat van een cultuur zonder God. Onbeperkte mogelijkheden, kansen, de wereld ligt aan je voeten. Maar hoe blijf je trouw aan God?
Wat opvalt is dat Daniël een streep trekt. Vers 8: Daniël nam zich voor zich niet te besmetten met de gerechten van de koning. Nee. Heel beleefd doet hij dat. Tactvol. Niet protesteren, maar in gesprek. Hij is ook wel heel eerlijk. Niet eromheen praten, zoals wij. Ik heb last van mijn maag, ik verdraag dat niet. Nee. Ik dien God.
Waarom trekt Daniël híer een streep? Hij keert zich niet tegen het onderwijs, terwijl dat misschien gevaarlijker is. Of die andere naam. Naam van een afgod meedragen? En toch, daar keert Daniël zich niet tegen. Jullie mogen alles van me afnemen, mijn land, volk, opvoeding, cultuur. Niet mijn voedsel. Omdat hij zich dan zal moeten verontreinigen. Dit is iets heel concreet in de Thorah voorgeschreven. Dit punt schuiven, dan ga je tegen de woorden van God in. En dat wil hij niet. Hij wil trouw blijven aan het woord van God.
Bijzonder is dat hij daar ruimte voor krijgt. Hij mag koosjer eten. Ook het vlees slaat hij over. Straks blijkt Daniël fitter dan de anderen. Daniël zegt ‘nee’.
Misschien kom je in je leven mensen tegen die nee zeggen. Christenen die overal tegen zijn. Zo is het dus niet. Kijk maar naar Daniël. Hij participeert volop. Studeert. Hij is niet vergeten wie hij is. Ze klampen zich vast aan de woorden van God. Ze willen God niet kwijtraken. Ik vind dat mooi. Dat mag je zien als een vrucht van een opvoeding. Als hun ouders hen niet hadden meegenomen naar de tempel… Dan waren ze weerloos geweest. Dan waren ze zo ingepast in de mal van het heidendom. Dat zegt dus iets over het belang van de opvoeding. Maak ze vertrouwd met de woorden en liefde van God. Daniël vergeet niet wie hij is.
Ik wil dit nadrukkelijk tegen jullie zeggen. Jongeren van 10-20. De rest mag meeluisteren. Daniël is een mooi voorbeeld. Het was voor Daniël niet makkelijk. In onze tijd: school, sport, werk, vrienden. Daniël zegt: vergeet niet wie je bent. Geroepen om kind van God te zijn! Hij verbond Zijn naam aan jouw naam bij de Doop. Leef aan Hem toegewijd.
Wat betekent dat praktisch? In onze tijd trouw willen blijven aan God, tot welke keuzes lijkt dat? Wanneer zeggen wij: nee?! Veel Bijbelkringen gaan hiermee aan de slag. Ook een spannend thema. Binnen een christelijke gemeente kunnen we verschillende keuzes maken. Hoe ga je om met je geld? Hoe verhoud je je tot je leefomgeving? Hoe denk je over politiek, migratie? Thema’s ook binnen de kerk waarover we verschillen van mening.
Paulus benadrukt in Romeinen 12 dat het onderscheiden van de wil van God niet eenvoudig is. Dat komt van binnenuit. Laat uw leven een levend offer zijn voor God. Wat me treft, is dat Paulus het toespitst op het gebod van de liefde. Liefde tot God en elkaar. Het criterium van de liefde, wat zegt dat voor de keuzes die ik maak?
Let op Jezus Christus. Hij heeft als geen ander geleefd naar dat gebod. Hij was een met de Vader. Hij verbond zich aan mensen. Het kostte Hem alles. Dat zegt ons ook dat de weg van de liefde niet de makkelijkste weg is. Het kan pijn doen. Leidt niet automatisch tot voorspoed en succes. Daniël zal vaak gebeden hebben om wijsheid.
Leven in gehoorzaamheid aan God draagt ook vreugd. Werkelijk gelukkig zijn zij die in de geboden van God gaan. Die zijn als bomen die vrucht dragen (Psalm 1). Dat gebeurt hier! Dat is ook iets heel bijzonders. Zo’n jongeman op zo’n plek terechtkomt. Dan kan je van grote betekenis zijn. Hij dient de mensen die aan zijn zorg zijn toevertrouwd. Daniël, waarom ben jij zo anders? Waarom gebruik jij zo’n ander menu? Waarom doe je niet met alles mee? Dan kon Daniël vertellen over God.
Zo is het nog steeds. Als je je door Hem laat voeden, kan je in de wereld staan. Daar waar God je roept. Van betekenis zijn.
Tenslotte, Daniël houdt een voorbeeld voor. Wat leven met God is. Laatste vers. Daniël bleef tot aan het eerste jaar van koning Cores. Bijna ironisch staat het er. Daniël overleefde Nebukadnezar. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst, dacht hij. Nee. Wie God heeft, heeft de toekomst. God regeert. Laten we het wagen met Hem. Hem trouw blijven en liefde geven aan mensen om ons heen. Lof zij Christus tot in eeuwigheid. Amen.
Wij moeten Gode zingen
halleluja,
om alle goede dingen
halleluja,
al zijn wij vreemdelingen
in schande en in scha,
Gij zendt uw zegeningen
halleluja.Hij schenkt de levensadem,
Hij geeft de levensgeest,
in schande en in schade
is Hij nabij geweest,
aan al wie Hem aanbaden,
aan ieder die Hem vreest,
komt Hij, de Heer, te stade,
de minsten allermeest.Al leeft uw volk verschoven
kyrieleison,
in ’t land van vuur en oven,
in ’t land van Babylon,
al is de hemel boven
voor mensen doof en stom,
nog moeten wij U loven
met stem en fluit en trom.Gezang 301:1,2,3 (LvdK)
Protestantse Gemeente Gouda, St. Janskerk, zondag 29 september 2019, 10 uur. Schriftlezing Daniël 1 en Romeinen 12:1-2, 9-14.