Paulus schrijft in 1 Korinthe 2 dat de Geest, die de diepten van God kent, ons gegeven is. God maakt ons met God bekend. Als een onneembaar kasteel kunnen wij niet tot God naderen, slechts dankzij het reddende werk van Christus – wat toegepast wordt door het werk van de Heilige Geest. Dat is een grote verborgenheid; wij zullen een eeuwigheid nodig hebben om God te leren kennen.
Broeders en zusters, hier en thuis of waar ook met ons verbonden: gemeente van Christus, 1 Korinthe 2 is een diepzinnig gedeelte. Er worden prachtige dingen gezegd over het werk van de Geest. Als je het leest, duizelt het je ook. Er klinken grote, geladen woorden. Het gaat over menselijke en goddelijke wijsheid. Over de Geest van de wereld en de Geest van God. Verborgenheid en openbaring.
Ik wil in de preek een vijftal stappen zetten.
1.
Ik begin met vers 9. Verwondering. Als ik dat vers goed versta, klinkt er een diepe verwondering door. Wat het oog niet heeft gezien, wat in geen mensenhart is opgekomen, heeft God bestemd voor hen die Hem liefhebben.
In het Grieks is het taalkundig best lastig. Het loopt niet zo lekker. Kan te maken hebben met die verwondering. Als jij verwonderd bent, is het ook lastig dat over te brengen. Je zoekt naar woorden om dat bijzondere in woorden te vatten.
Zoals geschreven staat, zegt Paulus. Hij noemt niet een tekst – het is een samenspel van teksten. God heeft iets bijzonders voorbestemd voor Zijn kinderen. In vers 7 ging het over het delen in Gods luister. God heeft voorzien in redding, verlossing, vernieuwing. Dat was nou in geen mensenhart opgekomen. Niemand zou dat hebben kunnen bedenken. God schenkt het aan wie geloven. Het mooiste wat je je kunt bedenken. Je verstand schiet tekort.
Paulus wil verwondering overbrengen. Over het grote werk van God. Neem dat mee de preek in. Dit is de grondtoon van wat de apostel beschrijft. Geen dorre uiteenzetting. Geen dorre theologie. Nee. Er klopt een hart achter. Passie, verwondering.
2.
De tweede stap: ik gebruik het woord verborgenheid. Je komt dat woord niet letterlijk tegen in het hoofdstuk, maar het typeert wel wat de apostel schrijft. Vers 16: wie heeft de gedachten van God gelezen? Dat is de vraag.
Eerst aan de jongens en meisjes: wie van jullie kan gedachten lezen? Nee, natuurlijk niet, dat kan niemand. Ik heb geen idee waar jullie aan denken. Misschien over wat ik net vertelde. Of aan school, je verjaardag. Jij bent de enige die weet wat je denkt. Jullie kunnen mijn gedachten ook niet lezen. Ik ben de enige die dat kan vertellen. Wat bij ons leeft, van binnen, is verborgen.
Dat is wat Paulus zegt in vers 11. Ons innerlijke leven is verborgen. Wie is in staat de Geest van de mens te kennen? Kennen wij onszelf wel echt? Wie weet wat er diep van binnen in ons leeft? Het is gelaagd, dat leert de psychologie. Jezelf kennen blijft ten dele.
Paulus trekt de lijn door. Zo is het ook met God. Hij is voor ons een gesloten boek. Een onneembare vesting. Het was vorige week landelijke kastelendag. Neem een slot. Muiderslot. Hoge torens. Schietgaten. Wapens, soldaten, geweren. Er ligt een brede gracht omheen. Je komt er van buiten niet binnen. Zo’n onneembare vesting is God. Je kunt Hem niet kennen zoals Hij is. God moet zich van binnenuit prijsgeven. De enige manier om een kasteel binnen te komen is dat de kasteelheer van binnenuit de loopbrug neerlegt. De enige manier om God te kennen is dat God Zijn innerlijk aan ons prijsgeeft! Dat Hij Zijn verborgenheid open legt.
3.
Is dit geen open deur? Logisch dat wij God niet kunnen kennen vanuit onszelf?! Niet te snel zeggen. Er zijn heel wat theologen die Godsbewijzen hebben bedacht. Bewijzen, argumenten voor het bestaan van God – voor zichzelf of voor ongelovigen. Misschien heb jij dat ook geprobeerd. Dat het logisch is om in Hem te geloven. Natuurlijk geloof ik! Er moet toch iets zijn. Maar wat dat iets is?! Dat geven mensen zelf vorm.
Paulus is daar kritisch op. Loop je niet het gevaar dat je dan zelf opklimt naar God? Je gooit ladders tegen het Muiderslot aan? De gracht is te breed en te diep. De muur te hoog. Wie is in staat de mens te kennen? Alleen de Geest van God is in staat God te kennen.
4.
De Geest kent God helemaal. Net als ons. Alleen de Geest van God kent God. Er wordt in vers 10 iets heel bijzonders gezegd. Hij doorgrondt of doorzoekt de diepten van God. Dat is heel raadselachtig. Ik vind het lastig daar meer over te zeggen. Het gaat over God. Wie Hij is van binnen. Dit is heilige grond. Hoe zullen wij daar iets over zeggen? Wat ik zou stamelen, schiet tekort.
Uitleggers wijzen vaak op het einde van Romeinen 11. Diepte van rijkdom van wijsheid van kennis. Dat innerlijke leven van God is oneindig veel rijker en dieper dan wij ons kunnen voorstellen. Er is er maar een die dat kent: de Geest.
Die Geest, die als enige weet wat er leeft in God, die hebben wij ontvangen! De enige die God kent, ontvangen wij als geschenk. Er is niets uit de wereld dat ons bij God brengt. Alleen God brengt ons bij God. En dat doet Hij ook. Door de Heilige Geest kennen wij Hem. Dat onneembare fort heeft de loopbrug geopend en ons binnen genodigd.
In vers 12: we hebben niet de Geest van de wereld ontvangen, maar de Geest van God. Opdat we zouden weten wat God ons heeft geschonken. Paulus maakt heel bewust een verbinding met het woord genade. Paulus wijst naar de redding van de gekruisigde Christus. Dat heil brengt de Geest dichtbij. Dat schenkt Hij ons.
Het is wel goed om die focus in gedachten te houden. We hebben de Geest van God ontvangen. Hij kent God door en door. Dat kunnen wij niet zeggen. We kunnen God niet volledig kennen zoals Hij is. Vergelijk het met de oceaan. Stel je voor dat je een paar druppels uit de oceaan zou meenemen, in een buisje, van vakantie. Dan kan je niet zeggen als je weer thuis bent dat je de oceaan in je badkamer hebt. Je hebt wel druppels die onderdeel waren van de oceaan.
Wij kennen ten dele. We hebben slechts een paar druppels van de oceaan. We kennen genoeg voor ons behoud, om te kunnen leven en te kunnen sterven. We kennen Hem nog niet zoals Hij is. Dat zal een eeuwigheid duren totdat wij God kennen zoals Hij is.
5.
De laatste stap. De Drie-Eenheid. In de loop van de eeuwen ontstond in de kerk de behoefte om na de feesten het geheel te overzien. Zondag van de Drie-Eenheid. Zondag Trinitatis. Niet uiteenrafelen hoe dat precies zit. De bedoeling was om te laten oplichten gie God werkt.
Dat is precies wat Paulus hier doet. Hoe zie je hier de Vader, Zoon en Geest aan het werk? Vers 1: het geheim van God. In het vervolg: over de kracht, plan, wijsheid van God. God is groot, machtig, ondoorgrondelijk. Hij heeft de regie. Ook een lijn door het hoofdstuk: deze God is niet zonder Zijn Zoon. Jezus Christus, de gekruisigde. Het gaat ook over de wijsheid van God, die in je is, die vlees en bloed aanneemt. Hij komt het leven van gelovigen binnen. Vader en Zoon. En de Geest: die de diepten van God kent. En het plan openlegt, dat in niemand was opgekomen. Deze Geest is ons gegeven. Ook aan u, jou, mij. De Drie-Enige God heeft besloten niet op afstand te blijven. Hij heeft de brug neergelaten. Hij komt telkens weer. Ook hier, in de samenkomst van de gemeente. Door de Geest. Jezus volgen, aanbidden.
Aanbidden, dat allereerst. Daar wil de apostel ons toe aanzetten. Ik hoop dat je de preek kon volgen. Houd dit vast. God maakt zich bekend. Hij wil niets liever dan ons tot verwondering en aanbidding brengen. Zeg en zing het mee: ‘O, diepte van rijkdom, zowel van wijsheid als van kennis van God, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen! Want wie heeft de gedachten van de Heere gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest? Of wie heeft Hem eerst iets gegeven en het zal hem vergolden worden? Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid, tot in eeuwigheid.’
Eer aan de Vader en aan de Zoon en de Heilig Geest. Hallelujah.
Amen.
Protestantse Gemeente Gouda, St. Janskerk, zondag 26 mei 2024, 10 uur. Wetslezing (leefregels) uit Deuteronomium 6:4-7 en Romeinen 13:8-10. Schriftlezing 1 Korinthe 2.