Paulus kreeg een scherpe doorn in zijn vlees opdat hij zich niet zou verheffen of beroemen op geestelijke ervaringen. Als Gods kinderen gaan mank opdat ze van genade leren leven (Kohlbrügge). Juist in de dalen van het leven schenkt God vruchtbaarheid (Calvijn) opdat Zijn kracht in onze zwakheid wordt volbracht. Dan kan het zijn dat je leert danken voor de doorn.

Een hart onder de riem

Mijn genade is u genoeg. Een woord dat nogal eens op een rouwkaart staat. Of als je op een begraafplaats loopt, op stenen ziet staan. Dat kan de indruk wekken dat de tekst met de dood of sterven te maken heeft. In 2 Korinthe 12 is dat niet zo. Voor Paulus heeft het betekenis voor het gewone, concrete leven. Een diep woord.

De context geeft kleur. Paulus heeft het niet gemakkelijk. Hij klaagt over een scherpe doorn in het vlees. We hebben allemaal wel eens een splinter gehad. Dat doet pijn hè. Zo snel mogelijk de splinter verwijderen. Bij Paulus gaat dat niet. De doorn moet van de Heere blijven zitten. Opdat hij werkelijk van genade leeft.

Die doorn heeft met bepaalde omstandigheden te maken. Door sommige mensen werd hij verdacht gemaakt. Ze trokken het apostelschap in twijfelen. Dwaalleraars beïnvloeden de gemeente. Argwanend wordt tegen Paulus aangekeken. Wat is dat voor een man? Heeft God hem wel echt geroepen? Of heeft hij zichzelf naar voren geschoven?

Paulus was niet zo’n vlotte spreker. Zijn optreden imponeerde niet. Andere mensen komen binnen en imponeren. Als ze er zijn, zijn ze er. Paulus moet het van zijn boodschap hebben, niet van zijn persoon.

Wat deed dat Paulus pijn! Ze twijfelden aan zijn integriteit. Daar spreekt wantrouwen uit. Daar kan een mens zich moeilijk tegen verzetten.

Ze horen Paulus nooit over geestelijke ervaringen. Hoogtepunten. Dat deden die dwaalleraars wel. Diepe, fantastische verhalen. Met fantasierijke verhalen over wat ze wel niet hadden meegemaakt. Ze liepen er mee te koop. Ze imponeerden gemeenteleden.

Wat doet Paulus? Hij gaat zich verdedigen. Laat duidelijk zijn: niet om zichzelf, maar om zijn Zender. Gods naam wordt aangetast. Paulus vertelt iets van zijn eigen leven. Hij zou het liever een stil geheim laten zijn. Op bescheiden wijze komt hij er mee voor de dag.

Een mens in Christus…. Zo schrijft hij. Als je dit vluchtig leest, denk je dat Paulus het over iemand anders heeft. Alle uitleggers zijn het erover eens: Paulus doelt op zichzelf. Hij heeft God op bijzondere wijze ervaren. Misschien een visioen? Binnen of buiten het lichaam? Paulus weet het niet. Onvergetelijk was het.

Paulus loopt er niet mee te koop. Daar kunnen wij van leren. Er kunnen aparte ervaringen zijn. Ga er bescheiden en voorzichtig mee om. Je kunt zo snel jezelf in het middelpunt zetten. Je kunt een ander in verwarring brengen.

Paulus is erg terughoudend ermee geweest. Het is een wonder dat hij er hier over schrijft. En dan komt die doorn ter sprake. In vers 7 staat twee keer: opdat ik mij niet zou verheffen. De Heere houdt hem klein. Afhankelijk. Door die doorn in het vlees.

Wat wordt er mee bedoeld? Geen mens die het weet. Sommigen denken aan een lichamelijke kwaal. Een oogziekte. Migraine. Epilepsie. Anderen denken aan psychisch lijden; depressie of een niet zo sterk zenuwstelsel. Of een zondige begeerte. Of aanvechting. Niemand weet het met zekerheid.

Is dat eigenlijk niet gelukkig? Ieder mag zijn eigen moeite invullen. Daardoor komt dit gedeelte dicht bij je eigen leven. Paulus had veel last van die doorn. Iets dat diep naar binnen trekt. Hij werd erdoor belemmert in zijn werk. Paulus dacht, ik kan beter zonder. God zelf ging een andere weg. God zelf heeft Zijn hand erin.

Gegeven, zegt Paulus. Door wie? De levende God zelf. Het is niet buiten de Heere omgegaan. Er zit iets satanisch in. De duivel weet er gebruik van te maken. Misbruik. God heeft Zijn engelen, maar de boze ook. Die kan zijn vuisten niet thuis houden. Dat beeld al: iemand die met vuisten op je inwerkt. Dat doet pijn, toch?

Dat maakt Paulus mee. Er zit agressie achter. Dat klopt: de boze is een agressor. Hij is agressief bezig. Wat kan de duivel je pakken op je zwakke plekken. Hij weet precies hoe hij ons pakken moet. Dingen die je moeilijk kan aanvaarden. Een zware aanvechting. Bestookt met waarom-vragen. Waarom gaat jouw weg door de diepte? Denk je dat je God nog vertrouwen kunt? Met gemene vuisten timmert hij er op los.

Wie weet van zo’n doorn? Een ziekte. Chronisch of psychisch. Zorgen in je gezin. Tegenslagen in je studie of opleiding. Of een ander kruis dat je met je meezeult. Ieder huis heeft z’n kruis.

Een scherpe doorn is mij gegeven, zegt Paulus. Gegeven. Daar ligt een troost in. God heeft toch de leiding. Als satan hem met vuisten bewerkt, dan heeft God toch nog de leiding. Hij krijgt wel ruimte, maar kan geen millimeter verder gaan dan God wil. Je ziet dat ook bij Job. De Heere heeft daar de regie. Moeite, verdriet, rouw gaan niet buiten God om. Zondag 10: alle dingen komen uit Gods vaderlijke Hand ons toe. Dat is wel geloofstaal. Maar als dat de taal van het hart mag worden, is dat een geweldige troost. Geen kwaad woord over de Vader. Een ding weet ik, daar twijfel ik niet aan: God vergist niet. Al Zijn plannen falen niet.

Grote moeite ervaart Paulus. Dat is duidelijk. Paulus was het er aanvankelijk niet mee eens. Toch belijdt hij dat die doorn door de Heere gegeven is. Gelukkig wordt zijn leven niet beheerst door duistere machten. Nee. Geborgen in God.

Dat neemt niet weg dat Paulus vurig gebeden heeft om wegneming van die doorn. Drie maal. Drie gebedsperioden betekent dat. Drie maal intens mee bezig geweest. Je mag aannemen dat zijn intenties zuiver waren. Niet om het zelf makkelijker te krijgen, maar om de voortgang van het evangelie.

Je mag je beden bij God bekend maken. Als je maar niet vergeet: Uw wil geschiedde. Die doorn ging niet weg. Zo kan het nog. Je kunt bidden om….en dat de Heere je gebed anders verhoort. Niet verhoord, denk je als je de tekst leest. Is dat nou zo? Nee. Maar ook ja. Een genadig ja! De Heere heeft gezegd; Mijn genade is u genoeg.

De Heere geeft alles om te kunnen functioneren. We dringen nog wat dieper door. Die zwakte wordt gebruikt om Paulus bruikbaar te maken. Dat is wonderlijk! De kracht wordt in zwakheid volbracht. Daar moet je vandaag in de wereld toch niet mee aankomen. Nee! Presteren, aantonen dat je wat kunt….

De Heere werkt zo anders dan wij. Als ouders voedt je je kinderen op tot onafhankelijkheid. God ontneemt ons onze onafhankelijkheid. Daarvoor word een doorn in het vlees gebruikt. Dat zie je bij Jacob. Op die grens. God raakte hem stevig aan bij Pniel. Geen genadeslag. Ja, dat had Jacob wel verdiend. Jacob was een handige jongen die zichzelf wist te redden. Slinkse wegen. Overal tussendoor laveren. Hij was God graag een slag voor. Aan die houding maakt God een einde. Niet door een genadeslag, maar wel een slag vol genade. Jacob met een doorn in het vlees. Geen verlies was dat. Maar enkel winst. Hij had genoeg aan Gods genade. Kohlbrügge, een dominee die 150 jaar geleden leefde, zei: al Gods kinderen gaan mank door het leven opdat we onze zwakheid in onszelf beseffen.

Dat is een pijnlijke les. We willen het liefst alles zelf regelen. Kleine zelfstandigen zijn we, zzp’ers. We lopen voor God uit. We hebben het liefst dat God achter ons aan komt. Als U er nou in mee komt… Maar wij leren in de bekering de weg van zelfverloochening. Een kruis opleggen dat je leven diep beïnvloedt. Dat hoeft niet negatief te zijn.

Het is geen verarming voor de apostel, maar verrijking. Zwak tegenover God. Begrijpt u dat? Het is een van de diepste dingen van de navolging.

We waren in Frankrijk op vakantie, bij het meer van Genève. Calvijn schrijft: alleen de dalen zijn vruchtbaar. Boven 2.000 meter is geen begroeiing. U moet het dal in. Klein, laag bij de grond. Dat is het hart onder de riem dat God geeft. Dat zijn de zwakheden. Zo bruikbaar voor God en Zijn dienst.

Heb je het geleerd? Sterven aan jezelf. Of verzet je je? Dan ontgaat je dit hart onder de riem. Wie ontvangt genade? Wie buigt voor de Heere. Wie zich vastklampt aan God: ik laat U niet gaan..

We kunnen het met Gods genade doen. Mijn genade is u genoeg. Een unieke genade. Hij gaf Zijn Zoon ervoor. Wilt u weten hoe diep die genade is? Ik nodig u uit bij de kribbe en het kruis. Zijn genade is vlees en bloed geworden. Hij heeft zich opgeofferd. In Hem is waar geworden: kracht in zwakheid volbracht. God heeft Zijn werk volbracht. Christus wist van die scherpe doorn.

Ook driemaal gebeden, ook Zijn verzoek is geweigerd. Voor Hem kwam er geen genade tegenover te staan. Zo kwam de verzoening. Er is genade voor ieder die gelooft. Als je voor God niet kan bestaan met je verlorenheid, dan word je toch weer in genade aangenomen. Als je dat voor het eerst hoort: zo nieuw, verrassend, verblijdend, bevrijdend.

Die genade is genoeg. Toereikend staat er. God zet er iets tegenover. Die genade voorziet in alles. Alles komt in ander licht te staan. Hij heeft daarna niet langer gebeden om verwijdering. Hij heeft gezegd: Mijn genade is genoeg. Spreek Mij niet meer van deze zaal, zei God tegen Mozes. Paulus gaf zijn verzet op. Reken nou maar dat die aanvaarding rust geeft. Van kramp en spanning bevrijd. Met Gods genade geen doorn zonder genade! Beter een doorn in het vlees met Gods genade dan geen doorn en geen genade. Dat is een les van de Heilige Geest. Een hart onder de riem. Vertroost met de enige troost in leven en sterven. Wie is toch als Gij weldadig?

Wijs Gods genade niet af. Daar krijg je spijt van. Nu en eeuwig. U wordt klemmend gewaarschuwd. Verlaat u op Gods genade. Hoe weet ik of het voor mij is? Is dat een gevoel of ervaring? Paulus is het aan de weet gekomen  dat de Heere het gezegd heeft. Een woord van Gods genade. U wordt ervan verzekerd door Zijn Woord. Niet bijzondere dingen los van het Woord. Maar de prediking. Getuigenis van de levende God. Heel persoonlijk. Tot mij gezegd. Persoonlijker kan het niet. De Geest zorgt ervoor dat het persoonlijk wordt in de prediking. Alsof er alleen voor mij gepreekt wordt. Zo direct komt het naar je toe. Dan gaat genade voor je leven, dat word je lief en alles.

We zijn arme bedelaar. Bij God zijn ze goed af. Wie bedelt om genade, wordt niet beschaamd. De tijden soms diep. Maar soms kan je danken voor de doorn. Anders was ik aan U voorbij geleefd. Ik ben gaan verstaan wat genade is. Wordt het geen tijd dat we gaan zingen? ‘Gelooft zij God, die Zijn genade / aan mij heeft groot gemaakt.’ En: ‘Zijn oog slaat mij in liefde gade / Hij wil mij heil bereiden.’ Zingt u mee?

Amen.

(Psalm 31 vers 17 en 19, berijming 1773)

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Dorpskerk, zondag 30 juli 2023, 9.30 uur. Schriftlezing Genesis 32:22-33 en 2 Korinthe 12:1-10. Wetslezing uit Deuteronomium 5.