Op de grens van het beloofde land neemt Mozes afscheid van het volk. Jozua is zijn opvolger. Maar belangrijker: God gaat voorop. Op kruispunten in het leven (zoals een huwelijk) mogen we weten dat God in Christus voorop gaat. Christus is de Immanuel. Zijn kruisverdienste geeft toegang tot het beloofde land, Gods Koninkrijk.

Bruidspaar, trouwen is hechten en onthechten. Een man en vrouw zullen hun vader en moeder verlaten. Je verlaat de vertrouwde kring los – niet helemaal. Je kan of vrouw staat op de eerste plek – naast God. Wij laten los. Een laat niet los: dat is ons behoud. Laten we eens kijken naar de woorden van de tekst.

Wanneer zijn die woorden uitgesproken? En tot wie? Tot Jozua. God zal hem niet loslaten – wordt tegen hem gezegd. Jozua is de opvolger van het Mozes. Mozes leidde het volk tot de grens. De woestijnreis ligt achter hen. Mozes zelf zal het land niet ingaan. Er ontstaat een nieuwe situatie. Het volk staat voor een overgang. Het volk kreeg de wet van God. Er was geklaag en gemopper. Het viel tegen. Het duurde lang. Er was het nodige gebeurd. Doorstaan met het oog op de toekomst.

Men zou namelijk het land in gaan en veroveren. Dat het geen makkelijke klus zou worden was duidelijk. De rapporteurs zeiden: de muren zijn dik, er zijn steden, er zijn reuzen. Het volk heeft er geen vertrouwen. Maar gelukkig is Mozes er nog!

Hij had bemiddeld tussen God en ons. Hij was in de bres getreden. Wat de toekomst brenge moge, ons geleid Mozes hand. Moedig slaan we de ogen naar het onbekende land. Wat zal Mozes gaan zeggen? Als Mozes zijn mond open doet, is dat een koude douche.

Mozes gaat hen verlaten. Hij gaat niet mee. Ik ben 120 jaar. Het houdt op. Voor hem (zo zei God) houdt het op. Het wordt doodstil onder het volk. Hem kunnen we niet missen! De gevoelens van angst en twijfel slaan toe. Zonder Mozes houden we niet vol.

Mozes gaat verder met spreken. Zonder te wachten. Hij spreekt moed in. Vers 3: de Heere zal zelf voor u uitgaan en de volken uitroeien. Wat Mozes subtiel doet is de aandacht van zichzelf verplaatsen naar God. Kijk niet naar mij, maar naar God. Wees vastberaden, moedig (vers 6). Hij zal u niet verlaten. Je hoeft niet bang te zijn.

Want… En dan komt het. God gaat met je mee. Een belangrijk woord van Mozes. Hij ontneemt het volk de steun op wat zichtbaar en tastbaar is. Vertrouw nou op God de Heere. Laat angst en onzekerheid nou eens rusten. Laat dat los. Leg dat in de handen van de Heere God. Ik las bij iemand: wij moeten dat leren, de kunst van het loslaten. Mij geleid des Heeren hand! En moedig sla ik dan dus de ogen naar het onbekende land.

Alleen dan kunnen we verder. Met de Naam van God. Kijk eens naar het leven zoals Ik naar het leven kijk. Jullie trekken niet op. Ik trek ik. Ik ga met jullie mee. Laat los wat je scheidt van God. Vertrouw je toe aan de Heere en Zijn Zoon. Loslaten, overgeven. God laat niet los.

Loslaten. Nou ja, ook vanmiddag hier in de kerk, is het leven niet een proces van loslaten. De navelstreng wordt afgeknipt. Loslaten van ouders, kinderen, man/vrouw, bezorgdheid, baan, idealen, gezondheid, relaties, leven. Om het steeds weer over te laten aan God. Dat kan alleen in vertrouwen. Dat je je toevertrouwd aan de Heere. Dat is het zelfde als geloven in de Bijbel. Wie dat doet, kan loslaten.

Ik kwam een mooi voorbeeld tegen. Twee trapeze artiesten. Tussen twee masten van een circustent. De ene viel. Hij werd door de andere opgevangen. Hoe kan je dat doen? Zomaar je laten vallen. Hoe doe je dat? Eigenlijk doe ik niets, zei hij. Ik ben niet de ster. De ster is degene die vastpakt. Ik laat me los. Meer niet. Ik zweef naar die ander toe. Die ander moet mijn polsen pakken. Hij vangt me altijd op. Ik doe eigenlijk niets. Het ergste is dat ik die vanger probeer te vangen. De ander moet mij juist vangen. Overgeven en vertrouwen dat die ander er op tijd is. Dat is alles.

Vertrouwen dat die ander er precies op tijd is om mij op te vangen. Dat gaat tegen onze aard in. Wij willen alles onder controle houden. Wij willen alles vasthouden. Je staat op de grens. Laat Mozes nou eens los! Ja?! Ja, laat hem los. Op de grens van loslaten. Vertrouw nu op de Heere, uw God.

Bruidspaar, allen, u kent die situaties op een kruispunt. Hoe nu verder? Beetje puzzelen. We zeggen met een zucht: we geven het over. Waarom met een zucht? Vertrouw nou eens! Ik draag het teken van het verbond aan mijn voorhoofd.

We moeten wel geloven dat deze God er is. Veel mensen denken, is er wel een God? Dood is dood. Ben je gauw klaar. Dan moet je het zelf doen. Dan moet je het zelf zien te fixen. De Bijbel zegt, daar is God. De Bijbel laat zien er is een koninkrijk van God. Ik breek in in de tijd met Mijn koninkrijk. Bekeer je! Al die andere dingen ga je voorbij. Al die dingen van ons gaan voorbij. Er is een koninkrijk dat blijft. Ga dat binnen door geloof. Ga over de grens. Kom over de brug! De wereld gaat voorbij. Jullie huwelijk wordt eenmaal ontbonden. Niet aan denken?! Het is wel zo. Mijn Koninkrijk blijft!

In het NT wordt dat voor ogen geschilderd. Zoek eerst het Koninkrijk van God. Voor de rest zorgt God. Laat de dingen van iedere dag los. Ga naar Hem toe. In het OT komen we het ook tegen: in het beeld van het beloofde land. Vrede, overvloed, gerechtigheid. Ga naar binnen volk!

Het lijkt soms een sprookje. De wereld is geen sprookje. Deze tijd: Afghanistan. Je zal er maar leven. Vliegveld gaat op slot. Ik wou vluchten maar kon nergens heen. Als dat eens werkelijkheid is. Als alle hoop mij gans ontviel. Niemand zorgde voor mijn ziel. Dan ben je moederziel alleen. Waar moet het naar toe? Een wereld waarin een mensenleven niets meer voorstelt. Geweld, macht. In die wereld is jullie huwelijk gesloten. Het is hier rustig. Hoeven niet bang te zijn dat we opgepakt worden.

Nood. Dat kan zomaar gebeuren. Dat sirenes afgaan. Het formulier is eerlijk en realistisch. Dat is niet naargeestig. Maar het is de werkelijkheid. Het kwaad gaat rond. We hebben een zondig hart. Ondertussen leef je in een wereld ellende, verdriet, dood. Deze dag is een feestdag. Dat is toch goed! Hier zijn we God, voor Uw aangezicht. Het uitnemendste van onze dagen is moeite en verdriet, zegt Mozes.

Mozes laat het volk niet aan z’n lot over. Hij ziet de teleurstelling. Jozua zal u aanvoeren, zegt Mozes. Mozes bemoedigt het volk. God zal voor u optrekken. God zal met Jozua en het volk zijn. Door Jozua zal het volk de Heere leren kennen.

Vertrouwen op de Heere. Maar God is toch onzichtbaar? Jozua? Oud-testamentische naam van Jezus! Hij is het beeld van God. Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. God gaat voor ons uit in Jezus. Vertrouw op de Heere. Jozua staat aan Mijn kant. Mijn Zoon in wie Ik Mijn welbehagen heb. De Heere zal met je zijn. Immanuel. Hij met u. Ik ben met u. Wees dan niet bevreesd. Een sterke held staat u terzijde.

Jozua betekent: die ruimte maakt. Kijk, daar, ruimte. Een land van melk en honing. God maakt ruimte waar alles op slot zit. Je kunt je bekneld of op slot voelen. Vanwege zonden of andere dingen. Dat je denkt, ik ben bang. Mozes gaat niet over angst en allerlei dingen heen. Hij zegt, wees niet bevreesd. Je zou toch vrezen! Hoe moet het toch? Nou moet ik naar binnen. Maar die reuzen en reusachtige problemen. Ik kan er niet overheen kijken. Mensen kunnen makkelijk praten. Wees niet ontsteld. Dat is iets anders als: kom op. De Heere gaat jullie voor. Laat die dingen los. Dat is het geweldige van het evangelie.

Misschien zijn er onder ons die niet geloven. Dan moet je het zelf oplossen. Wij moeten zelf de planeet gaan redden. Een opgave! Wij zullen ons daaraan vertillen. Ja, wij moeten, wij…? Ga nou eens op de knieën. Roep eens tot de Schepper van hemel en aarde. Kijk wat Hij heeft gezegd en beloofd.

Er zijn reuzen. Wij waren als sprinkhanen. Wij waren klein. Ze hebben om ons gelachen. O ja? Wie het laatst lacht, is God. Ga naar binnen in Mijn kracht. Jozua (Christus) is in de bres getreden. Zie eens hoe Hij ging. Hij moest zichzelf geven. Er staat wel een kruis voor het land. Ik ben de Deur. Geen achterdeurtjes. Ik ben de Deur. Hij heeft de sleutels om open te breken maar ook om te sluiten. Die hebben jullie nodig, bruidspaar. Als je die zegen wilt, zul je niet beschaamd worden. Heere, we gaan het land in, een onbekende toekomst. Ik vrees dit en dat. Maar dat je zegt, Heere U hebt dit en dat gezegd. U roept op om te vertrouwen. We mogen zien op Jezus Christus. Hij heeft de grendel van de dood opzij geschoven. Hij heeft de dood overwonnen. Hij overwon de sterke held. Hij heeft verzoening gedaan. De schuld en zonde op zich genomen.

Het was voor Mozes geen pretje het volk te leiden. Een zondig volk. Je komt niet binnen als je niet gewassen bent. Ik geef mijn leven uit handen. U heeft recht op mijn leven. De Zoon van God gaat mee. De Heere gaat voor u uit. Immanuel. Wij moeten volgen. Een herder, de schapen volgen. De schapen gaan niet voorop. Wel in de buurt van de herder blijven! Ga niet weg. Je kunt het gevoel hebben dat je ver weg bent, waar God niet is. God zegt: Ik ben er al eerder geweest. U kunt niet vallen. Een dal van schaduwen van de dood. Ik zal u niet verlaten. Ik ben uw helper en redder. Hij laat niet los. Geloven we dat Hij er is als wij dingen moeten loslaten?

Het wil niet zeggen dat het altijd goed gaat. Geen succes. Een zegen is geen succes. Succes dominee. Wat is succes? Succes is aan de buitenkant, dat het goed gaat. Maar een zegen is dat het toch goed gaat. Ik ben met u. Ja maar je moet door de Jordaan. Ja. En door de Rode Zee. Ja maar het is donker. Maar Ik ga met je mee. Dat is een zegen. Dat is een gezegend mens zijn. Als je zo leeft, kan je zeggen: dat is genade. Dat schenkt God. Dat werkt Hij uit in je hart. Gods trekkende liefde in je leven. Er gaat veel overhoop. Maar je wordt opgevangen. Hij draagt mij. Geen succesverhaal. Het leven met God is voor vele christenen geen succesverhaal. Afghaanse christen. In ons land, partijen: het moet niet te christelijk worden. Het gaat over leven en dood. Ethische vragen. Er is een God die ons wil bevrijden. Dit is toekomst, voor land en volk, zegt God. Ja, door de diepte heen. Ja. Neem je kruis op. Volg Mij. Je komt binnen. Dat beloof Ik je. Dit leven is een woestijnreis met Elims en Mara’s. Maar wie God volgt, heeft voor ogen een fontein en bron. Jullie krijgen een Bijbel. Leven met God vraagt discipline. Onbekend maakt onbekend. Luisteren. Drinken van het water. Er zit genoeg water in. Het is nodig dat je bezig bent. Dat je achter die meerder Jozua aan gaat. Hij heeft jullie tot nu toe gedragen. Kom achter Hem aan. Een sterke held staat jullie ter zij. Een ding weten we: wees niet ontsteld, bevreesd. Ga onder Gods hoede. Kunnen veel vragen zijn. Bekering, geloof, wie ben ik. Er staat mooi in het formulier: elkaar helpen voor tijdelijke en eeuwige dingen. Elkaar daarin helpen. Wat is God goed ook in die zin. Dat je elkaar mag ontvangen. Ontvangen als je je hand opent. Trouw zijn in het bijbellezen en kerkgang. Een ding is nodig. Wees ook een zegen in je omgeving. God, verlaat ons niet. O levensbron, wil bijstand zenden. Dat geve God. Zoek het bij deze God. Hij zegt: wees niet bevreesd, wees niet ontsteld. De Heere is het die voor u uit gaat.

Amen.

Hervormde Gemeente Wijk en Aalburg, donderdag 26 augustus 2021, 14:30 uur, trouwdienst. Schriftlezing Deuteronomium 31:1-8.