De profeet Jesaja roept de klacht uit tot God: Och, dat U de hemelen scheurde. Dat God Zijn licht laat schijnen. Het is een dringend gebed om de komst van God. Het is een Adventsgebed om de komst van God. Zijn komst werkt zoveel zuiverend als zaligmakend. Het klagen en smeken aan de troon van Gods genade is bidden tegen onszelf in. Och, dat U de hemelen scheurde.

Jesaja 64 vers 1: ‘Och, dat U de hemelen scheurde, dat U neder kwam, dat de bergen van Uw aangezicht vervloten‘.

Geliefde gemeente, opnieuw zijn er weer allerlei maatregelen afgekondigd, harde lockdown. Voor veel mensen een teleurstelling. Mensen worden boos omdat Kerstmarkten niet doorgaan. Vakanties worden afgezegd. Voor veel mensen is Kerst sfeer en gezelligheid. Op zich niet erg om in onze gezinnen wat lichter te maken en sfeer.

Maar het wordt wel erg als dat het alleen maar is. Het aardse. Alleen maar met het hier en nu. Waarlijk Advent en Kerst betekent dat de hemelen openscheurt. God geopenbaard in het vlees. Daarom is deze bede zo gepast. Wij, en ik ook, zo bezig met de maatregelen. Waar is nou de schuld? Her en der wel gevoeld worden die genade kennen. Maar in het algemeen? Je kunt zelf dat berouw niet maken. Vandaar dat gepaste gebed.

Dringende gebed om Gods komst
1. Die komst werkt zuiverend;
2. Die komst werkt zaligend.

1. Die komst werkt zuiverend

Jesaja moest voortdurend klagen. Wie heeft onze prediking geloofd? Jesaja 6. Schrik je wat Jesaja daar te horen krijgt. Maak het hart van dit volk vet, maak hun oren zwaar, vers 10. Als Jesaja dan die profetieën heeft gedaan niet alleen maar met dreigende woorden maar ook met Evangelie woorden. Dan klinkt die klacht.

Jesaja 63 vers 17: ‘Heere! waarom doet U ons van Uw wegen dwalen, waarom verstokt U ons hart, dat wij U niet vrezen?’. Niet dat Jesaja de Heere de schuld geeft. De Heere gaat er eigenlijk in mee. We zien het bij Farao in de tijd van Mozes. Eerste vijf plagen, doch Farao verharde zijn hart. Ondanks de plagen, roepstemmen. Hij verstokte zijn hart. En bij de zesde: en de Heere verstokte zijn hart. Bij de laatste plaag alleen maar: doch de Heere verstokte zijn hart. Daar zien we hoe gevaarlijk als we onder de prediking ons hart verhardde.

De Heere verhoede dat. Dan kun je niet meer bekeerd worden, als God je hart verhardt. Geen hoofdstukindeling, een groot gebed. Jesaja 63 vers 17 en dan die klacht: och dat U de hemel scheurde. We zien als het ware een kind dat z’n vader zoekt. Kind dat stout is geweest. Zoekt vader. Wat is nou erger als je vader heel boos is, een klap geweest, of je negeert. Dat laatste lijkt wel erger dan het eerste. De Heere lijkt hier toegesloten. Er komt geen licht meer door.

Puritein Samuel Rutherford: hier ligt de diepte in. Och! Hebt u zo ook weleens geroepen? Niet met och en ach maar zo. Och dat U de hemelen scheurde. Waar vraagt Jesaja dan om? Majesteit waarmee God Zich openbaart. De bergen voor Uw aangezicht vervloten. Gevraagd wordt dat de Heere Zich zal vertonen in Zijn majesteit en glans.

Hebben we zo leren bidden? Och. Uit de nood van je ziel. Omdat je weet als de Heere de hemel niet scheurt, niet verschijnt, dan blijft het donker in mijn hart. Dan vindt er nooit een opwekking plaats. Dan blijf ik de duisternis liever hebben dan het liggen totdat ik in de buitenste duisternis vervaag.

Wijst terug naar dat de Heere de hemelen opendeed. Heel vaak betekende dat dat mensen bevreesd werden. Momenten aanstippen. Dat begon al toen de mens gevallen was. Adam, waar bent u? Ik vreesde. Net als het geval was op de Sinaï. Toen de Heere afdaalde toen schudde de berg, donder, toen deinsde het volk naar achter. Of toen de Heere de hemel opendeed in de tijd van Elia. Heere, antwoord mij. Tijd van Achab en de Baäls. De God die vuur zou geven is God. En God antwoordde en dat vuur viel op aarde. Het werkte zuiverend want die Baälsprofeten werden gedood.

Net als God afdaalde in de tijd van Samuël. Toen in de tempel. Priesters plat op de grond vanwege de verschijning van de Heere in Zijn majesteit. Jesaja bidt de Heere om te zuiveren. Dan bidt hij tegen zichzelf in. Vuurgloed. Tekenen waar de mensen bang worden. Zoals de herders dat in de velden van Efratha moesten ervaren toen de heerlijkheid van de Heere hen omscheen. Zijn vreesden met grote vreze.

Deze tijd. Alles op gezelligheid en popperigheid wordt geschoven. Dat maar niet vergeten: als God verschijnt dan gaat dat gepaard met zuiverheid en heiligheid. God enkel licht, voor Wie niets zuiver wordt bevonden, ziet ons misvormd met duizend zonden. Als God de hemel gaat opendoen. Dan niet allereerst is met vrede en geen gevaar. Of met de oplossing en verlossing. Maar dat God begint om zondaren te overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel. Mensen in het stof doet drukken. Jesaja moest het ervaren. Jesaja heeft God gezien.

Ook al profeet, waar kind van de Heere. Jesaja: Wee mij, want ik ben een man van onreine lippen. Dat patroon tekent zich door de Schriften af. Erskines, achttiende eeuw: naald en draad. Wet is scherp als de naald. Ene kleed aan de ander verbonden worden. Wet gaat diep in het stof. God Zijn wet gaat openbaren. Voor die draad de verbinding gaat brengen, het Evangelie.

Daarom bidt een mens altijd tegen zichzelf in. Mensen die duisternis zoveel liever hebben dan het licht. Omdat je een bepaalde zonde aan de hand houdt, je weet ik moet er mee stoppen. Zo kan het niet, ik moet me bekeren. Zoetheid van die zonde proeft. Tegen beter weten in de zonde toch doet. Dat is de mens van nature en de mens in de kerk. Soms zo vast kan houden aan een koningszonde, een boezemzonde.

Paulus: Toen het gebod kwam, is de zonde levend geworden. Toen de wet kwam ging de zonde leven en toen stierf ik. Dat is pijnlijk. Als je moet sterven onder de wet. De zonden je moet toe-eigenen. Vervloekt is een ieder die niet blijft in alles wat geschreven is in het boek der wet. Kent u die nood? Dat vlees dat zich niet onderwerpt aan de wet en het ook niet kan.

Och als u niet komt en de hemel scheurt, dan komt er niets van terecht. Dan heb ik de duisternis liever dan het licht. Om dan toch dit te bidden. Tegen jezelf in. Toch dit Adventsgebed te bidden. Hoe pijnlijk het ook is voor je zondige vlees, dit is absoluut noodzakelijk. Zuiverend licht. Alle schuilhoeken openbaart. Beseft ik moet voor God verschijnen. Als God dit niet doet, zou geen mens zich ooit bekeren. Als Jesaja dit vraagt, dan heeft dit een zuiverend element. Gaat met vrezen en beven gepaard. Maar ook een ander element. Vanaf Jesaja 40 het troostboek van Jesaja. Zaligend.

2. Die komst werkt zaligmakend

Wat we ook nadrukkelijk zien met Advent. Niet alleen door Zich te openbaren in de nacht in Efratha, maar vooral in dat Kind in de kribbe. God geopenbaard in het vlees. Mysterie. Also lief heeft God de wereld gehad. Geboren uit de maagd Maria, gelegd in de kribbe van Bethlehem. Opdat Hij zal zoeken en vinden dat verloren was.

Dat ontdekkende element. De Heilige Geest die overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel. Maar dan ook door de waarheid leiden die God heeft geopenbaard. Niet alleen overtuigen van de schuld. Niet alleen een haten en vlieten van de zonde. Maar ook waar je naartoe moet. Dan leidt de Geest naar Christus toe. Naar dat Kind in de kribbe.

De moeder van mijn Heere. Vlees geworden. Twee naturen. Zondige vlees nooit bekeerd wordt maar sterven moet. Dat heeft Christus op Zich genomen. In de weg van vernietiging van Christus. Dan krijgt iemand die met Paulus moet zeggen ik ben vleselijk, die krijgt waarde te zien in Hem. Overtuigt van wat Christus kwam doen. Als de Heere komt en de hemel scheurt, en nederkomt, Ik ben gevonden van hen die naar Mij niet vragen. Zie hier ben Ik. Zie hier ben Ik.

Dan openbaart Hij Zich. De God die in Christus verzoend is. Die in gunst en niet in wraak lust heeft. Ik ben uw heil alleen. Als daar je ogen voor opengaan. Vrede door de kribbe van Bethlehem, vrede door het bloed des kruises. Dan word je stil. Paulus het zegt: Zijn Zoon al je ziel te openbaren. Mogen we dat kennen? Enige mate van kennis hebben.

De hemelen openging. Momenten thuis, in de kerk. Er ineens licht uit kwam. Niet anders kon dan je hand erbij te leggen en als het ware aan te vatten. In geen mensenhart opgeklommen. Dan komt er iets van die nieuwe en eeuwige vreugde in je hart. Uitgetild boven je hart, de schuld, de duivel, zonde, alles wat ons zo aards en vleselijk maakt. Als dat gebeurt dan ben je de koning te rijk. Zodat een van die oude leraren

Voor ene kus van Jezus mond, geef ik al die zwarte grond. Hij had nog heel wat landerijen. Als Hij maar verschijnt. Jesaja: ik ben zeer vrolijk in de Heere. Want Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils. Dat zaligmakend werk. Niet alleen om te zuiveren en te bekeren, maar ook om geloofszicht te geven op Christus en terug te brengen bij het Vaderhart.

Heere, U bent onze Vader. Als de Heere de hemelen opent, dan is dat net als of een kind zijn kleine knuistje in de hand van vader mag leggen. Wat voelde je dan veilig. Geborgen. Ouderen, kennen we dat gevoel nog? Gisteren nog bij een demente vrouw, lag te roepen om haar moeder. Die geborgenheid. Aan de hand van de Heere door het leven heen mag gaan met al zijn moeite en verdriet. Geleid door de hand van de Vader door het bloed van Zijn lieve Zoon. Weer oog voor de Vader. Dan ga je weer roemen niet alleen van Zijn rechtvaardigheid maar ook van Zijn barmhartigheid en lankmoedigheid.

‘Dus wordt des HEEREN volk geleid,
Door ’t licht, dat nu ontstoken is,
Tot kennis van de zaligheid,
In hunne schuldvergiffenis;
Die nooit in schoner glans verscheen,
Dan nu, door Gods barmhartigheên,
Die, met ons lot bewogen,
Om ons van zond’ en ongeval t’ ontslaan,
Een ster in Jakob op doet gaan,
De zon des heils doet aan de kimmen staan.’

Lofzang van Zacharias, vers 4

Zo vindt in de Psalmen. Psalmdichters geen woorden vindt. De woorden buitelen over elkaar heen. Ben je weleens blij geweest dat er een God is? Onderzoek in een van de Biblebelt gemeenten. Ik weet niet of het een karikatuur. Vrouw zei: als kind was ik banger voor God dan voor de duivel. Dat is wat, als je zo’n Godsbeeld hebt. God is heilig. Maar dat betekent niet dat je bang voor God moet zijn. Bang voor de zonde. God is liefde. Hij is ook een wraakdoend God. Maar God is in Zichzelf liefde, goedheid.

Dat is bevinding dat God is zoals Hij is. Precies zoals in de Bijbel staat. Daar word je blij van. Als de hemelen opengaan. Geen lust heeft in de dood van de goddelozen. Dan krijg je innerlijke vreugde en blijdschap. Jongeren, je moet niet denken dat het leven van het geloof is raak niet aan en roer niet aan. Smakeloos. Nee, blijdschap en vreugde. De dage van verdriet zijn vele. Maar er is ook de vreugde en dankbaarheid. Waar dat gemist wordt, is geen sprake van geestelijk leven. Waar dat geproefd wordt, daar brengt Hij Jezus mee.

Evangelie zaligmakend. De goddeloze die Hij opraapt. Dan ga je uitzien naar die dag dat de hemelen opengaan en nooit meer dichtgaan. Gebukt over de aarde vanwege die God is. Of als de Heere overkomt en het gebroken hart opricht. Het is de werkelijkheid van het leven dat die hemelen weer dichtgaan. Vanwege overblijvende zonden, dat de Heere Zich af moet wenden. Heimwee naar die dag dat ik dan gedurig bij Hem zal zijn. Geen duisternis zal zijn. Geen duivel zal rondgaan als een briesende leeuw. Dat er alleen maar Jezus is, dat ik Hem mag kennen die mij gekend heeft.

Verlangt u er nou eens na die genade kent? Verlost van zonden. Verlost van die wereld die zo aanlokkelijk maakt. Verlost van al die dingen die scheiding maakt tussen mij en God. Er is hoop. Daarom zegt de dichter: O mijn ziel wat buigt u neder, waartoe zijt u in mij ontrust, voed het oud vertrouwen weder, zoek in ‘s Hoogsten lof uw lust. Ik zal gedenken hoe de Heere voor deze gunst heeft bewezen. Zie daarop. Hoop op God sla het oog naar boven, want ik zal Zijn Naam nog loven.

Amen.

 

Vierde Adventszondag 19 december 2021 – Christelijke Gereformeerde Kerk Beth-El Katwijk – ds. M.A. Kempeneers – Schriftlezing Jesaja 64