In de geestelijke strijd is de mens in eigen kracht niet in staat om te strijden tegen de duivel. Maar God is genadig en reikt het zwaard van de Geest aan. Het is het Woord van God als enige offensieve wapen. 

Efeze 6 vers 17b: ‘En neemt het zwaard  des Geestes, hetwelk is Gods Woord‘.

Slagveld van vrije genade 

Geliefde gemeente, geliefde vriend en broeder […], in de afgelopen negen jaar dat ik het Woord mocht bedienen gemeente van Katwijk klonk regelmatig de vraag: wat dunkt u van de Christus? Wie is Hij voor u?

Vanmiddag zou ik een andere vraag willen stellen: wat dunkt u van de duivel? Die boosheden in de lucht. Naar mate wij kennis hebben gekregen van die boze zal bepalen welke middelen wij nodig hebben op reis naar de eeuwigheid. Welke middelen denken wij nodig te hebben of niet nodig te hebben?

De duivel die het op onze ondergang gemund heeft. Vlees en bloed kunnen we misschien nog aan. Discussiëren of van weggaan. Maar dat zal van deze vijand niet gaan. Deze vijand is veel te machtig. We zijn nooit en te nimmer tegen deze vijand opgewassen. Hoe moet het dan als de duivel, wereld, ons eigen vlees tegen ons opstaan. Is dat uw vraag, jouw vraag? Misschien omdat je op dit moment last hebt van die strijd, van dat vlees. Niet opgewassen bent tegen die vijand.

Er is een kracht, die kracht van de Heilige Geest. Die Paulus beschrijft als een wapenrusting. Die de mens nodig heeft op weg naar de eeuwigheid tegen alle machten en krachten. Die wapens die hier genoemd worden, ik kan ze niet allemaal noemen, maar concentreer mij op de laatste. Het zwaard hetwelk is Gods Woord.

Dat is een boodschap aan u en aan de broeder die bevestigd staat te worden in uw midden. In eigen macht vermag hij ook niets. Ten eerste gaat het om een gegeven zwaard. Van de hemel. Neemt het zwaard des Geestes. Van God vandaan. En ten tweede een genomen zwaard. Het moet wel ter hand genomen worden.

1. Een gegeven zwaard

Als Paulus deze brief aan de Efeziërs schrijft is hij een gevangene. Niet in de gevangenis maar in een gehuurde woning. Mag mensen brieven schrijven, mensen ontvangen maar getekend aan een Romeinse soldaat. Gezant in een keten. Aan een soldaat die de wacht over hem houdt.

In zulke omstandigheden schrijft, dicteert hij de brief. Al onderwerpen behandelt. Geestelijke doodsstaat van de mens. Eeuwige verkiezing van God. Opstaan met Christus. Eindigt het hoofdstuk met vermaningen in het zesde hoofdstuk. En dan volgt een laatste oproep. Wordt krachtig in de Heere. Hij roept de Efeziërs op tot strijd.

Geestelijke strijd. Geestelijke boosheden in de lucht. Samenvattend zouden we kunnen zeggen daar wordt de duivel mee bedoeld. De duivel, zijn trawanten. Waar in onze tijd maar zo weinig rekening mee houden. En dat is zo zegt Bunyan precies wat de duivel wil. Dat het maar een duister figuur is uit de Middeleeuwen die kinderen bang maakt.

Als de mens bang wordt voor de duivel, dat is precies wat de duivel niet wil. Hij is net zo’n werkelijkheid als de Heere. Kennen we de duivel? Geestelijke boosheden in de lucht. Een kind van God zal niet alleen maar merken dat God er is en werkt in zijn hart, maar zal ook weten dat er een duivel is. Het is een slecht teken als we niet weten dat die boze er is.

Die macht is ons niet onbekend schrijft Paulus. En nu schrijft hij tegen die macht de wapenrusting. Daarmee ben je alleen in staat te strijden tegen die machten die het op je ondergang gemund hebben. Dan noemt hij allemaal wapens die mensen kennen. Die wapens loopt dan uit op waar dominee […] vanavond over hoopt te preken: het gebed om genade. Het is alles genade in die geestelijke strijd. Dat wordt onderstreept in die eerste gedachte, een gegeven zwaard.

Als je daar even over nadenkt zo’n Romeinse soldaat. Dan ging hij niet in zijn dagelijkse kleding maar schild, helm, borstgordel, ook dat zwaard. Hoe kwam zo’n soldaat aan die wapenuitrusting? Nee, die kreeg hij uit de wapenkamers. Door de wapensmid gesmeed.

Zij kregen geen helm uit krantenpapier gemaakt zoals wij dat wel eens kregen met riddertje spelen. Zo is het in de geestelijke wapenrusting ook. Wapenrusting Gods. Door God gemaakt. Dat zwaard des Geestes is gesmeed in de hemelse smederij.

Zoals Bunyan dat zo mooi uitdrukt in Christenreis. Paleis Liefelijkheid. Dan krijgt christen die geestelijke wapenrusting uitgereikt. Waaronder dus dat zwaard. Eerste wapens defensief van aard. Maar dat vijfde wapen offensief. Man tegen man. Dan noemt hij dat zwaard dus, dan onderstreept hij het genadekarakter, dat de mens er niet voor zelf voor hoeft te zorgen. Zwaard des Geestes. Het Woord.

We zien daar al een verband in: de Geest is de Auteur van het Woord. Al hebben de mensen de pen ter hand genomen maar de Geest geïnspireerd, ingeblazen. Al hebben wij dat Woord. Maar dat Woord verstaan wij van nature niet. Zoals Filippus aan de Moorman vroeg: verstaat u wat u leest. Wij verstaan het van nature niet, het is ons zelfs dwaasheid. U krijgt vanavond weer een dienaar van het Woord.

Dominee […] kan al zijn preektalenten gebruiken maar krijgt het niet verder dan uw oren. Het is goed dat hij dat beseft. Maar het is het zwaard des Geestes.

De klemmende vraag op het hart binden: hoe is het is in de afgelopen tien jaar geweest? Wat is tien jaar? Wat is er veranderd in die jaren onder de prediking van het Woord. Het was ten dele. Ik ben de eerste die dat moet belijden. Wij kennen ten dele, wij profeteren ten dele. Maar als u nog niet veranderd bent, wat heeft het ons gebracht? Wordt niet wanhopig, ja wel aan uzelf. Er is een zwaard des Geestes. Om uw verduisterde verstand te verlichten.

We leven er anders aan voorbij dat we goddelozen zijn, dat God een heilig en rechtvaardig God is, en dat er een eeuwigheid is. Maar de Geest gaat het gebruiken. Zoals Petrus daar op de Pinksterdag. Schuldigstellende preek. Man tot man. Deze Jezus die u gekruisigd heeft. En ik stel mij voor dat hij rondkeek en mensen herkende. U hebt Hem gekruisigd met uw zonden. Dat gevecht van man tot man met dat korte zwaard.

Het was niet alleen een uiterlijke aanrading, zoals we net beleden hebben. Zwaard is een tweesnijdend scherp zwaard en gaat door de verdeling des mergs. Wil, je hart, je geest. Als God van dat zwaard gebruikt maakt, dan worden mensen doorstoken in het hart. Dat staat er ook in Handelingen 2. Doorstoken of doorboord staat daar in het Grieks.

Paulus: maar toen het gebod kwam, is de zonde weer levend geworden. Gestorven op het slagveld van vrije genade. Doorstoken door het zwaard van Geestes. Met een heerlijk doel. De Heere maakt dood maar maakt ook levend, zegt Hanna in haar lofzang. Hij maakt arm om rijk te maken.

Wisse: als de Heere het zwaard des Geestes gebruikt, dan is dat gedoopt in het bloed van Christus. Hebben wij zo weleens kennis gemaakt met het zwaard des Geestes? Er zijn mensen in kerkelijk Nederland die zeggen het hoeft allemaal zo niet. Je moet geloven. En dat is allemaal waar. Mensen worden aangespoord tot dingen die ze zelf niet kunnen. Maar de doodsteek op het slagveld van vrije genade ontbreekt.

Helm van papier. Schild van karton. Houten zwaardje van eigen makelij. Daarom is het nodig dat dominee de doodsstaat van de mens predikt. Maar we met het doel om levend te maken. Daarom broeder is het je taak om Christus te prediken. En biddend te doen. Om harten te verbreken maar ook te verbinden in hun smarten.

Als ik door dat zwaard verwond en gedood bent, en door de Geest levend gemaakt bent. Zoals de Heere Jezus verzocht werd zoals we kunnen lezen in Mattheüs 4 en door deze duivel verzocht werd. Heeft Christus het Woord geciteerd. En vluchtte de duivel. Maar dan moeten we er wel door geoefend zijn. Soldaat kreeg het pas niet op het slagveld uitgereikt. Heere Jezus geoefend in het Woord. Hij groeide erbij op.

2. Een genomen zwaard

Onderzoekt de Schriften. Dat geldt ook u. Het zijn de grote in het Koninkrijk die zo geoefend waren. Spurgeon zegt ergens van John Bunyan: als je zijn geschriften leest dan lijkt het alsof je de Bijbel leest. Hij is als een Bijbel. Dat er ‘Bibline’ bloed doorheen stroomt. Hij kan niets zeggen zonder het Woord te citeren. Neem zijn voorbeeld mee zo zegt Spurgeon. Houd aan in het lezen zegt Paulus tegen zijn geestelijke zoon Timotheüs.

Ik ben geen lezer. Dan moet je niet vreemd opkijken als de duivel op je aanvalt. Als je niet onderzoekt wat anderen door de bediening van het Woord door de Geest hebben geleerd. Houd aan in het lezen. Oefen jezelf met het zwaard van het Woord. Ijverig en bestendig.

Ga met de duivel niet discussiëren. Als zelfs Eva zelfs in de staat der rechtheid niet was opgewassen was, waar zullen wij blijven? Ga niet schermen met je bekering. De duivel weet van je zonden.

Als christen in Christenreis in de vallei van de verootmoediging komt ontmoet hij Apollyon. Verliest het zwaard. Hij schreeuwt tot God. En dan krijgt hij het zwaard terug en brengt de doodssteek toe.

Wederstaat de duivel en hij zal van je vlieden. Is dat niet vooral als de zonden je benauwt. Heere, hier staat het toch. Ik heb geen verdiensten. Heere, zou u het zeggen en niet doen. We kunnen het nooit met eigen wapens doen. Niet met eigen gerechtigheden. Niet met bevindingen al werkt God er niet buitenom.

Toen Ebenezer Erskine. Dominee, heeft u nog lichtstraaltjes. Geef mij woorden. Begrijpt u? Als wij erover in zitten hoe kan ik het Woord gebruiken, waar kan ik woorden vinden om de strijd tegen de boze aan te gaan. Laten we dan bedenken dat de Geest ingeeft ter rechter tijd. Om die moeilijke strijd te strijden tegen al die vijanden. Dat Hij het is dat God het Zelf is. En Hij doet wat Hem behaagt en voorspoedig maakt.

Dat mag voor een nieuwe dominee zijn troost zijn en pleitgrond. Dat een ware christen nooit alleen staat in de geestelijke strijd. Die het Woord Gods maakt tot een kracht Gods tot zaligheid.

Amen.

 

Woensdag 6 juli 2022 – Christelijke Gereformeerde Kerk Beth-El Katwijk-upon-Sea – ds. M.A. Kempeneers – Schriftlezing Efeze 6 vers 10-17