Natuurkundigen kunnen van alles vertellen over de wind maar wie kan het begin van een wind en het einde ervan verklaren? De wind is onnaspeurbaar. Het is de Heere Jezus die in het gesprek met Nicodemus het werk van de Heilige Geest in zondaarsharten vergelijkt met de wind. Jezus wijst op de noodzaak van de wedergeboorte. Het werk van Gods Geest is onmisbaar voor het geestelijk leven. Tegelijk is het zeer krachtig. Waar de wind is, is leven. Zonder wind is er geen leven. Zonder het werk van Gods Geest, de wedergeboorte, kunnen wij het Koninkrijk niet binnengaan, zelfs niet zien. Het is werk van Gods Geest dat de ogen opent.

Johannes 3 vers 8: ‘De wind blaast, waarheen hij wil, en u hoort zijn geluid; maar u weet niet, van waar hij komt, en waar hij heen gaat; alzo is een iegelijk, die uit de Geest geboren is’.

Het werk van Gods Geest in een zondaarshart is als de wind
1. Het werk van Gods Geest is onmisbaar;
2. Het werk van Gods Geest is zeer krachtig;
3. Het werk van Gods Geest is onnaspeurbaar.

1. Het werk van Gods Geest is onmisbaar

Gemeente, het waaien van de wind is voor ons mensen toch een raadselachtig verschijnsel. Want je voelt de wind wel, maar je ziet hem niet. Je ondergaat z’n kracht, kruinen van bomen zwiepen door, takken breken af en je kunt hem toch niet pakken. De ene keer waait de wind uit deze ene richting, dan uit een andere. Dan als een oceaan, dan als een zachte stilte. Natuurkundigen hebben hun verklaringen. Toch ongrijpbaar voor mensen. Waar steekt hij op, waar gaat hij liggen? We weten het niet.

Nu gebruikt Jezus dit beeld van de wind als het werk van Gods Geest in een zondaarshart. Jezus zegt tegen Nicodemus de wind blaast waarheen hij wil. En u hoort zijn geluid. Maar u weet niet vanwaar hij komt en waar hij heengaat. Alzo is een ieder die uit de Geest geboren is. In dit beeld van de wind legt de Heere Jezus allereerst open hoe onmisbaar het werk van Gods Geest in ons leven is. We letten ook op het verband. Het is niet de eerste beste waar Jezus mee in gesprek is. Nicodemus is een Farizeeër. Dat hij binnen het Joodse volk behoort tot de geestelijke leiders. Vanwege hun kennis en wetsgetrouwheid. Maar, en dat is het tweede, hij is niet zomaar een farizeeër maar hij is zeer voorname. Overste van de Joden. Hij maakt deel uit van het Sanhedrin. Hoog college van bestuur en rechtspraak. Hoog kijkt het volk tegen deze mannen op. Zij zijn de leidslieden. De echte kinderen en knechten van God. Die dicht bij God staan en thuis zijn in de Schriften. Die hoog geklommen zijn op de ladder van heiligmaking. Dat meent niet alleen het volk, erg genoeg dat vinden deze mannenbroeders eigenlijk zelf ook. Heel wat hoger staan. Het volk kent de wet niet. Dat zij toch zeker wel erfgenamen zijn van het Koninkrijk van God.

Jongeren, ouderen, het gaat in het Koninkrijk van God niet om wat wij denken van onszelf of wat anderen van ons zeggen. Maar het gaat erom wat wij zijn in de ogen van God.

[…]

Maar dat is niet zo. Daar is heel wat anders toe nodig. Dat je wedergeboren wordt. Dat je gewassen en gereinigd wordt van je zonen. En vernieuwd door de Heilige Geest. Vers 3. Voorwaar, voorwaar. Amen, Amen. Tenzij iemand wederom geboren wordt, hij kan het niet zien. Als Nicodemus er eerst niets van begrijpt, denkt opnieuw in de schoot van zijn moeder te gaan. Water en Geest. Water reiniging van zonden, Geest op vernieuwing van geest. Derde keer zegt Hij het. Het woord van twee of drie zal in aller mond bestaan. Zet maar een streep onder moeten. Wilt u het Koninkrijk binnengaan, dan is dit voor ons onmisbaar.

Jongeren, ongetwijfeld hebben je ouders tegen je gezegd wat je nodig hebt. Een nieuw hart nodig. Wie we ook zijn. Wij allen, van links tot rechts, we hebben allen hetzelfde nodig. De afwassing van onze zonden en de vernieuwing door de Heilige Geest. Doopformulier: kunnen het Koninkrijk binnengaan tenzij wij van nieuws geboren zijn.

Jezus gebruikt het beeld van de wind. Het is waar, het waaien van de wind is voor ons niet altijd prettig. Jongeren, op fiets naar school en dan tegenwind. Dan is dat niet aangenaam. Maar hoe onmisbaar is hij voor het leven op aarde. En dus ook voor het leven in Israël. Als die wind vanuit het Westen over de oceaan komt aanwaaien, dan zorgt die wind voor dauw en regen in Israël. Dat is nodig voor vruchten, voor de akkers. Stel dat die wind nooit zou waaien. Dan zou alles verdorren. Vruchteloos. Hoe onmisbaar is de wind voor bevruchting en bestuiving van allerlei gewassen. Hoe onmisbaar is ook de wind voor verversing en verfrissing van de wind. Een ding staat vast: zonder de wind is er op aarde geen vruchtbaarheid mogelijk. Geen wasdom. Geen groei.

Nou gemeente, dan hoeven we de lijnen maar door te trekken. Even onmisbaar. De Geest voor geestelijke groei. Ons hart van nature is afkerig, doods, onvruchtbaar voor God. Zeker, in het natuurlijk leven zijn we misschien druk bezig. Super actief. Ja, maar hoe zijn we nu ten opzichte van God? De Schrift zegt dat we van nature in geestelijk opzicht dood zijn. Het leeft niet. Het trekt niet. Paulus schrijft aan Efeze: gedenkt hoe u eertijds waart. Dood in de zonden en misdaden. En daarom gemeente, hoe onmisbaar is voor ons de Heilige Geest. Die ons van nature zo dode en kille hart levend maakt en vernieuwd. Het openmaakt en vernieuwt. God en Zijn Woord een levende werkelijkheid gaat maken. Een levende honger en dorst naar de Heere Jezus Christus. Hartelijk verlangen om voor Hem te leven.

Dat brengen vlees en bloed mij niet bij. Hier schieten zelfs onderwijs en opvoeding te kort hoe belangrijk ze ook zijn. Hiertoe is nodig de wind van de Geest dat die gaat waaien. In ons persoonlijk leven. In de kerk. Zoals de bruid in het Hooglied ervoor bidt. Kom Noorderwind, Zuiderwind, doorwaai onze hof. Bidt u het mee? Is dit uw dagelijks gebed? Voor uw kinderen en kleinkinderen. Voor de mensen onder ons volk die ten dode wankelen. Voor Israël. Wie geeft het? Niet je vader of moeder. Daar zorgt de Heilige Geest voor. Op het gebed wil Hij arbeiden en werken. De Heere Jezus zegt tegen de schare, indien dan u die boos zijt weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel meer zal de Vader de Heilige Geest die daarom bidden. Niet om dan maar lijdelijk gaat zitten afwachten. Daarvoor is het onderwijs niet bedoeld. Maar ootmoedig smeken. Och schonk U mij de hulp van Uwe Geest.

2. Het werk van Gods Geest is zeer krachtig

De wind blaast waarheen hij wil. Dat blazen duidt op zijn kracht. De wind kan een geweldige kracht ontwikkelen. Hele wolkenmassa’s neemt hij mee. Als u zeilt en de wind in de zeilen hebt dan gaat u voorspoedig mee. Zo ook in het geestelijke. Dan gebeurt er wat. Niet altijd dat er altijd een storm ontsteekt, om zo te zeggen. Ik denk aan Paulus die van het paard getrokken worden. Maar zo gaat het niet altijd. Het waaien van de wind kan ook door het zachte suizen van een wind. Heel stil, haast niet te merken. Dat u het zelf eerst niet in de gaten hebt. Een gebeurtenis zet u stil. Ach, wie zal alle gangen na kunnen gaan? De Geest gaat Zijn eigen soevereine gang. Zoals niemand beschikken over de wind kan niemand beschikken over de Geest. Ook voor de wind van de Geest geldt Hij blaast waarheen Hij wil. Hij is vrij. Hij is aan niets en niemand gebonden. Behalve aan de wil en het welbehagen van God. De Vader en de Zoon. Als zodanig werkt Hij ook krachtig en sterk. Hij wekt het van nature dode zondaarshart tot leven. Hij buigt onze wil. Hij zorgt voor bekering en geloof. Hij gaat niet slapjes te werk. Hij gaat krachtig voort. Waar Hij werkt wordt God een levende werkelijkheid voor u. God in Zijn heiligheid. Maar ook in Zijn liefde, genade en ontferming. Wie Hij is. Dat leidt altijd tot rechte kennis van uzelf. We raken de hoge gedachten van onszelf kwijt. We gaan meer ontdekken hoe boos en hardnekkig ons hart is. Onze onbekeerlijkheid. We gaan het niet langer goedpraten. Belijdenis op de knieeën: ik heb gedaan dat kwaad was in Uw oog.

Door de prediking laat Hij Christus voor u stralen. Die gewillige Zaligmaker. In Degene in wie alles is. Alles nodig hebt in Hem wat nodig is tot eeuwige zaligheid. Dat u alle gerechtigheid mist. Als u het probeert op te knappen alsmaar meer bij de handen afbreekt. Dan richt Hij u op Christus. Nu ken ik die waarheid zo diep als gewis dat Christus alleen mijn gerechtigheid is. Als u moet belijden: een stroom van ongerechtigheden had de overhand op mij. Als u niet weet hoe het verder moet. Dan wijst Hij u op het bloed van Christus. Reinigt van alle zonden. Ook van die zonden die u uzelf blijft aanrekenen.

Als u gevangen zit in de strik ja maar ik moet eerst heiliger zijn voordat ik naar Christus mag gaan. Nee niet eerst dit. Aan u valt niets op te knappen. Die gezond zijn hebben de Medicijnmeester niet nodig maar die ziek zijn. Dat ik Hem maar kennen. Hem de mijne weten. Van daaruit werkt Hij ook dat u die God gaat dienen. Hem verheerlijken. Uw hart en leven in Zijn dienst te besteden. Het krachtige werk van Gods Geest.

Wederom geboren, daar worden hele boeken over geschreven. Weet u wat het is? Uzelf verliezen en Christus winnen. Hij Koning wordt in uw leven. Gebroken. Al mijn gerechtigheden een wegwerpelijk kleed. Geen andere gerechtigheid overhoudt dan Christus alleen. U wordt tot niets en Hij wordt u alles. Het geloof in u doortrekt. Christus in het geloof omhelst. Met Paulus belijdt: al het andere schade en drek om de uitnemende kennis van Jezus Christus.

Johannes schrijft het in zijn eerste zendbrief, een ieder die gelooft dat Jezus de Christus is. Dan zie ik daar een jongere, een oudere, aangevochten misschien, tot Hem gaat. Die gelooft dat Jezus de Christus is. Een nieuwe wandel. Dan ga je niet wat mopperen. Als Christus gaat leven in je ziel door het werk van Gods Geest, dan verstomd het klagen en zeuren. En dan ga je zingen. Mijn hart o Hemelmajesteit is tot Uw dienst en lof bereid. Dit alles werkt niet een dominee, niet een kind van God maar Gods Geest. Daar mag u moed uit scheppen. U die met vele vragen zit. Hoe kom toch verder? Toch klaarheid? Die zekerheid van Job: mijn Verlosser leeft. Niet u in allerlei stemmingen proberen te komen. Sla uw oog naar boven.

Ja, zegt u: wil Hij dat ook in mij doen? Dat de Heere Jezus in mij verheerlijkt wordt in mijn binnenste. Ook vandaar die vernieuwing en die heiliging. Nou, wat heeft Hij tegen u gezegd? Tegen mij gezegd, zegt u? Ja. In het uur van uw doop. Toen heeft het geklonken: en als wij in de Naam van de Heilige Geest gedoopt worden, dan verzekerd Hij dat Hij in ons wil wonen en tot lidmaten in Christus heiligen wil. Ligt daar niet een geweldige bemoediging in voor de kerk? Wij worden niet geworpen op onszelf maar op Zijn spreken.

3. Het werk van Gods Geest is onnaspeurbaar

De wind blaast waar heen hij wil. Maar u weet niet vanwaar hij komt en heengaat. Alzo is een iegelijk die uit de Geest geboren is. Wie zal alle details van de wind kunnen zeggen? Niemand toch?! Als de wind altijd een vaste kant op woei, dan konden we zijn gang voorspellen. Maar zo is het niet. De wind gaat zijn eigen, soevereine gang. Die gang is onnaspeurbaar. Zo ook het volk van God dat zalig wordt. Gode zij dank dat er een schare zalig wordt.

De een door die weg, een ander een andere weg. In de jeugd geleid. De een komt plots tot de wereld, de ander geleidelijk. Er is een Samuël en een David. Een Petrus en een Johannes. Een Paulus en een Timotheüs. Het werk van Gods Geest is onnaspeurbaar. Maar wel zichtbaar. Je kunt de wind niet zien, niet pakken, maar je ondergaat hem wel. Je hoort wel zijn geluid en zo is het ook met de Geest. Al kun je Zijn gang niet narekenen, Hij wordt wel herinnert aan Zijn geluid.

Dan maak het niet uit waar je bent. Dan klinkt het gebed van de tollenaar omhoog. O God wees mij zondaar genadig. En weer maakt het niet uit, of je woont in China, Rusland, Amerika of in Putten. Maar wel die ene Naam. Jezus alleen. Een Naam heeft onze hoop. Je leven in Zijn dienst te geven. Hij wordt het doel van je bestaan. Wat wilt U dat ik doen. Hij werkt ook het ‘Abba’ Vader. Dat tere, vertrouwensvolle. Geest der aanneming door welke wij Hem aanroepen.

Is dit geluid er ook in Putten? Nog belangrijker: is het in uw, jouw en mijn hart? Ik ben een zondaar. U die gelooft is Hij dierbaar. Dat bindt samen. Dat werkt van die Ene Christus, van die ene Geest. Dan worden generatiekloven gedicht. Dan weet je allebei zondaar te zijn. Dan te dienen op de plaats waar Hij ons heeft gesteld. Dan eindigen we niet in onszelf maar in God de Vader, Zoon en Heilige Geest. In Zijn onnaspeurlijke weg. Dan kunnen wij Hem niet narekenen. Hoogten en diepten. Soms mag u levensschip in het zonnetje voortgaan. Soms zijn er stormen. Dwars daar doorheen gaat Gods Geest door.

Totdat al de Zijnen binnen zijn in het Koninkrijk hier boven. Dan zal alles duidelijk worden. Ook die krommingen in het levenslot. Dan zal openbaar worden dat God een volmaakt werk heeft gedaan. Dan zingen zij, het wordt hier op aarde in beginsel al gevonden, in God verblijd, aan Hem gewijd van ’s Heeren wegen. Amen.

 

Zondag 2 februari 2020 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. L. W. Ch. Ruijgrok – Schriftlezing Johannes 3 vers 1-21