De lofzang van Elizabet: het volle Kerstevangelie in een paar woorden
De lofzang van Elizabet is de eerste lofzang die er klinkt nadat de Engel Gabriël de komst van de beloofde Messias en Zijn voorloper, Johannes de Doper, aankondigt. Elizabet is vervuld van de Heilige Geest. Vanwaar komt mij dit dat de moeder van mijn Heere tot mij komt. Ze roept en jubelt het uit. Kerstfeest is het komen van Christus tot ons. Niet ik kom tot Hem maar Hij komt tot mij. Hij is gekomen, Hij komt en blijft komen. Waar Christus binnenkomt daar moet mijn eigen ik sterven om te leven door Hem. Laat u Hem nu, nu Hij tot u komt, niet staan voor de deur want dan zult u eenmaal zelf voor een gesloten deur staan? Nog is het genadetijd.
Lukas 1 vers 41 en 43: ‘[41] En het geschiedde, als Elizabet de groetenis van Maria hoorde, zo sprong het kindeken op in haar buik; en Elizabet werd vervuld met den Heiligen Geest. [43] En van waar komt mij dit, dat de moeder mijns Heeren tot mij komt?‘.
Gemeente, rond het Kerstfeest wordt er veel gezongen. Door heel ons land worden er honderden Kerstconcerten gegeven. Ieder koor van enige betekenis wil zich presenteren aan het publiek. Er is veel te zingen over het Kind van Bethlemen. Ook al zo bij de mensen rond de geboorte van de Heere Jezus. De een na de ander begint te zingen. God maakt een loflied los in hun hart. Is het u weleens opgevallen dat Elizabet ook een lofzang heeft gezongen? Zij gaat zelfs Maria en Zacharias voor. Haar lofzang is kort en bevat. Maar bevat in een paar woorden het volle Evangelie van Kerst. Ze staat doorgaans wat in de schaduw, aandacht gaat uit naar haar man Zacharias. Heel wat gebeurd de laatste maanden. Zacharias heeft te horen gekregen van de Engel dat ze een zoon zullen krijgen en de naam Johannes moet hij krijgen.
Je zou er toch niet uitgesproken over raken? Het bleef maandenlang stil in de priesterwoning. Het was een vreemde, beklemmende tijd. Ze konden eigenlijk geen woord tegen elkaar zeggen. Wat de mooiste tijd had kunnen worden in hun huwelijksleven werd juist de moeilijkste. Zacharias kon niet praten. Elizabet heeft alles in stilte moeten verwerken. Vijf maanden de deur niet uit. Zacharias stom omdat hij het woord van de Engel niet geloofde. Elizabet wel. Domper op de vreugde dat ze niet konden spreken. Zo lang naar uitgezien. Zo naar de geboorte van Johannes toeleven in een donkere, stomme tijd.
Misschien herkennen we er iets van. Mooiste in het leven en toch een schaduw. Huwelijksleven. Misschien aan het begin wel, alles van verwacht. Toch twee zondige mensen. Niet ik sta centraal maar de ander. Groeien naar elkaar toe. Hoe gaat dat na 25 jaar of 40 jaar. We kennen elkaar door en door. Wat is het een enorme zegen als je elkaar aanvoelt. In het geloof elkaar de helpende hand bieden. Samen de Heere dienen. Kan zijn dat je niet alles eens bent. Maar samen uitspreken. Samen op de knieën. Houd ons samen vast met Uw Vaderhanden.
Op een dag wordt die stille tijd verbroken. Onverwacht bezoek van nichtje Maria uit Nazareth. Maria, wat doe jij hier? Niet op gerekend. Ze had alle reden om eruit te breken. Droeg een geheim bij zich. In verwachting van Jezus, de Allerhoogste. De Engel had Maria een stille hint meegegeven. Ga niet alleen hier in huis zitten maar ga op reis naar Elizabet. Ze heeft er heel wat voor over. Een hele onderneming. Vergelijk het een beetje met de afstand tussen Amersfoort en Groningen. Niet de trein of bus kon Maria pakken. Zo’n drie dagen gereisd. Ze wil met dat stille geheim met Elizabet praten. Waarom wijst de Heere op haar? Wat heeft ze te zoeken bij zo’n oude vrouw, haar tante. God geeft haar als het ware een stoot in de rug. Dat het Woord waar is. Ze heeft in het geloof toevertrouwd.
Hoe kan dat nu? Maria heeft deze boodschap rechtstreeks uit de hemel gehoord. Wie heeft er nog een versterking nodig van mensen. Boodschap toch echt en puur. Met wie kan Maria spreken? Jij in verwachting? Jij en Jozef toch nog niet getrouwd. Hoe zit dat? En Jozef? Hij zou bijna Maria willen verlaten. Hij kan het niet begrijpen dat Maria in verwachting is en zeker niet van hem. Maria gaat in geloofszekerheid. Zoekt Elizabet op. Bij haar kan ik mijn verhaal kwijt.
Reken maar dat de spanning steeg toen ze dichterbij het huis kwam. Hoe zouden ze reageren? Ze kon ze niet eerst op de hoogte stellen. Hoe moet zij het uitleggen? We zien dat de Heere haar is voorgereisd. Het wordt in alle opzichten een grote verassing. Elizabet blijkt al volledig op de hoogte. Ze hoeft niet meer te zeggen. Maria gaat stap voor stap op de weg van geloofszekerheid. Maria, ga maar. Ik sta achter je. Dat mag ieder weten die op God vertrouwt vandaag de dag.
Mensen hebben elkaar nodig. Het is goed om van tijd tot tijd alleen te zijn. Van vier ogen mogen spreken. Meditatie. Eenzaamheid kan een gifbodem zijn van twijfel en verwarring. Wat kan een goed gesprek van een medechristen je opbeuren. Hebben we oog voor elkaar? Nemen we de tijd voor elkaar? Ouderen hebben jongeren nodig. Leeftijd valt weg. We kunnen van jongeren het enthousiasme en de spontaniteit leren. En van ouderen geloofservaring. God heeft ons niet voor niets aan elkaar gegeven. Dat voltrekt zich het wonder van de gemeenschap der heiligen. Als je dat zoekt, vindt je dat overal. Het wordt een wonderlijke ontmoeting. De Heilige Geest heeft Elizabet op de hoogte gebracht.
Het kind sprong van vreugde op in de schoot, in de buik, van Elizabet. Geen toeval. Zo als kleine kinderen staan te dansen en te springen als ze blij zijn. Johannes sprong van vreugde op als de moeder van Jezus binnenkomt. Wat een blijdschap is dat niet bij moeders als het leven gevoeld wordt. En wat een smart en verdriet geeft het als het ongeboren leven op een natuurlijke manier wordt afgebroken. God kent het leven, ook het ongeboren leven.
Gemeente, vergeten wij het nooit, laatst was de Mars voor het leven. Daarom zeg ik het nog maar eens. Ongeboren leven is voluit leven voor God. Wat springen wij in onze moderne, harde tijd toch wreed om met het ongeboren leven. Als ze worden geaborteerd, gedood in de moederschoot. God ziet dat, telt dat, Hij komt erop terug. Hier is meer aan de hand dan het voelen van leven. Johannes, de voorloper, reageert hier al op de komst van de Koning. Vraag niet hoe dat kan. Dat is het werk van de Heilige Geest. Hij zou vervuld worden met de Heilige Geest van de moederschoot aan.
Voordat Maria een woord uit kan brengen, wordt Elizabet met de Heilige Geest vervuld. Ze riep met luide stem uit: ‘gezegend ben je en de vrucht van je schoot’. Hele huis hoort het. Ze zingt niet haar eigen liedje maar door de Geest het loflied op God. Het wordt als het ware Pinksteren. De Heilige Geest neemt haar volledig in bezit. Door het geloof profeteert zij van Hem. Wat gebeurt er als ook wij vervuld mogen worden van de Heilige Geest? Dan worden we leeg gemaakt van onszelf en vol gemaakt van God. Van nature zo met onszelf bezig, vinden onszelf zo belangrijk. Heilige Geest maakt je leeg van jezelf, sterven aan eigen ik. Heilige Geest doet ons groot spreken van God. Zonder Hem kom je nooit tot het ware prijzen van God. Ons ik moet er tussenuit. Dan houden wij God over, dan houden wij Christus over.
Elizabet zingt. Waarover? Haar strijd, haar geluk? Nee. Ze heeft het niet over haar kind maar over het Kind in de buik van Maria. Niet fluisteren maar luid roepen. Publiek. Iedereen mag het horen. De Heilige Geest stuurt het naar een zeldzaam hoogtepunt. Waar heb ik dit aan te danken, zouden wij denken. Waar ziet zij het aan? Nu wordt een echo gemaakt. Kan zij door Maria heen kijken? Nee, de Heilige Geest heeft het haar geleerd. Ons kind is de heraut, Hij is de Koning. Niet om de moeder maar om Hem gaat het. Mijn Heere en mijn God. Kerstfeest is het feest van de komst van de Heere. God had het Oudtestamentisch beloofd. Hij komt naar ons toe. Hier komt Hij, mijn huis binnen. Deze Heere is God.
Jezus begon niet Zijn leven bij Zijn geboorte. Hij was er al voor de komst in de wereld. Hij is God uit God. Eer Abraham was, was ik. Ik ben er altijd geweest. Tegelijkertijd is hij zo verborgen in de schoot van Maria. Hij maakt zich zo klein. Van embryo tot volgroeide baby. De Heere legt hier Zijn eerste bezoek af. Dat is Kerst ten voeten uit. Dat de Heere zelf komt, zo laag afdaalt. Lager kan Hij niet afdalen. Hier komt Hij zelf. Hier staat ons verstand bij stil. Dit gaat ons verstand te boven. Hier kunnen wij alleen belijden en aanbidden. Gods eeuwige liefde in Jezus.
Zingen wij mee? Belijden wij het ook. Naast Elizabet gaan staan. Jezus kwam op dezelfde manier als wij. Geboren. Op dezelfde manier van het begin af aan overgedaan. Waar het bij ons fout is gegaan in onze ontvangenis en geboorte daar is Hij begonnen. Zo is Jezus ingegaan, neergedaald, in onze schuld en vloek voor God. Moeten we dan ook niet zeggen: waar heb ik dat te danken? Dat de moeder van mijn Heere naar mij toekomt. Ik kom er maar niet uit waarom naar mij. Ze belijdt haar onwaardigheid. Verwondering en ootmoed gaan hand en hand. Ze had ook kunnen zeggen, Heere u bent precies op het goede adres. Ik had erop gerekend. Had ze niet een leven achter de rug van trouw aan de Heere.
Hoort u niet die ootmoed, dat klein denken van zichzelf? God heeft Zich in Zijn eeuwige liefde tot haar gewend. Hebben wij het verdiend? U en ik hebben het er allemaal niet naar gemaakt. Moeten u en ik niet bekennen dat wij niet waardig zijn. We denken vaak heel wat van onszelf. Het komt mij toe, ik heb het verdiend. Maar als God naar ons toekomt, dan vallen al onze verdiensten ons uit handen. Als we zouden verdienen, dan de dood. Want de zonden verdienen de dood. In de diepte van de verootmoediging wordt ook het wonder van het geloof geboren. Waar heb ik het aan te danken?
Kerstevangelie in een notendop. Niet ik kom tot Hem maar Hij tot mij. Het is niet genoeg te weten dat de Zaligmaker geboren is. Maar ook weten dat Jezus mijn Zaligmaker is. Dat Hij nu voor mij, verloren zondaar, is gekomen. Hoe komt het ook in ons leven tot een echte ontmoeting met Christus? We kijken uit naar de feestdagen. Gaan op bezoek of ontvangen bezoek. Of u bent mistroostig: er komt al jaren niemand. Leeg en donker staren die dagen elkaar aan. Iedereen heeft elkaar maar ik heb vrijwel niemand. Komt er nog wel iemand langs? Soms komt er wel iemand langs maar die zijn alleen maar druk aan zichzelf, geen oog voor jou. We gaan wel naar de kerk, we willen niet overslaan, maar weten toch wel wat er komt. Maar gemeente luister, weten we Wie er komt? Christus komt. Verwachten we Hem? Als Hij komt en aanklopt op de deur van uw hart.
Hij komt en blijft komen. Wat Hij verwacht, een open deur. Wat een geduld, wat een trouw van Hem. Hij komt niet ons een heel eind tegemoet en dat wij het laatste stukje zelf moeten doen. Dat leert het heidendom overal in de wereld. Dat zegt de Islam en alle andere godsdiensten buiten God. Jezelf acceptabel maken. Nee, de touwladder van Gods liefde wordt neergelaten tot op de bodem van ons leven. Jezus is helemaal afgedaald tot de bodem van die put. Hij kan daar komen en Hij is daar gekomen waar geen mens ons kan bereiken. In de diepte van schuld en dood. Hij komt over alles heen. Ik kom tot u. Dan breekt ons hart voor de eerste keer en altijd weer opnieuw. Ons hart stroomt vol van Zijn liefde.
Waar Christus binnenkomt daar moet mijn eigen ik sterven om te leven door Hem. Hij komt tot mij, Mijn Heere. Wat een strijd kost dat niet om te komen tot die belijdenis: mijn Heere dat bent U. Hier zitten veel ouderen mee en ook jongeren. Niet altijd duidelijk en vanzelfsprekend. Steken voor de drempel van toe-eigening. Hoe kom ik over die drempels heen? De Heere is het die mij erover heen tilt. Tot mij. Ik zocht Hem al zo lang maar vond Hem niet. Die harde man, tot Hij mij te sterk werd. Vol twijfel die de boot afhouden. Wat een Evangelie voor mensen die maar niet tot God kunnen komen. Zou God er wel zijn? Hij lijkt wel zo ver weg. Van binnen alles overhoop. Hij komt overal doorheen en overheen. Ook als je verbitterd bent door eenzaamheid of verstrikt in één zonden. Je komt er niet uit. Je bent bang voor God, bang voor jezelf, bang voor de toekomst. Wat er ook is gepasseerd. Voor Hem ben je nooit te ver weg. Hij komt over iedere kloof heen.
Gemeente, dan laat U hem toch niet staan? Voor een gesloten deur. Hij wacht op antwoord. Hij wil dat antwoord graag zo snel mogelijk hebben, kan geen uitstel leiden. Want wie de Heiland zo voor een gesloten deur laat staan en toch maar laat kloppen en geen antwoord te geven, komt zelf eenmaal voor een gesloten deur, poort te staan. Poort voor eeuwig dicht. Wanneer is dat? Als de tijd van genade voorbij is. Hoor. Hij komt weer, Hij houdt vol. Hij is opgewassen tegen mijn verzet. Jezus komt nooit met lege handen. Waar Hij komt komt Hij niet met lege handen. Hij heeft op alles gerekend. Alles wat ik nodig heb in leven en sterven. Genade, troost, vrede, hoop, blijdschap, moed en kracht om te leven.
Hij komt maar niet één keer maar altijd weer opnieuw. Daarom hebben we nodig Advent en Kerstfeest te vieren. Dan wordt het echt Kerstfeest. Dan gaan we met Elizabet meezingen. Waaraan heb ik dit te danken dat Hij komt tot mij. Hij kwam tot mij, ja Hij kwam voor mij en nu is Hij eeuwig van mij. Ik ben eeuwig van Hem en Hij van mij. Mijn God u zal ik eeuwig loven. Amen.
Zondag 16 december 2018 – De Stulpkerk Lage Vuursche – ds. L. Kruijmer [emeritus predikant, Veenendaal] – Lukas 1 vers 41 en 43