Bij de profeet Hosea klinkt het oordeel. Het volk van Israël keerde zich van God af. Als gevolg daarvan trekt God Zich ook terug. Maar niet definitief, Hij geeft een belofte om terug te keren totdat het volk terugkeert. Na de zondeval had God ervoor kunnen kiezen om nooit meer naar de mensheid om te zien. Maar Hij gaf Jezus Christus, Hij is de leeuw uit Juda’s stam. Hij kwam als een Lam dat de zonden der wereld weggenomen heeft. 

Hosea 5 vers 15: ‘Ik zal henengaan en keren weder tot Mijn plaats, totdat zij zichzelven schuldig kennen en Mijn aangezicht zoeken; als hun bange zal zijn, zullen zij Mij vroeg zoeken‘.

De Heere keert terug totdat het volk terugkeert

  1. De Heere keert terug;
  2. Totdat het volk terugkeert.

1. De Heere keert terug

Gemeente, bent u weleens teleurgesteld geweest? Teleurgesteld in dat familielid, die collega. Teleurgesteld in dat gemeentelid. Jongelui, in die vriendin, vriend voor wie je door het vuur ging totdat er een kink in de kabel kwam en je nam afstand. Vanavond is het de Heere die afstand neemt. Na de eerste drie hoofdstukken. Hosea moest trouwen met een hoer. Was een beeld. Afhoereert de vrouw van Hosea telkens met andere mannen ervan doorging. Kocht op de slavenmarkt. Daarna Hosea afstand van Gomer. Zo neemt de Heere afstand.

Brengt het in rechtszaal. Er is geen trouw meer in dit land zo lezen we in het eerste vers van hoofdstuk 4. Bekende woordenpaar. Goedertierenheid en weldadigheid. Rijk aan goedertierenheid en trouw. Precies zoals God is, is het volk niet. Geen kennis in het land zo eindigt hoofdstuk 4. Wat een aanklacht.

Jongens en meisjes, het is net zoals rekenen en taal. Je kunt niet meteen de tafels opzeggen en begrijpend lezen. Zo ook kennen we de Heere God niet. Net zoals je de tafels moet leren kennen, zo God leren kennen. Want we kennen God niet meer.

Kennen gaat verder dan kennen. Huwelijk elkaar bekennen, gemeenschap met elkaar hebben. Dat is het woord. Geen kennis meer van God is. Geen ruimte meer is voor stille tijd. Dan komt er ruim baan voor allerlei zonden in ons leven. Lees maar verderop in hoofdstuk 4. Stelen, overspel, liegen. De Tien Geboden worden met voeten getreden. Misschien denkt u dat gaat nog aardig goed in mijn leven als ik de Tien Geboden op zondag hoor voorlezen. In Schiedam bezig met 16+ groep komen we erachter dat er veel meer in die Tien Geboden staat dan we dachten. Welke woorden spreken we? Hoe ga je om met de ander? Hoe kleed je je? Hoe werk je? Alleen voor jezelf of ook nog voor de ander. Er is niemand die goed doet. Daarom treurt het land zegt Hosea. Zelfs de dieren lijden eronder. De hele schepping zucht. Niemand beruste. Laat niemand een ander ter verantwoording roepen. Dat weten we zo goed wanneer de ander fout zit. Wie met een vinger naar de ander wijst, wijst met drie vingers naar zichzelf.

De priesters, de koning. Dat tussenstuk dat we niet hebben gelezen. Hun schilde. Vers 18. Houden van het woord geef. Uitbuiting. Priesters die overdag de offers brengen, zullen vallen bij nacht. Zij zullen er voor verantwoordelijk worden gehouden de priesters en profeten dat het volk zonder kennis is. Wat een aanklacht. Zij ervoor moesten zorgen dat de offers er waren voor minder zonden maar juist meer. Een waarschuwing voor leiders in onze dagen. Gezinnen. Christelijke organisaties.

De leiders niet onderwijzen uit de Thora. Hoererij. Wijn. Most. Ze nemen het hart in beslag. Dat is precies waar de boze mee bezig is. Misschien wel meer dan ooit. Onze harten in beslag nemen. Hoofden vol maken. Zodat er geen ruimte is voor die Ene.

Hoeft er niet oud voor te zijn. Jongelui, je mocht een filmpje kijken. En daarna eten. Kwartiertje. Toen ging je vader in gebed, of jij. En terwijl je aan het bidden was, waren je gedachten nog bij het filmpje. Het leven is ingewikkeld geworden. Prikkels meer geworden.

Net als Gomer. Aan banden, bezet. Kan niks meer bij. Je wilde de Heere dienen, maar begon met het ene. Begon met die serie. Alcohol niet meer laten staan. Toen belandde je op die site. Zit je hier vertroebeld in gedachten. Lukt het niet je aandacht erbij te houden. Godsdienst genoeg. Op elke hoek een altaar. Leveren zich uit aan satanische machten. Geest van hoererij heeft hen misleid. Vers 12. Kreeg grip op hun hoofd, gedachten, emoties.

Hoofdstuk 5 vers 4. Geest van hoererij is in hun midden. Afgodische offerdiensten heel normaal. Van jongs af aan bezet, gehersenspoeld. Normaalste zaak dat je je kleedde dat een ander erdoor geprikkeld werd. Van buiten godsdienstig, van binnen goddeloos. Ondertussen trok God zich terug. De grote Ik ben.

Zo begint het tussendeel. Ik zal over uw dochters geen bezoeking doen. Niet meer naar hen omzien. Wat een aanklacht. Hoofdstuk 4 en 5 een grote aanklacht. God trekt Zich terug om niet langer in Zijn liefde gekwetst wordt. Niet zomaar. Maar nadat Hij zo lang gebazuind heeft, op de Sjofar heeft geblazen. Menigmaal haar achterop kwam om haar terug te winnen.

Ga naar die vrouw. In hoofdstuk 3 ga wederom heen om Gomer’s losser te zijn. Ik verscheur wat verscheurd is. De huwelijksakte die ontbonden is, door al het overspel van mijn volk, Ik zal gaan. Tot Mijn plaats. Waar Ik niet meer in Mijn liefde wordt gekwetst. Waar Ik Zelf ben, de Zoon is, de Geest is.

Waar God Zich terugtrekt blijft de godverlatenheid over. Aan de vijand overgeleverd. De grote Ik ben is er niet meer. Wie Zich niet tot Hem bekeert. Er zal geen Redder zijn zegt de Heere.

2. Totdat het volk terugkeert

Want gemeente hoe verder u komt in het boek Hosea hoe donker het wordt. Laatste profeet in het tienstammenrijk voordat ze worden weggevoerd. Het wordt donkerder, duisternis. Je zou het niet zeggen maar juist in die duisternis zit genade. In dat oordeel. Hij had gelijk, had een definitief einde kunnen maken aan Zijn volk, van ons allemaal sinds de Hof van Eden. Die Zich allemaal van Mij afhoereert.

Wat een wonder dat er geen punt staat maar een komma. Wat geeft dat ene woordje hoop. Geeft aan wie er aan zet is. Dat is niet Hij maar zij, wij. Wij kunnen zo in beslag genomen worden. Maar laat je leven niet voorbij gaan als een film. Baby te jong. Peuter veel te speels om aan God te denken. Puber veel te onrustig. Jongvolwassene, als dertiger, veertiger veel te druk, als vijftiger, zestiger veel te moe, en dan zoveel zorgen. Ik heb teveel zorgen om nu aan God te denken. En dan te oud. En dan te laat. Gemeente zo zal het toch niet zijn? Vandaag is het de tijd om aan God te denken. En wie Hem zoekt zal Hem vinden.

Zo staat het er niet. Hoofdstuk 5. Maar zullen Hem niet vinden. Wat een ontdekking. Je gaat pas zoeken als je iemand kwijt bent. Dan erachter dat de Heere buitenstaat. Mijn geliefde vond ik niet. Door mijn dubbelleven, plaatste ik God buiten mijn leven. De Geest al bij de doop gegeven. Dachten door schapen en runderen te offeren. Zocht hulp bij Assyrië. Koning. Koning kemphaan. Strijder. Stelde de Heere hem voor als een leeuw. Jonge, felle leeuw.

Die ken je ook wel. Als je in de dierentuin bent, hoop je dat je hem zult zien. Koning van de dieren. Wat een aangrijpend beeld. Ook vertroostend, daar zullen we straks op terugkomen. De profeet Amos vergelijkt het spreken van de Heere als het brullen van een leeuw. En Hosea vergelijkt het ook als een leeuw.

Klaagliederen. Loeiende leeuw. Die zich terugtrekt. Misschien herken je het wel in je eigen leven. Fluistert in je oren met liefelijke stem. Komt allen tot Mij. En als je niet luistert, dan die bulderende stem. Als je nog niet luistert, trekt Hij Zich terug. Zij gingen heen in ballingschap en Hij trok Zich terug.

Totdat zij bekenden dat ze schuldig waren. Ik ben Uw gramschap dubbel waardig. Niet meer kwamen met volle handen met offers, maar met lege handen. Zijn aangezicht zochten. Wat een belofte. Als hun bange zal zijn. Wie zou niet bang zijn als je eerlijk verootmoedigt voor God. Wie zou dan niet bang zijn?

Dan zullen ze Mij vroeg, dat betekent ernstig zoeken. Met de verloren zoon belijden ik ben niet waard Uw zoon genaamd te worden, maak mij Uw huurling. De Heere had het er al bij gezegd na die tijd van afzondering. Hosea 3 vers 5. Zullen de Heere gaan zoeken. Zich omkeren. Terugkeren. Naar Vorst Messias.

Als zij omkeren, dan zal Ik omkeren. Dat was de boodschap. Kom zegt Hosea het volk voor. Hosea 6 het eerste vers. Kom is in het Hebreeuws hetzelfde woord als heengaan in het vijftiende vers. Hosea neemt dat woord over. Kom, laten wij wederkeren. Niet morgen. Vandaag, vanavond.

Hij heeft verscheurd, maar zal genezen. Wat een Evangelie voor wie zichzelf niet kan genezen. De leeuw uit Juda. Terugkeert naar Zijn Vaderhuis. Hij heeft verscheurd en zal genezen. Hij heeft geslagen en zal ons verbinden. Hij is zo anders dan die tegenstander die zoekt om te verslinden. Hij brult om ons te doen terug te keren. Hij is niet een leeuw die zomaar in woede ontsteekt.

In Zijn terugtrekken toont Hij Zich de genadige. Tot vier keer toe in Hosea 6: Hij zal. Wat een profetie. Het is bijna Advent. Na twee dagen levend maken. Op de derde dag. Dan zullen wij voor Zijn aangezicht leven, niet sterven maar leven. Zelfs door de ballingschap heen. Dan zullen we kennen. Dat was precies wat eraan ontbrak. Wij vervolgen de Heere te kennen. Niet meer verstrikt in achterop raken.

Meer van proeven en smaken. Zijn uitgang, einde van hoofdstuk 3. Zijn verschijning staat vast. De morgen ach wanneer. Wat zag Hosea ernaar uit. Dat de Zon der gerechtigheid zal opgaan. De duisternis zou openbreken. Hij is ondanks dat er geen plaats voor Hem was, teruggekeerd naar deze aarde. Uit het hol van de leeuw is een Lam gekomen.

Als dat geen genade is. De jongelui weten dat ook. De leeuw uit de stam van Juda. Volgende week gaan we er weer over nadenken. Johannes: zie het Lam van God. Met Zijn enige zoenoffer. Johannes 1 vers 17. Goedertierenheid en trouw. Niemand heeft ooit God gezien. Hij maakte Zich bekend in het hol van de leeuw als een Lam bij Zijn woning. Bij het huis van Zijn Vader keerde Hij de tafels om, dreef de dieren weg. Hier is uw Koning. Liet Hij Zich binden om ons te ontbinden.

Hij sleept het weg het kwaad, onze zonden. Tot op de bodem van de hel en verscheurd. Die brullende leeuw die altijd verslindt verslagen. En nu geldt het Evangelie. Als iemand zichzelf niet kan bevrijden, gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak, een Advocaat bij de Vader. Voer Hij op naar de hemel. En komt Hij weer.

Bijna Advent. Hij komt. Staat vanavond aan deur. Komt tot Mij allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.

Amen.

 

Eeuwigheidszondag 24 november 2024 – Fonteinkerk Hersteld Hervormde Gemeente Benjamin Katwijk-upon-Sea, Holland – ds. L. Krooneman – Schriftlezing Hosea 4 vers 1-13, Hosea 5 vers 13-15 en Hosea 6 vers 1-3