Christus, de Gezalfde, is de priester naar de ordening van Melchizédek. Melchizédek was priester en koning, kwam plotseling op en verdween plotseling. Maar zijn ambt bleef. Christus is de meerdere Melchizédek. We horen over Zijn Persoon en Zijn werk. Hij is de Hogepriester die nu biddend strijd voor hen die door Hem tot God de Vader gaan.
Hebreeën 7 vers 17: ‘Want Hij getuigt: Gij zijt Priester in der eeuwigheid naar de ordening van Melchizédek’.
Christus en Melchizédek
- De Persoon van Christus;
- Het werk van Christus.
1. De Persoon van Christus
Gemeente, ik denk dat het allemaal overbekend voor u is dat Christus betekent de Gezalfde. Zo leren de jongeren dat op Catechisatie, in elk geval in Schiedam. Profeet, Priester en Koning. Ik noemde het net al in het gebed. Hoogste Koning. Hoger dan de engelen. Hoogste profeet, belangrijker dan Mozes. Hoger dan de hoogste priester Aäron. Priester tot in eeuwigheid.
Psalm 110. Niet de meest bekendste Psalm. Maar wel meest geciteerd in het Nieuwe Testament. Mattheüs 26. Eerste vers citeert Christus. En dan scheurt de aardse priester scheuren. Zit Goddelijke leiding achter. Op dat moment plaatst de hemel de echte Hogepriester in het midden. Die aardse hogepriester scheurt zijn kleed uit wanhoop. En doordat dat kleed valt komt de Hogepriester in het midden te staan.
Hebreeërschrijver schrijft aan de Hebreeën. Joodse Hebreeën. Priester naar de ordening van Melchizédek. Brengt ons terug naar de tijd van Abraham. Eind van vorige hoofdstuk eindigt met dat verbond met Abraham. Voor Mozes en Aäron. Waar komt Melchizédek vandaan? Genesis 15. Abraham keert terug. Deze Melchizédek geeft brood en wijn en de zegen van de Heere. Abraham denkt alleen te zijn in Kanaän. En plotseling is er nog een.
Plotseling is hij daar en plotseling is hij verdwenen die Melchizédek. Abraham geeft tiende van de buit aan hem. We lezen er van, in de Psalemn, en dan hier in Hebreeën. Hij was koning en priester tegelijk. Dat is opvallend, in het Oude Testament kon je een ambt vervullen. Hij was koning van gerechtigheid. En koning van Salem. Horen we het woordje Sjalom in.
En dan lezen we hij was zonder vader en moeder. Hij had die waarschijnlijk wel maar aan ons niet bekend gemaakt. Dat is opvallend. Van iedere priester een geslacht gemeld. Van Melchizédek hebben we geen stamboom. Priester van de Allerhoogste God. Ook dat is weer opvallend. Aäron was priester van God. Melchizédek voor God. Van God is hij verdedigt de mensen bij God. Maar priester voor God vertegenwoordigt God voor de mensen.
Melchizédek was het slechts op papier. Maar Christus was het in levende lijve. Priesters dat weet u uit de stam van Levi. Christus wel Priester maar Zijn Vader niet. Priester naar de orde van Melchizédek. In het Grieks nog ingewikkelder, een lange zin. Vers 1-3. Maar dat woordje blijft het hoofd werkwoord. Maar wat is dat een troost. Voor die Joodse christenen die het zo moeilijk hadden. Die tempel verwoest zeventig jaar na Christus.
Ze hadden zich beroemd op Abraham. We hebben Abraham tot een vader. Levitische komen en gaan. Maar een priester naar de orde van Melchizédek blijft aan. Ik zal ook opstaan zegt Christus. Ook nog meer dan Melchizédek. Hij is niet alleen een profetische priester, Mozes en Aäron samen, maar ook nog priester koning. Daarom zegt die menigte met Palmpasen gezegend is Hij die komt in de naam des Heeren.
Aanmerkt hoe groot deze is geweest. Zelfs dat Levi hem in de schoot van zijn voorvader Abraham heeft erkend. Hoeveel meer is Hij aller hulde waard van wie Melchizédek nog maar een schaduw is. En die Melchizédek die Abraham zegende. Hoeveel meer. Ziet u hoe wonderlijk het boek in elkaar zit. Zit alleen maar de Heilige Geest achter.
Hoofdstuk 6 vers 14. Die zegen. Zegende zal ik u zegenen. Vermenigvuldigende zal Ik u vermenigvuldigen. Nu gaat Aäron die zegen niet vervullen maar Melchizédek. De Heere belooft de zegen. En in hoofdstuk 14 krijgt hij de zegen door Melchizédek. Zo zien we dat Christus niet alleen als profeet en priester moest zijn maar ook koning, priester koning.
Melchizédek is er als persoon niet meer. Maar zijn ambt is. Onze kerntekst [red: vers 7] zegt hij is er niet meer. De oproep om te zien op deze Jezus. Merkt tot op hoe groot Hij is. Dat hebben we blijkbaar ook nodig. Die Hebreeën ook die allerlei beproevingen en verzoekingen hadden te doorstaan. Die Melchizédek die gerechtigheid brengt.
Zacharia: verheug dochter van Sion, juich. Zie uw Koning zal tot u komen. Hij is een Heiland. Rechtvaardig. Wij weten uit Gods Woord dat wij niet meer rechtvaardig zijn. Niemand meer die van huis uit de Heere God nodig heeft. Niet alleen gerechtigheid maar ook vrede. Koning van de sjalom. Dat is een andere vrede dan de afwezigheid van oorlog.
We lezen in de Hebreeënbrief dat we door onze zonden de vrede met God hebben verstoord. Ik de vijand van Hem. Daarom iemand nodig die vrede maakt en vrede geeft. Dan zegt Paulus in de Efezebrief dat Hij mijn vijandschap aan mijn Schepper gebroken. Hij is het die de vrede brengt.
2. Het werk van Christus
Ik weet niet hoe het bij u is, maar wij weten uit de Bijbel dat Hij die vrede brengt. In die verzoende relatie met God als wij komen aan Zijn voeten. Als ik het aan Catechisanten vraag, dan hebben ze het vaak over vroeger. Maar wij leven nu. De Bijbel is een levend Woord. Hoofdstuk 8 hoort er nog bij bij deze cyclus. Hemelse tabernakel. Niet zoals een aardse tabernakel. Een, niet die tweeduizend jaar geleden, maar zich nu met ons bezighoudt.
Misschien herkent u het wel. U kwam tot geloof. Maar dan gaat het leven verder en dan zo’n last van het oude ik. Petrus heeft er ook last van gehad, grote woorden gesproken. Maar Jezus had toch al daarvoor gesproken: satan heeft u zeer begeerd te ziften als de tarwe maar Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoude.
Zo gebeurt het in de hof van Gethsamené als Jakobus, Johannes en Petrus in slaap vallen. Biddend strijdt als priester. Als de lijdende Knecht. Toen als Priester. Nu strijd Hij nog steeds als Koning, als Priester-Koning. Blijft tot in eeuwigheid. Hebreeënschrijver: Vader heeft het gezworen. Bij het Levitische priesterschap werd niet gezworen, maar bij Melchizédek wel. Waar de aardse tempel in het jaar 70 na Christus verwoest werd.
We zien alles veranderen. In samenleving, politiek, wereldgebeuren. Er is een gezang: Alles wisselt op Zijn wenken, maar Hijzelf verandert niet. Daarom omdat Hij volkomen kan zaligmaken die door Hem tot God gaan. Volkomen. Niet door de wet. Die zegt altijd tekort. En niet door Aäron. Maar wel in Melchizédek. Onze volmaaktheid ligt in Hem. Ze hebben Christus leren kennen. Dachten het met Johannes bent U het wel of verwachten wij een andere? Misschien u die twijfel wel.
Volkomen. Eenmaal voor eeuwig. Hij wil ons de zekerheid geven in het hart. Dat Hij ook voor u die volkomen Zaligmaker is. Hij zal zelfs bij het naderen van de dood volkomen uitkomst geven. Vers 25, ook om te onderstrepen. Omdat Hij altijd leeft om voor hen te bidden. Voor wie deed Hij dat? Voor die door Hem tot God gaan. Hogepriesterlijk gebed. Dat deed Hij en doet Hij nog steeds.
Hier in de stilte in de kerk. Als we een deur verderop zouden horen, dan zouden we het horen. Jezus biddend lijdt en Jezus biddend strijd, dat is daar nu. Cyclus. Als u verder leest in de brief. Medelijden heeft met onwetenden en dwalenden. En zo keek Jezus Petrus aan. Met ogen vol ontferming. Petrus, Petrus. Jezus kijkt hem niet alleen aan maar bidt ook voor hem. Ook voor u.
Belijden met de Catechismus: Dat Hij met Zijn bidden tussentreedt bij de Vader. Als ik ontrouw ben. Draagt Hij mij mee bij de voorbidding bij de Vader. Merk toch op hoe groot Hij is. Dat kunnen we nooit genoeg opmerken. Hij heeft het niet alleen doorgemaakt, we lezen in de Bijbel dat de Vader Hem ziekgemaakt heeft. Hij heeft het niet alleen meegemaakt maar drukt ook die zieke, die stervende aan het hart van de Vader. De handen die doorboord
Calvijn zegt het zo mooi: De ogen van de Vader trekt Hij zo naar Zijn eigengerechtigheid dat Hij ze, de ogen van Vader, afwendt. Zo’n Middelaar hadden wij nodig. En een die vandaag Zijn kracht laat zien en merken. Zo’n Hogepriester hebben wij niet alleen nodig, maar zodanig hebben wij. Gezeten aan de rechterhand van de Vader. Zo komt Hij vanmiddag weer naar u toe. Niet alleen als de meerdere Mozes. U hebt de woorden van het eeuwige leven. Tot wie zullen wij anders heengaan? Ook als de meerdere van Aäron. Pleitend op Hem. Maar ook de meerere Melchizédek. Vaak in aanvechting en strijd. Hebreeën weten er alles van. Verzoekingen en beproevingen.
Zo lezen we in hoofdstuk 8. Een Middelaar van een beter verbond. Voortreffelijker bediening gekregen. Een beter verbond dat horen we Christus zeggen. Dat horen we Hem zeggen op de vooravond voor Zijn sterven. Met brood en wijn. Dat is Mijn lichaam, het bloed. Van het Nieuwe Testament. Dat voor u vergoten wordt. Wat de Heere al tegen Abraham had gezegd. Hoofdstuk 8. Een nieuw verbond, een beter verbond.
Vanmiddag komt Hij zelf zegenend nabij. Zoals die priester koning. Met die belofte erbij: hoofdstuk 8 vers 10. Ik zal u tot een God zijn, en u Mij tot een volk. Wat een uitnodiging. Om u de zegen te geven. Om uw tienden te geven. Niet letterlijk maar veel meer geestelijk. Hem te erkennen. In wie God u genadig wilt zijn. Stenen hart een vlezen hart geven. Hem toevertrouwen. Waarom zou iemand achterblijven?
Amen.
Vijfde lijdenszondag 19 maart 2023 – Rehoboth Hersteld Hervormde Gemeente Voorschoten – ds. L. Krooneman – Schriftlezing Hebreeën 7 vers 1-28