De apostel Petrus wijst in zijn eerste zendbrief naar de Heere Jezus Christus die de levende Steen is. Hij is de Hoeksteen waarop het geestelijk huis, het Koninkrijk van God gebouwd is. Wie in Hem gelooft, wie op Hem bouwt, die is net als Hij een levende steen. Heeft u al geproefd en gesmaakt dat de Heere goed is? Is het al uw verlangen helemaal van Hem te leven en helemaal voor Hem te leven? Wedergeboren tot een levende hoop. Een koninklijk priesterdom. Een heilig volk. Dat God Zich tot Zijn eigendom maakte.
1 Petrus 2 vers 4 en 5: ‘[4] Tot Welken komende, als tot een levenden Steen, van de mensen wel verworpen, maar bij God uitverkoren en dierbaar. [5] Zo wordt u ook zelven, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterdom, om geestelijke offeranden op te offeren, die Gode aangenaam zijn door Jezus Christus‘.
Een levende Steen en levende stenen
1. De levende Steen;
2. De levende stenen.
1. De levende Steen
Gemeente, jongens en meisjes, het is fijn dat jullie vanmiddag meekijken. Ik heb eerst een vraag voor jullie. Toen je een baby was, wat deed je toen? Je weet het niet maar je ouders wel. Luier vies maken, huilen en drinken. Hoe sneller je dronk hoe sneller je groeide. Als je nu een kind van God bent hebt je eten en drinken nodig. Uit de Bijbel, het Woord van God. Daar luisteren we naar.
Zo spreekt Petrus ze aan. Pasgeboren kinderen. In vers 3 en 23 van 1 Petrus 1. Opnieuw geboren tot een levende hoop. Nu gaat Petrus in dit tweede hoofdstuk uitleggen wat dat betekent in het dagelijks leven. Juist in crisistijd. Alle vlees is als gras. Maar het Woord van de Heere blijft tot in der eeuwigheid. Dat Woord is gekomen tot de christenen in Klein-Azië. Vroeger kenden ze het Evangelie niet maar nu laat het hun niet meer los.
Een Man van smarten gekomen. God de zonden op Hem gelegd. God verzoend, de duivel vertreden. Voor mensen die naar Hem niet vroegen. Dat Evangelie heeft hun veroverd. Redelijke melk te verlangen. Onvervalste melk van het woord. Zoals een baby verlangt naar melk. Naar moedermelk. Zo spreekt Petrus in hoofdstuk 1 van het zaad van de wedergeboorte. Het eeuwige Woord van God dat is het middel dat de Heilige Geest gebruikt. Dat is ook het beetje voedingsmiddel voor de pasgeboren kinderen.
In 1 Korinthe 3 wordt melk tegenover vast voedsel gezet. Die lading heeft het hier niet. Niet slechts beginnersvoedsel maar noodzakelijk voedsel. Voor iedereen die geproefd heeft dat de Heere goedertieren is. De Heere Jezus Christus, de Man van smarten, die opstond uit de dood. Heeft Hij al smaak en kleur je voor je gekregen? Al rood en blank voor je geboren. Leg dan het kleed van de zonden, alle vuilheid, alle slechtheid, alle bedrog. Het woordje bedrog staat tegen over onvervalst.
Het is onmogelijk om uit dat leven te leven en de zonden toe te laten, te laten botvieren. De zonden verziekt dat leven. Huichelarij, jaloezie, roddel. Kom nu opnieuw naar Hem toe. De opgestane was tot hen gekomen door middel van dat Woord van Petrus. En ook tot u die vanmiddag meekijkt. Hij heeft hen geroepen zoals Hij u ook geroepen heeft. Komt allen tot Mij die vermoeid en belast zijt en Ik zal rust geven. Ze zijn gekomen tot het geloof in de Heere Jezus Christus.
Nu roept de Heere u op om niet een keer maar voortdurend te komen. Om in en uit te gaan als de schepen van de kudde. Om voedsel te vinden, om weide te vinden. In het Grieks staat er meer dan komen. Heel letterlijk: toekomen. Komen met een voorvoegsel daarbij. De Herder nodigt de schepen uit om dichterbij te komen. Om binnen te komen. Nu het voorhangsel is gescheurd van boven naar beneden en de steen van het graf weggerold. Kom naar Hem toe, zo klinkt de nodiging, als een levende Steen.
Jongeren, een paar weken geleden is het Pasen geworden. Steen weggerold van het graf. En nu wordt Jezus vergeleken met een Steen waar je op kunt bouwen. Je kent dat verhaal met die man die zijn huis op het zand had gebouwd en de andere man op de Rots. Dat huis op het zand gebouwd viel om. De Rots is de Heere Jezus. Te midden van al de stormen is er een Rotsgrond. Op bouwen en vertrouwen kunt. En die Rotsgrond dat is de levende Jezus Christus en Die gekruisigd. Juist Hij is opgestaan uit de dood.
Dat is het opmerkelijke van deze vergelijking. Want een steen, we zeggen weleens zo hard als een steen, heeft geen leven in zich. Deze Steen wel. Herrezen uit het stof. Door Paulus de Rotssteen genoemd en door Petrus de Hoeksteen. Haal je de Hoeksteen weg dan valt het hele gebouw uit elkaar. Petrus laat het zien uit het Oude Testament dat Hij de uiterste Hoeksteen is. Jongeren, stel je moet een opdracht doen. Een mozaïek maken. Dan komt er iets speciaals uit. Petrus laat zien dat het Oude Testament bestaat uit allemaal losse stukjes. En als je die bij elkaar legt dan krijg je een mozaïek. Wie is dat? De levende Christus.
Hij is het levende Brood, voedsel voor de ziel. Uit de hemel nedergedaald. Uit Psalm 118 uit het Oude Testament en Jesaja. Wie in Hem gelooft zal niet beschaamd worden. Zal hij niet teruggedacht hebben aan wat de Heiland tegen hem had gezegd? Op deze steen, op deze Rots zal Ik mijn gemeente bouwen. Wat is die beschaamd uitgekomen met zichzelf maar niet met de Meester. Hij had het toch beloofd, de satan heeft zeer begeerd te ziften als de tarwe maar ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet zou ophouden. Wie zeker op de Rots heeft gebouwd, heeft zeker niet op het zand gebouwd.
Petrus heeft het de medebroeders en -zusters voor geschilderd. De Heere Jezus voor ogen. Nu weet hij het uit eigen ervaring. Zoals die baby die weet dat het flesje eraan komt. Die trappelt al van blijdschap. Voor u dan die gelooft is Hij dierbaar, onmisbaar, onvervangbaar. Dierbaar. Dat woord dierbaar heeft in onze tijd iets weg van vroeger. Iets dat je achter slot en Grendel bewaart. Dat staat er net niet. Dierbaar dat het met geen prijs te betalen is. Kostbaar, onvervangbaar zouden we vandaag de dag zeggen. Is dat voor jou al waar? Meer dan rijkdom, meer dan sterren in de nacht, is te weten die U bent. De Levende die de dood heeft overwonnen en voor zonden voor goed heeft betaald. Vaste Rots van mijn behoud en als de zonden mij benauwd laat mij dan steunen op uw trouw en rusten op uw Schouw waar het bloed door u gestort voor mij de bron van leven wordt.
Ja in diezelfde Steen. Die voor de een onmisbaar, onvervangbaar is. Diezelfde steen is voor de ander een struikelblok. De Steen die de bouwers verworpen hebben. Hoeksteen en Rots der ergernis. Het is dus erop of eronder. En zo heeft Petrus eerder getuigd na de uitstorting van de Heilige Geest in Handelingen 4. Daar staat Petrus tegenover het Sanhedrin. De bouwlieden hebben Hem afgekeurd. Maar God heeft juist Hem uit de dood opgewekt. Door de mensen weggeworpen maar bij God uitverkoren, dierbaar, onvervangbaar.
2. De levende stenen
Gemeente, dan is Petrus door eigen bodem heen gezakt. Bij het lopen op het water tot de verloochening aan toe. De haan heeft gekraaid, hij kon niet een uur met Hem waken. De levende Steen kwam hem tegemoet zoals ook tot de christenen in Klein-Azië. Zo ook tot u. Hebt u Mij lief? Zo mocht Petrus zich weer aan Hem toevertrouwen. De christenen in Klein-Azië en hopelijk u ook. Jongeren, als straks de dienst voorbij is dan moet je maar eens naar buiten gaan en kijken naar de muur van jullie huis. Allemaal stenen op elkaar met cement daartussen. Zoals die stenen op elkaar zijn gebouwd, zo mag jij ook bouwen op de Heere Jezus. Daar mogen zondaren zich aan toevertrouwen. Kom naar Hem toe als levende Steen en dan wordt u ook gebouwd tot een geestelijk huis.
Die levende Stenen waar Petrus aan schrijft. Ze waren verstrooid. Pontus, Cappadocië. Kleine groepjes mensen die slechts in huiskamers konden samenkomen. Net als wij vandaag. En u mist het gemeente-zijn en het gaan naar de kerk. Ook al bent u dankbaar dat u het Woord kunt horen. Petrus spreekt juist tot die huiskamers. Kom tot die levende Steen en dan wordt u ook gebouwd als een geestelijk huis. Je krijgt iets met elkaar. Je hebt hetzelfde fundament. Daar samen een geestelijk huis. Ook kun je niet samenzijn in een geestelijk gebouw.
De gemeente een tempel van de Heere. In de gemeente. Niet in een gebouw van hout en steen. Maar in dat geestelijke huis. Die ene gemeente met een hoofdletter over de wereld verspreid. Daarvan geldt: de poorten van de hel zullen u niet overweldigen. Als alles wankelt. Die gemeente blijft bestaan. Dat is een heilig priesterdom. Van de Hogepriester Jezus Christus. Een koninklijk priesterdom zo leven in vers 9. Petrus had het geschreven aan de vreemdelingen. Vreemdelingen en bijwoners. Je hoort er niet meer bij. Je hebt een ander fundament en ander houvast. Juist die vreemdelingen zijn geroepen. Niet allemaal bij elkaar maar op afzonderlijke plaatsen. Geroepen om daar priesters te zijn.
Medehuisgenoten van God. Gebouwd op het fundament van apostelen en profeten waarvan Jezus Christus de uiterste Hoeksteen. In de Middeleeuwen, in de Reformatie hebben mensen erop gebouwd. Tot op de dag van vandaag wordt eraan gebouwd. Er komt geen bouwstop zelfs niet in een economische recessie. Hij nodigt je om naar Hem toe te komen. Dan kun je ingemetseld worden slechts door je eigen gronden los te laten door te zaken en zinken op de Steen. De Heilige Geest is het die de stenen aan elkaar verbindt. Je raakt voorgoed aan Hem verbonden. Die levende Steen. Je hebt het leven niet in jezelf maar in Hem.
Petrus wijst die verstrooide christenen op hun plaats. In dat gebouw. Van wie ze zijn. Vanuit de Hogepriester gezien. Maar u bent een uitverkoren geslacht. Een koninklijk priesterdom. Een heilig volk. Dat God Zich tot Zijn eigendom maakte. Vroeger was dat niet zo. Toen kende u de ontferming van de Heere niet. Nu in ontferming aangenomen. Vroeger kende u dat Evangelie van de Opgestane niet. Nu bent u met Hem aan het kruis gestorven en met Hem opgestaan in een nieuw leven. Niet meer bestemd om in de zonden te leven maar geroepen tot het leven. In die levende Steen. Geroepen. Dat heilig priesterdom is bestemd om offers te brengen die aangenaam zijn voor God. Niet offers om voor te betalen. Jezus Christus heeft alles betaald en daarom mag je offers brengen.
Offers die aangenaam zijn voor God in Christus Jezus. Dat zijn geen letterlijke offers maar geestelijke offers. Hij vraagt om je hart. Heb jij al geproefd en gesmaakt dat de Heere goed is? Is het al jouw verlangen helemaal van Hem te leven en helemaal voor Hem te leven? Niet meer je eigen ik. Omdat Hij voor jou naar de hel ging en voor jou opstond uit de dood. Ben jij al een steen in dat grote gebouw? Waar een ander op bouwen mag? Ben jij zo iemand die ruikt naar de levende Steen? Waar de Heere Jezus in woont. Die een aangename geur verspreid. Die ingaat en uitgaat door dat heiligdom. Helemaal voor Hem te leven dat nieuwe leven. Dat kan en mag ook. Door elke dag weer binnen te gaan door het voorhangsel. Verse en levende weg. Elke morgen is dat bloed van Christus nieuw. Daarom de oproep: kom tot Hem. Daarom wordt u dan als levende steen gebouwd.
Of leef jij nog voor jezelf. Voor je eigen ik. Vroom, godsdienstig, voor jezelf. Voor je eigen gevoelens. Petrus roept ze op. Als je bij de Heere Jezus wil leven, strijd tegen de zonden. Geen ruimte geven in je hart. Voor Jezus stierf aan het kruis. Wees heilig want ik ben heilig. Die levende stenen die worden gebouwd tot een geestelijk huis. En juist daarom mag de zonden daar absoluut niet wonen. Die moet er helemaal uit. Daar wil de Heere dat lijden nu voor gebruiken. De christenen in Klein-Azië hadden te maken met allerlei soorten van lijden. Dat is nu genade.
En zou dat vandaag de dag in deze tijd niet het geval zijn? Met het hele Corona gebeuren. De Heere zet ons stil en vraagt: ben jij al opnieuw geboren tot een levende hoop? Heb jij al dat vaste fundament in je leven. Als u in Christus Jezus bent, weet u wel dat u gebouwd op de levende Steen. Priesterdom. Om geestelijke offers te brengen. Is dat uw en jouw verlagen? Om als een kleine priester te leven van de Hogepriester? Daartoe bent u verkoren tot het priesterschap. Een uitverkoren vat. Een priester deed twee dingen: God bij het volk brengen en het volk bij God brengen. Zijn wij zo vandaag de dag gemeente in de verstrooiing en toch priesters?
‘Rots der eeuwen,
troost in smart,
vaste grond voor ’t wank’lend hart,
goed bestand voor storm en vloed,
Jezus, is m’ Uw dierbaar bloed;
daarin vond ‘k steeds al mijn kracht,
zelfs in d’ allerbangste nacht.‘
Amen.
Zondag 10 mei 2020 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten [dienst online uitgezonden via YouTube vanwege de huidige omstandigheden] – ds. L. Krooneman – Schriftlezing 1 Petrus 2 vers 1-12