Jezus volgen heeft met zelfverloochening en kruisdragen te maken. Twee woorden waar we van nature grote moeite mee hebben. Er moet een kruis door ons bestaan. We moeten afscheid nemen van onszelf. En achter Jezus aankomen. Hij droeg het kruis met de zonde. De toorn van God, die voor ons bestemd was, kwam op Hem. Achter Hem kunnen we schuilen. Dan mogen we ons ‘heiligend kruis’ naar Huis dragen, en daar, in de eeuwigheid, zal Hij het van ons afnemen. Laat Hem voorop gaan en schuil achter Hem. Een machtig evangelie, waar men in de wereld (en soms in de kerk) weinig van wil weten.

Dan staan wij hier nu voor het open Woord van God. Wat goed dat u gekomen bent vanmiddag. Ik zeg dat niet alleen tot u, de ouderen, maar ook tot de jongeren. Er gebeurt iets bijzonders hier. Met elkaar gaan we nadenken over onze staat in de wereld. Er komen allerlei gedachten op ons af. Voor jongeren is dat lastiger. Die staan in de branding. God zegt: een dag van rust. En bij elkaar zijn. Ik ervaar steeds ook meer dat het een geweldige zegen is om even bij elkaar te zijn. Samen in dat zelfde woord toegerust te worden. We staan op de drempel van maandag. We worden geroepen om vreemdeling te zijn, maar niet om ons af te zonderen. Morgen weer op school en het werk. Hoe gaat dat dan, als ik achter Hem aan ga?

Er is iets over de context maar daar ga ik nu niet veel op in. Het gaat over Jezus zelf. We kijken naar onze grote Kruisdragen. Hij spreekt er heel openlijk over. In Zijn leven vallen moeilijke woorden. Woorden waar je over denken moet. Dat Hij moet lijden. Nee: dat Hij veel moet lijden. Ontzagwekkend veel. En Hij moet verworpen worden. Dat zijn woorden die je wel meer hebt gehoord. Maar stel je voor dat je veel van iemand houdt. Dan wil je dat iemand altijd bij je blijft. Exodus 12: niet paaslam uit de kudde halen en dan slachten. Nee. Eerst 4 dagen in huis lopen. Dat liep rond. Daar moesten ze van gaan houden. Zo was Jezus als het Lam onder hen komen wonen. Daar zijn ze van gaan houden.

De discipelen horen deze aangrijpende woorden. Een van hen gaat voor hen staan: dat gaat niet gebeuren. God zij u genadig. Eigenlijk een gebed. Gebeden die God verhoord. Maar ook fijn, vindt u ook niet! Stel je voor dat God dit gebed verhoord had. Dit zal U niet gebeuren. Niet gedood?! Zou een ramppreek worden. Hel en verdoemenis. Dan zou er niet meer te zeggen zijn. Als dat Lam er niet was. Als we niet samen zouden komen om Zijn dood te gedenken. Wat een rampzalig evangelie. Zou betekenen dat we in onze dood zouden blijven. Op weg naar het verderf. Het is maar goed dat er Een is geweest die er anders over dacht.

Dat is van de duivel, Petrus. Natuurlijk wil de duivel voorkomen dat we een Zaligmaker zouden hebben. Voorkomen dat Hij aan het kruis komt. Het is van de duivel. Het moet niet van Mij en ook niet van u. Het moest, een goddelijk moeten (grondtaal staat dat zo). De Vader heeft jouw zaligheid op het oog. En daarom moet Jij, Zoon, lijden. Het heeft Hem behaagd Hem te verbrijzelen. Wat een liefde in het hart van de Vader voor zondaren! De heidenwereld heeft er niet om gevraagd. Diep weggezonken. God heeft er aan gedacht. Het moest van de Vader.

Dan die machtige woorden: ga weg satan. Nee, zo staat het er niet. Dat staat er aan het begin van het evangelie (bij de verzoeking in de woestijn). Dan wordt hij weggestuurd. Maar hier: ga weg achter mij. Stel je voor dat je voor Jezus bent gaan staan. Niet verder. Ervoor gaan staan. Toorn van God ,daar niet over hebben? Ho eens, aan de kant, op zij. Achter Mij! Op dat moment betekent dat voor Hem dat de weg vrij komt. Zijn raadsplan volgen.

De vraag die Hij dan stelt, vers 34, daar bedoelt Hij ook de menigte mij. Die worden erbij geroepen. Laat wie achter Mij wil komen, zichzelf verloochenen, Zijn kruis opnemen. Heel die mensenmassa. U mag deze woorden gratis meenemen en in de week doorgeven. Mensen oproepen achter Jezus aan te gaan. Psalm 117, een intense en korte psalm. Heel de heidenwereld wordt erbij betrokken.

Als je een toren wilt bouwen, moet je eerst de kosten berekenen. Zo ook, als je Jezus wilt volgen: je hoort mij niet zeggen dat het makkelijk is. Dat zal ik niet verkondigen. Zegt Jezus zelf ook niet, dat het eenvoudig is. De oproep klinkt ik de weg van verloochenen en je kruis opnemen. Met die woorden wil ik met u stil staan.

Zelfverloochening: afscheid nemen van jezelf

Jezelf verloochenen. Hoe kan ik weten dat ik Hem volg? Niet Hem verloochenen, maar jezelf. Lukt dat? Weet u wat dat is? Zou u van de week als je daar met jongeren over spreekt, vertellen hoe je dat doet? Het woordje verloochenen betekent ook wel ontkennen. Heeft te maken met afscheid van iemand. Zweer je hem af. Niet van Jezus. Maar van jezelf. Verloochenen is heel radicaal. Ontkennen. Niet kennen. Als jongere weet je dat Petrus dat straks doet. In de laatste uren, dan doet Petrus dat. Hij verloochende Hem. Ik ken de Mens niet. Ik heb geen contact met Hem. Ik schaam me voor Hem. Hoort u hoe aangrijpend dit is? Het is heel radicaal. Niet mee te maken willen hebben.

Niet: Mij verloochenen. Dat is de zonde van Petrus. Maar mezelf. Ik ken mezelf niet?! Ik weet niet wie ik ben. Ik schaam me voor mezelf. Ik neem afstand van mezelf. Niet tevreden zijn met jezelf.

Ik ga een stapje verder: het eens worden met het oordeel van God. Dat ik een verwrongen mens ben. Een dubbelmens. Misschien is dat bij u anders?! Wij zitten toch dubbel in elkaar! Ik doe dingen… Godonterend. Of heb jij daar geen last van?

Zullen we afspreken dat we iedere morgen God op de eerste plaats zetten? Niet in een vloek en een zucht. Maar tijd nemen om God te ontmoeten. Had ik afgesproken met catechisanten. Er waren er die zeiden: ik had het me voorgenomen, tot halverwege de week ging het, maar opeens niet meer aan gedacht. God weer verdwenen.

Wie ben ik eigenlijk? Hoe zit ik in elkaar? Soms is je leven verwrongen. Dit kan niet. Ik moet mezelf verloochenen. Als we het hierover hebben is het goed om onderscheid te maken tussen mensbeeld en mensvisie. Mij wordt wel eens verweten dat ik mensen een negatief mensenbeeld praat. Mens die slecht is. Mensen in de kerk krijgen een negatief zelfbeeld. Als je in de Bijbel kijkt naar het mensbeeld, dan ben jij geschapen naar het beeld van God. En zie, het was zeer goed. En ook na de zondeval, belijden we nog steeds, dat God op dit moment het leven aan het weven is in de moederschoot. Hij heeft jou geborduurd. Zo mooi heeft God mij gemaakt. Ik mag er zijn. Ik ben een uniek wezen. Een uniek wezen.

Tegelijkertijd, na Genesis 3, zegt de Bijbel ook iets over de mensvisie. Hoe ik van binnen ben. In mijn hart of denken. God zegt: dat is totaal misvormd. Totaal verdorven. Daar hebben wij moeite mee. Ik ook. Om het daar mee eens te zijn. Verschijnen voor God of week van voorbereiding, dan probeer ik mezelf te verbeteren, dat lukt dan wel. Misschien lukt het een keer. Dat is nog gevaarlijk ook. Dan groei ik in mijn hoogmoed.

Jezus kreeg daarmee te maken, in het hoofdstuk hiervoor. Hij keek ze aan: jullie zitten je mooi voor te doen in de kerk. Maar ik kijk in hart. Ik zie alles wat er is. Dat ziet geen mens, gelukkig maar. Doodslag, overspel, hoogmoed, drankzucht. Hij noemt dat allemaal op. Paulus zegt het later in een van de brieven: ik weet dat in mij geen goed woont.

Daar wil ik afscheid van nemen. Dat is zelfverloochening. Met die oude mens van mij, wil ik geen gemeenschap mee hebben. Vroeger noemden ze dat ook wel de ‘praktijk der godzaligheid’. Oefenen van het christenleven. David schaamde zich er ook over. Kronkelde op de grond. Hij was een worm en geen man. In het pastoraat ben ik dat ook weleens tegengekomen. Zelfverloochening gaat nooit goed als je niet achter de Heere Jezus aangaat. Dan leidt het tot wanhoop.

Kijk eens wie er voor u loopt. Onze Zaligmaker, het Lam van God. Hij die Zichzelf verloochend heeft. Hij heeft geen zonde gedaan dus hoeft zich niet te schamen. Maar Hij nam het zondige op zich. Achter Hem aan. Dan alleen. Deze lijdensweek dit overdenken! Dan zie je de zonden. Niet moeilijk om te bidden om vergeving van zonden. Maar ingewikkeld als je de zonden niet concreet noemt. Maar in uw persoonlijke gebed, stort het voor Hem uit. Hij gaat voor mij uit naar het gericht. Dat waar ik me voor schaam.

Verloochenen gaat over het denken en de wil. Voor Petrus gold dat ook. Eigen gedachten gevormd over Jezus. Jezus blijft altijd bij mij. Heb ik een goed leven. Straks de Romeinen het land uit. Maar dat bleken verkeerde gedachten. Hij moest gaan denken als Jezus de gekruisigde. Zelfs in de kerk hebben we niet altijd veel met kruis en zonde. Over opstanding? Hebt u dat wel eens gezien, dominee? Dat is toch niet te bevatten. Ons denken, westerlingen, zit ons dwars. Wat gaat voorop: denken of de Bijbel? Ben ik verstandiger dan God. Of durf ik het andersom. Eerst God spreekt. En dan mijn denken. Nee, ik ben zo verstandig niet. Ik ben verduisterd. Ik heb dat als bevrijdend ervaren. Er blijven zelfs vragen over in mijn leven. Jezus zegt ook: sorry, dat kunnen jullie niet begrijpen nu. Ik durf meer te leven met vragen. Paulus zegt ook: wie kan de lengte en hoogte van God begrijpen?

Nog iets wat moeilijker is. Mijn wil verloochenen. Mijn eigen wil. Ik wil van alles. Mooie dingen. Ik wil graag gelukkig leven. Ik wil dat mijn opleiding goed verloopt. Baan, salaris, hobby’s, muziek, sites. Schrijf het ook eens op. Veel dingen mag je willen. Schrijf dan onderaan: Heere, wat wilt U dat ik doen zal? Gewoon een concrete oefening. Wat wilt U, aan het einde van het A4’tje. En als er dingen verdwijnen moeten, wil ik dat dan? Nou ik, zonder genade, niet hoor. Dat vind ik een van de moeilijkste dingen.

Als ik naar Hem kijk en vraag: hoe heeft U dat gedaan? Kort en krachtig antwoord: Ik heb niets anders gedaan dan de wil van Mijn Vader. Ik laat die woorden heel diep op me inwerpen. Ik heb niets anders gedaan, dan de wil van Mijn Vader. Hij is 33 jaar lang. 33x 365 dagen. Ik zie Hem gaan. Daar loopt Hij. Wie overtuigt Mij van zonde? Nooit geen misstap. En ik loop achter Hem aan… En ik kijk naar mezelf. Nee, dat kan ik niet zeggen: niets anders gedaan dan de wil van de Vader. Wat deed ik vaak wat Hij verboden heeft! Wat gaat er door de gedachten. Zegen als je erover praten mag. Als je vast zit. Komt onder Gods kinderen voor. Wij doen ons vaak veel heiliger voor. Ik wil het alleen overdenken, achter Hem aan. Anders word ik wanhopig. Dan zie ik Hem gaan. Hij buigt zich diep voor ons neer. Leg het maar op het Lam van God.

Kruisdragen: achter Hem aan

Tenslotte over het kruisdragen. Ik wil het niet over ons kruis hebben. Dit maakt Zijn kruis ontzagwekkend zwaar. Er zit iets genadigs in de tekst. Die neme zijn kruis op. Stel je voor dat Hij gezegd had: laat diegene Mijn kruis opnemen. Het kruis van Christus. Stel je voor dat dat er zou staan. Gelukkig niet. Daar zit zoveel genade in. Als Jezus oproept om ons kruis op te nemen, is dat niet hetzelfde kruis. Zijn kruis is een ander kruis. Executie, vloek, toorn. U moet zich dat indenken. Al dat zondige van mij. Verkeerde denken. Toen ik niet de wil van de Vader deed. De storm van de toorn niet op mij, maar op Hem! Hij gaat voor me uit. Ga weg, achter mij! Hij gaat voor mij, de plaats van het gericht in. Hel. Dit deed Ik in uw plaats. Ga weg achter mij. Laat Mij genadig zijn. Daar gaat Hij. Met dat kruis dat ik niet dragen kan. Dat maakt mijn kruis anders. Hoe zwaar het ook drukken kan, of ingewikkeld ook om op te nemen, maar daarin zal ik nooit van God verlaten zijn. Het is een ander kruis.

Kruis van Christus is het rechtvaardigend kruis. Verzoening en vergeving. Hij heeft de pers alleen getreden. Mijn kruis is een heiligend kruis. Hij wil mij aan Hem verbinden. Hij draagt het naar de nederdaling ter Helle. Ik draag mijn kruis naar het Vaderhuis.

Even concreet, wat moet ik me bij dat kruis voorstellen? We hebben een zinnetje: Elk huis zijn kruisje. Dat weet ik wel Maar het gaat niet om een algemeen kruis. Het gaat om degenen die Jezus navolgen. Verloochenen en kruisdragen horen bij elkaar. Jij staat in deze wereld. Deze week werk maakt van de zelfverloochening. Ik wil Uw wil doen? Ik wil U navolgen. Niet meer wat ik ervan denk of wat de massa denkt, maar zoals U erover denkt. Dan komt het Kruisdragen vanzelf. Het heeft te maken met gesmaad en bespot worden. Dat is niet fijn gemeente. We willen niet apart staan. Het is lastig als je er niet meer bij hoort. Ik kom ze tegen op catechisatie, die merken dat ze er niet bijhoren. Met een middeleeuws geloof leven?!

Mag ik je bemoedigen? Dan ben je niet alleen. Dan is Hij bij je. Petrus heeft dat ook ondervonden. Hij schrijft, veel later, als je gesmaad wordt, omwille van dat geloof, dan is dat een teken van zaligheid. Een teken van je zaligheid. Nee zeggen tegen je eigen denken. De smaadheid van Christus mag ik dan dragen.

Hier moet je niet teveel woorden aan geven. Het gaat niet om wat ik ga zeggen, dit moet ik leren doen. Proberen in praktijk te brengen. Niet in eigen kracht. Maar achter Hem aan. Zoals het avondmaalsformulier dat zo treffend zegt: Zijn dood gedenken. Zien wat de grote Kruisdrager voor mij betekend heeft. Voortaan de wereld te verzaken, in een nieuw leven te wandelen (zoals u vanmorgen gehoord hebt [in een Doopdienst]).

Tenslotte, het is waar, dat we te maken hebben met de moeite en zorg van het bestaan (zolang we hier beneden zijn). Het eerste gaat er aan voor af. We hebben te maken met de gevolgen van de zonde: ziekte, dood, narigheid. Ook Gods kinderen gaan eronder gebukt. Bij tijden, dat heeft u misschien wel eens ondervonden in uw leven, een ontzagwekkend moeilijke weg. Ik weet wat dat is. Grond onder je voeten dreigt weg te zinken. God je een kruis oplegt. En je denkt: Het is te zwaar. Calvijn zegt zo mooi: het kruis van Jezus drukt Hem als maar dieper omlaag, drukt Hem neer, uit de hemel, naar de aarde, tot in de hel. Maar mijn kruis, ik ga er wel onder gebogen, het stuwt me uiteindelijk omhoog. Ik weet waar ik het naar toe draag. Achter Hem aan draag ik mijn kruis naar Huis! Ik raak het kruis een keer kwijt, bij Hem. Een kind dat met tranen bij moeder aan komt (nadat het op straat gevallen is). Wist de tranen van mijn ogen af. Nu is het goed, je bent mij mij. Die Vader, staat aan het einde van de reis. Dan neemt Hij mijn kruis van me af, wat Hij zelfs gebruikt heeft tot mijn bestwil en om mij te doen verlangen naar het moment om het kwijt te raken bij Hem. Over Zijn kruis valt de schaduw van de nacht. Over mijn kruis valt in de navolging het licht van het zalige hemelleven. Amen.

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 10 maart 2019, 17 uur. Schriftlezing Markus 8:27-38. Belijdenis des geloofs met geloofsbelijdenis van Nicea.