Ds. L. de Wit

Hervormde Dorpskerk Reeuwijk

Zondag 3 september 2017; 18:45 uur

 

Schriftlezing Exodus 25:1-9 en 27:9-19; Tekst Exodus 25:8 en 27:16

 

De geopende deur

Met elkaar gezongen: hoe lief heb ik Uw tent! Onze kerkgebouwen van steen. We zien hier een tent voor ons. Vraagt je af: wat dat is om in 2017 bij een tent stil te staan, die zolang geleden is gebouwd. Meegelezen. Heilige Geest nodig gevonden om meer dan 50 hoofdstukken aan te besteden. Belangrijk. Heel bijzonder. Heilige , grote God denk, dan bij tijden: niet in woorden vatten. Groter en rijker dan ik denken kan. Ik kom bij hen wonen! Alleen dat al.

Bijbel gebruikt 5 verschillende namen over tent. Allereerst een heiligdom hier. Heeft te maken met heilig vanavond. Heiligheid. Heilige God. Ook hoofstuk 25 en 26 ook tabernakel genoemd. Voel je als kind aan. Tabernakel is ook kwetsbaar, tijdelijks. Soms lichaam tabernakel genoemd (2 Korinthe 5). Gaat voorbij. God komt wonen: is het wel tijdelijk. Eeuwige plaats is boven. Hemel. Tijdelijk in dit bestaan onder ons komt wonen. Ook tabernakel der getuigenis genoemd. Uitleggen: vanmorgen aan herinnerd. Iedere mlrhen. In die tent lag de wet van God. Tien geboden. Enige stukje bijbel dat God zelf geschreven heeft. Met eigen vinger. Gods heilige geboden. Ark der verzoening erover. Gunst en genade. Heiligdom. Tabernakel. Tent. Tabernakel der getuigenis. En tenslotte (ook in NT) tent der samenkomst. Samenkomen. Dat u hier zit. Uit gewoonte, zeker. Maar ook gehoorzaamheid. God tot bekering brengt, lees je in NT en zie je tot op vandaag: brengt God mensen samen. Doet u er goed aan dat u er bent. U zult bijeenkomsten niet nalaten. Goed om in onze tijd weer te zeggen. God roept om samen te komen. Tent der samenkomst.

Waarom zoveel aandacht voor deze tent? Gaat maar over een persoon. Alle voorwerpen. Alle dingen die gebeuren door priesters. Alles getuigt van Jezus Christus. Heel bijzonder. Jezus Christus als in een woord. Maar zo groot. In beelden uitdrukken, heel veel nodig. Hoe groot Hij wel niet is. Hemelse heerlijkheid. Paulus wijst op Hem.

Tabernakel, als je daar naar kijkt, bestaat uit 3 kndefdlene. Is een geheel. Voorhof, heilige en heilige der heiligen. God in Zijn beschrijving begint bij heilige der heiligen. Israëliet begint daar niet. Was dat maar waar. Wij kunnen niet in een keer bij het heilige der heiligen beginnen. Waar God aanwezig is. Wij bij poort beginnen. Om uiteindelijk er te komen, schuilen onder de vleugels van God. Denken aan kip? Als we dat zingen? In Psalmen gaat het niet om een kip. Intieme omgang. Dan om heilige der heiligen. Engelen met vleugels. Daar te schuilen. Niet iedereen doet dat. Bent u door de poort gegaan? Is ook de vraag vanavond.

Initiatief ligt niet bij mensen om tent te bouwen. Ligt bij God zelf. Hij die Hoogverhevene. Onder de mensen te komen wonen. Mensen mogen er wel aan bijdragen. Vrijwillig offer voor te geven. Collectezak rond gaat. Hefoffer. Mozes vroeg het aan het volk. Vrijwillig afstaan. Niet alleen geld ook rode dassenvellen en wit linnen. Vrijwillig. Hoe u gegeven heeft!

Volk in eerste instantie niet veel van begrepen heeft. Wonder als ze het gegeven hebben zodat dienst der verzoening tot stand kon brengen. U het in de vorm van preken terugkrijgt (voor uw gaven). Hoofstuk 35: Mozes moet zeggen wilt u stoppen met geven, er is meer dan genoeg!

God is ook de bouwmeester. Niet een vergadering belegd met het volk. Samen te overleggen. Geen democratisch kerkmodel. Hoofdstuk 9 vers 22. Zo moet u het maken. God laat het zien aan Mozes. Zo uitwerken. Wij verzinnen de dienst niet. Geen verzinsel van kerkenraad of dominee. Heeft God zelf uitgedacht. Hij bepaalt de inhoud van de verkondiging. Niet mensen behagen. Maar God behagen. Woorden aangenaam voor de Heere God (Psalm 19).

Pogingen gedaan na te bouwen. Mozes opgetekend. Hoe dan ook, kleine verschillen. Dit moet de verwondering zijn. Hoofdstuk 25. God heeft zich laten zien. Gedonderd en gebliksemd. Exodus 5: laat ons feestvieren in de woestijn. God ging trouwen met het volk. Zegt Jeremia in Hoofdstuk 2. Verbondssluiting. Regels. Bruidsgemeente. Ja op gezegd. Bruidegom zich openbaart. Kan volk niet aan (hoofdstuk 29). Mozes, spreekt u met God!

Toch wil deze God, zo ontzagwekkend, zegt: Ik kom bij u wonen. Niet via poort en altaar. Eerst verzoend te worden? Is zondeloze! Direct in heilige der heiligen. Tussen cherubim. Van daaruit ontmoeten en spreken. Niet zoals wij door de poort. God is de gans andere. Niet buurman, vriendje. Maar heilige. Daar neemt Hij intrek. Tegenstelling is enorm. Tegenover staan wij. Zondige mensen.

Verwondering nog groter. Op pijnlijke wijze de slechtheid van de mens. Hoofdstuk 30-34. Terwijl Mozes op de berg zit, kijk eens naar beneden. Wat volk aan doen is. Toch verbonden en beloofd? Huwelijksregels. Liggen ze neer voor gouden kalf. Godsdienst zelf vormgeven. Mozes zag het niet. God ziet het wel. Met verstand beredeneren: bruid zo afvallig… Zou God zeggen: bouwplan doen we dicht?! Ik kom niet bij u wonen?! Wij hebben zo’n goede God. Al 3 keer gemurmureerd. Wij al hoe vaak ja gezegd? Belijdenis, aanging tafel. U volgende week bediening avondmaal. Hoe vaak ja gezegd. In de kerk mag komen! En toch… nog bijzonderder: dat Hij er is. Gelooft u dat nog? Machtig dat je elkaar mag ontmoeten. Maar gekomen om Hem te ontmoeten? Gewaad Woord, Geest. Calvijn: waar woord is opengegaan, daar is Hij.

Bijzonder moment: Mozes gooit tien geboden aan stukken. Zegt de Heere: ik ben barmhartig en genadig. Neem nieuwe stenen tafelen mee. Opnieuw. Heere God schuift geboden niet aan de kant. Met eigen vinger schrijft: Ik ben de Heere uw God! En toch, uw Man, Verbondsgod! Niks veranderd in al de eeuwen. Niemand rechtvaardig en die God zoekt. Komt wonen. Toch, tot die mensen. Juist tot die mensen. Tot u die uw eigen weg is gegaan. Uw eigen gouden kalf. Jezus volgen? Kohlbrügge: wel graag als priester, maar als profeet en koning?

Hier al voorspel wat staat in NT. Als Hij komt. In schaduw van de dood. Onder ons komen wonen. Tabernakelen staat er in het Grieks zo mooi.

Alleen door de Heere Jezus kan Hij tot ons komen. En wij door Hem als mens tot God gaan. Nooit laatdunkend over kerk spreken. In kerk 3 bewegingen. Van God naar ons. Gaat nooit mis. Die lijn heeft Hij zich voorgenomen, laat zich niet door gouden kalf tegenhouden. Andere lijn. Van mens die terugkomt tot God. En lijn tussen mensen onderling. Daar gaat het voortdurend mis. Te midden van die verwardheid daalt Hij neer.

Hij openbaart wie Hij is. Aangrijpende. Tot hier toe en niet verder. Ik schrik daar van. Niet zomaar een tent waar je zomaar van alle kanten binnen kan komen. Eerst een muur. Tent niet zomaar in vlakte. Wij dienst laagdrempelig maken? God past zich niet aan aan de wereld. Christus zich wel vereenzelvigd met ons maar niet met de zonde. Hij is heilig gebleven.

Zien? Dan nog: helemaal achteraan. In Den Haag geweest. Paleis Noordeinde geweest. Mag tot het hek. Hoop glimp op te vangen. Buckingham Palace ook. Johannes valt als dood aan Zijn voeten. U ook wel eens? Vlekkeloos. Geen spatje zonder. Contrast zo groot. Omheining: het gaat niet! U bent zondig en onrein. Iets van heiligheid zien: heel goed naar Jezus kijken. Zie en kijk hoe Jezus die wet vervuld, volkomen, juist dan zie ik mijn eigen zwartheid. Jezus 12 jaar: Ik moet zijn in de dingen van Mijn Vader. En u, ik, jij? Dat heilige, dat witte schrikt mij af.

Hoe kom ik dan tot God? Nou, ik denk dat er mensen zijn die naar God gaan en die vervolgens naar huis gaan en zeggen: proberen wat witter te worden. Het wordt uw dood! Ondergang. Iedere keer tot die witte omheining. Tot ontdekking: nog niet genoeg. Lees Luther maar na. Ander zegt: gekeken, gezien, ik voldoe nog niet, gaat door met worsteling. Maar zou Hij daarom zijn gekomen? Om ons de onmogelijkheid te laten zijn? Nog een groep. Komen tot heilige. Zien het. Zien Jezus. En horen stem. Maar het is te heilig en te zondeloos en zijn eigen weg gegaan. Zo ging dat in dagen van Jezus. Een na de ander verliet Hem. Is ook geen oplossing! Oplossing is bekering. Omkeren. Wenden tot God. Vergelijken met tentje buurman: zwarter dan die van mij?! Ach dan valt mijn tentje nog wel mee. Komt u er beter van af. Maar omkeren en vergelijken met Hem.

Sta ik dan. Volgende stap. Vroeger tijd: komen in Zijn huis is komen voor Zijn aangezicht. Met mijn onmogelijkheid. Alles klaagt mij aan. Wat doet God dan? Zegt: zoek Mij! Ik kom er niet overheen. Kan niets zien. Blijf zoeken. Hoe krijg ik een rechtvaardig God. Westkant 25 meter wit. Wit. Wit. Blijven zoeken. Zuidkant. Allemaal wit. Honderd el lang. Witte vlakte.

Zou het ooit gaan? Ik kan er niet over uit. Oostkant staat er, vers 13, waar de zon opging. Aantal keer dat zonder onder gaat in Bijbel, is aangrijpend. Donker, dood, duivel. Kijk nou eens! Zegt de Heere God zelf. Daar moet je een poort maken. U gaat het nooit redden. Nooit. Maar God zelf maakt een mogelijkheid. 20 el, 10 meter lang.. Over God genade en rijkdom gesproken! Psalm 118. Hemeldeur voor Hem richting. Poort binnentreden. Wit dan veel groter. Maar bij God niet onmogelijk.

Hoe kom ik bij God? Hoe zal ik? Hij heeft de deur geopend. Zoek en blijf zoeken. Hij breidt handen uit. Ik ben de deur. Johannes 10. Jubel van Gods kerk. Juist tegen eigen onmogelijkheid aangelopen. Deur mag zien en mag verwondering. Heeft u wel eens voor de poort gedankt? Een deur is! Waar staat die deur? Vanavond staat die deur voor u. Die deur zelf in gewaad van het woord. Kom tot Mij en u zult weide vinden. Deur voor ogen geschilderd. Inderdaad, maar een deur. Witte omheining maar een deur.

Maar wat er gebeurt. Heiligheid die afschrikt, maar bij bij deur daar is een en al lokking. Trekking.

Blauw in verweven. Mens zo aards gericht. Blauw teken hemelse. Moet u volgende week maar op letten bij het Avondmaal, het gaat om het hart opheffen omhoog. Tot God. Ingaan in heilige der heiligen. Als u er hier niet bent geweest, komt u er straks ook niet. Totdat Hij komt is er de dienst der verzoening.

En al de onheiligheid en ongerechtigheid dan? Mozes: ook rood in verweven. Kind in de kerk, weet wat we bedoelen als he tover rood gaan: beker wordt geheven. Rood. Met al mijn schuld. Zonde wat we doen? Ik heb een zondig bestaan. Doortrokken. Kom nou maar. Dat bloed wast en reinigt van al uw zonden. Beetje zelf doen? Nee volkomen gedaan. Al die narigheid. Zo netjes zijn wij niet. Deur met rood verweven.

Ook wit. Wonderlijke van Jezus Christus. Kleed, geen vlekje, maar ons zwarte kleed neemt Hij over. Kleed is voor u! Met wit doorlopen, borduren.

En paars. Oude jood weet dan dat over kleur van de koning gaat. Zeggen dat Ik koninklijk ze breken zal. Poort die roept en trekt. Blijf niet buiten staan. Niet alleen verwondering. Veel over gepraat. Agrippa bijvoorbeeld. Maar is verloren gegaan. U moet deze deur gebruiken. Hij is een slaaf geworden om u te dienen. Niet wat ik heb gedaan. Dienst der verzoening: wat Hij mij heeft gedaan heeft voor mij. Halleluja. Amen.