Zwart maar lieflijk
Het Hooglied is een geestelijk lied waarin de meerdere koning Salomo, Jezus de Zoon van God, wordt afgebeeld als de koning die het paleis verlaat om de zwartachtige bruid te gaan halen en mee te nemen naar het paleis. Ze wordt rein omdat de Bruidegom rein is. In Hem heeft zij het leven. God kan ons alleen aanzien in Zijn Zoon de Heere Jezus Christus. De bruidegom waardoor wij gewassen moeten worden om eenmaal in te gaan in de hemelse heerlijkheid.
Hooglied 1 vers 5 en 6: ‘[5] Ik ben zwart, doch liefelijk (gij dochteren van Jeruzalem!), gelijk de tenten van Kedar, gelijk de gordijnen van Salomo. [6] Ziet mij niet aan, dat ik zwartachtig ben, omdat mij de zon heeft beschenen; de kinderen mijner moeder waren tegen mij ontstoken, zij hebben mij gezet tot een hoederin der wijngaarden. Mijn wijngaard, dien ik heb, heb ik niet gehoed.‘
Zwart doch lieflijk
1. Een ontdekkend woord
2. Een Getuigend woord
3. Een vertroostend woord
Ik ben zwart, zie mij niet aan dat ik zwartachtig ben. Waar gaat het in Hooglied over? Is het een dagboekje van Salomo? Wat hij beleefd heeft, hoe hij de dingen ziet. Als Salomo dat zou hebben geschreven, dan zou de Heere dat niet toegelaten hebben. Gaat niet om Salomo. Net als de Heere Jezus. Beelden uit het dagelijkse leven om het geestelijke leven te beschrijven. Gelijkenis. Bijvoorbeeld de gelijkenis van de zaaier. Zaad in goede aarde. Heb jij een hart dat uitgaat naar de Heere? Hem nodig gekregen. Wat noodzakelijk is in ons leven. Zonder de Heere niets hebben.
Salomo doet hetzelfde. Beeld. Jeruzalem paleis. Mensen buiten het paleis. Naar toe gegaan. Zoals Jezus ook heeft gedaan. Mensen die zelf anders nooit het paleis hadden kunnen binnenkomen. Salomo gaat naar die ene vrouw. Anders zij nooit naar het paleis, nooit bij de koning. Zo ook bij de Heere. Daarom nodig dat de Heere tot ons komt.
Bij de doop. Allerhande ellende, de verdorvenheid onderworpen. Niet zalig kan worden uit jezelf. Jezus gekomen om zulken op te zoeken. Hij zoekt op. Hem bidden om een hart dat naar Hem uitgaat. Zoals Salomo de vrouw naar het paleis bracht. Zul je erom bidden? Zonder de Heere wordt het niets. Hoe oud je wordt weet je niet maar als je met Hem mag leven behoor je Hem toe en zul je eeuwig leven.
In het verleden veel discussie of Hooglied wel of niet in de Bijbel moest worden opgenomen. Discussie niet aangaan. Christus heeft ervan getuigd. Heel het Oude Testament. Ook het Hooglied. Psalmen en geestelijke liederen. Psalmen duidelijk. Geestelijke liederen: Spreuken, Prediker en Hooglied. Bij de Joden als laatste van de Bijbel opgenomen.
Gaat om Christus. Beelden uit het dagelijkse leven. De meerdere Salomo gekomen. Niet voor rechtvaardigen maar voor goddelozen. Niet voor rijken maar voor zwartachtigen. Boek heel actueel. Geldt het ook ons? Onszelf leren kennen. De Heere begint buiten het ontdekkend werk om. Waarom moest Christus komen? Zien vandaag een tendens van verloste mensen waarvan we niet eens weten waarvan. Mens zichzelf verheffen. In hemel opklimmen. Zal nooit lukken. Als Hij, Jezus, de hoge hemel niet had verlaten.
Vers 4. Wat is uw enige troost in leven en sterven? De bruid verkeert in de binnenkamer. De weg waarlangs in het vervolg daarop. Vers 5, ik ben zwart. Vrouw uit Galilea. In Jeruzalem komt. Gelijk de vrouwen van Jeruzalem ziet en dan valt zij geheel uit de toon. De dochteren van Jeruzalem waren niet zwartachtig. Blank en rein. In de dagen tegenovergesteld aan nu. Middelen. Bruinachtig zijn. Beetje insmeren. Bruiner effect. Destijds kocht men blanker. Wit. Kleur voor een vrouw om gezien te worden. Kleur van een vrouw om in het paleis te kunnen komen. Over Esther schrijft een geschiedschrijver dat ze er drie jaar over heeft gedaan om blanker te worden.
Komt de vrouw in Jeruzalem. Ziet ze ik ben zwart. Lijnen doortrekken. Salomo paleis uitgekomen, Christus paleis uitgekomen. Naar wie kijkt de bruidegom? Niet gekomen voor rechtvaardigen. Mensen die uiteindelijk Christus niet nodig hebben. Juist gekomen tot zondaren, zwartachtigen. Uit zichzelf nooit meer in het hemelpaleis kunnen komen. Heere snijdt alle mogelijkheid van onze kant af. Ik hoop niet dat u denkt door rechtzinnigheid zalig kunt worden.
Dochteren van Jeruzalem dachten dat hij tot hen kwam maar kwam tot haar die zwartachtig is. Ontdekkend woord. God begint altijd eerst met afsnijden. Tot goddelozen kwam Hij. Hen te rechtvaardigen. Heerlijk woord dat hij gesproken heeft. Zelf zeggen, niet napraten.
Ik doe het elke dag verkeerd. Ik probeer er elke dag wat van te maken. Maar ik ben zwartachtig. Geen mogelijkheid uit haar meer. Ze spreekt niet meer over haar broers en zussen. Geen liefde. Niet uit liefde. Ze hebben haar gezet tot een hoedster van de wijngaard. Dagelijks in de buitenlucht, door de zon beschenen. Eelt op de handen. Allen een wijngaard gekregen. Ook broers en zussen.
De wijngaard die wij hadden is verspeeld. Mens in het paradijs. Door een schepsel, de satan in de gedaante van een slang. Meegegaan in de wereld. Ze heeft zich laten gebruiken. Zwartachtigheid door haar eigen schuld. Ik heb het niet gedaan. Ontdekkend werk. Door de Geest werkt. Al zijn we nog zo rechtzinnig, niet aan ontdekt geven we God de schuld. God had de boom van kennis van goed en kwaad niet moeten plaatsen in het paradijs. Blijven doen dan komen we eeuwig om.
Kan ook vromer. Willen wel zeggen we. God moet het doen. Onbekeerd blijft en niet gelooft, dat het aan God ligt. Uitverkiezing. God de schuld gegeven. Is het nood geworden in uw leven? Eigen schuld, ontdekt door de Geest. Niet geoordeeld worden over het niet kunnen. U hebt niet gewild. Maar dan voor eeuwig te laat. Onze onwil, daar begint het mee. Ik heb u bijeen willen vergaderen zoals een hen haar kiekens, maar u hebt niet gewild. Mezelf aanklagen. Ik heb niet gedaan.
Als het gewerkt is in uw hart, dan geestelijk werk. Hij werkt dat, de Ander. Is dit de nood van uw bestaan? Als u denkt dat u met een net leven nog wel meevalt. Maar het zal eeuwig tegenvallen. Ik wilde niet. Ik wilde mee doen met de wereld. Zondag naar de kerk maar doordeweeks? Zes dagen doordeweeks? Waarmee bezig, waad bevinden we ons. Plaatsen. Waar ga we heen? Plaatsen van Christus gevonden wordt. Of plaatsen waar onze zwartachtigheid wordt aangesproken.
De wereld laat je dan vallen als je niets meer te bieden hebt. Hij maakt een gewillig vol. Dan is het geen moeten maar een willen. Wonder voor de vrouw. Dat hij juist naar haar kwam.
Als zij zichzelf ziet, dan maar een ding: zwart. Maar als Salomo haar gaat beschrijven, dan over lieflijk. Hij ziet haar met ogen van liefde. Verlorenheid in haar maar gekomen om haar te redden. Christus deed zo. Verliet de hemel. Om de goddelozen, doemwaardige op te zoeken. Door eigen schuld zo geworden. Zwartachtig. Ziet U mij zo aan? Ik weet dat u nooit in het paleis kunt komen. Maar Ik kwam om haar in het paleis te brengen.
Hoe kunt u voor God bestaan? Het ‘Ik voor u’. Waar de aardse Salomo de zwartachtigheid niet kon wegnemen. De meerdere Salomo wel. Daar gaan blanken en reinen in. Komt niet door u. Dat u het beter bent gaan doen. Meer bidden, langer Bijbellezen. Maar komt door Hem. Blankheid en reinheid u te geven. Ziet u aan met de eeuwige ogen van liefde. Ze delen in Zijn werk. Daar begrijpt een wetgeleerde niets van. Ze zeggen het openlijk: Hij verkeert met de zondaren. Vreselijk wat Hjj doet, zeiden ze. Ze zagen Hem dat Hij net zo was. Dat Hij zondaar werd, tot tollenaar. En dat werd Hij. Waarom? Om zondaren te behouden.
Dan is het dat ze voor God kunnen bestaan. Hij gaat hen aanzien in hun eigen werk. Mij Uw reinheid gegeven. Begint hier al. Straks voor de rechterstoel zal het blijken dat de zonden gewassen zijn in het bloed van het Lam.
Buiten Christus kunt u nooit zalig worden. Beeld. God ziet je alleen maar aan in Christus. Achter Hem schuilen. Bloed aan de deurpost. Geen bloed, dan de verderfengel. God gaat je aanzien in Christus. Rode papiertje om een kersenbonbon. Even zo door het papiertje kijken. Witte papiertje in een keer als rood. Is het niet maar zie ik het als rood. Wel zo God ziet door de Heere Jezus Christus heen. Buiten Hem ziet Hij jou aan met al je zonden. Kan je voor Hem niet bestaan. Christus toe gekomen. Zwartachtigheid neemt Hij weg. Dan klinkt: komt in Mijn gezegende.
We gaan eindigen. Vanmiddag hopen we stil te staan bij de bruidegom. Met een vraag. Schuilt u nu altijd Christus, achter zijn bloed? Door het papiertje, het voorbeeld. Eeuwigheid van verschil. In eigen werk of in Hem. Mag u zeggen: deze is mijn liefste? Amen.
Zondag 12 augustus 2018 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. N.P.J. Kleiberg [Veenendaal] – Hooglied 1 vers 5 en 6