Komt tot Mij, hoort en uw ziel zal leven
Reeds jaren voordat Jezus Christus, de Zoon van God, in de volheid van de tijd op aarde kwam, klonk het Evangelie van vrije genade al. Het woord van God komt tot ons door de mond van de profeet Jesaja, de Evangelist van het oude verbond. God heeft gedachten van vrede en wil zondaren hét leven geven. De roep van het Evangelie klinkt. Horen én komen. Tot Christus komen. Hij heeft Zijn leven gegeven voor zondaren. Hij is de Middelaar van God en van de mensen. In Hem is het leven. Hij is het Leven. Hij is de Weg. Hij is de Waarheid. We horen allerlei stemmen om ons heen. Maar hebben we deze stem gehoord? Onze oren geneigd, gehoord en zijn wij tot Hem gekomen? Is onze levenskoers gewijzigd want komen tot Hem betekent ook iets anders achterlaten? Het is God Geest die met de verborgen trekking ons doet horen en komen tot Hem. Komt tot Mij, hoort en uw ziel zal leven.
Jesaja 55 vers 3: ‘Neigt uw oor, en komt tot Mij, hoort en uw ziel zal leven; want Ik zal met u een eeuwig verbond maken, en u geven de gewisse weldadigheden van David‘.
Gemeente, het Woord dat wij u vandaag verkondigen is een bekend woord uit een bekend hoofdstuk. Wie zal ze tellen de duizenden en duizenden die door dit woord werden geraakt? Gezegend. Door de kracht van het woord in de ruimte gesteld. Van Godswege werden getroost in leven en in sterven. Vanmiddag het gebed zijn dat het woord kracht doet.
De Heere zegt het door de mond van de profeet Jesaja. Evangelist van het oude verbond. Na Jesaja 53. Hart van de Bijbel. De lijdende knecht, het Lam dat verbrijzeld wordt en geslacht. In de plaats van dwalende schapen. Hij is het Rijsje uit de uitgehouwen tronk van Isaï. Verzocht in krankheden. Zo zal Hij zaad zien. Christus heeft in de volheid van de tijd het offer volkomen gebracht. Gods welbehagen kan niemand tegenin gaan. God baant de weg van God naar mensen. En nu de weg terug, de mens naar God.
De mens zo goed uit God geschapen. Paulus op de Areopagus: wij zijn uit God. Maar dat weet niemand meer. Wereld van leegheid, ballingschap, dwaasheid. Van onszelf hebben we er helemaal geen last van. Binnen en buiten de kerk. Slaven zijn we van nature. Van een hele harde meester. Nu gaat de Heere roepen. Roepen door Zijn Woord. Nu Jesaja 53 een feit is geworden. Alles volbracht op Golgotha door Christus.
Komt alle u dorstigen. Komt tot Mij. Ik kan verzadigen. Ik alleen. Om niet. Zo roept de Heere, keer op keer. Vooral doet Hij dat op Zijn dag. De rustdag. Afgezonderd voor Zijn wonderschone dienst. Daar moeten en mogen we bepaalt niet licht over denken. Als we ons enigszins bewust zijn die hier spreekt. De waarachtige, levende God. God in Christus. Dat Hij het Woord tot u richt. Dan moet onze aandacht toch hooggespannen zijn? Hoort van mij.
Een opeenhoping van woorden. Om dorstige zondaren over hun aarzeling heen te helpen. Neigt uw oor en kom tot Mij. Ons hele geluk bestaat in het gehoor geven aan het Woord van God, aldus Calvijn. Er ligt een grote schuld als wij dit Woord geringschatten. Wat is het? Neigt uw oren. Er klinken zoveel stemmen. Dat die ene stem niet wordt gehoord. Die ene ware stem op te merken. Zorgen van het leven. De drukte die wij maken. De zorgen die boven het hoofd kunnen groeien. Vooral de zonden. Die maken dat onze oren potdicht kunnen zitten.
God roept. Neigt uw oren. Dat doet iemand die slecht hoort. Of als iemand zacht spreekt. U hebt al zo lang naar die andere stemmen geluisterd. Luister nu ook eens naar Mij. Precies zoals Lydia de purperverkoopster. Gaf acht op wat er gesproken wordt. Van de Heilige Geest. Het wil ons zeggen: dat u er belang bij krijgt. Het zegt ons veel. Zegt ons alles. Helemaal erbij betrokken.
Jezus Christus, de Zoon van God, heeft de menselijke natuur aangenomen. Hij kan ook de kleinste, de zondigste kan toespreken. Hij Zich over ons heenbuigt. Dat wij ons afgewende oor tot Hem neigen. Wij horen én komen. Bij instemmend horen kan het niet blijven. De Heere zegt: komt tot Mij. Bevel voor u en jou. Komen. Dat mag. U mag in Zijn hoge majesteitelijke vertoning verschijnen. Wie u ook maar bent. Hoe u ook maar bent.
U kent de geschiedenis van koningin Esther. Ahasveros reikt de scepter toe dat ze mag komen. Zo ook God. Als Hij dat doet, en dat doet Hij, zou u dan niet komen? Welke verontschuldiging wilt u inbrengen? Onmacht, onwil? Terwijl Hij roept. En maar blijven wie u bent. Of wilt u niet van levenskoers veranderen. De roeping is komen. Stel dat niet uit want dat is afstel. Dat is ongehoorzaamheid. Ook niet uit u beweegt mij bijna een christen te worden.
De Heere roept hartelijk, welgemeend. Heden. Hij roept u. Komen, wat is dat? U begrijpt dat het niet is bij het oude te houden. Het is ook niet even komen. Er dient een koerswijziging plaats te vinden. Ook aan vast dat het iets verlaten betekent. Christenreis van puritein John Bunyan, ketellapper van Bedford. Komen uit de stad verderf, vluchten. De banden zijn zo sterk dat als het aan ons zo liggen er nooit iemand zou komen. Met het roepen van God gaat een verborgen trekking mee.
Het is niet anderen bekritiseren en anderen de weg voorschrijven. Zo geraakt en getroffen zijn door het Woord dat er van binnen iets breekt. Onopgeefbaar. Christelijke religie is van een gebroken hart. Scherven vallen in de handen van Jezus Christus. Die bij Hem vergeving ontvangen. Dus die komen. Het is net als de verloren zoon. Hij gaat nadenken dat hij iets in zich omdraagt dat nooit sterft. Komt tot zichzelf. Ik ben niet waard uw kind genaamd te worden.
Daarom roept God ook nu, ook hier. Waarom weegt u geld uit voor wat niet verzadigen kan? Hier hebt u de roep van het Evangelie. Te komen tot Christus. Komen reserves verlaten, breken met het oude leven. Tot het hele nieuwe, nooit gekende, ingaan. Dan ben je een ander mens, een nieuw mens. Komen, als ik dat in een woord moet zeggen, dat is geloven. Werkelijk en waar. Zaligmakend. Het geloof dat de Heilige Geest werkt door het Woord. Door het horen. Catechismus. Paulus: geloof door het geloof.
Wat de inhoud is van het Evangelie. De aanklacht van de wet van God. Jesaja 53 noemt onze zonden en ongerechtigheden. God komt met de schuldbrief aan. Ik zal het u ordentelijk voor ogen stellen. De Heere kijkt dwars door ons heen. Hij weet alles. Doorschijnende glasplaat. Dagelijkse zonden en erfzonde, Hij kijkt naar binnen. Hij zegt ons dat wij van binnen helemaal verloren, verdorven zijn. In ongerechtigheid geboren. God kan de zonden niet ongestraft laten, tijdelijk en eeuwig.
Hij zegt: Mij liefhebben en de naaste als jezelf. Dan met droefheid te belijden: van nature geneigd God en de naaste te haten. God die niet anders dan goed heeft gedaan. Onder die drang moet ons hart toch wel breken. Om te horen de bevrijdende klanken van het Evangelie. God is ten hoogste rechtvaardig en barmhartig. Bevrijding in en door Christus. Vergeving. Met Christus sterven en met Christus opstaan.
God doet niet alles in een keer. Hij heeft zoveel te zeggen en zoveel te doen. Komen en horen. Blijvend. Dat horen is het eigenlijke. Daar zet het mee in en mee door. Dat de woorden van Christus tot u ingaan. Hoort en uw ziel zal leven. Uw ziel. Jezus zegt ergens, toen hij op aarde was, ziel verloren is alles verloren, wat baat het als je de hele wereld wint en lijdt schade aan uw ziel. Voor hoeveel mensen is het lichaam kostbaar, misschien voelt u aangesproken, maar maken zich geen zorgen over hun kostbare ziel. Die ziel die niet ophoudt te bestaan en niet sterft met de dood. Maar de ziel is aan de geestelijke dood onderworpen. En dat dood zijn is een proces.
Dood zijn is geen passieve aangelegenheid. Uitermate actief in ons verzet tegen God en Christus. Het is maar al te waar, die zondigt heeft de dood lief. Maar is de roeping krachtig en krachtdadig, horen wij de stem van God, dan zullen wij leven. Komen en horen is geloven, is leven. Christus zegt Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Die in Mij gelooft zal leven al ware hij ook gestorven.
Het leven ontplooit zich ook. Hij is de levensbron. Leven. Dat is een volheid van genade en waarheid. In het begin is het heel klein, pril en teer. Zoals bij een baby. Er is voedsel nodig. De gezonde leer die zo onder druk staat. Gezonde woorden. Geestelijke leven. Groeien. Opwassen in de kennis en genade van Jezus Christus. Het groeien is niet almaar hoger, sterker worden. Nee, nee. Het is al meer ons verootmoedigen. Meer en meer de gerechtigheid van Christus en vergeving van zonden begeren.
Werkelijk leven. Hoe zeer dat leven ook wordt bestreden en aangevochten. Hoe zeer dat leven ook wordt beschadigd. We lopen allerlei verwondingen op. Strijd van de zonden. Wereld lokt. De boezemzonde die steeds weer de kop opsteekt. De strijd is niet gemakkelijk. We verliezen het elke dag. We struikelen elke dag opnieuw. Is dat niet om moedeloos van te worden? Nee, want God zelf houdt Zijn eigen werk in stand. Welteverstaan: Zijn eigen werk. Troost waarmee elke kerkdienst begint: Hij laat niet varen het werk dat Zijn hand begon.
Ware leven lieve loven is waar men Jezus ziet. Neigt uw oren tot mij. Jesaja is nog niet uitgesproken. Hij zal een verbond maken, een eeuwig verbond. Vaak gebeurd dat beiden partijen gelijke inbreng hebben. Zoals het huwelijk waarbij de liefde dan de grondslag is. Hier bepaalt anders. Kleine nietige mens gaat geen verbond aan met de grote God. Maar God dat verbond aan. Genadeverbond. Volstrekt eenzijdig. Het grootst mogelijke verschil tussen. Jezus is de grond van het verbond. De Middelaar. Verzoening aangebracht.
Wat wij meebrengen in dit huwelijk tussen bruidegom en bruid is bepaalt geen bruidsschat. Het is niet meer dan zonden en ontrouw. Dan is daar de heiligheid van God. Heilig verbond. Genadig verbond. Trouw van God. Eeuwigdurend. Uit kracht van het verbond van Christus maakt de Heere het door de werking van de Heilige Geest zo dat de gerechtigheid de zonden wegneemt. De ontrouw wegneemt door de trouw van Christus. God doet niet anders dan geven en de mens niet anders dan ontvangen.
De mens die zondaar, die liefdeloos is, die hopeloos is, door de kracht van Gods verbond ingaat en daarop Amen zegt. Alles opzegt om te steunen en leunen op de Middelaar. Hem hartelijk lief gaat hebben. Daar is de wederkerigheid in dit verbond. Gevende Heere. Ontvangende partij. Zelfs heeft de Heere het niet afhankelijk gemaakt van de trouw van de zondaar. Hij kent hen. Hoe zwak van moed en klein van kracht. Hij weet ervan. Hij heeft ermee gerekend. Het dagelijks wegzwerven en komen in strikken van ongeloof en twijfelmoedigheid.
Daarmee heeft de Heere het eeuwigdurend verbond gemaakt. Genadeverbond. Met wie maakt de Heere het verbond? Met u. Dat is dus heel persoonlijk. Met degene die door God wordt aangesproken, die naar Hem hoort, die tot Hem komt. Hebt u Zijn stem gehoord? Tot in het klokkenhuis van uw ziel. God kent u. Zijn stem gehoord in dit Woord uit de Schriften? Zijn verzoek en bede ingewilligd? Zijn aanbod aangenomen?
Ik kan mij voorstellen dat u vraagt: wie is deze u? Dat is heel eenvoudig. Het is de zondaar die het oor neigt. Die komt. Die hoort en zijn ziel is gaan leven. De zondaar die weet heeft van de vergeving van de zonden. Die mag gaan geloven dat die Borg en Middelaar weet dat Hij ook voor mij heeft betaald. Leven van de toegerekende gerechtigheid. Die Hij heeft verdiend. Die door het geloof alleen wordt ontvangen.
Christus heeft zo volkomen betaald. Als je al een kruimel ontvangt, dan gaat het al duizelen. Ik zal mijn hand op Jezus leggen en Amen op Zijn offer zeggen. In Hem ingelijfd. Met Hem verbonden. Ja aan Hem verknocht. Hij neemt Zijn bruid helemaal maar Zijn Goddelijke rekening. Reinigt. Vernieuwt van dag tot dag. Hij geeft een hartelijke lust van al Gods geboden en instellingen. Vijand tegen alle zonden.
Hebt u het gehoord? Hebt u Hem gehoord? Hoort en uw ziel zal leven. De Heere is nog niet uitgesproken. Gewisse weldadigheden van David. Psalm 89. Ik heb gezworen bij Mijn eigen heiligheid. God houdt Zijn woord, daar kunt u op rekenen. Ook naar de kant van het oordeel en van de dreiging. God kan niet liegen. Hij meent wat Hij zegt en Hij doet wat Hij zegt. Het verbond van de genade, van Davids koningschap was een type van het verbond door Christus. Waar Hij de Middelaar van is.
Als hier van David wordt gesproken, wordt hierover gezien en gesproken van de Heere Jezus Christus. Belofte gedaan aan een zondaar en vastgemaakt aan een zondaar. Weldadigheden van David, meervoud, van Christus. Zijn genade en eer. Gods genadige verkiezing. Het is de krachtdadige roeping. De wedergeboorte. De vernieuwing door Gods Geest. De heiligmaking. De heerlijkmaking. Elke weldaad maakt de band aan Christus sterker. De zonden kan deze stroom van weldaden niet tegenhouden. Het ongeloof ook. De moeite, de zorg, de pijn, de nood van het leven ook niet. Zelfs de dood niet. Ze moet altijd blijven, ze zal eeuwig blijven. Maar voor wie het oor neigt, voor die komt en die hoort. Dan is er voor hem of haar ook het leven, de erfenis, de glorie. Eeuwig bloeit de kroon op het hoofd van Davids grote Zoon.
In Hem erfgenamen. Mot en roest verderven alle dingen op aarde. Maar deze erfenis is onaantastbaar. Wij bevlekken alle dingen. Maar de erfenis van de vromen is onbevlekkelijk. Wordt in de hemel bewaard, veilig. Wie zijn ze? Van waar komen ze? Zijn zijn het die hun klederen witgewassen hebben. De vrees kan Gods kinderen bekruipen als ze zien op zichzelf. Dat de erfenis hen nog zal ontgaan. Omdat ze zo vaak en zo ver ervan af leven. De erfenis wordt bewaard maar ook Gods kinderen voor die erfenis.
Dat zouden we kunnen noemen een drievoudig snoer. God staat er zelf voor. God de Vader bewaart de Zijnen. De wereld onderhoudt Hij en ook de gelovigen die de Zijnen bewaart. God de Zoon bewaart. Mijn schapen horen Mijn stem en zij volgen Mij. En Ik geef hen het eeuwige leven. Niemand zal ze uit Mijn hand uitrukken. De gehoorzaamheid, de volmaakte gehoorzaamheid van Christus. Zijn volkomen offer en verzoenend sterven bewaart de gelovige. Het tweede snoer. Het is Gods Heilige Geest die bewaart. Krachtdadige roeping. Inwoning door de Heilige Geest. Tere liefde, verbondstrouw. De onweerstaanbare verbondstrouw bewaart hen. Drievoudig snoer wordt niet haast verbroken.
Het is de vraag voor ons allemaal. Is het er van gekomen? Deze God heeft in het uur van jouw doop gezegd: Ik ben de Heere uw God. Wandel voor Mijn aangezicht en wees oprecht. De zaligheid buiten onszelf zoeken. Kwam het ervan? Deze God aan te hangen. Nieuwe gehoorzaamheid. Die koerswijziging. Nieuw Godzalig leven te wandelen. Pas op voor de schijn van leven. U mag de naam hebben van leven bij mensen maar de vraag is of u het bij God hebt. Neig het oor. Op Gods inspraak wacht. Acht geven op het Woord van God. Horen en komen. Of wij werkelijk leven.
O mijn zonden tal zijn mij vergeven. Ik heb de eeuwige dood verdiend maar erf het eeuwige leven. Het eeuwige leven zal de verwachtingen in alles zal overtreffen. Dat de Bijbel er alleen vanuit negatieve zin erover spreekt. Gods Naam geprezen. Hier de lof omfloerst. Dan zonder enige dissonant. Zo U zijn stem dan heden hoort, verhardt u niet maar laat u leiden. Amen.
Zondag 20 oktober 2019 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. K. ten Klooster – Schriftlezing Jesaja 55