De liefde van Jezus
Ware liefde vinden we in de liefde die Jezus had tot de zijnen. Een liefde van eeuwigheid, een liefde tot het einde en een liefde die alle aanvallen weerstond. Hij is gekomen om zondaren te zaligen. Roep tot Hem, ga tot God en meet breed uw schuld én de liefde van Jezus uit. Hij wil uit genade u vergeven. Zodat het is: ‘wij hebben Hem lief omdat Hij ons eerst liefgehad heeft’.
Johannes 13 vers 1: ‘En voor het feest van het Pascha, Jezus wetende, dat Zijn ure gekomen was, dat Hij uit deze wereld zou overgaan tot den Vader, alzo Hij de Zijnen, die in de wereld waren, liefgehad had, zo heeft Hij hen liefgehad tot het einde.’
Gemeente, in deze tekst wordt de liefde van Jezus op de voorgrond geplaatst. Laat Zich in Zijn priesterlijke hart kijken, Middelaarshart vol liefde. Catechismus zegt het ook, als priester van harte liefhebben. Bij een priester hoort een altaar. Offer in liefde brengen. Hart van de priester. Vlam van het altaar alleen ontstoken door het liefdevuur van het hart. Christus heeft Zijn plaats ingenomen. Zijn grote offer te gaan brengen. Tot gerechtigheid, verzoening. Zo mooi dat de Heilige Geest ingrijpt dat Johannes deze getuigenis optekent. Aangaande het altaar. Verzekering van de liefde. Beheerste het hart van Jezus. Al de betekenis van het lijden, de kracht ligt in het hart van de Hogepriester.
Heilige Geest kent de harten, ook dit van Jezus. Alzo Hij de Zijnen liefgehad heeft, zo heeft Hij hen liefgehad tot het einde. Jezus wist dat Zijn ure gekomen was. Lijden wachtte. Vloek van de zonden, wegdragen vloek van de wet. Hij klaagt niet. Hij is de Goede Herder. Dat overgeven is een bewuste daad, vrijwillig. Niemand legt het leven van Hem, Hij legt het zelf af. Gestalte van een slaaf aangenomen. Komende om Zijn leven te geven voor een losprijs voor velen. Hier is de grote crises. En Christus? Wist dat het uur van de vernedering ook het uur van de verhoging was. Hij ziet over het lijden heen. De zonden veroordeeld worden in het vlees. De schuld te zoeken waar die lag. De dood te bestrijden waar die heerste en te bestrijden. Naar het gebied van de satan gekomen, deze wereld, en overwonnen. Christus verdraagt alles. De borg die betaalt. De Middelaar die verzoening heeft aangebracht. Als Levensvorst gaat Hij deze wereld verlaten. Dan met eer en heerlijkheid gekroond.
Er moest voldaan worden. Spits tot God. De voldoening heeft geldingskracht voor Zijn kracht. Christus die teruggaat tot de Vader laat hen niet alleen achter. In Zijn verhoging denkt Hij aan hen. Voor hun pelgrimage. Een woord voor: liefde! Ga Zijn gang maar na: een en al liefde. Hongerigen eten gegeven, zieken genezen, Lazarus uit de doden opgewekt. Jezus ging goeddoende het land door. Overal liet Hij een spoor na. Aanstonds de voeten wassen van Zijn discipelen.
Niet zo bleek als vandaag de liefde. Dit is ware liefde. Wat vandaag is er zo ver vandaan. De liefde van Jezus Hemels, zuiver. Uitstralingen van de Eeuwige liefde. Jezus heeft de kruisdood aanvaard. Liefde die van geven weet. Pascha komt dichtbij. Uur dat het Paaslam wordt geslacht. Uur dat het verlossingswerk wordt volbracht. Hier houden we even in. Hoe staan wij tegenover de liefde? We kunnen deze liefde verwerpen. Door te weigeren voor Hem te buigen. Of er omheen lopen. Of aan Hem ergeren [Hij sprak het scherpe woord: zalig die aan Mij zich niet zal ergeren]. Alleen met Christus’ bloed kunnen we voor God bestaan. Zovelen verstaan het niet. Praten over Jezus maar alleen Hem nodig om de wonden van dit leven. Hoe komt dat? Waar zit dit in? Ons eigen hart in die diepe verdorvenheid niet kennen. En daarom God en Christus niet nodig hebben.
Van nature God en de naasten te haten. Ergeniswekkende waarheid. Wanneer is dit anders? Als de Heilige Geest ons aan onszelf ontdekt. Zondaar worden. Enkel en alleen aan het woord ontdekt dat alleen het bloed van Christus reinigt van alle zonden. Het is Zijn werk. Het is zo belangrijk dat we niet aan Hem voorbij lopen. Voor Hem buigen. Laat Hem u geven wat u zelf Hem niet kunt bieden. Al leven we een wereld in het boze, een door en door verdorven hart, door de wellusten worden ingepakt. Als de Geest niet werkt in ons leven, ingrijpt, andere richting aan ons leven geeft, dan slapen we diep door. Onder of zonder onder de prediking. Korte duur dat we hier op aarde zijn. Hartelijk verlangen om in de verlossing van Christus te delen. Grote liefde.
Hen liefgehad. Reden tot diepe blijdschap. Liefgehad tot het einde. Woorden van de Heilige Geest. Het is alleen maar Zijn trouw. Zijn liefde. Tot aan het bittere einde.
Geduurd. Hoeveel was daarvoor nodig. Hoe kan liefde wankelen? Wat is het wankel, onze liefde tot elkaar. Zo twist en tweedracht. Zelfs als de wederliefde tot God er is. Hoe scherp is het verwijt aan Efeze. Eerste liefde verlaten. Hangt nog veel vanaf: kandelaar van het woord wegnemen. De Zijnen vrezen ook nog weleens dat de liefdesvlam zou doven. Maar de liefde van Christus is er, bleef er, altijd. Ondanks alle pogingen van anderen. Moet wat voor Hem geweest zijn. Hij kwam tot de duisternis maar wilde Hem niet. Gestuit op de weerstand van de Godsdienst. Liep uit op het kruis. Weg met Hem! Maar Jezus nam niets van Zijn liefde terug. Zelfs aan het kruis: Vader vergeef het hun want zij weten niet wat zij doen. Kring discipelen begrepen het niet. Aards koninkrijk. Plaats aan de rechterhand van Hem. Droevig. Zalving in Bethanië, verwierpen het tere offer van de liefde. Volgden Judas de verrader. Niet de ontvankelijk van het Hemelse. Petrus die Hem verloochende. Discipelen vielen in slaap, vluchten. Zou het niet terecht zijn als Hij Zijn liefde terugtrok? Nochtans ging Hij door. Zijn werk. Hij heeft liefgehad tot het einde. Vader, alle dingen zijn U mogelijk, laat deze dingen aan Mij voorbijgaan. De smaad, doornenkroon, kus van Judas, wat te denken van de Godverlatenheid, hier is de man van smarten, het Paaslam. Moest hier niet de sterkste liefde terugdeinzen? Maar Jezus ging door. Hen liefgehad tot het einde. Zijn liefde ging door alles heen.
Als Johannes dit schrijft dan moet toch het bloed door zijn polsen gegaan zijn? Niet droog gebleven, tranen. Liefde tot het einde. Omdat een gebroken hart God niet zal verachten. Hoe breekt het hart? Het hart? Nee. Hoe nodig ook, kennis van de zonden. De wet alleen geeft een wettische droefheid over de zonden. Maar Evangelische droefheid. Die liefde breekt het hart. Als dit het hart niet breekt, wat dan wel? De liefde sterker dan de dood.
Tijdens het aardse leven van Jezus kon de liefde tegen de felste schokken. Hoe feller ertegen, hoe hoger vlamde de vlammen van de liefde. Weer houden we in. Kent u die liefde? Kwam u tot stilte? Dat God aan het woord kwam. Dat Christus zich openbaarde in Zijn grondeloze barmhartigheid. Alles aan Hem gans begeerlijk. Op Hem mag verlaten. In een levend geloof. Mag weten: dat zo zwaar mijn schuld niet kan zijn, of Hij heeft het weggedragen. Als dat ik ze nooit had gedaan. Hij gedaan. Hij maakt het af. Elke kerkdienst mee beginnen. Ook in dit opzicht liefde van Hem tot het einde. Zijn liefde laat niet los. Hij die u roept is getrouw, die het ook doen zal, schrijft Paulus. Waaraan hangt het heil? Waar van af? Van ons, van mijn zoeken. Het hing en hangt af van de almachtige liefde van Jezus. De bewaring ligt in twee doorboorde handen. Hij laat niet los. We zijn alleen in goede handen als we in Zijn handen zijn.
Intussen moeten we de vraag beantwoorden: wie de voorwerpen van de liefde tot het einde zijn. Van belang of we er persoonlijk deel hebben. Johannes schrijft van de zijnen die in de wereld zijn. De zijnen, wat een voorrecht dat ze Hem toebehoren. Een kind van God te zijn. Om verheven te zijn. Omdat God in Zijn verkiezende liefde aan de Zoon heeft gegeven. Uit de wereld vergadert. De zijnen omdat de Geest ze in de tijd herschept. Om voortaan de Heere te dienen, Hem toe te behoren. Levenslang. Hem te volgen. Een geweldige rijkdom en zegen is de naam. Tegelijk maakt de naam ons klein. Als het genade is, dat is het, wat hebben we dan van onszelf? Het is alleen maar genade. Ons verzet wordt gebroken. U hartelijk beminnen. Komt bij, iets dat ons voor hoogmoed bewaart, de zijnen in de wereld. Niet van de wereld maar wel in de wereld. Spanning. Strijd. De gevaren waaraan zij zijn blootgesteld. Verzoekingen. Macht van het vlees die in het binnenste van ons schuilgaat. Of heeft u er niet mee te stellen? Dagelijkse reiniging nodig. Zonder heiligmaking zal niemand God zien.
Leven met de Heere. Aan de ene kant de bewaring, kracht en beveiliging. Aan de andere kant het struikelen. Als we zien op onszelf, het wankelen in een vijandige wereld. Geen vreemde van Christus te zijn. Hij ons door en door kent als een herder zijn schapen. Niemand mag rusten voor hij weet het eigendom van Christus te zijn. Niet meer luistert naar de klokken van de zonden, niet meer in de wereld u uitleeft, niet luisteren naar de satan. De vraag is of we voor Hem leven of aan Hem voorbijgaan? Waar vinden wij onze vreugde in? Hier bedriegt de schijn. De schijnheiligheid. Als we van Christus liefde gewagen maar niet hebben gesmaakt, dan behoren we Hem niet toe. Als we ons uitleven in de wereld, op een al dan niet godsdienstige wijze. Dan, als Christus naar de aarde weder zal komen, zal de schreeuw van de wanhoop gehoord worden, zonder verhoring, ‘bergen valt op en heuvelen bedenkt ons’ voor zijn oordeel. Alleen maar zeggen. Ga tot Hem. Kus de Zoon. Hij is niet gekomen om rechtvaardigen te roepen tot bekering maar zondaren. Goddelozen. De weg tot de zaligheid is de smalle weg van schuldbelijdenis, berouw tot God, vluchten tot Jezus. Gaat niet om klein of groot geloof. Maar waar geloof. Jezus zegt: weinigen op de smalle weg maar ruimte voor de hele wereld. Weg waar het kruis staat. Meet uw zonden en schuld maar breed uit voor Gods aangezicht en ook Jezus’ liefde tot het einde. Wij hebben Hem lief omdat Hij ons eerst liefgehad heeft. Verlaat niet o Levensbron, wil bijstand zenden. Amen.
Woensdag 7 maart 2018 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. K. ten Klooster – Johannes 13 vers 1