Asaf, de musicus in de tempel die Psalm 73 gedicht heeft, raakt vertwijfeld over het lot van de goddelozen waarvan het lijkt dat ze het ware geluk hebben. Maar dan wordt hij erbij bepaald dat het alleen maar het aardse geluk is en niet het leven met God. Wie alleen voor aards geluk gaat -wat een droom is- komt bedrogen uit en staat met lege handen als men wakker schrikt en zich realiseert dat het gaat om het leven met God.
Psalm 73 vers 25: ‘Wien heb ik nevens U in de hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde’.
Het ware geluk
- Waarin lijkt te bestaan;
- Waarin het werkelijk bestaat.
1. Waarin het lijkt te bestaan
Gemeente, ik liep tijdens de vakantie met mijn vrouw hoog in de bergen en genoten van al het natuurschoon. Wij doen dat graag. Hoe groot zijn dan Gods wonderwerken. Het deed me denken aan artikel 2 van de Nederlandse geloofsbelijdenis door wat middel God van ons gekend wordt: schepping en onderhouding en regering van de gehele wereld voor onze ogen als een schoon boek in hetwelk alle schepselen, grote en kleine, gelijk als letteren zijn, die ons de onzienlijke dingen Gods geven te aanschouwen, namelijk Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid.
Als we dat zien, dan kunnen wij alleen maar zeggen hoe groot zijn Uw werken. In de bergen stond een bordje, in Duits: ‘Alle schoonheid in hemel en op aarde is alleen in U aanwezig, niets zal mij dierbaarder zijn mijn liefste Jezus. Dus nog een keer: ‘Alle schoonheid in hemel en op aarde is alleen in U aanwezig, niets zal mij dierbaarder zijn mijn liefste Jezus’.
U begrijpt dat die woorden ons troffen en die dag al genoeg bezig hielden. Die woorden brachten me bij Psalm 73. Nevens U lust ik niets op aarde. Die avond vroeg ik aan mijn vrouw: kun je daar Amen op zeggen. Asaf kon daar Amen ook zeggen. Alhoewel, niet altijd.
Vers 25 onze tekst. Hij schudt dat niet zomaar uit zijn mouw. Asaf zegt ook ik ben een groot beest bij U. Niet een ander zegt dat van hem maar van zichzelf.
Als dat van een ander gezegd wordt zoals Hitler of zijn handlanger Eichmann. Maar tegen Asaf wordt toch geen arrestatiebevel uitgevaardigd om het Internationale strafhof of zo. Asaf was een musicus. Optreedt in het huis van de Heere.
Net als dichter van Psalm 88 Heman en Psalm 89 Ethan. David voor de ark heen springt, staat Asaf in het huis van de Heere en mag Hem de lof zingen. Bijvoorbeeld Psalm 76, zoals wij gezongen hebben na de wet God is bekend bij Juda’s stam, waar Hij Zijn hoge zetel nam.
Asaf mocht daar invulling aan geven. David heeft het ingesteld. 1 Kronieken 16, de lof van de Heere moet gezongen worden want de goedertierenheid is in eeuwigheid. Na David de meeste Psalmen, twaalf Psalmen.
Hoe komt hij er dan bij zichzelf een beest te noemen? Je bent toch een tempelzanger. U alleen U loven wij Heer, Psalm 75. Als je straks je ogen dicht doet, dan mag je eeuwig zingen van Gods goedertierenheid.
Ja dat is er. Maar er is ook de strijd. Het oude Adamsbestaan. Die ons naar beneden trekken. In Psalm 73 doet Asaf als het ware een boekje open. Ja hij zingt van Gods goederenheid maar heeft niet elke morgen een Psalm op z’n lippen. Wie God verlaat heeft smart op smart te vrezen.
Misschien jij ook wel. Mensen die zich bekommeren om God. Die vandaag naar Zandvoort zijn. Formule 1. Als je wat mee wilt maken, dan moet je daar zijn. Daar gaat alles op rolletjes. Zijn rijk en worden rijker. Ze lijken best gelukkig. Geen banden tot de dood toe. Hun kracht is fris. Zakelijk succes.
Wijlen Jac. van Dijk. Het zijn speknekken. Ze eten er goed van. Boeken de duurste vakanties, rijden de grootste auto’s. Dragen de duurste merkkleding. Asaf nijdig, dat betekent jaloers. Bij een ander altijd beter. Bij die dit en die dat. Oke als het mensen zijn die respect verdienen, ze betekenen veel voor de samenleving. Vaak mensen die helemaal niets betekenen, geen mededogen met de naasten. De hovaardij omringd hen als een keten, een ketting. Ze pronken er zelfs mee. Het geweld bedekt hen als een gewaad. Ook daar schamen ze zich niet voor.
Spurgeon zegt ze gedragen zich alsof ze burgemeester zijn van het nieuwe Jeruzalem. Zo lopen ze door het dorp. Doen alsof er geen God is.
Vers 11. ‘Dat zij zeggen: Hoe zou het God weten, en zou er wetenschap zijn bij de Allerhoogste?’. Asaf begrijpt er niks van. Kortom, voor de vromen lijken er alleen maar kruizen weggelegd en voor de goddelozen alleen maar kronen. De twijfels sluipen binnen bij Asaf. Is het dan tevergeefs dat ik God dien? Hart en wegen richt naar de Heere. Iedere dag weer 1001 moeilijkheden te overwinnen. Hoe kan het toch, het lijkt wel dat de goddelozen gespaard worden en de vromen gestraft.
Niet lang geleden sprak ik iemand die zei ik ben een pechvogel. Lekker weer, anderen ervan genieten en ik gebroken bovenbeen. Bedrijven gestart, lukt niet. Breekt me altijd bij de handen af. Of het gezin, dat andere gezin daar gaat het zo goed.
Iedere dag alleen naar bed gaat en in de morgen wakker. Het is als een zware steen. Weduwe eerst man overleden, daarna kleinzoon van 15 overleden. en alsof dat nog niet genoeg was, een jaar later een kleinzoon van 24. Alle pijlen op mij gericht. Job. God heeft me in het slijk geworpen. Hoe kan dat nou? Opleiden begonnen, doet je uiterste best, toch een negatief resultaat. Sommigen zijn ziek. Elke dag inleveren. Opa of oma waren ziek en hebt gebeden of de Heere nog een poosje wilde bewaren.
Bij andere mensen lijkt het wel rozengeur en maneschijn. Zegt Asaf iedere morgen gaan die golven over mij heen. En dan die geestelijke strijd. Hoe kan dat nou? En dan komt de duivel erbij. Je hebt geen heil bij God. En die vraag zouden Gods beloftenissen immer haar vervulling missen. Gods kind is geen dubbelhartig mens maar wel een twee-mens.
Bodem van het land Israël grotendeels uit kalksteen bestaat. Als je na een droog seizoen weer gaat regenen, dan worden die stenen spekglad. En dan kun je zomaar in het ravijn vallen.
En dan zegt Asaf totdat. Kan maar zo zijn dat totdat. Totdat ik in de kerk kwam. Totdat ik in Gods heiligdom kwam. Misschien jij wel vanmorgen. Al zo vaak in de Bijbel gebladerd en gebeurde niets. Asaf moet naar de tempel, door de koning aangesteld.
Leiding geven aan het tempelkoor. En dan komt hij bij het voorhof. En daar staat het koperen brandofferaltaar. Daar komt een Joodse vader met een offer, neem deze maar. En het bloed in het heiligdom gebracht. Ik zie het als het ware voor me dat ze dan gaan zingen Psalm 77, gedenk niet meer aan het kwaad, ons euveldaan wordt ons uit gunst vergeven.
Dan gebeurt er iets bij Asaf. Door te zingen verjaagd hij de duivel, leren we van Luther. Zal hij ook gezongen hebben: de schapen Uwer weiden, Uw lof, Uw eer in eeuwigheid verbreiden.
Kent u ook van die momenten? Het is alwaar jaren geleden dat ik aan een man vroeg gaat u ook graag naar de kerk? Keek me een poosje aan. Om nabij God te zijn. Ik vond dat zo’n mooi antwoord. Kent u ook van die momenten?
Leg het in Zijn handen. Let dan wel op het zijn doorboorde handen. Zo lief heeft God de wereld liefgehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft omdat een iegelijk die in Hem gelooft niet verderve maar het eeuwige leven hebbe. Paulus: als Hij Zijn Zoon niet gespaard, hoeveel te meer zal Hij ons met Hem niet alle dingen schenken.
Vroeger zei de dominee: Een ronde wereld kan een driehoekig hart niet vervullen. De uitspraak is voor wat die waard is. Het ware geluk vind je in de wereld niet, maar in de Heere wel. Als het gaat over die wereld, het zet hen op gladde plaatsen. Ineens kan het anders zijn. Geluk in de wereld zo broos. Vandaag kun je gelukkig zijn en morgen doodongelukkig. Als je alles wat je hebt uit handen genomen wordt.
2. Waarin het werkelijk bestaat
Het ware geluk vind je alleen bij de Heere. De goddeloze zal straks vallen. Een toren tot verwoesting. Asaf: hoe kon ik er zo naar kijken? Achttien jaar, dan zit ik hier niet meer. Niemand die me betutteld. Jongelui, de wereld trekt maar is een zeepbel. Bunyan in Christenreis. Komt in het huis van Uitlegger. Ziet twee jongens. Ene speelt met kostbare vazen. Vallen aan gruzelementen. Op het einde niets meer over. De andere jongen vindt hij met handen gevouwen. Stad met fundamenten waarvan God de Bouwmeester is.
Weet je wie dat ook gezien heeft? Mozes. Je zou maar prins zijn. Verkoos liever met het volk van God kwalijk behandeld te worden. Dan met Farao, voor een tijd de genietingen van de zonde. Als je wilt genieten van de wereld, dan moet je snel zijn. Je ziet uit naar de vakantie en voor je het weet, is het alweer voorbij.
Je kunt de moeiten die je hebt meegemaakt nauwelijks meer herinneren. De duivel schildert ons de wereld als het een en al. Je kijkt je ogen uit. En straks schrik je wakker. Wereld als een droom. En dan sta je voor God.
Wat mij aangaande, het is mij goed nabij God te wezen. Voor het altaar staande. Liefde Gods gezien oneindig groot. Ik was blind maar nu mag ik zien. Het geluk van alle die schuilen bij de Heere.
Hij heeft mijn hand gevat. Wat heb ik dat nodig, en jij ook. Dat je telkens bij de hand gevat wordt. Dat doet de Heere en brengt je weer terecht. Dat deed Jezus ook bij Petrus. Toen Petrus op Jezus zag ging het goed, op de golven zag niet. Kleingelovige waarom hebt u getwijfeld.
Het woordje Gij, of U, dat het zo centraal staat in Psalm 73. Gij zult mij leiden door Uw raad. Gij zult mij opnemen in Uw heerlijkheid. Daarom gaat het goed.
Ik zie ze lopen door de bergen. Ondergrond beetje sneeuw. Jongen hield z’n vader goed vast. Gij zult mij leiden door Uw raad. Ik zal u leren. Mijn oog zal op u zijn.
Straks mag ik zijn waar Christus zijn. Mag zich weer in de Heere verblijden. Na het zure geeft Hij het zoet, zongen we.
Zo geschaamd. De wereldgezindheid. Daarom een groot beest bij God. Als iemand dat zo zegt. Weet je wel wat je zegt? Dan ben ik er niet zo van onder de indruk. Wat als je buurman het van je zegt? Begrijpt u?
Wat bedoelt Asaf als hij zegt ik ben een groot beest. Heere werp mij maar weg, dat niet. Ik was als een beest, gedroeg me als een dier. In de vakantie een en ander gelezen van Augustinus.
Had op enig moment een gesprek met Licentius. Die zei: Als ik maar veel wijn heb, dan ben ik gelukkig. Maar als de wijn op is, dan ben ik ongelukkig. Augustinus: Dan leef je op het niveau van een koe. Geef een koe voer, en hij is gelukkig. Geen voer, niet gelukkig. Ik leefde als een redeloos dier. Groene wei en gezond voedsel. En wij? Als we ons natje en droogje hebben.
Weten we dat we mens zijn? Voor de hogere dingen? Voor God te wandelen. Met een ziel voor de eeuwigheid. Haman bijbelboek Esther. Na de koning was hij de belangrijkste man in het rijk. Had de galg klaar voor Mordechai. Totdat Esther hem ontmaskerde. Hang hem zelf eraan. Want allen die van de Heere afwijken die worden als in een ogenblik een verwoesting.
Asaf mag weten dat hij die troost hebben in de hemel. Nevens u lust mij toch niets op aarde. Mag u daar Amen op zeggen vroeg ik aan mijn vrouw. En aan u?
Wat is afgoderij? Iets in plaats van de Heere zetten zegt de Catechismus. Nevens U lust ik toch niets o Heere. ‘Alle die Schönheit Himmels und der Erden ist gefasst in dir allein. Keiner soll immer lieber mir werden als du, liebster Jesu mein.’
Niets is mijn dierbaarder op aarde. Alles verloren, maar Jezus verkoren wiens eigen ik ben. Dan is je levensweg misschien moeilijk maar weet je je getroost dat je met lichaam en ziel niet mijn eigendom maar van mijn getrouwe Zaligmaker. Dan ben je in het heiligdom gebracht en heb je niemand anders gezien dan Jezus alleen. ‘Wien heb ik nevens U omhoog, wat zou mijn hart, wat zou mijn oog, op aarde nevens u toch lusten?’
Amen.
Zondag 27 augustus 2023 – Uni-zaal Hersteld Hervormde Gemeente Benjamin Katwijk-upon-Sea – ds. K.J. Kaptein – Schriftlezing Psalm 73