Ds. J. Westerink (Urk, CGK)
Zondag 10 juni 2012, 9.30 uur
Psalm 103:8,9 (i.v.m. overlijden br. Jaap Buitelaar in de leeftijd van 50 jaar)
Wet
Psalm 19:4
Schriftlezing 1 Koningen 10: 1-13
Psalm 72:5,10,11
Psalm 45:1 (in aansluiting)
Psalm 71:10,11
Wat denkt u, gemeente? Zouden wij ook een keer een ontmoeting kunnen hebben met de koningin van Scheba? Misschien vindt u dit een rare vraag. Jongeren zeggen: die vrouw leefde toch eeuwen geleden? Leefde toch in dingen van de wereld? Kans daarop 0 komma 0? Voordat u schouderophalend gaat zitten, vreemde vragen stelt, op hart willen binden: denk eens over die vraag na. Zullen namelijk nogal wat mensen zijn, als ik de Bijbel goed lees, hier en nu leven, deze schier legendarische figuur zullen tegenkomen. Op de grote oordeelsdag. De Heere Jezus zegt dat. Hij kan het weten, Hij zal er dan trouwens zelf ook bij zijn. Als u dat aan het denken zet, wat voor mensen zijn dat dan? Onze tekst laat zien, leven op erf verbond. Zeg maar kerkmensen. Zult met me eens zijn, tekst komt dan dichtbij. Rekenen wij ons ook. Maar dan gaat het over kerkmensen die wel naar de kerk kwamen, maar die nooit naar Jezus Christus kwamen. Die nooit aan Hem verbonden zijn, in de weg van waarachtige bekering en levend geloof. Die mensen zullen straks oog in oog staan met Koningin van Scheba. Zij zal hen veroordelen. Trouwens, als Jezus het hierover heeft, heeft hij het over de inwoners van Ninevé. Die vrouw kwam, die inwoners bekeerden zich. Stel u voor. Dat u niet kwam. Salomo, tot wie die koningin kwam. Het is denk ik goed, oog op eigen zieleheil, genodigd worden, te luisteren naar boodschap Heere Jezus Christus. In onze tekst.
Jezus stelt Koningin van Scheba tot een voorbeeld voor de joden. In onze tekst drie gedachten:
1 een ontdekkend voorbeeld
2 een waarschuwend voorbeeld
3 een uitnodigend voorbeeld
Begin van de preek: onze tekst dus niet in Oude Testament, ontmoeting tussen Salomo en koningin Scheba, niet voor niets gelezen. Tekst is woord van de Heere Jezus, die koningin ten voorbeeld stelt. Dat betekent als we de tekst willen verstaan, lezen in verband. Evangelie, Mattheüs. In elk van de evangelie gesproken over conflict tussen Jezus de Nazarener en de Schriftgeleerden en de joden, die hoe langer hoe meer afstand van nemen. Elke evangelist er wat van zegt, eigen accent in vertellen van die dingen. In Mattheüs. Dieptepunt ligt in ons teksthoofdstuk, Mattheus 12.
Even kijkt naar hoofdstukken voorafgaan, wonderen en tekenen doet. Daarmee laten zien Messiaanse geheim, zo spreken de geschriften van het OT. Hij zou zich kenbaar maken door wonderen en tekenen. Jezus is een open boek voor Israël. Hoofdstukken die volgen, vanaf 13 sprake van groot aantal gelijkenissen waarin Jezus de verborgenheden van het Koninkrijk openbaart op een wijze waarop het voor wijze verborgen blijft, terwijl de discipelen het leren verstaan. Wel, het betekent dus, teksthoofdstuk neemt ons mee naar grens. Hier zijn mensen die Hem ontmoeten, op de grens staan, grens die betekent: erover heen, geen weg terug. Die spanning proef je ook, gemeente. Aan de kant van de joden, zelfs durven zeggen dat Jezus van de duivel bezeten is. Manier waarop zeggen, maakt duidelijk, voor of tegen. Aan kant van Jezus ook, spreekt duistere woord, veel mensen angst gegeven heeft, lastering Heilige Geest, die niet vergeven zal worden. Met andere woorden: van tweeën een, voor of tegen.
Joden vragen om een teken. Laat Jezus zich nou eens duidelijk legitimeren, Jezus voelt aan wat er achter zit. Uiterste poging om Hem op een afstand te houden. Teken zul je krijgen: teken van Jona, dan wel te laat zijn. In dat verband noemt Hij dan voorbeeld van Ninevieten en van die koningin van Scheba. En dat laatste voorbeeld noemde ik als eerste punt een heel ontdekkend voorbeeld. Hoe zat dat?
Kennen de jongens en meisjes wel, van de reist van de Koningin van Scheba naar Salomo. (…) Toen ze al zijn rijkdom, maar vooral wijsheid zag. (…) De antwoorden van de wereld zijn niet echt. Surrogaat, namaak. Als het er op aan komt kun je er niets mee. Toen die vrouw bij Salomo kwam, veel vragen, problemen, heleboel onontwarbare knopen, vroeg de oren van zijn hoofd. Hij had op elke vraag een antwoord. Gebeurde niet een keer dat Salomo met een mond vol tanden zat. Met in gehouden adem. In Hebreeuwse: ze raakte van achter adem. Het was adembenemend. Koning Salomo, ik moet u eerlijk opbiechten, ik geloofde er niets van, van die verhalen die over u verteld werden. De een voegt dit bij, hoe langer hoe spannender. Nu ik u gehoord heb, moet ik zeggen: alles wat ze gezegd hebben, de helft was mij niet aangezegd.
Wat wil de Heere Jezus hier nou mee zeggen? Tegen de joden en nu tegen ons, op deze zondagmorgen? Eigenlijk heel simpel. Zo simpel, kinderen kunnen onthouden. Samenvat wat Heere Jezus wil zeggen, met twee woorden doen. Kun je wel onthouden he. Twee woorden. Thuis aan je vragen, ook over koningin van Scheba, wat zei de Heere Jezus van haar? Zij kwam. Dat zijn de woorden die je moet onthouden vanmorgen. Zij kwam. En dan vervolgens vragen, wat bracht in beweging? Gerucht gehoord? Zocht ze dan? De wijsheid. Wat zegt Jezus dan? Meer dan Salomo is hier. Reden om naar Salomo te komen, dan veel meer redenen om tot Jezus te komen. Zoveel meer reden om de wijsheid van de Heere Jezus te begeren en te zoeken. Gaat u maar na, God had aan Salomo wijsheid geschonken, jazeker. Was goddelijke wijsheid. Jongens en meisjes, weten wel van de droom van Salomo. Begeren wat je wilt, geef me dan wijsheid om volk te leiden. Daarnaast zet, de Heere Jezus Christus. Hij is de wijsheid in eigen persoon. Een van zijn eigen namen. Wijsheid. Betekent dat Jezus ons kan leren wie God is en wie wij zelf zijn. Die ware wijsheid wil leren, die gevonden werd bij die wijze bouwer uit Mattheus 7 (slot van de bergrede). Wijsheid kan leren die we vinden in Mattheus 25, wijze maagden, die op weg gingen met dwaze op weg naar de bruiloft. Mens die rekening leert houden met God. Met handelen van God. Met komen van God. Welnu gemeente, reden om tot Salomo te komen, van hem wijsheid te leren, hoe veel meer reden voor ons om tot Heere Jezus uit te gaan en van Hem die ware wijsheid te leren, die Hij wil leren door Woord en Geest. Denk maar aan Psalm 119, van die echte wijsheid, door Heilige Geest door Woord wordt binnengedragen in het hart. Wij kennen elkaar niet, gemeente.
Eerste vraag, vanaf preekstoel, beslissend, voor tijd en eeuwigheid in ons leven, is het er al van gekomen dat u uitging tot de Heere Jezus Christus? Is het er al van gekomen, om aan Zijn voeten te gaan zitten? Om te luisteren naar Zijn stem? Om te horen, die adembenemende boodschap? Om zicht te krijgen op die wijsheid, verzadigd te worden met het goede van Zijn Huis. Kwam u daarom vanmorgen? Veel meer reden om tot Jezus te komen, dan voor de Koningin van Scheba om tot Salomo te komen? Dat is het ontdekkende van onze tekst. Die vrouw zegt dat ze een gerucht had gehoord. Ze had geen bijbel, wist niks van God van Israël. Wij hebben toch zoveel meer? Wij hebben de Bijbel, het Woord dat genoemd wordt het gewaad waarin Christus tot ons komt? Woord waarin Jezus Christus voor ogen geschilderd wordt. Van zichzelf zegt, betrouwbaar, vast getuigenis dat God gegeven heeft, profetische woord, nooit bedrogen mee uitkomt.
Nu gemeente, even wat verder kijken, die koningin had per ongeluk, tussen aanhalingstekens, Gods voorzienige bestel waarin alle dingen worden geleid, bij ons toch heel anders? Bij ons die Naam al genoemd, bij moment gedoopt worden? Bij doopvont onze naam genoemd in een adem met Naam Vader, Zoon en de Heilige Geest. Tot ons zendt God goedertierenlijk goede boodschappers. Wij hoeven niet te vragen of we welkom zijn. Die koningin nog geen moderne middelen. Ik hoop dat hij mij wil ontvangen. Op die manier hoeven wij niet tot Hem te gaan. Hij vindt er vreugde in, dat de geroepenen tot Hem komen (Dordtsche Leerregels). Zaligmaker: verlost van het
grootste kwaad, brengt tot hoogste goed. Wij hoeven niet zo’n verre reis voor te maken. Als het er een is, die een verre reis moest maken, is het Christus. In de nacht van Bethlehem, duisternis van Golgotha. Opdat Hij zondaren zou zoeken en tot hen zou zeggen: nabij u is het woord, het getrouwe woord, dat alle aanneming waardig is. Geen gerucht. Dat is bedoeling spreken van God. Iemand in de kerk: betrekkelijk vreemd aan deze boodschap. Dan nog hoort u deze boodschap: wend u naar mij toe. De Koningin van Scheba kwam. En zie, meer dan Salomo is hier.
En als ik nou niet kom? Nou daar spreekt onze tekst ook van. Koningin is gekomen. Zij is gekomen. Hoort u de waarschuwing die is gekomen? Het oordeel komt!, zegt Jezus Christus. Dan zullen er mensen zijn die veroordeeld worden. Daaraan zal Koningin meewerken. Waarom? Zij kwam. Zij kwam. De mensen die door haar veroordeeld worden, kwamen niet. Jezus zegt op een gegeven ogenblik, Mozes en profeten, die zijn het die van mij getuigen, die mensen weten er alles van. Wijzen uit het oosten komen, zij zijn het die vertellen waar ze de koning der joden kunnen vinden. Herders komen op de boodschap. Opgevallen, in dit evangelie, allereerst geschreven voor de joden. Zo vaak voorbeelden van heidenen, die de verbondskinderen voor waren. Wijzen uit het oosten, hoofdman over honderd, Kananeese vrouw die aanklopt die zegt dat de kruimels voor de hondjes zijn, inwoners van Ninevé, Koningin uit dat verre zuidenland. Zij kwamen, tot Hem. Jezus zegt in hetzelfde evangelie, er zullen er komen van noord en zuid, aanzitten met Izak en Jakob en aanzitten en kinderen van het koninkrijk zullen buitengeworpen worden.
Moet je nou eens indenken, niet leuk om te doen, indenken, voor de rechterstoel van Christus, niet zo vreemd om je dat indenken, moet je je nou eens indenken, van de week komt te staan. Nou ja, ik ga naar de kerk, ik ben gedoopt, ga naar het Avondmaal, ik geloof, ik heb altijd netjes geleefd, kom je daar bij die troon, staat daar die vrouw van de einden der aarde, hoort dat allemaal eens aan, zegt ze zoiets als, allemaal wel mooi, natuurlijk best mooi, nog een vraag aan je: ben jij nou ook tot de Heere Jezus gekomen zoals ik tot Salomo kwam? Gekomen op het woord? Onweerstaanbaar getrokken door de Heilige Geest? Je wist het toch, je wist er zoveel meer van dan ik ervan wist toen ik op reis ging naar Salomo! Maar je kwam niet, waarom kwam je nou niet? Ja, waarom? Gemeente, dan sta je daar met een mond vol tanden. Moet je je echt niet in vergissen. Op duizend vragen niet een antwoord. Je was zo dwaas. Beter te weten dan die koningin die kwam. Je ging je eigen gang, je had je eigengerechtigheid waarmee je meende te bestaan, je meende een excuus te hebben weg te blijven. Dan ben je te laat. Dan ben je verloren. In de nood je redder wilde zijn. Wij kennen elkaar niet, zeg ik me nog maar een keer. Kan me niet voorstellen, zo kom te staan, dan zal ik God de schuld ervan geven dat Hij me niet bekeerd heeft. Gemeente, tot nu toe niet gekomen, om welke reden u dan ook aanvoert, dit zal de laatste preek zijn die je te horen krijgt, dan hoor je van de week de stem van de koningin die veroordeelt, je wilde niet. Wat was jij een dwaas.
Ben zo blij dat dit niet m’n laatste woord is. In de tekst. Waarschuwt met diepe ernst, zonde tegen de Heilige Geest. Hier staan mensen tegenover de Heere Jezus op een tweesprong. Op de grens van de eeuwige nacht. Woord van Jonathan Edwards: ze hangen aan een zijden draadje boven de hel. Zondaren in de handen van een toornende God. Laat Hij hen los? Keert Hij zich af? Hij zegt, meer dan Salomo is híer. U zult het toch met mij eens zijn dat dat woord geen afwijzing betekent. Kom maar naar me toe, dat is toch een nodiging gemeente? Hier?! Hier is een God die raadt weet en geeft. Ik raad u dat u goud beproeft, om de schande te bedekken, ogenzalf opdat u ziende wordt, zegt de Heere Jezus. Daarvoor bij de Heere Jezus zijn. Ja! Waar anders? Hij weet raad en geeft raad. Als er zo’n dwaas in de kerk zit, geen rekening houdt met God en oordeel, leeft bij hier en nu, denkt aan carriere maken en geld verdienen en plezier in het leven, zegt meerdere Salomo vanmorgen tegen u en jou: iemand van u wijsheid ontbreekt, dat is het probleem met uw leven, dat is het probleem, dat u de ware wijsheid mist, de Heere Jezus zegt: dat ie ze van mij begere, die mild geeft en niet verwijt, het zal hem gegeven worden. Hij laat je je armoede zien en zien waar de echte rijkdom te vinden is. Hij leert ware wijsheid. Misschien zit er wel iemand in de kerk die zegt moeite heeft, dat God liefde is. Beelden zie van Syrië. Eigen leven zie, alles in gepasseerd. Is God wel liefde? Wel nu, de Heere Jezus kan het antwoord geven. Zoals Hij deed aan Nicodemus: eniggeboren Zoon gegeven heeft (3:16). En Hij zegt, als je nou eens in die richting kijkt, kribbe en kruis, nee dan begrijp je misschien nog niet alle dingen, maar dan kun je die God niet van kwaad verdenken. Is het niet waar? Hoe kan een mens wederomgeboren worden? Weer de Heeere Jezus Christus het antwoord heeft: Hij vertelde van de Heilige Geest, stenen hart kan maken tot een vlezen hart. Hoe kom ik aan het echte geloof? Hij leert het dat je door Zijn Woord en Geest het ontvangt. Hoe Christus kennen? Machtige hoofdstukken voorafgaan aan Pinksterevangelie: Heilige Geest die overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel en plaatsmaakt voor Christus. Opdat we Hem zouden kennen en het leven dat er is in Hem. Hoe rechtvaardig verschijnen voor God? Hoe zondaar voor God? Gemeente, deze leraar van Israël heeft overal een antwoord op.
Mag ik nou eens vragen: heeft u zo Jezus wel eens ontmoet? Van Koningin Scheba, toen ze rijkdom en wijsheid zag, geen adem meer in haar. Adembenemends, Hem je leven schenkt, Hem je vragen voorlegt van je hart, Zijn wijsheid zoveel groter dan die van Salomo. Ook anders, die wijsheid van Christus is de wijsheid van de Geest, de wijsheid van het kruis. Dwaze van God wijzer dan wijze van mensen. Wereld haalt z’n schouders op. Jood zich ergert. Iemand door Woord en Geest gewerkt, dan ziet op gekruisigde Christus, alleen maar kan luisteren met open mond. In ware wijsheid van God. Meer dan Salomo. Aan deze meerdere Salomo heb ik altijd genoeg. Van deze Salomo krijg ik nooit genoeg. Reeks van schatten, zien en horen, tellen noch bevatten. Wat een Christus, in wie de wijsheid van God, persoonlijk woont. Ik vraag het nog een keer: kwam u al tot Hem? Hoor, hoe Hij nodigt. Zijn knechten verkondigd. In noodzakelijkheid, dierbaarheid. Hier, zich openbaarde, in kleed van Zijn Woord, door Geest, dan ziet, dan is het, inderdaad, toen was in mij geen geest meer. Adembenemend. Zo hier in geloof Jezus leert kennen en mag aanschouwen, straks ten volle mag zien, door u beleden worden, die dominee deed misschien wel z’n best, zei wel wat ware woorden vanuit het woord, alle dominees bij elkaar, ze konden het mij niet vertellen. Nou zie ik het, de helft was mij niet aangezegd. Beminnelijk vorst, uw schoonheid hoog te loven. Omdat genade op Uw lippen is uitgestort. Amen.
Geef een reactie