De apostel Paulus schrijft aan zijn geestelijke zoon Titus en leert hem dat christenen zich behoren te onderwerpen aan de overheid. Omdat die overheid door God aan hen gegeven is. Het gaat erom God gehoorzaam te zijn en alles wat naar Zijn Woord dienen wij te gehoorzamen. Als de vraag komt hoe reëel het is, dan valt te leren van de apostel die ons wijst op ons eertijds. Het is door Gods genade dat we veranderd zijn. 

Titus 3 vers 1-2: ‘[1] Vermaan hen, dat zij aan de overheden en machten onderdanig zijn, dat zij hun gehoorzaam zijn, dat zij tot alle goed werk bereid zijn; [2] Dat zij niemand lasteren, geen vechters zijn, maar bescheiden zijn, alle zachtmoedigheid bewijzende jegens alle mensen’.

Het apostolisch bevel

Het is duidelijk wie de pen heeft opgenomen. Aan het begin van de brief staat dat het Paulus is, een dienstknecht van God en een apostel van de Heere Jezus Christus. En de adressant. Titus. Ze kennen allebei de Heere Jezus Christus.

Hem gepositioneerd in Kreta. En ouderlingen aan te stellen en die zijn alleszins nodig als we zien wat er allemaal huist en druist. Het is Paulus die Titus schrijft om de zaken in de gemeente orde op zaken te stellen. Dan gaat het om de oude mannen, oude vrouwen, jonge mannen, jonge vrouwen, en zelfs de dienstknechten. Voor het leven de nodige aanwijzingen te geven. En ze moeten luisteren. Zaken aangaande het geloof.

Zo heeft vers 15 van het vorige hoofdstuk gezegd. Dat als Titus dit doet dat ze ze gehoorzamen te hebben en zich laten zeggen. En niet de kont tegen de krib gooien. Niet we maken het zelf wel uit. Dan komt ook de houding naar de buitenwacht aan de orde.

Wat dat betreft krijgen wij geweldig onderwijs. Hoe we ons naar buiten toe hebben te gedragen. Niet een clubje we steken de hoofden bij elkaar. Dat is ook te zien in vers 8. Goede werken voor te staan voor alle mensen.

Leest u maar mee vers 1. De overheden en machten onderdanig te zijn. En aan alle mensen zachtmoedigheid te bewijzen. Gemeenteleden moeten zich profileren in de seculiere wereld. De brief die met name zijn betekenis op Kreta te hebben. Titus moet het geheugen opfrissen. Het woord in het eerste vers staat vermanen, breng in gedachtenis, herinnering hen. De kanttekeningen wijzen erop.

Kennelijk is er eerder op gewezen en niet zo makkelijk in praktijk te brengen. Zachtmoedigheid te tonen aan alle mensen. Overheden, machten, bestuurders. Onderdanigheid bewijzen. Lieve gemeente dit is precies wat de Catechismus uit de Schrift heeft gepeuterd. Ouders gehoorzamen, antwoord 104. Degenen die over ons gesteld zijn en aan hun gezag moeten onderwerpen. Tegenover de overheid en bestuurders. We voelen de vragen al opkomen. Ook ongelovige bestuurders? Ongelovige mannen?

Dan kunnen we wel met de deur in huis vallen. Die bestuurders in die tijd zijn heidense overheersers en de redelijkheid en billijkheid vaak ver te zoeken. Maar je moet desondanks je onderwerpen. Een gemeentelid, een christen is een anti-revolutionair. Christelijk-Historische Unie. CH noemden we ze. Kvp de katholieke volkspartij had je. En Biesheuvel van de AR, ARP. Anti revolutionaire partij.

Gelovigen zijn geen radicalen. Christenen lappen overheidsregels als het goed is niet aan hun laars. Gelovigen zullen tot alle goed werk bereid overheden gehoorzamen. Allen die over hen gesteld zijn. En daarna in de breedste zin van het woord zachtmoedigheid te bewijzen.

In deze wel te melden dat Gods Woord norm is en gezag. Kanttekeningen. Wat met het Woord van God strijdt niet op is te volgen. En alles wat tegen Gods Woord niet ingaat te gehoorzamen. Wat een houding, nederige houding. De dingen die geboden worden uit te voeren. De wil van de overheid uit te voeren.

En dat alles met dat bijzondere woord met zachtmoedigheid. De overheid gehoorzaam te zijn, tot alle goede werken bereid. Gemeenteleden maken zich niet aan lasteren, kwaadspreken, slecht nieuws verspreiden. Gelovigen geen vechtersbazen. Liever verliezen lijden dan eigen gelijk koste wat het kost te halen.

Woorden van de Heere Jezus: Leert van Mij dat Ik zachtmoedig en nederig van hart ben. In de samanleving ongeacht rang, huidskleur. Niet kwaad met kwaad te vergelden. Om zo de naaste te winnen. Om zo vanmiddag deze dingen te laten leren, dan voelt u wel aan dat is veelomvattend.

De dingen die de overheid uitvaardigt dienen opgevolgd zullen worden. De eisen gehoorzaam navolgen. Gehoorzaamheid aan hun bewijzen. Onderdanig. Als we dit zo zeggen dan al snel de vraag hoe reëel is dit? En bij wie die vraag willen we stilstaan.

Hoe reëel is dit?

Dit ligt op de loer dat we het niet zo nauw nemen. Af en toe belasting ontduiken. Ze maken er zaakje van. Toen ik jong was waren er de heren in de Eerste en Tweede Kamer. Meneer. Er was gezag. Let je nu op de politieke debatten dan lijkt het als kwajongens. Eerlijk is eerlijk, dat zeggen we, we maken ons niet schuldig aan struisvogelpolitiek.

Paulus geeft wel degelijk verantwoording van zijn tijd. Want ook waren eertijds onwijs. Vers 3: ‘Want ook wij waren eertijds onwijs, ongehoorzaam, dwalende, menigerlei begeerlijkheden en wellusten dienende, in boosheid en nijdigheid levende, hatelijk zijnde, en elkander hatende’.

Paulus zegt even heel simpel vroeger waren wij zoals zij zijn in de samenleving. En dat zevental ondeugden is zeer duister en belooft weinig goeds. Nou zegt de apostel niet we trekken ons op een onbewoonbaar eiland terug. Je moet allen zachtmoedigheid bewijzen. Ook al ervaar je dat je leeft te midden van een krom en verdraaid geslacht.

We moeten ons zachtmoedig gedragen. Maar hoe kan dat dan? Denk aan jezelf, herinner je je verleden. Het is opvallend hoe vaak de apostel Paulus het verleden aan de orde stelt. Eertijds was je in zonden en misdaden. Wandelde u in de duisternis. En dat benoemen van het verleden heeft het nut dat de koe nooit moet vergeten dat hij kalf was. Zo in de zin van weet je nog hoe je was.

Lees maar mee. Ook wij waren onwijs en ongehoorzaam. En wat we zijn zijn we door genade. Daarmee verheffen we ons niet, het geeft moed om ook die ander te winnen. Het kan niet zijn dat we terugkeren naar het vroeger.

Ziet u dat het niet lasteren, geen vechtersbazen zijn juist dingen zijn die hoorden bij dat vorige leven. Hij zegt niet dat geldt alleen de Kretenzen. Nee ons. Ik was vroeger een vervolger zegt Paulus. Titus jij was een heiden. En de Kretenzen. Luie buiken.

Wat eigenlijk de oorzaak is van alle ellende en narigheid. We waren vroeger onwijs? Weet u wat dat betekent? Heel eenvoudig: we hadden geen kennis van de Heere. Als het er niet is, dan wordt het een ondermaanse drukte. Dan kan het wel wat lijken. Dan zegt de Heere Mijn volk gaat verloren omdat het geen kennis heeft.

Wie geen kennis van de Heere heeft, die heeft geen kennis van Zijn wil. En van de wet. Dan kan het wel zijn in onwetendheid. Maar heel de wereld ligt verdoemelijk. Is er geen kennis van de Heere, dan is het dwalen een gegeven. Er wordt getast zegt hij op de Aeropagus.

We leven als een kip zonder kop. Allerlei lusten. Dan ben je een speelbal van alles. Dat zie je toch om je heen? Als je alles simpel in de gaten hebt. Allemaal koude drukte. Metoo. Waarom kom ik dan altijd die borden tegen met die flitsende vrouwen? Bij het kopen van een auto. Op flessen drank. Ja je moet je handen maar thuis houden. Wat doen we? We zien het toch wat de reclame doet.

Wat we vrijheid noemen is gebondenheid. Hoe worden de begeerten gekieteld en opgewekt. Boosheid, nijdigheid, jaloezie. Ene gunt de ander het licht in de ogen niet.

Leven wat afzichtelijk te noemen is. Je ziet het om je heen van het een komt het ander. De dingen volgen elkaar op. Als we zulke dingen in samenleving tegenkomen, eerlijk is tegenover God, en kind in eigen hart. Zoals Job. Ik sluit een verbond met mijn ogen. Of niet?

Platvoerse uitdrukking. Ik had een oude oom. Vrijgezel. Hij zag wel wat een mooie vrouw was. ‘Ik zie liever een mooie vrouw dan jou in de toga.’ Daar bedoelde hij niet mee dat hij de preek niets vond, dat heeft hij vaak gezegd. ‘Ik heb van God weer een tikkie gehad.’

Ken uw hart. Weet wie u bent. Verhef je niet boven de zondaren. Ga niet in de Farizeeësimse aan de slag. Dit is de samenleving. Maar dat neemt niet weg dat je de bestuurders gehoorzaam zult zijn. Tot alle goed werk bereid. We kennen ons eigen verleden, zien ons eigen kwaad. Daaruit redde God ons. En daarin niet meer in vervallen. Dat was vroeger zo.

Daarom worden we aangespoord om vriendelijk te zijn. Er is geen ruimte om niet zachtmoedig te zijn. Het reddend handelen de reden is, de oorzaak is, de bron is, van waaruit gehandeld worden, dat onderdanig zijn geoefend wordt. aan de overheid gehoorzaam zijn de orde is.

Het is de daad van de Heere die de daad stempelt. Gods genade zorgt voor de diepe bewogenheid. Gods ontfermen. Dat we overlopen van bewogenheid jegens allen. Alle mensen zachtmoedigheid bewijzen.

Dan moet u met mij meelezen hoe de apostel het verwoordt. Dat vechten, dat eigen rechter willen spelen zit erin bij ons. Dat kan niet meer. Het is leven is veranderd. Aan de vrucht ken je de boom. Niet de pracht van de balderen, of de wijdte van de vertakking. Maar de vrucht, dat God zal schitteren.

Dat is zo mooi. Dan moet u dat goed lezen. Die overheid onderdanig zijn. Zachtmoedigheid aan alle mensen. Maar. Nee niks maar. En dan in vers 4 het motief.

Filantropia staat er in het Grieks. We kennen het wel: filantroop. De Heere heeft Zijn menslievendheid getoond. Die heeft ons gered. Prachtig. Begint met maar. Het hemelse boekdeel. De genade is verschenen aan alle mensen. Het niet uit de werken die wij hebben gedaan maar uit barmhartigheid. Alle verdiensten is uitgesloten. De Heere heeft ze vernieuwd door Zijn Geest.

Nou gaan we het doorgronden. De liefde tot de mensen. Tot de medemens. Heeft handen en voeten gekregen. Hier krijg je een boodschap wat de zending betekent, evangelisatie is. Waar Jezus met innerlijke ontferming bewogen is. Het toonbeeld is van mensenliefde. Ik ga het u niet allemaal oplepelen.

Soms was Jezus heel moe. En toch die bewogenheid voor mensen. Als het gaat over die menslievendheid, Hem zien staan bij Jeruzalem en Zijn tranen lopen over Zijn wangen. Die goedertierenheid en menslievendheid hebben ons gered en is het eerste en dat is de grond.

Zult u dit ook goed lezen? Niet wij zullen de dingen aanpakken. Nee, het herscheppende werk van God gaat vooraf aan dit nieuwe leven. Hoe het was dat is schuld. Hoe het is dat is genade. Geschonken heil. Gods handelen in Christus. De kolossale verandering gegeven.

We waren onwijs maar God heeft wijs gemaakt. Alzo lief heeft God de wereld gehad. De dingen naar buiten hebben alles te maken met wat er binnen gebeurt.

Als de jongen thuis onder de neus krijgt, zeggen de mensen buiten die krijgt ook niet veel. Kinderen dragen geen spijkerbroeken met gaten, dan een lapje erop zetten. Gaten in spijkerbroeken. Tegenwoordig is het mode. Ik zeg ervan: geen porem. Geen gezicht. Loop zo’n knul bij een vriend. Zitten een paar oude gemeenteleden. Zullen wij voor die jongen een nieuwe broek kopen want die mensen kunnen dat vast niet.

Als het daar tegenover is, en door een ringetje te halen. Als er in het verborgene wordt geleefd, wil de Heere dat in het openbaar vergelden. Niet dat hij aan de overheid geen brief heeft.

Ik zou tegen onze koning willen zeggen: zijne Majesteit ik heb diep respect voor u dat u dat u op deze wijze het verleden en van uw eigen familie ziet en schuld belijdt. Maar mag ik u ook nederig vragen: Waar u de schuld van een volk belijdt, dat bij Hem [red: wijzend naar boven]. Dat deed de verloren zoon.

Tegen U heb ik gezondigd. Dan hebben we een dag van boete te hebben voor de troon van God. De kerken vol moeten lopen. Maar we hebben tegen de Heere gezondigd. Het heeft niet tegen de mensen gedaan wat de Heer vroeg. Rekenschap geven en het leven ziet in de verticale lijn. In het werk van God in het leven, overgezet zijn en erfgenamen geworden van Zijn Koninkrijk.

Dan wordt het duidelijk waarom we gehoorzamen, zachtmoedig zijn. Want het is Gods Geest die het beeld van Christus herschept in het leven. We leven niet graag uit hoe het was maar hoe de Heere het heeft bedoeld. Ere wie ere toekomt. God de Heere. Heel bijzonder onze minster-president Rutte we hebben hem van God gekregen. We zullen hem geven wat God gebiedt, maar niet wat God verbiedt. Dan is het ik hoor u niet maar God wel.

Dat heeft consequenties hoe je tegen het leven aankijkt. Als het gaat over alzo schiep de Heere man en vrouw.

Amen.

 

Zondag 2 juli 2023 – Rehoboth Hersteld Hervormde Gemeente Voorschoten – ds. J.W. van Estrik – Schriftlezing Titus 3 – belijdenis van het geloof met de belijdenis van Nicea