De boodschap van Johannes de Doper, de voorloper van Christus, is een oproep tot bekering en het voortbrengen van vruchten. Aan de vruchten kent men de boom, zo leert Gods Woord ons. Ook de godsdienstige mensen kwamen tot Johannes de Doper maar weigerde zich te bekeren en brachten geen goede vruchten voort.

Mattheüs 3 vers 8: ‘Brengt dan vruchten voort, der bekering waardig’.

De vrucht van bekering en geloof

Gemeente, in Mattheüs 3 begint het optreden van Johannes de Doper. Het is meteen duidelijk hoe hij in de schaduw van de Heere Jezus Christus. Heraut. Hij komt in die dagen. Die dagen van de Heere Jezus Christus. Hij komt om de boodschap te vertellen dat die na Hem komt de wan in Zijn hand heeft. Scheiding tussen kwaden en goeden.

Te denken aan de oogst. Het koren voor de schuur en het kaf voor het vuur. Johannes is de prediker. In de woestijn. Laten we daar eerst naar kijken, naar Johannes en zijn hoorders. Geniet grote belangstelling. Mensen van allerlei pluimage. Fatsoenlijk en onfatsoenlijk. Grove zondaren en nette mensen in het kwaad.

Even te luister bij zondag 32 over een goddeloos en ondankbaar leven gesproken wordt. De Bijbel dat steeds naar voren haalt als een eertijds waarin een ieder was. Zondag 32. Het staan tegen God. Afgodendienst. Gierigheid. Skimmen passen wordt geld afhandig gemaakt.

Waar zelfs de bovengrens er is van comazuipen. Kijken we naar [vraag] 87, dan moeten we zeggen ze zitten er tussen. U kent zelf de Schrift wel. Ze komen. De hoeren. De tollenaren. De gierigaard. Ze komen allemaal naar Johannes. Maar er komen ook alleszins godsdienstig. Sadduceeën en Farizeeën. Niet zo nauw zijn, niet op alle slakken zout leggen. En de Farizeeën zo nauwkeurig. We lezen ze komen, Jeruzalem. Jeruzalem dat niet de moeite nam naar Bethlehem te gaan met de wijzen. En geheel Judea. Komt tot hem uit. Worden van hem gedoopt in de Jordaan.

Johannes. Merkwaardig. Kleding. Uitgedost. Zonderling. Loopt in een kamelenkleed. Eet sprinkhanen, is zijn hoofdgerecht. En honing. In de woestijn. Leeft in ascese. Desolaat. Zegt iets over de staat van Israël. Johannes is een echte boetprofeet. Ik denk dat we dit met elkaar aardig scherp hebben. Dat de mensen die op Hem afstromen van diverse soort is. Het volgende wat ons nu boeit is zijn prediking.

Hij predikt in de woestijn. En de mensen komen naar die woestijn om hem te horen. En ook bij het horen ook de daad te voegen van gedoopt te worden. Johannes preekt in diepe ernst. Radicale verkondiging. Appelleert. Sommeert. Doet boete. Maakt een knieval. Een boodschap die hard aankomt, niet om liegt. Die gaat over het ontvlieden van de toekomstige levenstoorn. Dat het gaat om de goede vrucht.

Als u goed leest, er worden vruchten voortgebracht. Maar het gaat om een specifieke vrucht. Brengt vruchten voort die de bekering waardig zijn. Kijken we naar de Heidelbergse Catechismus, dan zeggen we daar is het zoeken naar. Wat God met Zijn Geest heeft gedaan, dan is het helder dat er een planting is gekomen. Een echte vruchtboom. Christus zegt: die in Mij blijft, die draagt vrucht.

Als je verlost wordt, uit je ellende getrokken wordt, dan komen er ook vruchten. Christus maakt vrij. Dan komt het openbaar. Dat God geprezen wordt, de naaste gewonnen wordt. Brengt dan voort vruchten der bekering waardig. Dan moet u even die populatie zien van die menigte die Johannes toestroomt.

Er zijn mensen die komen als een hond in de vijver. Zitten onder het Woord. Die hond zodra die uit de vijver komt, blijf er maar vandaan. Schudt het van zich af. Gaat ene oor in en het andere oor uit. Ga er niet vanuit dat alle kerkmensen gelovig zijn. Kent u die zin van hem, Jac van Dijk.

Als alle kerkmensen christenen waren zag de wereld er anders uit. Dan laten we in het midden van welk kerkverband we zijn, dat maakt geen snars uit. We kijken juist naar hoe er naar Johannes gekomen wordt. Dat is ontzaglijk belangrijk als er ge gekeken wordt naar de vrucht in ons leven. Want zonder heiligmaking zal niemand God zien.

Dan zien we dat mensen komen naar zijn doop. Met belijdenis van zonden. Hij ziet ook velen sadduceeën en Farizeeën tot hem komen. Leven van de waan van eigen gerechtigheid. Preciezen en rekkelijken. Godsdienst is alle tijden rijk. Farizeeën zijn de preciezen laten we maar zeggen. En de rekkelijken

Zakken vol regels, het lijken wel gereformeerden, ultra-gereformeerden. Zwaar-gereformeerden. Er worden wat bomen opgezet over kleur kleding, fietsen op zondag. Het gaat soms veel voor. Het komt in kerken voor. Op kinderoppas geen auto’s omdat er wielen onder zitten en we rijden niet op zondag. Laten we onszelf niet buiten schot houden. Ik heb er zelf ook een sopje van. En de anderen die genieten van het leven. Die in levensverandering geen heil zien. En dan op letten, Johannes predikt die bekering. En dan die reactie. Dat een ieder de zonde als zonde achterlaat en als zonde belijdt. Kijk maar vers 6. Belijdenis van de zonden. Velen worden van Johannes gedoopt. En terwijl ze worden gedoopt doen ze belijdenis van hun zonden.

Johannes wijst aan dat schuld moet worden beleden. Dat het onontkoombaar is als je daar komt tot hem die de voorloper is van de Christus, dan kan dat niet anders dan met belijdenis van zonden. Dan moet u opletten met mij. Dan ze we ze komen. Terwijl Johannes er dan veel van de Sadduceeën en Farizeeën tot zich zag komen, zei addderengebroedsel, wie heeft u aangewezen te vlieden van de toekomende toorn. Willen ze de doop ondergaan?

Het Lukasevangelie opslaan, terugblik gegeven hoe het gegaan is. Lukas 7 vers 29 en 30: ‘En al het volk, Hem horende, en de tollenaars, die met den doop van Johannes gedoopt waren, rechtvaardigden God. Maar de Farizeën en de wetgeleerden hebben den raad Gods tegen zichzelven verworpen, van hem niet gedoopt zijnde’.

Die rechtvaardigden God. Maar de Farizeeën en wetgeleerden hebben de raad van God tegen hem verworpen van hem niet gedoopt zijn. Ze komen wel maar houden zich bij hun privileges. Die doop pruimen we niet. Die doop kan het niet wezen. Johannes ziet ze wel komen. Hij ziet deze lieden gaan aan zijn prediking voorbij, aan zijn doop voorbij en gaan daarmee aan Christus voorbij.

Ze denken dat ze de vrucht wel hebben. De Godsvrucht wel hebben. U moet maar aan de apostel Paulus denken. Toen ik vervolgde dacht ik Gode te behagen, dacht ik dat het naar Zijn welbehagen was. Nu is het Johannes die zegt het gaat om de vruchten die passen bij de bekering. Geestelijke droefheid naar God. Gehongerd wordt naar de gerechtigheid en het leven. Waar je ook vandaan komt, niemand kan om de bekering heen en de belijdenis van zonden heen.

Het gaat om die vruchten. Nu voelt u het wel klemmen. Haal over de neus haalt. Heilige toorn. Met verdriet vervuld. Adderengebroed. Johannes wil niets liever dan de vergeving van de zonden. Het ruiterlijk erkennen van het kwaad. Dan zullen ook de vruchten worden gevonden en gezien. Kijk maar Johannes die zegt adderengebroed, wie heeft u een aanwijzing gegeven de toekomende toorn te kunnen ontgaan? Dacht u met uw leven in het gericht van God staande te blijven?

Johannes ontmaskerd de schijnvroomheid en maakt afhandig de eigengerechtigheid. Johannes vraagt het op de man af: wat komen jullie hier doen. Zijn woorden zijn zwaardsteken. Het ijdel zelfbehagen steekt hij door. God zal dar zoeken vruchten die passen bij de bekering. Dat is precies bij zondag 32 aan de orde is. Kan het zonder vrucht, zonder goede werken? Nee. De Heere Jezus heeft het Zelf gezegd: iedere boom die geen goede vruchten voortbrengt wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen.

Al zijn ze duizend keer Abrahams kinderen, zonder de bekering zullen ze niet ingaan in het Koninkrijk van God. Zonder het berouw niet. In verootmoedigen. In schuld belijden. Arm blijven. Nederig zijn voor God. Als vader, als moeder. In het dagelijks leven. Als ambtenaar. Militair. Doen merken: mijn leven is met Christus verborgen in God.

Gemeente, die Farizeeën en Schriftgeleerden houden het bij zichzelf. Besneden. Uiterlijke voorrechten. Die Sadduceeën geloven al niet in een opstanding der doden. Maar geen van tweeën vindt bekering en verootmoediging nodig. Gemeente we kunnen gedoopt zijn, onder de rechte prediking gekipt en gebroed zijn, allerhande indrukken, maar dat maakt niet zalig gemeente.

We hebben een verantwoordelijkheid. Brengt dan vruchten voort. De bijl is reeds aan de wortel van de boom gelegd. Kijk maar in vers 10. Elke boom die geen goede vrucht voortbrengt, die wordt gekapt. Als we onder de verkondiging weigeren zondaar te worden voor God, wee u het ware beter dat u niet geboren ware. We moeten op dit punt niet met vuur spelen. Het gaat erom dat er vruchten voortgebracht die passen bij de bekering.

Misschien wel eens opgevallen hoe de belijdenis ingegraven is in het Woord. Elke zondagsafdeling na de eerste begint met aangezien. We buigen voor God en mijnen de schuld. De ellendigheid onderkend. En ook beleden dat er van onze kant geen verdienste bij God is. En alles in Christus hebben. Dat we verlost zijn uit onze nood door Hem. Hoe zit het dan met de goede werken? Hier krijgt de prediking van Johannes bijval. Genade is voor de boetvaardige en oordeel voor de onbekeerde. Goddeloos, ondankbaar, met alle godsdienst zonder bekering, dan is er geen vergeving bij God.

Maar de boetvaardige, dan weet u het toch wel, dat hoop ik voor u, Heere Uw vonnis is gans rechtvaardig. Dan zetten we geen bomen op, ontrukt aan de eerste Adam. De Heere eer ontvangt. De naaste jaloers gemaakt wordt. Prachtig, moet u het eens zien hoe het staat, Johannes spreekt over de vruchten die er moeten zijn. Pas op voor het te laat is. Geen goede vrucht, dan is we het vuur.

Degene die na mij komt, om de dorsvloer te doorzuiveren. Moet u zien. Vers 13. Toen kwam Jezus. Dat zijn van die stille genietingen. Daar kun je in de auto rijdt, of wandelt in stilte overdenkt. Hij komt van Galilea. Niet uit Jeruzalem. Niet uit Judea, daar kwamen ze allemaal vandaan. Waar het duisternis is. Hij komt naar de Jordaan. Hij moet alle gerechtigheid vervullen.

Een stem uit de hemel. Deze is het in wie Ik Mijn welbehagen heb. Merkt u hoe de Heere het een en het ander doet. Hij stuurt Johannes op en Johannes maak de weg voor Mijn Zoon klaar. Johannes, geen water bij de wijn. Niet soebatten. Recht is recht en krom is krom. Niet zonder boetedoening. Ze moeten allemaal met de billen bloot.

Waar ze de zonden belijden, God is getrouw en rechtvaardig. Toen kwam Jezus van Galilea. Gemeente, wees eens eerlijk hoe het Woord van God in ons leven kwam, en rolt het in uw hart? Of vaak bij de koffie waar ging het ook alweer over in de preek? Of over de kleding van een ander, de hoed. De prediking rolt echt alles bij ons weg. De verkondiging wil de zonden echt wegbranden en alleen Christus overhouden. En ranken zijn in Hem.

Wedergeboorte. En ons hele christelijke leven in Hem klaarligt. En dan is alles van Hem te ontvangen. Daarom gemeente, het is vanmiddag volle ernst want het gaat vanmiddag in deze verkondiging om dit Woord om u en mij persoonlijk. De Heere zegt als u niet buigt, waar u God niet rechtvaardigt, waar u zich niet verootmoedigt, van uw rotte vruchten en smerige druiven, dan blijft er geen betaling over voor de zonden dan dat u zelf moet voldoen.

Maar wie zich bekeert, daar is de vrucht in Christus. En in Christus de voedingsbodem heeft. Daar is liefde, geduld. Dan ben je bewaard voor het gericht. Boetedoen. Gedoopt. Dan is het goed. Maar wie zich verhard, die zal het vuur vreselijk zijn. Als die sterke die hier verkondigd wordt, Hij is zo groot, heerlijk. Dat Hij de grootste zondaar uit de klauw van de satan haalt. Het is onmogelijk dat de satan Hem zal overwinnen.

Wat zou het vreselijk zijn, die hier verkondigd wordt. Mij de zonde. Mij maar wat laat praten. Ik de sterke. Ik heb lust gehad u te rechtvaardigen. Om u zalig te maken. En de levenstijd van u verlengd en verlengd en verlengd. Maar dan zal het gemeente, die op zo’n grote liefde geen acht heeft gegeven, die zal het merken dat Hij het kaf van het koren scheidt.

Ik eindig met een zin. Gisteren naar oude preken van mijn vader geluisterd. Niet thuis bij mijn papa, ook al draag ik hem in mijn hart mee, maar die Vader van mijn vader. Ik hoorde hem zeggen, de Heere zweert bij zichzelf, zo Ik lust in de dood van de zondaar maar daarin dat hij zich bekere. Dat aandringen van hem. Dat had hij. Toen hoorde ik hem zeggen, preek gehouden en gelijk het gebed. Heere, u maakt het moeilijk om ons verloren te laten gaan. Is het waar of niet?! Is het waar of niet?! Ik zeg: Hij wil ons niet verloren laten gaan. Geloof Zijn heil- en troostrijk Woord.

Amen.

 

Zondag 15 januari 2023 – Rehoboth Hersteld Hervormde Gemeente Voorschoten – ds. J.W. van Estrik – Schriftlezing Mattheüs 3 en Heidelbergse Catechismus zondag 32