De twee discipelen op weg van Jeruzalem naar Emmaüs krijgen uitgelegd wat ze daarvoor gehoord hadden van de Heere Jezus Christus. Toen Hij in hun huis kwam, zat Hij aan, zegende Hij het brood, brak Hij het brood en gaf het hun. Het is Christus voor en na: Hij neemt het initiatief. Zo maakte Hij Zich bekend bij het breken van het brood.
Lukas 25 vers 35: ‘En zij vertelden, hetgeen op den weg geschied was, en hoe Hij hun bekend was geworden in het breken des broods’.
Het Brood gebroken
Zo gaan wij ook de zaak vanmorgen met elkaar beluisteren, dat de Heere jn alles een initiatiefnemer is. Als die Emmausgangers onderweg honderduit praten, dan hebben ze veel te vertellen hoe Hij bekend is geworden in het breken van het brood.
Jezus die de omgang heeft, de bekendmaking doet: de Gekruisigde leeft. Onderstreept dat het de Heere het is die alles begint. Ik hoop dat we dat zelf in ons leven herkennen. En houdt. U bent niet gaan zeggen ik ben de Heere gaan zoeken. Nee de Heere zocht u.
Hoe het prachtig is hoe de Heere zich bekendmaakt. Ik heb u dat vorige week laten zien. Die Emmausgangers die met elkaar druk zijn. Daar ken je het geestelijk leven aan. In dat leven met de Heere ook uitwisselen. Ze ondervragen elkaar.
Dus je ziet dat wel gebeuren. De ene een vraag, de ander antwoordt, en dan de ander weer een vraag. Dat levende gesprek. Dan moet u goed opletten. Jezus komt, gaat met hen, en voor de Heere een vraag stelt worden de ogen gehouden.
Wij bepalen de dingen niet. Alles geschiedt van boven. Wat is dat geweldig om te zien. Voordat de Heere de vraag gaat stellen, worden de ogen gehouden. Hij gaat ze eerst aan de tand voelen. Waar hebben jullie het over?
De ene en andere vraag. Over de droefheid begonnen. Toen Hij begon over de dingen over de afgelopen dagen, toen waren ze niet te temmen. De een zei en de ander. Het ging maar over Jezus de Nazarener.
Heel duidelijk dat Jezus leeft. Niet verrast zijn. Ze uit de doeken hebben gedaan. De boodschap van de levende Heere van de vrouwen tot ons is gekomen maar zijn er ondersteboven van. Ontsteld. Door die engelen.
Maar dat punt Jezus vonden ze niet. Hem zagen ze niet. Heilige humor. Hij spreekt met ze maar Hem zien ze niet. Bijzonder dat bij die breking van het brood, toen hebben ze Hem gezien. Hem zagen ze niet.
Dat is het grote punt bij die Emmausgangers. De top, de climax. Wordt wel gezegd dat Hij leeft maar niemand heeft Hem gezien. En dan neemt de Heere het woord. Spreekt over de traagheid en onverstand alles om het punt van het geloof.
Wat de profeten hebben gesproken. Aan de woorden van de Heiland niet overgelaten. Vreselijk om niet al de dingen te geloven die de profeten hebben gesproken. Dat de Christus moest lijden. Let op dat woordje moest.
Er lag toch geen andere weg? Hij heeft toch de hemel verlaten om de weg van lijden om tot de heerlijkheid in te gaan. Mozes en profeten spreken van Hem.
De Schriften niet gaan openen voor de bekeerde vrouw. Ja de Schrift geestelijk, ja dat is zo. Naaman, Petrus, Johannes, je vindt ze wel.
Als ze te bewonderen zijn, dan zijn ze te bewonderen om Christus. Johannes geeft zo innemend op van de liefde van Christus tot hem. Dan ga je van Hem spreken, van Hem getuigen. Dan is Hij het voor en na. De Schriften die van Hem getuigen. Doe mannen staan in lichter laaie. Herkent u dat?
Hij doet alsof Hij verder gaat, maar Ik ga naar binnen. Maar proeven hoe het zit bij die mannen. Dan gaan ze dwingen. Mensen in de kerk, bij bosjes tegengekomen -u kent ze ook wel. Ze vinden het gauw genoeg. Ik hoop dat u het niet bent. Die
Als het bij je leeft, en het is twintig minuten, kunt u meer vertellen? Bij een kind. Papa, kunt u meer vertellen, opa kunt u verder lezen?
Bij een jongen als je verliefd bent op een meisje, op een avond nu wel genoeg. Nee meer, het is al tien uur. Heeft met liefde te maken, dat geven we moeilijk toe. Het kan wat lijden.
Die liefde gaat dringen. U moet mij maar eens vertellen dat ze wisten waar Hij verbleef. Misschien nog den kwartier. Ze hadden ook kunnen vragen moet U nog ver?
Argument, het is al aan de avond. Nee ik denk het ook niet: Dezelfde avond nog richting Jeruzalem om de zaak te vertellen. Wat prachtig die band aan Jezus. Die opening van de Schriften. Ze moeten Hem binnen hebben. Want het is avond en de dag gedaald.
Kijk maar, ze gaan bidden. Hij zit met hen aan. Hij neemt het brood. Hij zegent het brood. Hij deelde het uit. Hij komt bij ze binnen. Dan staat er niet ze heten hun gast welkom aan tafel. Ze onthalen Hem gastvrij. De bekende woorden en het geschiedde. Dat is Lukas.
Ga het begin van Lukas maar na. En het geschiedde in de dagen van Augustus. En het geschiedde als de dagen vervuld waren. Hier ook. Hij brak het brood. En ze kenden Hem. En was Hij weg uit hun gezicht.
Dan is Hij niet meer in hun nabijheid te vinden. Hoewel hoewel hoewel. Wel in de geest. Hij met hen te blijven. Hij is niet zichtbaar. Nu zeggen ze tegen elkaar wat op de weg gebeurd is. De oorzaak was dat hun hart branden. Op hetzelfde uur, hetzelfde moment. Ter elfder uur.
Van hen al gezegd dat Hij van Simon is gezien. En zij vertelden hen dat Hij hun verschenen is. Wat was hun laatste woord geweest wat zij Hem zeide? ‘Hem zagen zij niet.’
En dan horen ze het in het huis: het is waar. Let op dat woordje waarlijk. Dat staat natuurlijk in die context. Geen losse flodder. In die gang. Ja maar werkelijk. Niemand heeft Hem gezien?! Jawel, van Simon gezien. En zij beginnen te vertellen.
U ziet dat verhaal wel komen. Van die gehouden ogen. En Hem hadden gedwongen in het huis te gaan. En hoe Hij hen bekend was geworden in het breken van het brood. Hij is binnengekomen, Hij zat met ze aan. Hij nam het initiatief met de maaltijd. Hij nam het brood.
Er zijn wonderbare spijzigingen geweest. Na gezegend te hebben heeft Hij het brood gebroken. Wat is dit? Hij wordt bekend bij en in het breken van het brood. En hun ogen werden geopend en ze kenden Hem. Dit is Christus, Jezus die lijden moest.
Die moest sterven om het leven te bereiden. Hij is bekend geworden in het breken van het brood? Moeten we dit lezen als het laatste avondmaal? Dat laatste avondmaal was voor de intimi, de elf. Nou wordt het dieper.
Als Lukas verteld elf discipelen bij het laatste avondmaal in de opperzaal. Die twee die niet bij die elf horen. Er staat dat zij zijn opgestaan en naar de elf gegaan. Ze horen wel bij de discipelenkring maar niet bij die kleine kring.
Hij hun bekend geworden bij het breken van het brood. Ze moeten het hebben gezien in de handen. Dit is Christus. Kijk maar als u verder ziet, vers 39. Alles in de harten van de discipelen gaat, dan zegt Hij ziet mijn handen en Mijn voeten. Een geest heeft geen vlees en benen.
Mooi hè in de handen de tekenen. Ze hebben het gezien in het unieke, hoe Hij het brood gebroken heeft. Dat is die omgang. Nu begrijp je het nog niet. Bij die tempelreiniging, toen gingen die woorden leven. Bij de spijzigingen. De schare pakken het niet. Ze blijven maar bij het uiterlijke brood hangen. Dat Ik het brood des Levens ben.
Zij zeggen dat Hij bekend geworden was in het breken van het brood. Hij heeft uitgelegd wat Hij onderweg heeft verteld. En toen hebben we aan de tafel gezien. Ik kan het u niet uitleggen maar u voelt wel aan dat de Heere het uitlegt. In Zijn kruisdood. Het brood dat we breken. Alles is Hij.
De Schriften. Laat ik het maar zo zeggen. Ik heb een Bijbel. Over wie gaat die Bijbel. Zeg het maar. Ik kan niet zeggen een kind kan de was doen. Wie legt het uit de Geest? Christus, Christus, Christus. Nou met de tekenen van brood en wijn? Christus, Christus, Christus.
Nou in de kerk is wat te vertellen. Mijn Jezus leeft, is gekruisigd. Wat ik leef dat leef ik Hem. Dan moeten we het steeds maar over Hem hebben.
Amen.
Zondag 23 april 2023 – Rehoboth Hersteld Hervormde Gemeente Voorschoten – ds. J.W. van Estrik – Schriftlezing Lukas 24 vers 13-35 – wetslezing Leviticus 19 vers 1-18