Wanneer we met de Emmaüsgangers oplopen met Beloken Pasen, dan komt de vraag tot ons of we weten wat we zeggen? De twee die van Jeruzalem naar Emmaüs spreken over de derde dag maar houden ondertussen de Bijbel -het profetische woord- dicht. Ze verhaalden van allerlei gebeurtenissen maar Christus Jezus vonden ze niet. De Heere Jezus Christus -die opgestaan is uit de dood- gaat hen onderweg onderwijzen terwijl zij niet in de gaten hebben dat Hij het is. Hun ogen werden gesloten gehouden om de Schriften te openen. Het komt ook voor aan op het Schriftuurlijke geloof.

Lukas 24 vers 21: ‘En wij hoopten, dat Hij was Degene, Die Israël verlossen zou. Doch ook, benevens dit alles, is het heden de derde dag, van dat deze dingen geschied zijn’.

Heden de derde dag

Ja gemeente, je kunt weleens wat zeggen maar heb je altijd door wat je zegt? En ben je bewust van wat je zegt? En geef je rekenschap van wat je zegt? Dat is de terechte vraag als we vanmorgen met deze Emmausgangers oplopen. Dat woord dat richting de Heere Jezus wordt verhaald. Zo beetje alles wordt gezegd, over het kruis, en het is de derde dag.

Herinner je wat Hij gezegd heeft over de derde dag? We zeggen weleens wie vatte het die vatte het. Maar weten we wat we dan zeggen? We kunnen zonder Hem niet. Ook waar we ons voorbereiden op het Heilig Avondmaal. Dan komt het aan op dat we de harten opwaarts heffen. Tot Hem die daar voor de troon van God is.

Laten we eens zien hoe belangrijk het is in het geloof om bij het Woord te leven? Betrapt u zich u daar weleens op dat je er gemakkelijk aan voorbij kunt gaan. Wel het Woord opengeslagen, stukje eruit gelezen. Het dringt niet door. Of tot je schaamte: heb ik vanmorgen gelezen? En wat heb ik gelezen moet u er meteen bij stellen. Want dan weet u zeker dat het niet is doorgedrongen.

We gaan eens kijken wat er gaande is in Lukas 24. Er twee zich uit de grote discipelkring losmaken. Emmausgangers zijn ze wel gaan heten. Wie zijn het? Van een weten we, Kleopas. Andere naam Alfeüs.

Sommige zeggen Petrus. Dat kan niet. De Heere is waarlijk opgestaan en Simon gezien. Dat kan niet. Thomas ook niet. We weten het niet. Wijlen prof. Versteeg heeft er mooie dingen over geschreven. Vrouw van Kleopas? Het zou kunnen.

Loopt u maar gewoon mee. Het zijn echte, werkelijke discipelen. Waar herken je dat aan? Waar ze over spreken. Hart vol van is. Enorme betrokkenheid op Jezus. Ze zijn zo druk met Hem. Ze zijn zo druk dat ze niet eens in de gaten hebben dat er een Derde Zich bijgevoegd heeft. Hij loopt met hen mee.

En moet u zien: Hij mengt Zich. Vers 15. Mooi he ze bevragen elkaar. Dan de andere weer het nodige van te vertellen heeft. Jezus komt en gaat. Heel opmerkelijk er gaat geen vraag naar Jezus toe. Totaal geen aandacht voor Hem. Verklaring ligt er al, geen ogen voor dat ze Hem zouden herkennen.

Hij stelt de vraag waar ze met elkaar zo druk in de weer zijn. De twee praten met elkaar maar de Bijbel blijft dicht. Als dat anders was, dan hadden ze het geweten. U moet het zelf de vinger maar bij leggen dat het Jezus die de Bijbel gaat openen. De Schriften.

Dat zeggen ze ook tegen elkaar. Wat een ondervinding was het toen Hij ons de Schriften opende. Begonnen met teksten en citaten bij Mozes. En bij de profeten. Dit las je over Hem. De Schriften moeten open en daarom moeten de ogen gesloten houden.

Vandaag zeggen mensen je moet het zien. Wat is dat voor een praat. Maar de Schriften openen. Soms laat de Heere wachten. De ogen worden gehouden want de Schriften moeten open. Hij zal Zich gaan openbaren. Maar die kennis is uit de Achriften. Eerst houdt Hij Zich verborgen om de Schriften te openen.

Nou ziet u het gebeuren. Waar hebben ze het met z’n tweeën over? De mimiek wordt ook waargenomen. Waarom ziet u zo droevig? Hij vraagt eigenlijk naar de bekende weg. Hij weet dat ze Hem missen. Hij weet dat Hij ze met een klap blij kan maken. Doet Hij niet.

Hij kan ze van het een op het andere moment totaal veranderen. Jongens Ik ben het.
Evangelischen dat Hij het altijd in een keer doet. Is niet waar. En Gereformeerden lopen het gevaar te zeggen dat Hij het niet in een keer doet. Ook niet waar. Kijk maar. Hele hebben en houden, als Hij vraagt wat ze bezig houden, krijgt Hij de verwijtende vraag of Hij een vreemdeling is. En dan vraagt Hij alleen maar welke?

Dan beginnen ze hun diepe verdriet die praatten met elkaar, nu honderduit naar Jezus. Vers 17. Dat ze de twee zijn waar Hij het aan vroeg. En dan vers 18 die ene Kleopas die ene die antwoordt. En dan vers 19 weer samen. Mooi he, ze praten samen honderduit aangaande Jezus de Nazarener.

Ze mogen hun nood uitleggen en uittellen. Dat was volgens Johannes ook boven het kruis stond: Jezus de Nazarener. Dat moet u eens verantwoorden. Ik ga dat niet tot in het diepste uitpeuren, dat doet u zelf maar. Lukas: Jezus, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden. Kan er iets goeds uit Nazareth komen?!

Moet u zien wat ze zeggen. Die Jezus was er een, een profeet. We zouden zeggen heb je niet geluisterd dan?! Een profeet. Hij heeft het toch gezegd. Dat Hij moest lijden, overgeleverd in de handen van de Romeinen en sterven.

Een profeet?! En wat voor een. Krachtig in werken, doden tot het leven geroepen. Krachtig en wijs in woorden. En het is gebeurd. Overpriesters Hem overgeleverd, veroordeeld tot het kruis. Dat is nu al weer even geleden. Wij hoopten dat Hij was degene die Israël zou verlossen.

En benevens dit is het ook de derde dag dat dit geschied is. Vindt u dit niet bijzonder dat dit er nu uitkomt? Als het gaat het over de door. Bij Lazarus hij riekt al. Wij hoopten dat Hij Israël zou verlossen. De derde dag.

Heeft ook geklonken in de lijdensaankondigingen. Maar nou blijkt het besef is er niet dat Hij leeft. Tussen alles instaat. Ze kijken terug naar de kruisdood. Die derde dag is dan nu. Sommige vrouwen hebben ons ja van ons stuk gebracht. Graf leeg vertelden ze. Gezicht van engelen die vertelden dat Hij leeft.

En eerlijk is eerlijk anderen ook naar dat graf gegaan. Het is wat wat deze mannen zeggen. Bij de mond van twee of drie getuigen. Het was precies zoals ze zeiden die vrouwen. Het is onderzocht. Geverifieerd. De waarheid is gebleken. Maar het probleem is gebleven. Hem zagen ze niet.

Maar als we dit alles overzien, de derde waar deze dingen geschied zijn. Jezus de Profeet. Ten derde dag zou Hij opstaan. Die derde dag is blijven haken. Maar het geloof leeft niet, sprankelt niet. Gewogen, overwogen, door merg en been gegaan. Hij leeft en het wordt niet geloofd.

Gemeente, laten we daar eens eerlijk over zijn. Twijfel en ongeloof. Kunt u altijd geloven? Hebt u de dingen altijd vast? Zeg het eens eerlijk voor God hoe het ligt. Moet u Hem vasthouden of houdt Hij u vast? Als het over het geloof gaat, moeten we dan niet zeggen dat de gruwelijke twijfel komt overheersen. Moet Hij niet komen om alles te doorbreken?

Die vreselijke twijfel, en verschrikkelijke ongeloof. Je kunt in de kerk de Psalmen meezingen en bent er helemaal bij te betrokken. En zet een stap buiten of in de middag en dan in twijfel. Houd mij voor Uw komst bereid. Houd mijn gezicht op U. Mijn ogen op U gericht. Heere, verberg U niet voor mij. Ik ben op U aangewezen.

Wat is het een diep woord, benevens dit is het de derde dag. En ze herkenden Hem niet. Waarom ga ik teneergebogen. Steeds maar weer in dat akelig zwart. O ziel wat treurt u dus verslagen? De heilzon. Mijn Redder is mijm God.

Gemeente, wat is het ontzettend belangrijk om bij het lezen van de Schriften ook bediend te worden. Paulus het daar zegt de Geest die het doet. Door de Geest uit Christus genomen. Bij de Schriften lezen, uit graven. Uit putten.

Hebt u dat ook, die Schriften kunnen mij zo verrukt doen opspringen. Woorden die levend zijn. Als Christus de Schriften bevestigt. Het gaat om het Schriftuurlijke geloof. Het is alles Hij.

U moet eens proberen te verplaatsen in deze Emmausgangers. Was ons hart niet brandende in ons. Hij had het gezegd. Ze zijn druk aan de praat. Wat een Heere was dat. Wat een Jezus. Jôh, als we er nog aan terugdenken, het was een geweldige tijd. Och och och. Wat een vrouw die U heeft voortgebracht, die schoot die U heeft gedragen. Geen lettertaal. Maar levend. Als we eraan terugdenken.

Die wonderen die Hij genas. Gezien. Zeven duivelen. Volheid van duivelen. Ze werd verlost. Hij heeft zelfs Lazarus uit de dood doen opstaan. Ze wilden zelfs Lazarus doden vanwege die aanhang die hij kreeg. O die Jezus wat missen we Hem. Hij was voor God groot en voor het volk groot.

Wat heeft Hij nou gezegd? Het kruis, de vloek. De derde dag. Ik waag het erop. Zou het kunnen Hij heeft het over de derde dag gehad maar Hij is nergens te bekennen. Ze vertellen het zelf. Die vrouwen hebben ons van ons stuk gebracht. De engelen, de Godsgezanten. En anderen dat ook gezegd. Poolshoogte bij het graf. Geen woord gelogen. Maar een woord niet. Hij is er niet.

Maar Hij leeft toch. Geen woord gelogen. Hij leeft toch. Die Emmausgangers. Als het een man en vrouw was, dan mijn broer en zus. En als twee mannen waren dan mijn broers. Dat verfoeilijke ongeloof. Wij zijn leugenachtig maar Hij is de waarheid. Laat ons leren de wet houdt geen spaan van ons heel. Maar Hij maakt heel. Geloof wordt geschonken. Geloof wordt onderhouden.

U mag het zelf onderzoeken. Want het is wel mooi. Lukas vertelt dat de ogen geopend worden. Moet u niet denken dat het uitzonderingen zijn. Moet u verder lezen bij Lukas. Verschijnt Hij aan de apostelen. Dit zijn de woorden die Ik u tot u sprak. Niets nieuws onder de zon.

Vers 45. Toen opende Hij weer het verstand. Waarom? Opdat ze de Schriften verstonden. Alzo moest de Christus lijden en opstaan uit de doden en getuigen onder alle volken. Gemeente leren we het en belijden we, ten derde dage. Het is Zijn dag. Hij staat op. Hij overwint de dood.

Alle hoop moet verloren. De Heere zegt je moet horen. Alzo staat geschreven. Leren we zo in het leven van het geloof ook naar de tafel toe, te hangen aan Zijn mond. Te wortelen in de Schriften. In te graven in het Woord van God. Alzo heeft de Heere gesproken.

De Heere is een Man van Zijn Woord. Een God die niet liegen zou. Hij doet wat Hij gesproken heeft.

Als u het met dat Woord niet wilt doen, dan krijgt u van mij de eindjes in handen. Als u het met het Woord niet doet, komt u verkeerd uit. Want de Heere Jezus ze hebben aan het Woord echt genoeg.

Als die man zegt tegen Mozes, Stuur Lazarus naar mijn broers toe want ze gaan een verschrikkelijke toekomst tegemoet. Ze hebben Mozes en de profeten. Als ze die niet geloven, zullen ze het ook niet geloven als iemand uit de doden zou opstaan. Daar heb je het. Alles staat geschreven. Voor alles moet u lezen zaligheid en avondmaal. Mijn Naam staat van kribbe tot hemelvaart, mijn naam staat met Christus in de Schrift. Dan is er hoop en anders is er het verderf.

Amen.

 

Beloken Pasen zondag 16 april 2023 – Rehoboth Hersteld Hervormde Gemeente Voorschoten – ds. J.W. van Estrik – Schriftlezing Lukas 24 vers 13-35 – Wetslezing uit Leviticus 19 vers 2b-18