Als de discipel Petrus door de Heere Jezus in zijn ambt is hersteld en hem verteld is over wat hem te wachten staat, dan draait hij zich om en ziet op Johannes. De Heere Jezus is resoluut: volgt u Mij. Hem volgen komt er voor ons op aan achter Hem aangaan en op Hem zien en niet op anderen, achterom of om ons heen zien.
Johannes 21 vers 22b: ‘Volgt u Mij’.
Volgen
Gemeente dit 21e hoofdstuk is er eentje van bijzondere zorg van Jezus voor Petrus. Dat mag ons niet ontgaan binnen het geheel dat Johannes nog schrijft. Dat Petrus bijzondere zorg krijgt.
Dat is de evangelist ook wel enigszins verplicht. Hoofdstuk 13. Namaals mag volgen. Hier in vers 19 volg Mij. En hier in vers 22 volgt u Mij. Het is de tweede keer dat de Heere Jezus Zich openbaart aan de discipelen. Petrus speelt een bijzondere rol.
Ik ga vissen. En de anderen zeggen wij gaan mee. Maar zeggen ik ga vissen betekent nog niet dat je vissen vangt. Die nacht vingen ze niets. De man die Jezus en die ze niet herkenden. Hebt u enige toespijs? Nee. En daarna net aan de andere kant 153 vissen.
Het is Johannes die het als eerste zegt. Het is de Heere. Daar moet u op letten. Het is weldra Petrus die vraagt hoe zal het met Johannes’ leven aflopen.
Het blijkt dat Hij hun 153 vissen helemaal niet nodig heeft. Er is al vis. Vuurtje. Maaltijd met elkaar gebruikt. En dan komt dat bijzondere feit dat Petrus in de kring van de discipelen herbevestigd.
Goed daar even de vinger op te leggen. Voor het wijden van de kudde nodig. Jawel liefde tot de meester. Gaan vanuit Zijn hart. Hij is het die de lammeren toevertrouwd. Hij is het die de schapen aanbeveelt. Wat is het daarbij belangrijk liefde tot de Heere.
En dan komt er een punt dat wij niet buiten beschouwing kunnen laten. Dan klinkt er een dubbel voorwaar, voorwaar. Amen, Amen. Let op. Jongen toen je jong was kon je snel gaan. Maar je zult oud worden dan zul jij je handen uitstrekken. En een ander je gorden.
Dan heeft dit de betekenis dat Petrus de kruisdood tegemoet gaat. Marteldood, kerkvaders die daarover schrijven. En dan klinken de woorden volgt u Mij. Niet zelf uitstippelen. Maar volgen.
We kunnen het elkaar voorhouden, het volgen van Jezus is iets waar je de handen vol aan hebt. Denk nou niet dat het niet zou gaan met vallen en opstaan. Heeft nogal wat voeten in aarde. Want dat is iets dat onze aandacht niet mag ontgaan.
Heeft de Heere het net gezegd, volg Mij. En twee tellen later volgt u Mij. Het wil er maar slecht in want het brengt lijden met zich mee. Dat verdrukking vanwege het Evangelie een zaak van vreugde is. Dan nog weleens dat lijden het ergste wat te beurt kan vallen.
Het volgen van Jezus moeite, tegenslag met zich meebrengt. Dat vaak het lijden schuw zijn. Schaam u om het evangelie niet. Als u vanmiddag vraagt, het lijden om Jezus’ wil bent u daartoe bereid? Wat heeft u het volgen van Jezus al gekost?
Want het vraagt offers. U moet het maar eens zelf nemen. Het Woord zegt dat het licht geen gemeenschap met de duisternis is. Kappen met de zonden een heel ding. De potten van Egypten opgeven. Het gaat om opgeven. Wie mij niet liefheeft boven vader of moeder.
Voorbeeld van jonge mensen die verkering hebben. Het kan niet samengaan. Maar toch onder het mom van de lieve vrede. Je ziet het heel vaak in de gezinnen wat vroeger niet mocht mag nu wel. Slappe hap gemeente. Leven de dingen wel bij ons zoals ze moeten zijn?! Vroeger waren we streng. Beetje water bij de wijn. Doet u dat voor God of voor het vlees?
Het volgen van de Heere Jezus mag wat kosten. Aldoor maar op Jezus te zien. Constant op Jezus zien. Dan hebt u het begrepen van de preek. Kind op school. Juf zegt zit niet zo te wiebelen. Hé zit niet zo te wiebelen. Dan word je afgeleid.
Achter hem ziet Petrus Johannes lopen. Ineens gooit Petrus het over een andere boeg. Afleidingsmanoeuvre. Het is niet netjes wat Petrus doet. Je mag er van vinden wat je ervan vindt, maar wat er staat staat er.
De Heere Jezus een ernstig gesprek met Petrus bij het middagmaal. Geen speld tussen te krijgen. Geeft Petrus zijn plek tussen de discipelen. Ik zeg met een dubbel Amen Amen, je zult gebracht worden waar je niet wilt. Petrus heeft het concreet gekregen over Zijn dood gesproken. Je kunt het in zijn denken wel volgen.
Even opletten, de zaak scherp. Dan heeft de Heere over het Petrus’ leven. En dan gooit Petrus het ineens over een andere boeg. Hij heeft met een knikje aangegeven wie Hem verraden zou. En Petrus stelt de vraag wat zal deze?
Ik weet niet of u weleens op mannen- en vrouwenverenigingen. Je kunt daar uitstekend terecht voor veel Bijbelkennis en dat etaleren. Komt een vraag te dichtbij, dan begint men terughoudend te worden. Dit is erg confronterend.
Dominee nog een kopje koffie. Hoe is het met uw kinderen? Er is er pas toch een getrouwd? En hoe gaat het met uw kleinkind? Afleidingsmanoeuvres. Petrus verlegt de aandacht. De Heere geeft hem lik op stuk. Volgt u Mij.
Een afleidingsmanoeuvre om het gebeuren op een ander niveau te brengen, over een andere boeg te gooien. Soms ook afgeleid zijn. De Heere Petrus wijst op de toekomst, martelaarsdood. Is er ineens de afleiding van Johannes.
Onder het Woord. Kan de beweging van een dienaar zijn. Nou die kan het ook niet wakker houden. O warempel dat moest ik eergisteren doen. Straal vergeten. Dat kan ook. Ineens is er die discipel die de Heere Jezus liefhad.
Toont Petrus daar de belangstelling voor Johannes’ leven. Op zich een terechte vraag. Niet broeders hoede, dat is egocentrisch leven. Maar wat bedoel je? Als je het antwoord van de Heere Jezus bekijkt, dan moet je zeggen de Heere waardeert de vraag niet positief.
Dan moet u eens opletten hoe de dingen aangaande Johannes door Johannes worden geschreven. Petrus de marteldood. En toen Petrus zich omkeerde, die discipel die liefheeft, en die op
In het eerste geval is heel duidelijk de liefde van Jezus tot Johannes uitgesproken en in het tweede geval is het de liefde van Petrus tot Johannes. Met Petrus met een knikje bewogen wie het is die het verraad zou plegen.
Petrus gaat de marteldood tegemoet. En hij dan? Die die tere band met Jezus heeft. Zo ongeveer het troetelkind in de genade. Als hij in het Evangelie zichzelf noemt, dan gebruikt hij nooit zijn naam. Vijf keer. Die uitnemende liefde die tot hem is uitgegaan. In de brief: we hebben Hem lief omdat Hij ons eerst liefgehad heeft.
Als er de kastijdingen zijn, dan is het om lief te hebben. Petrus ziet die discipel die Hem liefheeft. Die drie jaren van intimiteit met hem hebben gedaan. Ook gebleken bij het kruis. Zoon zie uw moeder, vrouw zie uw zoon. Voelt u die band of niet, jawel toch?
De Heere een bijzondere band had met Zijn moeder, zwaard door de ziel. Zorg van haar die disicpel toevertrouwd. Moeder zie uw zoon. U voelt de verbondenheid tussen Jezus en Johannes. Jezus zijn oudste broeder. Jezus neemt hem aan tot Zijn kind.
Petrus ziet die discipel. Neem zelf maar mee in de vergelijking. Trekken we samen op? Dezelfde dood? Dan is het Jezus die de vraag van Petrus afkapt. Heel radicaal. Indien Ik wil dat hij blijve totdat Ik kom. Wat gaat het jou aan?
Dat betekent, Petrus, Petrus. Er zijn dienstknechten die voor de wilde dieren zijn geworpen. Brandstapel. Gestenigd zijn geworden. Indien Ik dat wil, wat gaat het jou aan? Ik weeg de lasten. Ik teken de kruizen.
Wat gaat jou dat aan? Dan zeggen we een hard antwoord van de Meester. Maar zo ligt het. Wist u niet dat Ik moest zijn in de dingen van Mijn Vader en vrouw wat heb Ik met u te doen? Mijn ure is nog niet gekomen. Hij bestraft als het nodig is. Hij is wijs.
Als Ik wil dat Hij blijft, het gaat u niks aan. Wilt u als we gaan zaaien. Dan de rest aan de Heere overlaten. God zal de wasdom geven. Volg u Mij. Voor dat kleine woordje wil ik toch bijzondere aandacht vragen.
Want dat is heel opmerkelijk. Dat dat accent op u komt te liggen. De Heere zegt tegen Petrus jij moet Mij niet vragen naar Johannes. Jij, Petrus. Niet naar links of rechts of achterom kijken.
De Heere geeft een les van persoonlijk volgen. Er zijn er die praten over jan en allemaal. U moet erop letten volgt u Mij. Wie zegt dat Ik ben de Zoon des mensen. Strijd u om in te gaan. Onderzoek of u in het geloof staat.
U ziet dat de eerste maal in [vers] 19. Toen die afleiding. Petrus in zaken te steken die je niks aangaan. Volgt u Mij. Loop niet bij Mij weg. Achter mij. Op dit punt een prachtige legende. Ik kende hem niet. Legende niet waarheid, wel een boodschap.
In een nacht liep Jezus door de donkere straten van Jeruzalem. Elke keer stootte Petrus zijn hoofd. Krijg je builen. Hij voor de Meester uitliep. En zij zich nergens aan stootten. In Zijn voetstappen. Door nulpunten. Door crisispunten.
Door lijden tot heerlijkheid. Vlees gaat eraan. Oude ik sterft. Volgt u Mij. Vanmorgen avondmaal gevierd. Het was bijzonder. Dat maak je niet, dat krijgen we. Samen naar de Heere wijzen. Ere wie ere komt.
Toen we dat avondmaal hebben gehad toen nog gedeeld dat het is totdat. Het gaat naar dat Koninkrijk. Avondmaal totdat. Als je dit leest, dan zou je zeggen dat klinkt niet zo mooi. Petrus’ levensgang niet zo mooi, martelaarsdood.
Niet florisant. Wacht. Dan kijk je teveel om je heen. Maar vooruit. Wij aanmerken niet de dingen die we zien maar niet zien. Ik ga voorop. Naar Mijn Vader en uw Vader.
Het heerlijke perspectief krijgt Petrus. Dat de dood overwonnen is. De prikkel kwijt is. Huiswaarts achter Mij aan. U zult zijn waar Ik ben. Als we de tafel van de Heere hebben genoten, dan betekent het we zien niet achterom. Maar vooruit. We gaan niet zeuren over de weg. De ene een zwaardere weg dan een ander, dat is waar. Wie maar de goede God gaat zorgen.
Ik zorg ook voor Petrus, ook voor Johannes. Vult u uw naam maar in. Volg Mij met het heiligend kruis. Achter Hem aan. Alleen achter de Heere kom je thuis. Daar hoef je geen hogere wiskunde voor te hebben gestudeerd.
Als de voetstappen van de Heere naar huis hebben gevoerd. Dan kom je thuis. Als ik dat niet doe? Wil je het niet weten. Dan kom je verkeerd uit. Kom je daaruit waar je zelf voor gekozen heb. Waar dominee? In de dood. Ga in dit spoor. Maak u niet druk om mij. Volgt u Mij. Mij moet u volgen. Hoort de stem van de Zoon van God.
Amen.
Zondag 23 april 2023 – Rehoboth Hersteld Hervormde Gemeente Voorschoten – ds. J.W. van Estrik – Schriftlezing Johannes 21 vers 15-25