Met Pinksteren is er de gemeenschap der heiligen. Na de preek van de apostel Petrus zijn de mensen verslagen van hart en komen drieduizend tot bekering. Vervolgens is er de volharding door het werk van de Heilige Geest. Volharding in de leer der apostelen en dat geldt evenzeer voor de christelijke gemeente vandaag de dag om daarin te volharden.
Handelingen 2 vers 42: ‘En zij waren volhardende in de leer der apostelen, en in de gemeenschap, en in de breking des broods, en in de gebeden‘.
Volharden in de leer van de apostelen
Ja gemeente dat is een prachtige toonzetting en de toonzetting van de verkondiging vanmorgen. Ere wie ere toekomt. Het gaat om de werken en daden van de Heere. We hebben het net gezongen overvloed van Zijn gunst. Volheid van het gemoed. De Heere die mild, lankmoedig, barmhartig en genadig is. Juichen tot Zijn eer.
Laten we dat aan de begin van de verkondiging dat zeggen dat we spreken over Christus die vanuit de hemel werkt en koninklijk regeert. Ook als het gaat om het kerkvergaderende. Wat hebben we dat prachtig beleden in zondag 21. De kerk is zaak van de Drie-enige God. Het is nodig om Christocentrisch te preken. Maar laten we bedenken Hij staat in het middenpunt met de Vader flankeert en de Geest flankeert.
Hij is die de Vader tot het eeuwige leven verkoren heeft samenbrengt, oneerhoudt. Dat doet Christus. Hoe doet die dat? Door de derde Persoon, de Heilige Geest. Door het Woord gebruikgemaakt. Wat komt dat vanmorgen heerlijk tot ons in de Handelingen. De preek van de apostel Petrus. De preek die gehouden wordt op de Pinksterdag.
De kerk is het werk van de Heilige Geest. Het is Christus die daartoe de Heilige Geest heeft uitgestort. De kerk is niet iets van steen, mooie gebouwen van pracht en praal. Gemeente van levende stenen. Mensen die hun zaligheid in Christus hebben gevonden. Door de Geest gereinigd. Het Goddelijke stempel op gezet. Deze gemeente is van God.
De kerk in goede handen. De kerk ook verzekert van het leven waar Christus de sleutels heeft van de hel en de dood. Poorten van de hel niet meer zullen overweldigen. Kerk de gemeente die door Christus wordt bewaakt en onderhouden.
De kerk. Er wordt weleens gesproken dat Pinksteren de geboorte is van de kerk. Daar is iets voor te zeggen, best te verdedigen zijn. Met de hemelvaart is de aangifte van de geboorte van de kerk gedaan. En op de Pinksteren de uitgifte van de Heilige Geest. Dat de dienst van de verkondiging begint. Ja het begint allemaal in de hemel.
Wat is het mooi om te zien hoe mooi het is dat Jezus Zijn woorden vervuld. Zullen we dat altijd in gedachten als er iets gebeurt. Heeft Christus daarvan iets gezegd, een belofte gedaan? Als Petrus gaat preken, heeft Hij daarvan gesproken? Jazeker. Meer dan een.
Gij zijt de Christus. Op deze petra zal Ik mijn gemeente bouwen. En gezegd Ik zal jou vissers van mensen maken. Hier Petrus als een op uit gestuurde die mensen opvist. Petrus gaat tegen de massa in. Komt de hartenroep en noodkreet. Petrus een visser der mensen. Petrus hij stelt de hoorders in staat van beschuldiging.
Ja wat gebeurt er? Het Woord dringt tot een keuze. De Heilige Geest overtuigt. De zaken zijn duidelijk. Het is allemaal uit de hemel gekomen. Het heeft vragen opgeroepen. Het heeft ontzetting teweeggebracht. Twijfel gewerkt. Er worden de nodige vragen gesteld. Dan is het Petrus die in de kring van de discipelen staat. En het verkondigt op Pinksteren, op deze vijftigste dag na Pasen.
Hij verwijst uit de Psalmen. Dat Jezus op aarde gewandeld heeft. Die Jezus daadwerkelijk de Christus is. Door de Vader opgewekt uit de dood. Verhoogd is aan de rechterhand. Deze Jezus de zegen verkregen heeft. En tot een Heere en Christus is gemaakt. Dat is Hij die u hebt gekruist. Dat is een zware beschuldiging, aanwijzen van een zwaar vergrijp. Dat slaat ook in. Wondt mensen in het diepst van hun ziel, zijn in het diepst van hun roerselen geraakt. Heilige Geest slaat er dwars door heen. Slaat harten te morzel met die hamer van het Woord. Geen weg meer te gaan.
Wat moeten wij doen mannenbroeders? Het Woord dat doorgedrongen is. Die boodschap van bekering, geloof, van verkrijgen van de belofte. Van dat ene wordt behouden van dit verkeerd geslacht. Gemeente het gebeurt op een dag. Drieduizend. Teken het aan. Ze nemen het Woord geaag aan.
Waar het in alle angst is, is er nog hoop. Nemen het Woord aan. Worden er op die dag drieduizend toegedaan. Prachtig hoe het uit de hemel geschiedt. Ook voor het onderhoud van de gemeente. Ook als het gaat om Evangelisatie dat onze hoop alleen op God is. Prachtig hoe dit uitgeschilderd is. Woord legt beslag. Mensen komen er niet meer onderuit. Vallen eronder. Nou is er niets anders dan Jezus de Heere.
Nou komen we gemeente op dat punt waar we terecht willen komen. Waar God werkt daar zie je wat van. We zien bijvoorbeeld bij Paulus een vrucht van zachtmoedigheid, liefde, vriendelijkheid. Daar kun je toch moeite mee hebben als je mensen tegenkomt willen zich gelovig voordoen maar altijd chagrijnig gezicht. Dat kan toch niet? Ik zeg ook niet een tandpastagezicht opzetten. Waar de vrucht van de Geest ook blijdschap is. Allemaal aan elkaar vast.
Volharding in de leer, gebeden, breking van het brood en de gemeenschap. Wat de Heere doet is welgedaan. Zij volharden. Goed daae rekenschap van te geven, en uitgesproken. Daarmee is gezegd dat drieduizend maar even in een impuls, bevlieging handelen. Nee, ze zijn onder het beslag van het Woord.
Die Heilige Geest die trekt een spoor. Het is geen kwestie van oppervlakkigheid. Houding van Ananias en Safira, of van een Demas. Nee die houding is eerlijk en hartelijk. Dat omhelzen van Christus is geen moment maar een leven. En ze volharden tot het einde. Wat best moeilijk is en zwaar is. Maar het kan omdat de Heere in de troon zit, en regeert. En Hij de Geest uitgezonden heeft. En Hij doet getuigen. En Ik zal zorgen tot het einde die volharding te volbrengen. Ze houden vol, geven niet op.
Ze volharden. Waarin? In de leer van de apostelen. Gemeente dat is niet onbelangrijk om te delen dat ze zich aan de leer van de apostelen verbinden. De leer ontzettend belangrijk. Paulus aan Timotheüs. Waak over de leer. Moet gezond zijn. De wind van leer waait. De mening van deze of gene. Of alles aan toegevoegd is. Een scheut menselijk denken aan toegebracht.
Dan verraadt je je eigen wijsheid. Ik weet meer dan Paulus. Tobber, zielepoot. Maar wij weten niet meer. We verkondigen toch aan de leer van de apostelen. Het gaat niet om een scheut menselijk denken aan toe te voegen. Of die mening. Nee, het is heel duidelijk. De prediking heeft een basis, leerstelligheid. Kunt u ook horen bij Timotheüs. Jongen blijf nou in wat je hebt je geleerd. Verzekering hebt gedaan. Van wie je het geleerd hebt. Moeder en bij oma op schoot. Je hebt het toch ook gehoord van mij? Ik heb het toch ook ontvangen. De Heilige Geest ontvangen, Geest der gemeenschap. Met handoplegging gedaan.
Wat je van kind af aan hebt gedaan. Die Schriften die wijs maken tot zaligheid. Houd je daar aan. Volharden aan de leer. Een christelijke gemeente is een leerstellige gemeente. Conform de leer leeft. Waar het om het Woord van God te doen is. De leer moet zuiver zijn en recht zijn. Wat zegt Lukas in de Handelingen. Let op, in een specifieke leer. De leer van de apostelen. Dat vind ik zo mooi.
Zij hebben het uit de eerste hand. Er staat niet zomaar iets. Hij heeft er nota bene twaalf uitverkoren. Maar zegt een maar Judas is iemand die heeft de zaak verlaten. Een twaalfde. Nou probeert u mij te vangen. Matthias gekozen. Moet u eens kijken. Handelingen 1. Dat er een ander een opzienersambt moet nemen. Vers 20. Dan lees ik het u voor. Vers 21: ‘Het is dan nodig, dat van de mannen, die met ons omgegaan hebben al den tijd, in welken de Heere Jezus onder ons in gegaan en uitgegaan is‘.
Ziet u dat? Prachtig. Het moet iemand die getuigen is geweest van Jezus. In de leer van Jezus geweest. Ogen steeds op Hem gericht te hebben. Met Hem opgetrokken te zijn drie jaar lang. Zo’n man is nodig die Jezus heeft gehoord, ooggetuige en oorgetuige. Dan zien we hoe die leer van de apostelen van gewicht is. Dingen aan papier toevertrouwd dat zekerheid moet hebben. Eerste boek beide te doen en te leren. Tot op de dag waarop opgenomen is. Bevelen had gegeven. Aan welke Hij Zich levend vertoond met gewisse kentekenen aangaande het koninkrijk van God.
Ze zijn drie jaar in de school van Jezus geweest en veertig dagen lang nog een herhalingscursus. Dan zegt Lukas wat die mannen vertellen, wat zij verkondigen, hier op de Pinksterdag gebeurd Petrus heeft het woord genomen. Dat is de leer. Christus zei tegen de Emmaüsgangers. Hebt u de Schrift gelezen. Dit staat hier, en dit staat hier.
Het staat in de Schriften en in de opening van de Schriften komt Jezus naar voren. De leer van apostelen is de zaak waarin de gemeente volhard. Een boodschap van verloren mensen. Die leer van de apostelen maakt duidelijk het is Jezus alleen. Die leer van de apostelen gemeente zeg eens eerlijk, is dat u lief geworden? Al het uwe de genadeslag heeft gekregen? Uw gereformeerdheid. Het Woord korte metten mee te maken. Woord heeft het klein geslagen. Niks over te houden dan de schuld over te houden. Is er nog enig middel om de straf te ontgaan? Dat is Christus.
Het was in mijn eerste gemeente ik zal het nooit vergeten. Ik herinner me De oude dominee L. Blok. Allervolstrekst verloren en het allervolstrekste Evangelie. Zo mooi op elkaar aangewezen. Ik de grootste van de zondaren aangewezen op Christus. Ik de vijand de God gegeven de Zoon van God. Die me uit de diepsten haalt en op de hoogste rots wil zetten waar ik zelf niet kan komen. Dan zien we heel duidelijk dat die leer van de apostelen geboodschapt moet worden en niet af te wijken.
In de leer alles concreet is. Dode rechtzinnigheid houdt alles op een afstand. Dan is het altijd de mens, de mens, de mens. En er wordt gesproken over het volk. Maar weet u wat de vraag is: hoort u bij dat volk, bent u van dat volk? U moet er maar opletten er wordt geen afstand bewaard. Het gaat om de directe waarheid.
Aan het einde van de preek zegt Petrus u hebt Hem gekruisigd. Niet een stok om mee om de oren te slaan maar het zwaard van de Geest. Om mensen in het hart te raken. Mensen arm te maken. In de voetstappen van Christus te gaan. Hij is mij te sterk geworden. Christus.
En gemeente je bent er nooit mee klaar. Je kunt nooit zeggen nu weet ik genoeg. Moet je eens bedenken dat Paulus schrijft aan de Filippenzen die vervolgd heeft, bijzondere openbaring heeft gehad, al maar rondgaat om te spreken van de trouw en goedheid van God. Zegt op een zeker moment in Filippenzen 3 vers 7-14: ‘[7] Maar hetgeen mij gewin was, dat heb ik om Christus’ wil schade geacht. [8] Ja, gewisselijk, ik acht ook alle dingen schade te zijn, om de uitnemendheid der kennis van Christus Jezus, mijn Heere; om Wiens wil ik al die dingen schade gerekend heb, en acht die drek te zijn, opdat ik Christus moge gewinnen. [9] En in Hem gevonden worde, niet hebbende mijn rechtvaardigheid, die uit de wet is, maar die door het geloof van Christus is, namelijk de rechtvaardigheid, die uit God is door het geloof; [10] Opdat ik Hem kenne, en de kracht Zijner opstanding, en de gemeenschap Zijns lijdens, Zijn dood gelijkvormig wordende; [11] Of ik enigszins moge komen tot de wederopstanding der doden. [12] Niet dat ik het alrede gekregen heb, of alrede volmaakt ben; maar ik jaag er naar, of ik het ook grijpen mocht, waartoe ik van Christus Jezus ook gegrepen ben. [13] Broeders, ik acht niet, dat ik zelf het gegrepen heb. [14] Maar een ding doe ik, vergetende, hetgeen achter is, en strekkende mij tot hetgeen voor is, jaag ik naar het wit, tot den prijs der roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus‘.
Je hoort het Paulus zeggen ik mag Christus kennen maar ik wil meer van Hem kennen. Meer van Hem horen. Meer van Hem ontvangen. Ik krijg nooit genoeg van Hem. Alles Hij. Dat volharden in de leer van de apostelen. Dan ziet u ook dat die leer betekent, en dan moet je doorlezen en dan zie je over de gemeenschap met de Heere en met elkaar. Wat met elkaar wordt beleefd, aan de tafel en onder de verkondiging.
De vereniging met Hem. Gemeente, ik kan dat onmogelijk verwoorden. Ik kan u wel voorstellen hoe het wel een realiteit is. De Heilige Geest brengt ons het oordeel thuis. Drukt ons de schuldbrief in handen. En ik hoop dat u weet wat het is die brief eenmaal te hebben ontvangen en de handtekening eronder gezet ik ben de eeuwige dood schuldig. En met die brief Jezus zien aan het kruis. Aan het kruis door Hem getrokken. Een plant met Hem geworden in Zijn dood. Ik hang hier voor u, hier moet u hangen.
Hij heeft al het mijne zo aan Zich getrokken. Hij trekt mij zo aan het kruis. Het is betaald. Het is verzoend. Handschrift van mijn zonden. Daar hangt mijn God, mijn Zaligmaker. Dit is voor mij volbracht. Dit is de diepte van het ongehoorzaam zijn geworden aan God. Persoonlijk met Christus zijn verbonden. En dat wonder met Hem opgestaan.
Hij stond eerst op. Hebt u er weleens over nagedacht? Doden zullen horen de stem van de Zoon van God. Of je dan Abraham, Izak, Paulus heet, vul uw naam maar in. Hij overwint de dood. Wat ik leef door de Zoon van God. Wat ik ben dat ben ik door genade. Die gemeenschap waar het gaat om die leer. Die spreekt over die vereniging met de leer. Van Hem zal ik zingen.
Waar Christus mij aangenomen heeft, neem ik ook anderen aan. Anderen die Zijn verschijning hebben liefgekregen. Ik heb een diepe gemeenschap met hen. Niet van het Nieuwe Testament. Ruth zei dat ook gewoon. Dat te zoeken bij de afgoden van Moab. Dat zit er niet meer in. Uw volk is mijn volk, uw God is mijn God. Uw Jezus is mijn Jezus, uw Heiland, mijn Heiland.
Zo zijn we een familie. Zo houden we elkaar vast, zoeken we elkaar op. Broederlijke liefde. Volharden in de leer van de apostelen. Jezus maakt een. Die gemeenschap, kun je daar ook iets over bedenken wat de Heere daarover gezegd heeft? Helemaal niet moeilijk. Ook les in gehad. U moet snel naar de voordeur lopen, daar staan Uw moeder en broeders. Die de wil van de Vader doet, die zijn Mijn moeder en broeders.
De leer van de apostelen te volgen. En dat laatste noemen we in een vogelvlucht. Als u dit brood eet en van de drinkbeker drinkt. En in het bidden niet vertragen maar volhouden. We kunnen ook zeggen dat als we willen volharden, kan dat niet zonder het gebed. Het leven van het geloof een afhankelijk leven is.
Het bidden een gegeven is. En de gebedsoefeningen er zijn. Hoor maar hoe iemand die met de Heere gaat afhankelijk is. Jezus ontferm u over mij. Heere verenig mijn hart tot de vreze van Uw naam. O Heere blijf bij mij. Heere leer mij. Heere leid mij. O God troost mijn ziel. O Heilige Geest voer mij aan de stille wateren. O grote Herder der schapen leid mij. Heere ik heb het duizendmaal verdiend, maar verlaat mii niet. Onderwijs mij. Help mij. Zegen mij. Verwerp mij. Red mij.
Ik ga niet door. Dan zitten we hier vanmiddag nog. Niet erg he. Maar een tijd van komen en een tijd van gaan. Dat er in het leven met de Heere afhankelijkheid is. Het is straks mooi bij het spelen broeder om dan te spelen ‘Blijf bij mij’. Ik kan volharden in Uw aanwezigheid en alleen met Uw kracht.
Amen.
Tweede Pinksterdag 20 mei 2024 – Rehoboth Hersteld Hervormde Gemeente Voorschoten – ds. J.W. van Estrik – Schriftlezing Handelingen 2 vers 29-47 – belijdenis met de Heidelbergse Catechismus vragen 53-55