Het onderwijs van de apostel Paulus over het Heilig Avondmaal richt zich op Christus. Het is door Hem, tot Hem en voor Hem. In de christelijke gemeente in Korinthe zat het niet goed. De rijken gingen niet zo met de armen om zoals Christus de armen verzadigde. De oproep klinkt om elkaar te verwachten. De broeder die het ook van Christus mag hebben. Het is een samenkomen, samen eten en samen elkaar verwachten.

1 Korinthe 11 vers 33: ‘Zo dan, mijn broeders, als gij samenkomt om te eten, verwacht elkander‘.

Met verwachting naar elkaar uitzien

  1. Samenkomen;
  2. Samen eten;
  3. Samen elkaar verwachten.

1. Samenkomen

Gemeente laten we mogen beginnen met te zeggen Paulus zet ons allemaal één richting uit. En de apostel als hij schrijft over het gemeenteleven vraagt de volle aandacht voor Christus. Christus alleen.

Als bij het Avondmaal de beker rondgaat, dan gaat het om Christus. Als het gaat om deze of genen, dat hij uitkomt bij Christus. Hoe kan het ook anders? Wie is het die Zich een gemeente vergadert? Het is Christus. De Vader die gemeente verkoren en Christus in handen gegeven heeft.

Ik ben gekomen om de zondaren te rechtvaardigen. Niet de rechtvaardigen die pochen. Nee, goddelozen, vijanden met God te verzoenen. Kijk het is de goede Herder die heeft gesproken. Een kudde, één Herder. De duivel kan alleen verstrooien. Maar Hij zal de schapen bijeen brengen. Samenroept. Uit de wereld brengt.

Moet u eens horen uit de belijdenis. Die is zo mooi. Ademgevend spreken. Artikel 27 we geloven en belijden een katholieke, algemene kerk. Vergadering van ware gelovigen. Gewassen door Zijn bloed, geheiligd in Zijn bloed. Kerk er altijd geweest en zal er zijn tot het einde toe. Christus kan geen Koning zijn zonder onderdanen.

Christus. Daar gaat het om. Paulus zegt gemeente van Korinthe waar u nu mee bezig bent, kan dat kan. Dat strookt niet. Waar u nu mee bezig bent bij het eten van het avondmaal. Dan gaat het om de eenheid. Realiteit aan de tafel.

Waar de mens van nature geneigd is God en de naaste te haten. Daar het wonder. Het verlangen de Heere lief te hebben en de naaste te dienen. Daar gaat het om de eenheid, dat komt bij de tafel. Laten we de tekst maar eens bekijken en Paulus rekenschap geeft hoe die in die gemeente staat en is.

Hij komt tot een afronding. Zo dan. Als u samenkomt om te eten, verwacht elkaar. Broeders. Broeders. Dat klinkt warm. Teer spreken. Ook nog verdiept: mijn verdiept. Wij hebben deel aan hetzelve geloof.

Wanneer heten in het gewone leven mensen broeders, broers en zussen? Als ze dezelfde vader en moeder hebben. Anders halfbroers en -zussen. Nu van hetzelfde zaad. Broeders van een Vader. Niet naar het vlees maar naar de Geest. Dat is wat die ze op ogenblikken mogen beschouwen als hun Vader. Ze hebben gelovig mogen luisteren. Nu noemt hij ze broeders.

Goed om te verantwoorden. Nu kunnen er mensen zijn die zeggen kun je dat wel zeggen? Als de dominee zegt gemeente des Heeren. Met zo’n duizend man voor zich. Kun je dat wel zeggen? Iemand zei eens: vandaag de dag zijn het broeders en zusters, en het zijn nog niet eens neven en nichten en achterneven en achternichten.

Hoe zit dat? Heel wat loos in de gemeente. De apostel zegt ook kijk uit want de manier waarop je op de dingen omgaat is een manier waarop je de toorn van God op de hals haalt. De apostel is echt niet bezig de ogen voor zaken te sluiten. Maar wel het goede van God wil belijden, benoemen, wil beschrijven. En het beproefde geloof dat is iets waar hij de gemeente aan wil spreken.

Dat doet hij ook als hij bij het avondmaal beschrijft dat dingen mis zijn. Wel geleerd dat de godsdienst keihard is. Geen greintje liefde bij. Wilt u er iets van zien? Hoe men met de Heere Jezus is omgegaan. Zo ook de godsdienst vandaag.

En moet u erop letten wat de Godsvreze wel heeft, en wat is dat? De liefde. Kijk maar als hij aanspreekt als broeders. Zaken die veranderd moeten worden. Gaat leiden tot vernieling van de gemeente, dat verwoest haar.

U komt niet tot beter maar tot erger samen. Hoezo? Nou als u samenkomt in de gemeente, dat heb ik gehoord, dan zijn er scheuringen zijn. En nou kijken naar de liefde. Ik geloof het ten dele. Weet je wat de godsdienst zegt? Dat had ik al gezegd. Echt geen gemeente des Heeren. Dat op de weegschaal legt. Dat in de zee dumpt.

Nou Paulus. De liefde van Christus dringt hem. Ik geloof het ten dele. Partijschappen zijn. Het moet ook wel zo zijn, vers 19, onder u moeten ketterijen zijn. Met de bedoeling dat die oprecht zijn naar boven komen. Oprecht leven. Dan voelt u hem wel. Iemand die de goddeloosheid ziet en de verwoestende kracht ervan ervaart, die lijdt eraan. Die heeft het er moeilijk mee. Dat niet alles wat Israël heet Israël is.

Die oprecht zijn. Dat het gezien wordt. Die is van Jezus. Bloed kruipt waar het niet gaan kan. Gelijkenis van die verloren zoon. Die oudste zoon ging fluitend over het erf. Die vader zat maar met die jongste zoon. Daar hoeft hij toch niet over in te zitten.

Als die op een dag feestgedruis hoort. Dan weet hij het. Hij is terug. Daar heb je dat diepe punt. Die vader leed. Hij was dood. Dat heeft die oudste gezien. Zo is het ook in de liefde tot God. De gelovige lijdt onder de goddeloosheid. Psalm 139 de gelovige lijdt dat de wet niet gehoorzaamd wordt. Gemeente dat we er ons voordeel mee doen.

2. Samen eten

Gelovige, dan moet het openbaar komen. Dan gaan we naar het punt als u samenkomt om te eten, verwacht elkaar. Nou moeten we zien dat juist op het punt van eten in Korinthe niet goed gaat. Heb ik u al aangegeven. Samenkomen niet tot beter maar tot erger.

Wat doet zich voor? De omgangsvormen deugen niet. De rijken met de armen omgaan. Strookt niet hoe de Heere, de Koning der koningen, met de armen omgaat. Ongepast als dan de maaltijd vormt. Niet op Christus’ manier bezig. Niet gedaan waarvan te zeggen is zo zijn Christus’ manieren.

Wat lezen we dan? Paulus is scherp. Zo u bijeen samenkomt om te eten, men moet elkaar verwachten. Het is niet des Heeren avondmaal eten. Ongemanierd. In strijd met de Heere. De rijke ziet de arme niet. In het dagelijkse leven honoreert de een de ander niet. Lees maar staat duidelijk dat degenen die niet hebben beschaamd. En ten tonele gebeuren dingen waarvan te zeggen is doe dat thuis.

Eten tonnetje rond. Drinken zich een stuk in de kraag. Armen vindt de hond in de pot. En vervolgens zit men aan het avondmaal alsof dit de Heere heeft bedoeld. Doet dit tot Mijn gedachtenis. Dat Hij Zich over de armen ontfermd. Verlorenen te zoeken en te zegenen.

Is dit het avondmaal eten? Als het gaat om de voorbereiding op het avondmaal, zo worden wij bevraagd. Hoe zit het in ons leven? Zit het in de menselijke verhoudingen. Geschillen en willen het niet bijleggen. Niet tot het uiterste gegaan. Houd vrede met alle mensen. Kan ook een punt gekomen zijn, het kan niet. Veeg het stof van de voeten.

Maar in de gemeente kan het niet zo zijn. Even het pad niet in omdat ik hem heb gezien, of haar bij de stelling. Hoe gaan we aan tafel? God te ontmoeten. Zorgvuldige voorbereiding. Gelijk Christus aangenomen heeft, neemt ook aan.

3. Samen elkaar verwachten

Belangrijk punt ook in deze tijd. Verwacht elkaar. Anders gezegd: kom aan tafel met elkaar. Als je dat wilt begrijpen en de diepte daarvan wilt verstaan, moet je toch even naar de periode terug dat het Avondmaal werd ingesteld. U hebt wel gezien hoe Paulus daarnaar verwijst.

Brood nam. Sprak van Zijn lichaam. Beker gedronken tot Zijn gedachtenis. Tot aan Zijn wederkomst, wederkeer. Wat had de Heere gezegd toen Hij met Zijn lievelingen aan de tafel zat: Ik heb grotelijks begeerd dit Pascha met u te eten. Wat een ontboezeming.

Van Mijn bloed. Dit Pascha. Ik heb het zo verlangt dit met u. Kijk voelt u hem? Zo elkaar verwachten. Christus dit zei en zo ernaar uitzag. Paulus de lijnen trekt naar Korinthe. Zo dan verwacht elkaar. Weet u, heel veel avondmaalsbediening zou zuiverder verlopen en meer tot eer van de Heere zijn als wij ons in kerken en gemeenten lieten gezeggen wat Paulus hier schrijft.

Eerlijk is eerlijk, het komt voor wat Paulus hier schrijft. Zo verwacht elkaar. Soms wel gemeenten niet komen en veracht elkaar. Gemeenteleden hebben telramen. Met dichtgeknepen ogen. Ze menen de onwaardigheid aan te wijzen. Waarom wordt er dan niet met de betrokkene gesproken? Dan komen de gelovigen echt openbaar. Dat de tafel verontreinigd wordt. Want kan ziekte en dood veroorzaken.

Dan moet ernaar worden gevraagd en onder vier ogen gedeeld. Het is realiteit. Het is niet komen en verachten maar samenkomen, eten en verwachten. Dominee zegt er iemand. Alles moet maar komen. Nee, echt niet. Nee je moet Paulus geen dingen laten zeggen die hij niet schrijft.

Kijk maar vers 28. De mens beproeve zichzelf. Niet je binnenkamer met een ander maar met jezelf. Kijk, dan kunt u die verwachting ook proeven. Dan betekent dat gemeente dat er aan die tafel verwacht wordt dat die broeder die daar komt bij de Heere in de rechtszaal is geweest met z’n zonden. Bij de Heere aan Zijn voeten is gekomen. In de stilte met zijn God heeft gesproken. Ga niet met mij in het gericht. Kom maar kind. Je overtredingen. De oudste Broeder wordt aangewezen en aangeprezen. Alleen in de Heere en door de Heere.

Je verwacht de ander door de Heere die hij ook nodig heeft. Als het voor mij kan, kan het voor een ander ook. We komen in de Heere. Dan is het familie om Christus’ wil. Begrijpt u hoe mooi het is, in de Adventstijd zeggen, dat verwacht de Heere. Heden, morgen, kom haastig. Want het gaat om de Heere.

Die Anna die profetes was er. Die Simeon was er. Verwachtende de vertroosting Israëls. We verwachten allen die niet zonder de Heere kunnen. Zonder uitzondering. Dan is er blijdschap. Weer eentje die niet zonder de Heere kan. In de honger naar gerechtigheid is het Christus alleen verzadigen kan.

Als u samenkomt om te eten. Ik ga het niet verder uitpeuren. Om te eten. Meer hoef ik toch niet te zeggen. Het Woord van God zegt voor een verzadigde ziel is het honigzeem nog niet te eten. Maar voor een hongerige is zelfs het bittere zoet. Mag ik het op deze manier zeggen. Je zult maar honger hebben. Nog een weekje wachten. Maar hier heb je het met Zijn Woord. Volgend week bevestigen. AHongerigen niet ledig wegzendt. Maar verzadig met Mijn spijze en drank. Alles van de Heere verwachten.

Amen.

 

Eerste Adventszondag 1 december 2024 – Rehoboth Hersteld Hervormde Gemeente Voorschoten, Holland – ds. J.W. van Estrik – Schriftlezing 1 Korinthe 11 vers 17-34