Zondag 10 december 2017 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. J.W. van Estrik [Goedereede] – Lukas 1 vers 26-45

Voorzang Lofzang van Maria vers 1

Stil gebed, votum en groet

Psalm 123 vers 1

Voorlezing van de wet van God uit Exodus 20

Psalm 25 vers 10

Gebed

Schriftlezing Lukas 1 vers 26 – 45

Psalm 118 vers 7 en 13

Preek over Lukas 1 vers 26 – 45 [vers 43 – en vanwaar komt mij dit, dat de moeder mijns Heeren tot mij komt]

De ontmoeting tussen Elisabet en Maria, vanwaar komt mij dit?

Wonderlijke gemeente dat Maria kort na de aankondiging in het huis van Elisabet te vinden. Jonge meisje Maria overkomt namelijk nogal wat. Elisabet al zes maanden zwanger. Engel tot Maria gekomen, een maagd te bezoeken en die te vertellen dat zij uitgekozen is om de Zoon van God ter wereld te brengen. Om het vleesgeworden Woord te dragen.

Maria in Nazareth, daar de Engel, groet haar als begenadigde. Engel verklaart haar dat de Heere met haar is, gezegend onder de vrouwen. Zoveel vanuit de hemel haar gezegd, zo toegezegd! Daar is Maria van hart stuk, ontsteld. Na de woorden in gepeins, innerlijk overleg. Wat heeft deze groet te betekenen? Engel zelf geeft antwoord. Genade bij God gevonden!

In zeer korte tijd gebeurt het allemaal. Korte tijd veel gezegd door de Engel tegen Maria. De Heilige Geest zal over u komen. Dat is een wonder, Maria. Ook een tweede wonder, bijzonder: nicht Elisabet ook zwanger in haar ouderdom! Zoon in haar schoot, zes maanden heen. Maria, denk niet dat het kan dat het onmogelijk is. Bij God niets onmogelijk!

Maria bereid. Geschieden zal en mag. Onderwerpt zich. Nadien de Engel gegaan. Nu verwacht je dat als je dit je overkomt, even op verhaal komen. Tijd nodig, dingen te verwerken, plek te geven. Zulke grote dingen je overkomen, daar eerst over te mijmeren. Wat gebeurt er met mij? Dat zal ongetwijfeld bij Maria geweest zijn, Maria een vrouw die verder dacht. Zalig gesproken mag woorden door Jezus: hoorde het Woord, overlegde het Woord. Woorden die ze gehoord heeft een plaats te geven. Te bevragen. Wat heeft dit voor mij te betekenen?

Wat lezen we? Dat Maria in dezelfde dagen opstaat en met grote haast naar Juda! Naar Zacharias en Elisabet. Om Elisabet te ontmoeten. Deze vrouw gaat in geloof. Naar aanleiding van de woorden die ze heeft gehoord. Elisabet spreekt uit dat Maria zalig is, de woorden die ze gehoord heeft en gelooft. Maria die reist met haast, wil geen tijd verliezen.

Die vrouwen kunnen het nodige met elkaar delen. Mooi hé. Dat er geen sprake is van een generatiekloof. Die vinden elkaar hartelijk in het werk van God. De woorden van God. In het werk van God, in de beloften van God. Samen delen in wat de Geest van God heeft gewerkt.

Maria is gegaan. En Maria komt binnen. Goed kijken naar wat de beide vrouwen overkomt. Wat ze overkomt, komt van Boven. Er komt een groet van Elisabet. Nadat de groet van Maria tot Elisabet heeft geklonken. Maria begon met Elisabet te groeten. Groette haar!

Kind in de buik van Elisabet springt op van vreugde! Ze krijgt het niet klein dat de moeder van haar Heeren haar opzoekt en bezoekt. Kind springt op in de buik. In de schoot van Elisabet. Dit kan alleen maar van Boven komen. Wie heeft onze prediking geloofd. Reëel: niemand kan aan Maria zien dat ze zwanger is. Nog maar even. Elisabet reeds zes maanden zwanger. Daar periode van drie gebleven Maria.

Aan de hand van de beschrijving van Lukas opmaken dat de vrucht in de buik van Maria nog heel pril is. De vrucht in de schoot van Maria is meerder en eerder dan het kind Johannes in de schoot van Elisabet Geest van God in de raderen. Gezegend en gezegend, vanwaar komt mij dit?!

Elisabet werd vervuld met de Heilige Geest. Let daarop. Maria bevrucht met de Heilige Geest. Mooi om te zien is heel duidelijk dat de hemel het in het leven van Maria met twee getuigen laat horen! De Engel zegt tegen Maria: gezegend bent u. Elisabet zegt hetzelfde. Twee getuigen! Vrucht ook gezegend. De hemel en aarde getuigen. Is het gezegende, verwachtte en beloofde kind Jezus.

Elisabet, daar waar Maria bij haar is, spreekt: vanwaar komt mij dit. Elisabet. Betekent voor haar: nu ook dit nog! Groot wonder dat Elisabet toch nog bevrucht is. Vijf maanden verborgen. De Heere heeft het gedaan, aangezien. De Heere heeft mijn versmaadheid weggenomen. Jawel: in de zesde maand verschijnt Maria! De moeder van de verwachtte Zaligmaker.

Elisabet verborg zich eerst. Nu krijgt ze een tweede verrassing. Weer! Vanwaar komt mij dit dat Maria tot haar komt. Ze is in opperste verbazing. We weten dat Elisabet verblijd was, boven bidden en denken. Johannes is het niet, maar de Ander wel.

Nu de ontmoeting. Vanwaar komt mij dit? Gemeente, let op. Elisabet zegt niet: Maria, wat brengt je hier? Ik heb veel met je te delen. Zoveel te vertellen. Wat ben ik blij dat jij naar mij toekomt. Nee daar niet over. Rept er met geen woord over. Haar eerste woord is het zegenen van Maria! Zij zegt als het ware, voor Thomas uit, in jou, Maria, leeft mijn Heere en God. Hier schieten woorden tekort. En woorden in overvloed. De moeder van mijn Heere.

Gemeente, als u dit zo leest, dan moet u in de woorden van Elisabet onderkennen dat zij er ondersteboven van is. Vanwaar komt mij dit?! Als we de Adventsstof levens, als het contact met het Hoge is, het heilige is, dat er vrees is. Ik wijs u op dat Zacharias vreesde, Maria vreesde, de herders vreesde. Dan begrijpt u de verwondering wel. De Heilige en hoge God.

Als de Heere komt dan komt Hij met het zwaard en niet de vrede. Zwaard door uw ziel. Zonden. Hoe zit dit bij u en jou? Sommige mensen vinden het vanzelfsprekend dat God met de prediking komt. Maar is een wonder! Jakob: de Heere gezien. Vanwaar tot mij? Betrokken en op de Heiland getrokken, Elisabet.

Vanuit de grondtekst: hoe bestaat het? Dat de Heere mij heeft uitgekozen. Oogmerk van de Heere. Waarom is het op mij gemunt? Zo spreekt Maria haar groet en Elisabet haar verwondering. Wie ben ik?! Dat Hij mij aanziet? Waarom tot mij? Het is aanbidding, het is stamelen. De vrees geboren, de aanbidding gewekt. U komt tot mij.

In het Lukas-Evangelie zie je mooi de geloofsbevinding. Lukas 1 vers 6. Beiden rechtvaardig voor God, wandelende in al de geboden en inzettingen, onberispelijk! Een levenswandel door een ringetje te halen. Ja, dat zegt God in dit bezoek. U ziet de bevinding, de geloofswerkelijkheid.

Elisabet zegt niet: wij zijn rechtvaardige mensen, ik verwachtte U al. Nee nee! Vanwaar komt mij dit. Vrees erin. Eigen onwaardigheid erin.

We bereiden ons voor op het Kerstfeest. Altijd in de arme buurt. Vroeger in Genemuiden waar ik opgroeide een weeshuis. Daar komt de Heiland. Met Zijn Evangelie. Waar zondaren zijn. In de zondaarsbuurt.

Hoe is dit bij ons? Kerstfeest vieren is door de Geest van God Hem proeven, kennis van de Heiland. Onmogelijke heeft Hij gedaan. Hoofdman: ik ben niet waardig dat U onder mijn dak inkomt. Petrus: ga uit van mij want ik ben een zondig mens. Johannes aan Zijn voeten. Die de sleutels heeft van dood en hel.

Elisabet: vanwaar komt mij dit. Komende tijd in de gesprekken met elkaar: over het werk van de Heere. Misschien zit u met een dichtgeknepen keel. Diep in de put. Ver weggezonken. Lig soms uren wakker. Ongerechtigheid voor de ogen. Weet geen raad hoe de Heere mijn stinkende zonden ziet. Hoe voor God verschijnen? Ik kom er niet uit. Ligt het zo bij u? Kom eens, het Woord pakt u bij de hand. Ik breng u bij de kribbe. Zeer laag! Kleinste kind kan het zien. De Heere toont het. Een diepe vernedering voor Hem. Hier ligt Hij voor u. Van kribbe naar kruis, naar het Vaderhuis.

Zegt u het nu: vanwaar tot mij? Een antwoord op. Een zuiver antwoord op. Zingen, juichen, aanbidden, verwonderen. Laagste plaats. Enige antwoord is: stil; God spreekt: Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde. Amen.

Psalm 18 vers 15

Gebed

Psalm 89 vers 7 en 8

Zegen

[disclaimer: de aantekeningen op deze website zijn persoonlijke aantekeningen en kunnen onjuistheden bevatten]