De dichter van Psalm 91 leert ons over God die de Allerhoogste en Almachtige is. Alleen bij Hem is bescherming. Wie bij God een Thuis gevonden heeft, is veilig voor tijd en eeuwigheid. Ook al waart het coronavirus over de wereld rond en verslaat zijn duizenden. We kunnen worden getroffen door een pijl van het coronavirus en sterven. Zij die geborgen zijn in Christus gaan zo de hemelse heerlijkheid binnen. Maar zij die verharden in hun ongeloof en deze wereld en haar begeerlijkheden verkiezen boven het leven met de Heere, zullen buiten staan. Bid tot de Heere, schuil bij Hem, vlucht tot Hem. Alleen dan zijn wij werkelijk veilig en geborgen. Hij heeft het Zelf beloofd: in de benauwdheid zal Ik, spreekt de Heere, bij hem zijn.

Psalm 91 vers 1-3:[1] Die in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen. [2] Ik zal tot den HEERE zeggen: Mijn Toevlucht en mijn Burg! mijn God, op Welken ik vertrouw! [3] Want Hij zal u redden van den strik des vogelvangers, van de zeer verderfelijke pestilentie’.

Veilig bij de Heere
1. Situatie van veiligheid [vers 1];
2. Gebed om bewaring [vers 2];
3. Belofte van bescherming [vers 3].

1. Situatie van veiligheid

Geliefde gemeente in deze bijzondere tijd na Pasen ligt Psalm 91 voor ons in. In deze tijd waar het Coronavirus als een olievlek zich over de wereld heeft uitgespreid. Meer dan 200.000 mensen gestorven. 200.000 een geliefde moeten missen. Duizenden doden in ons land. Een virus waar we niet gewend aan kunnen raken. Ook in ons land.

We moeten ook nuchter zijn. Jaarlijks sterven miljoenen mensen aan de griep. Dit Coronavirus verslaat z’n duizenden. Het gaat de wereld over. Gemeente, nu gaat het mij vanmorgen niet om het virus. Het is een teken van de tijd. De Heere Jezus heeft er zelf over gesproken. Ene volk tegen het andere volk opstaan, oorlogen, aardbevingen, pestilentiën. Schrikt u er nog van op als ergens een aardbeving is? Of een hongersnood? Of het ene volk tegen het andere volk opstaat?

Terwijl al die dingen gebeuren, nog is het einde niet. Beginsel der smarten. Het zal nog veel erger worden. We moeten de tekenen van de tijd opmerken. Dan komt de Heere Jezus terug op de wolken van de hemel. Misschien spoedig of duurt het nog duizenden jaren. Misschien komt uw sterfdag spoedig, dan is uw lot beslist. In onze eigen gemeente lopen we de ziekentroost door. Een prachtig boekje dat onder het stof vandaan gehaald moet worden. We moeten sterven. De tijd is bepaald. De Heere heeft het zo uitgemeten. Of het virus het is of iets anders, wij allen moeten sterven.

Geliefde, het komt erop aan: kunt u schuilen bij Hem? Is uw leven beschermd bij de Heere Jezus? Leeft u naar lichaam en ziel uit Zijn opstandingskracht? Leeft die Paasvorst in uw hart? Mijn Verlosser leeft. Daar weet de dichter van Psalm 91 van. Wie het is geweest, weten we niet. Sommige denken ook Mozes. In de Joodse traditie zijn de Psalmen 90-100 de Psalmen van Mozes. Het zou zo kunnen zijn.

Er zijn plagen geweest in Egypte. De veepest. Al die dieren stierven maar niet de dieren van Israël. De pestilentiën. De schrik ’s nachts, het gevaar van mensen overdag. Rovers. Vijandelijke aanvallen overdag. De pest ’s nachts. Ziekten die in de donkerheid wandelen. Maar ook het verderf in de middag. Ziekten die overdag zichtbaar worden. Dat je ineens ’s ochtends wakker wordt. Hoge koorts, hoesten. Het virus heeft in de nacht toegeslagen.

Voor het volk zijn in de woestijn overal gevaren. Voor hart en ziel. Maar u zult niet vrezen. Waarom niet? De Heere nabij in de wolk- en vuurkolom. Best waarschijnlijk dat Mozes de dichter is geweest. Met eigen ogen zien. Zoals het volk van Israël veilig was, zo bent u het ook. In de schuilplaats van de Allerhoogste. Dat is zijn rotsvaste vertrouwen, van de dichter. Hij is de El-Eljon. De El-Shaddai. De verhoogde Majesteit. Hij regeert de schepselen over deze aarde. Alles in de hand. Hij weet precies hoe het Coronavirus zich overal verspreid.

Dat geeft rust. Voor wie? U, jij jonge vriend, ouderen, u die gezeten bent in de schuilplaats van de Allerhoogst, vernacht in de schaduw van de Almachtige. Hij is de hoogverheven God en wij zijn nietige mensen. Nu komt het erop aan of u het bent. Of u dat in het geloof beoefent. Werkelijk. Als een actieve daad. Werkelijk vernacht bij die schaduw. Degene die is gezeten. Het Hebreeuws wijst op wonen, bewonen. Een vaste verblijfplaats. Niet even twee keer of een keer op de zondag. Maar dat is van zondagmorgen tot zaterdagavond. Dat is 24 uur per dag. Dat is op woensdag op het werk, op vrijdagochtend vrienden.

Dat kan alleen in het geloof. Dan bent u Thuis bij de Allerhoogste God. Kunt u het bevatten, zondaar als we zijn u en ik. Die zal ook vernachten. De nacht overblijven. Want waar u woont, daar blijft u ook de nacht over. Daar brengt u ook de nacht door. Dat is uw woning bij God. Overdag in die Schuilplaats en ’s nachts in die schaduw. Gemeente, hebt u dit Thuis al gevonden? U begrijpt daar is een wonder aan voorafgegaan. Die Geest die opnieuw heeft doen geboren worden. Dit hebben we niet van huis uit. De Geest heeft woning gemaakt. Hij heeft het dode, stinkende uit het hart gehaald, het levende erin gebracht. Dan bent u Thuis bij de Heere, heerlijk.

Om met Johannes te zeggen: we hebben een Thuis bij Hem omdat Hij eerst een Thuis bij ons heeft gevonden. We hebben Hem lief omdat Hij ons eerst liefgehad heeft. Tot je doel gekomen. Zaligmaker voor je ziel gevonden. Gemeente, dan bent u veilig. Thuis. Veilig. Dan kunt u gelukkig leven en ook, zoals de ziekentroost zegt, gewillig sterven. Dat geeft rust in deze onrustige tijd. Dan bent u wel onrustig over het Coronavirus maar niet in paniek. Het komt alles, ook dat minuscuul kleine virus, uit de Vaderlijke hand van de Heere. Het loopt Hem niets uit de hand. Daar bent u veilig. Het loopt alles volgens Gods raadsplan.

Zondag 10 Heidelbergse Catechismus. Gezondheid en ziekte komen van de Heere. Hij doet dat alles meewerken ten goede. Moet u Zondag 10 maar eens nemen. Daar komen die Namen van de Heere terug. De Almachtige, de Allerhoogste. De El-John. De El-Shaddai. Heeft u meer nodig dan om te bidden om bewaring? Want we staan in deze crisis in een zeer onzekere tijd. Wanneer zal het zo zijn dat je op zult kunnen gaan naar het huis van God? Alleen, met het gezin. Alles lijkt onzeker. Maar de Heere is zeker. Een ding is zeker: dat is schuilen bij de Allerhoogste, vernachten bij de Almachtige. Dan bent u gered.

2. Gebed om bewaring

Oproep voor ons allen om te bidden. Ik zal tot de Heere zeggen, zegt de dichter. Vers 2. Wat is bidden? Gaan zeggen, spreken met de Heere. Hij wil erom gebeden zijn. Hij wil uw stem horen. Hier wordt de Verbondsnaam van de Heere genoemd. Begrijpelijk dat hier aan Mozes gedacht wordt. Hij heeft de stem van God gehoord. Op de berg Sinaï. Ik ben de Heere uw God. Ook die tweede keer. Naam bekend gemaakt: Heere, Heere. Groot van barmhartigheid, die de zonden vergeeft, die de schuldigen geenszins onschuldig houdt. Bezoekende aan de kinderen en kindskinderen bezoekt. Zo is de Heere barmhartig en genadig. Maar Hij oordeelt ook.

We moeten geen grote woorden gebruiken om deze tijd te tekenen. We moeten niet gaan zeggen dat de Heere met Zijn donderen. Hij komt met het oog op Uw behoud. Die trouwe Verbondsgod. Terwijl ik ontrouw ben, zal ik de trouw van die Verbondsgod aanroepen. Dat is een geweldige geestelijke les. Als u bidt tot Hem. Bidt dan tot de Heere. Hij is de Ik zal zijn die Ik zijn zal. Ik ben de Heere, zo maakt Hij Zich telkens bekent.

Jongere, zul je Hem zo noemen? Heere, mag ik schuilen bij U? Vernachten bij U? Gaat u meebidden, jongere, oudere. Juist als u nog onbekeerd bent. Als een ding duidelijk is, dan is het dat ik er nog buiten sta. Precies dit ontbreekt bij mij. Daarom vlucht ik tot U. Ik ben er wel achter gekomen dat nergens anders rust is. Zo schuldig, vuil ik ben. Moe, arm, naakt kom ik tot de Heere die zalig maakt. Daar zul je het zien met Thomas. Doorboorde handen ook voor mij. Juist zo opgejaagd zijn. Daar te ervaren: U bent mijn burcht. Sterke vesting. Een rots om in te wonen. Uw hoog zal blijkbaar tonen. Dat U o groot Ontfermer, mijn Toevlucht en Beschermer zijn.

Een burcht, een veilige vesting. Waar in oorlogstijd veel vurige pijlen worden afgevuurd. Maar er staat een hoge muur. En een sterke poort. Zo kunnen we het Coronavirus ook zien. Als pijlen die op de mensen worden afgevuurd. Misschien word ik ook wel geraakt. Maar bij U ben ik veilig. Het is een wereld van verschil of u in die vesting bent of erbuiten. Het is een verschil van leven en dood. Als die vijandige pijlen op u worden afgevuurd, en u bent buiten dan kan niemand u verzorgen. Dan bloedt u dood. Maar ook binnen die vesting kunnen pijlen komen. Maar dan bent u veilig.

Een wereld van verschil tussen mensen die door het Coronavirus sterven en in Christus zijn of niet. Een wereld van verschil. De rouwadvertenties komen tot ons. Voor hen die binnen zijn, is de pijl van het Coronavirus en dan te sterven het binnengaan in de hemel. Komt in u gezegende van Mijn Vader. Maar zonder Christus, staat u buiten. En dan getroffen te worden door het Coronavirus en dan die benauwdheid. U hebt niet gewild, ongelovig geweest.

Op de enge poort het bordje aan de buitenkant: Komt allen! En aan de binnenkant van de enge poort hangt het bordje: door de Vader aangenomen. Neem de toevlucht tot deze God. Hij is volledig te vertrouwen. Hij plaatst u in de schuilplaats van de Allerhoogste. Hij is de schuilplaats met allemaal hoofdletters. Zie je daar op Golgotha Hem, zo die grafsteen in de hof: Hij is hier niet maar Hij is opgestaan. Altijd biedt Hij een schuilplaats bij de Almachtige God. En nodigt u: kom.

3. Belofte van bescherming

Kijkt u maar mee in vers 3. Die tekst begint met want. Hij zal u redden van de zeer verderfelijke pestilentie. Strik van de vogelvanger. Valstrik om volgens mee te vangen. Je kunt je voorstellen dat die vogels een wijngaard binnen om de druiven weg te pikken. De wijngaardenier zet een vogelstrik. Als de vogel erin gaat, dan klapt die dicht en is de vogel gevangen. Zo ook de pijl van het Coronavirus. Het houdt mensen in de greep. Het levert mensen over aan de dood. Dan komt Jezus. De strik brak los en wij zijn vrij geraakt.

Het lokaas lijkt aantrekkelijk. Totdat we verslaafd eraan zijn. Het levert ons over aan de dood. Totdat de Heere ons ervan redt en bewaart. De Heere zal U redden. Geloof dat Woord. Achteraf was dat ook het Woord wat de laatste zondag in maart voordat we niet meer bijeen komen konden. Tot op de dag van vandaag is het Woord waar geworden. In de brandhaard Brabant. Niemand is getroffen. Het is geen geluk. En zelfs al wordt u getroffen. Hij is uw Thuis. Allen vinden een Thuis bij Hem. Dat Thuis wordt bevestigd dwars door de pestilentie heen. Bij Hem geborgen. Hij is mijn God op welke ik vertrouw. Het eigendom van Jezus Christus, in leven en sterven.

Ik las bij Spurgeon over een rijk man in Londen. Een rijk man dacht de pest te ontvluchten. Hij had alle voorbereidingen getroffen om naar zijn buitenverblijf te gaan. De koets stond klaar om te vertrekken. De man hoorde dat de koetsier binnen met een dienstmeisje sprak net voor het vertrek. “Ik denk dat zijn God buiten zijn stad woont en niet in Londen woont.” En die rijke man hoorde dat eenvoudige woord van die koetsier. Dat ene woord raakte zijn hart. Waarom zou ik vluchten en hij bleef in de stad. Hij bracht de zaken bij de Heere. Hij is nooit getroffen door de pest.

Dat is leven bij de voorzienigheid, de beloften van de Heere. Zoals deze beloften van de Heere. Het lijkt wel alsof de beloften over elkaar heen tuimelen. Vers 7. En zijn duizenden verslaat. En we zien het om ons heen. En het zou tot u niet genaken. Zou het kunnen? Ja, natuurlijk zou dat kunnen. Bovennatuurlijke machten zullen erin betrokken zijn. Engelenmacht van Psalm 91. U zal geen kwaad wedervaren en geen kwaad zal uw tent naderen. In al uw wegen. Zullen we het opmerken als we nog niet geraakt zijn? Als we wel getroffen zijn, dan in Hem onze bescherming weten.

Heere, U bent het die doorgeholpen hebt. Denk niet dat het virus meevalt. Veel ouderen en zwakkeren zijn al gestorven maar ook jonge gezonden mensen. We moeten iets anders opmerken. Het is de Heere die u nog gespaard heeft. Hij zal u redden. Heerlijk als u zo alles bij Hem neer mag leggen. Alle omstandigheden, alle zorgen bij Hem brengen. Ook de ondernemers, ZZP’ers. Ook financieel. Ook als u het niet meer ziet en onder dreigt te raken. Jezus zegt vanmorgen door middel van Psalm 91: Hij zal u redden. Ik zal tot de Heere zeggen, mijn Toevlucht en mijn Burcht. Mijn God op wie ik vertrouw.

Zakelijke zorgen maar ook zorgen over uw gezondheid. Ik las ergens dat een arts ergens sprak over dat dit het grootste voorbehoedsmiddel is. Mijn God op welke ik vertrouw. In leven en bij ziekte. Dan zult u ontvangen wat nodig is. Geen zorgen over de dag van morgen. Zoek eerst die schuilplaats, in die schaduw te vernachten. Ook u die Hem nog niet kent. Zoek uw zaligheid bij Hem die u redt van de pest van de zonden. Hier zit dat zwarte en zondige hart. Ouderen, jongeren, bid om een nieuw hart en het zal u gegeven worden.

De Heere belooft het vanmorgen opnieuw. Ik zal verhoren. In de benauwdheid zal Ik bij hem zijn. Misschien op de IC, aan de beademing. Ik zal hem horen. Zitten er nog mensen in de huiskamers mensen die denken: zal God wel horen? Ik zal Hem aanroepen. Hij zal horen. Zijn Naam is immers Immanuël, God met ons. Ik zal hem Mijn Heiland, Joshua, Zaligmaker doen zien. Ik zal Hem beschermen. Halleluja. Amen.

 

Zondag 26 april 2020 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten [dienst online uitgezonden via YouTube vanwege de huidige omstandigheden] – ds. J.W. Baan – Schriftlezing Psalm 91