Als de Heere Jezus naar Jeruzalem opgaat voor een feest, dan komt hij langs het badwater van Bethesda, huis van barmhartigheid. Daar ligt is een man die al 38 jaar verlamd is. Hij heeft ogenschijnlijk geen schijn van kans om genezen te worden door als eerste het water, dat genezende kracht heeft omdat het door een engel is aangeraakt, te bereiken. Maar de Heere Jezus ziet hem. Zo ziet Hij zondaren met hun behoud op het oog. Ook vandaag. In de dienst van de verzoening. Geloof in Hem. Zijn Woord horen én doen. Hij is de Zaligmaker, Hij roept u toe: sta op, neem uw bedje op en wandel. 

Johannes 5 vers 5-9: ‘[5] En aldaar was een zeker mens, die acht en dertig jaren krank gelegen had. [6] Jezus, ziende dezen liggen, en wetende, dat hij nu langen tijd gelegen had, zeide tot hem: Wilt gij gezond worden? [7] De kranke antwoordde Hem: Heere, ik heb geen mens, om mij te werpen in het badwater, wanneer het water beroerd wordt; en terwijl ik kom, zo daalt een ander voor mij neder. [8] Jezus zeide tot hem: Sta op, neem uw beddeken op, en wandel. [9] En terstond werd de mens gezond, en nam zijn beddeken op en wandelde. En het was sabbat op denzelven dag‘.

De verlamde van Bethesda genezen
1. Een hoopvolle vraag;
2. Een lusteloos antwoord;
3. Een sprekend wonder;
4. Een wandelend getuigen.

1. Een hoopvolle vraag

Want geliefde gemeente, de Heere Jezus gaat op weg van Kapèrnaüm naar Jeruzalem. Op weg naar de plaats van de godsdienst. Op weg naar het feest. De kanttekeningen wijzen op het Paasfeest. Het tweede Paasfeest. Het tweede Pascha het jaar daarna. In het Johannesevangelie het Pascha drie keer nadrukkelijk genoemd. Het feest wordt elke keer bij naam genoemd. Ik denk dat we hier met een ander feest te maken hebben. Het Pascha wordt ook weer genoemd in Johannes 11 vers 55, het Pascha der Joden was nabij.

Die drie feesten tekenen als het ware de drie jaren van de omwandeling van de Zaligmaker op de aarde. Ik denk dat we het zo moeten lezen. Dit is namelijk de volgorde van de feesten. Eerst heb je het Pascha. Zeven weken later heb je het wekenfeest. En dan volgt het Loofhuttenfeest. Ik denk dat we het zo moeten lezen dat het in Johannes 2 over het Pascha gaat, in Johannes 5 over het wekenfeest en in Johannes 7 wordt het Loofhuttenfeest genoemd. Maar we weten het niet met zekerheid vandaar dat hier in onze tekst genoemd wordt ‘een feest’.

Laten we ervan uitgaan dat het het wekenfeest was, en daar zit ook een hele diepe gedachte achter. Wat gebeurt op het wekenfeest? Dan worden de eerstelingen van de oogst naar de tempel gebracht. Pinksterfeest. Zeven weken na het Paasfeest. Toen op de Pinksterdag 3000 op die ene dag. Hier ook de eerstelingen naar de tempel gebracht. Tegen die achtergrond de geschiedenis van deze man lezen. Een van de eerstelingen van de oogst naar de tempel gebracht. Dan ga ik op tot Gods altaren. Tot God mijn God de bron van vreugd. Dan zal ik juichend stem en snaren ten roem van Zijne goedheid paren. Die na kortstondig ongeneugt mij eindeloos verheugt. 38 jaar lang verlamd, kortstondig ongeneugt mij eindeloos verheugt.

Jesaja 35, profetie vervuld. Kreupele zal springen als een hert. Zo ziet het er in Bethesda nog niet uit. Kijk daar staat een kuuroord. Een oord van genezing. In dat kuuroord is een geneeskrachtige bron, misschien een klein vijvertje. En daarom heen vijf zuilengangen gebouwd en in die vijf zuilengangen liggen allemaal mensen die er ellendig aan toe zijn. Het staat bij de schaapspoort, ten noorden van Jeruzalem. Al die mensen komen door die poorten binnen. De een komt door die Noorderpoort binnen. Misschien schaapspoort genoemd omdat daar nog schapen werden verhandeld. Lammetjes om de Heere een offer te brengen.

We zien ze zo optrekken daar door die poort heen en dan komen ze langs Bethesda. Al die feestgangers en Jezus met hen langs Bethesda, dit kuuroord. Voordat ze in de tempel komen komen ze langs een hoop ellende. Vers 3 spreekt over een menigte zieken, blinden, kreupelen en verdorden. Kinderen, je ziet gewoon in gedachten voor je: allemaal zieken liggen in de zuilengangen. De een is blind, een ander kan niet lopen, daar weer eventjes verder ligt iemand met een verdorde hand of verdorde voet. Allemaal tobbers die worstelen met een grote zorg. Het is een drukte van belang op die weg naar Jeruzalem. Maar het is ook een drukte van belang in dat huis van Bethesda. Wat een ellende. Gemeente, allemaal gevolgen van de zonden is daar te zien. Maar, ze zijn in Bethesda, de naam betekent huis van barmhartigheid. Dus er is hoop voor die mensen die daar liggen.

Met regelmaat gebeurt het dat een engel van God wordt gezonden naar die plaats. Raak die plaats aan. Dan zie je kringen in het water net als dat je een steen gooit. Mensen kijken naar het water. En wie dan ook maar dat water aanraakt, wordt genezen. Zo krachtig geneeskracht had dat water. Genezen. De blinde ziet weer, de kreupele loopt weer, de verdorde hand kan weer worden gebruikt. De mensen zien de engel niet maar wel de gevolgen ervan. Moet u eens voorstellen als dat water beroerd wordt. Dan elkaars concurrenten. Ieder gaat voor zich. Niet daar om de ander voor te laten.

Maar u begrijpt gemeente, al die tobbers moeten geholpen worden. Die blinde kan op de tast niet komen. En de kreupele moet gedragen worden. Wat een verdriet daar in Bethesda terwijl er vreugde is op de tempelberg. Totdat Jezus daar komt. In mijn fantasie zie ik daar die stakker achteraan liggen. Misschien in het begin wel vooraan. 38 jaar gebeurt niets. Dagen gaan voorbij, weken. 38 jaar in de ziekte zegt de grondtaal. Bethesda zijn dagbesteding. Elke keer ziet hij dat water in beroering komen maar hij wordt nooit gezien. De Evangelist vertelt niet hoe lang de man daar was. Maar wel duidelijk dat hij niet kan lopen. De verlamde van Bethesda.

Als we deze man lang in de ogen zouden kijken, dan zouden we tranen in de ogen krijgen. Niemand ziet hem liggen. Toch wel: Jezus ziet hem liggen! Hij weet precies wat die man voor leven heeft geleefd voordat hij ziek was. Hij kent de gevolgen van de zonden. Jezus weet ook precies hoe die man 38 jaar aan het tobben is. Als die man daar ligt in die zuilengang. Dat is toch Evangelie: Jezus ziet tobbers liggen. Dat was toen zo, en nu ook. We leven in precies dezelfde tijd. Waar u ook mee zit, de Heere weet ervan. Welke zorg u ook neerdrukt, Hij weet ervan. Welke eenzaamheid u ook overspoelt, Hij weet ervan. Welk verborgen kruis u ook meetorst, Hij weet ervan. Welke geestelijke nood u ook heeft, Hij weet ervan. Jezus ziet u liggen.

En Hij stelt de vraag op de man af: wilt u gezond worden? Niet alleen tegen die man maar ook vandaag. Het is bediening der verzoening. Tobbers zijn we allemaal. Maar laat deze vraag eens op u inwerken: wilt u gezond worden? Het is een hoopvolle vraag. Genezing. Berusting, tevredenheid met wat de Heere u toeschikt in dit jammerdal zegt de Catechismus.

Wilt u gezond worden? U zegt misschien: ik heb die gezondheid helemaal niet nodig. Nou wacht, we gaan een stap dieper. Het gaat niet om de lichamelijke gezondheid maar om de geestelijke gezondheid. Wilt u wederom geboren worden? Vanmiddag? Bent u zo bij de middelen van de techniek met die verwachting gekomen? Zondaren trekken uit de macht van de duisternis overzetten in het Koninkrijk van de Zoon. Wilt u gezond worden? Hij wandelt hier vanmiddag door de zondenzuilen. Hier in de kerk en thuis in de kerkjes. Wilt u gezond worden? Wat is uw antwoord?

2. Een lusteloos antwoord

Die verlamde man geeft antwoord op die vraag. Opeens is er iemand die er oog voor deze man heeft. Alle hoop mij gans ontviel daar niemand zorgde voor mijn ziel. Die man is afgestomd. Lusteloos antwoord. Die man rekent nergens meer op. Zonder hoop. Heel pessimistisch: Heere, ik heb niet een mens. Terwijl ik kom daalt een ander voor mij neder. Wat een hartverscheurend getuigenis. We zien het voor ons, beeldende geschiedenis, we zien het gewoon gebeuren.

Al die jaren naar dat badwater gekomen. Gedragen soms en als er niemand was dan op handen en voeten. En dan voordat hij in dat water was, hoorde hij een plons. En weer een plons. Weer een ander. Zijn hoop weggeëbd. Onmogelijk. Voor mij kan het niet meer. Verzoend met zijn lot. Voor mij kan het niet meer. Zijn er mensen in Putten op die vraag wilt u zalig worden, niks veranderd. Een jongere zegt ik heb te zwaar gezondigd. Het zal er nooit kunnen. Avondmaal zoals voorheen, ik zag anderen voorgaan. U rekende niet op de mogelijkheden van God, bij Hem zijn alle dingen mogelijk.

Het gaat toch door merg en been heen: ik heb geen mens. Hoe barmhartig dat huis van Bethesda geweest is, het is nooit barmhartig geweest voor hem. In het huis van de Heere nooit gemerkt zegt iemand verzuchtend. Nooit gemerkt dat 31 januari het uur is dat God Zijn welbehagen schenkt.

Ziet u we ontmoeten deze man en hier alle hoop ontvallen was. Lusteloos. Dof in de ogen. Hoe komt dat? De man kijkt naar binnen, naar de omstandigheden om zich heen. Ik heb niemand. Er liggen zoveel ellendige mensen. Hij ziet naar binnen. U ook die zo tobt. U die zo tobt: kan ik wel zalig worden? U kijkt naar uzelf. Gewroet in uzelf.

Maar een blik op het kruis en u bent gered. Het was toch ook zo in de woestijn dat ze moesten zien op de verhoogde slang op de staak. Christenreis, opkijken naar het lege kruis. Opzien. U kijkt de verkeerde kant op: ik heb niet iemand. En dan komt de Heere Jezus vanmiddag tot u. Zou het dan vanmiddag toch nog kunnen? Iets van die hoop proeven we in de aanspraak van die man, Heere. U bent de machthebber, Kurios. Ik weet nog niet wie U bent, maar U staat boven mij. Eindelijk komt er een beetje hoop. Misschien wil deze Kurios hem wel dragen na de beroering van het water. We horen ervan in Psalm 77. Zou Gods Zijn genade zijn vergeten? Nooit meer van ontferming weten. Heeft Hij Zijn barmhartigheen door Zijn gramschap afgesneen. ‘k Zei daarna; “Dit krenkt mij ’t leven, Maar God zal verandring geven; D’ Allerhoogste maakt het goed; Na het zure geeft Hij ’t zoet.”

3. Een sprekend wonder

Wonderlijk dat sprankje hoop komt daar tot leven. Dat gebeurt hier. Als Jezus spreekt, de Geest die werkt. Dat is in 2021 nog precies hetzelfde. Sommige mensen wilden wel leven in de tijd van de Heere Jezus leven. Maar je mag dankbaar zijn, dat is Gods voorzienigheid dat je nu geboren bent, met een Bijbel vol getuigenissen. Hij gebiedt en het staat er. Dwars door alle onmogelijkheden heen. Hoe kan dat nou te zeggen tegen die man: sta op. Zijn spieren zijn verslapt. Het is precies hetzelfde tegen een dode zeggen: kom uit het graf. Dat gebeurt ook. Hij maakt van dood levend.

Dit is het geheim: Jezus spreekt als machthebbende. Sta op en dat is een bevel. Neem u beddeken op en wandel. En terstond gemeente, terstond gebeurt het. En die verlamde man staat op zijn voeten. Het betekent dat hij weer op zijn knieën moet om zijn beddeken op te rollen. Die knieën die zo stram geworden zijn. En hij doet het.

Zo komt de Heere Jezus ook tot u. Denk niet dat Hij is gekomen om u te verdoemen maar om u te redden. Dat lezen we in het Johannesevangelie zo vaak. Jezus spreekt tot Nicodemus. Niet om hem te verderven maar om te behouden. Die verhoogde slang in de woestijn op de staak is gestoken. Johannes 3 vers 17. Ook op de sabbat. Laten we de lijnen doortrekken, vandaag de dag van de Heere. Dat is de voornaamste dag dat de Heere mensen tot zich toetrekt. We moeten er niet gering over denken. 38 jaar verstoken van de dienst van de Heere. Wij hebben nog allerlei middelen van rolstoelen.

Wij zitten bijna een jaar in lockdown. Mogen we elkaar ook een beetje geduld toeroepen. Deze man zat 38 jaar in lockdown. Deze man zat al vanaf zijn vroegere leven met alle zonden opgestapeld. Jezus roept hem toe: u bent gezond geworden, zondig niet meer. Opdat u niet wat ergers geschiedde. Het is niet een op een. Mijn zonden maken dat u zorgen hebben en uw zonden dat we in de gebrokenheid van de wereld leven. En dan komt Jezus, niet alleen genezen naar het lichaam maar ook naar de ziel. Helemaal, van top tot teen. Jezus komt vanmiddag: er is genezing voor de grootste der zondaren. Sta op en wandel.

De Heere roept u. Zeg niet: dat kan ik niet. Dan blijft u zitten. Terwijl het water beweegt. Dat is in de weg van bekering. Dat is hetzelfde als hier staat. Die man gaat niet zitten redeneren. Sta op en wandel. De weg achter de Heere Jezus aan. Schuilend in het bloed van de Zaligmaker. Omdat Hij spreekt, Hij is de machthebber. Wandelt in dat nieuwe Godzalige leven. Wat doet u met dat machtswoord van de Zaligmaker? Of u blijft liggen met al die hulpbehoeven en komt geen steek verder of u staat op. En u gaat naar Jeruzalem.

4. Een wandelend getuigen

Dat deed de man. Hij stond op en wandelde. Dat is zo ontroerend. 38 jaar verlamd geweest en nu binnen een paar seconden genezen. Op een weg van Zijn alvermogen. Van zwart wit. Van goddeloos gerechtvaardigd. Dat is het eenvoudige werk van Gods Geest. Die man ontvangt geloof in de belofte van de Heere. Sta op en hij doet het. Geloof in de belofte van de Heere. Dat is in 2021 ook zo. De man is gehoorzaam. Het gaat niet het ene oor in en het andere oor uit. Maar het gebeurt. Niet weggespoeld bij de koffie straks.

Dat u naar de Heere toegaat en ook Zijn woorden doet. Mattheus 7 vers 24. Die Mijn woorden hoort en ook doet. Horen van het Woord en doen. Zo is het nu precies met die verlamde man bij Bethesda. Zijn voeten zijn op de steenrots Christus gezet. Huppelt van zielevreugd daar hij zijn wens heeft verkregen. Zo krijgt de dienst van de Heere ook iets van een plaats waar je graag wilt zijn. Dan vind je het vervelend als iemand je afleidt als je thuis de dienst volgt. En dan ga je graag op de knieën. De zonden belijden. Boze dat ik heb gedaan, zie het Heere toch niet aan, schoon mijn zonden velen zijn, maak om Jezus’ wil mij rein.

Elk hef met mij de lof des Heeren aan. Daar is die man te vinden. Jezus komt hem daar tegen. Jesaja 35 vers 10. De vrijgekochten zullen tot Sion wederkeren met getuig. Maar droefenis zullen wegvlieden. Je ziet het gewoon gebeuren bij die man. Die man die glundert. Dat zie je als je Jezus liefhebt. Dan wil je soms daar in je vriendenkring iets van laten zien. Niet omdat je zo goed kan preken of je al je vrienden wilt bekeren, maar om graag iets van de Heere wil laten zien.

Dan kan het ook geboren zoals de Farizeeën en Schriftgeleerden, die bij wetjes en regeltjes leven. Vrome mensen. Vol vreugde aan het Avondmaal gegaan. En dan ’s avonds al hoort. Die en die ook aan het Avondmaal. Zure mannen. Heeft z’n matje nog niet opgerold of daar staan ze al die Joodse kritische mannen.

U zult tegenstand krijgen. Dat hoort bij het volgen van Jezus. Wat die tegenstanders er ook van vinden, het machtswoord van Jezus komt tot u. U bent gezond geworden, zondig niet meer. Jezus komt bij die man om Hemzelf bekend te maken, te bemoedigen en ook te vermanen. U mag komen zoals u bent maar niet blijven wie u bent. Het leven achter de Zaligmaker is een stervend leven. Dagelijks opstaan in een nieuw Godzalig leven. Zondig niet meer.

U die van Christus bent, zult u huiswaarts keren: ik heb Jezus verkoren wiens eigen ik ben. En u die nog geen Borg voor uw zonden gevonden heeft, hier is de Zaligmaker. In het huis van barmhartigheid, Bethesda, roept Hij u: sta op, neem uw beddeken op en wandel. Amen.

 

Zondag 31 januari 2021 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – ds. J.W. Baan – Schriftlezing Johannes 5 vers 1-15