De dichter van Psalm 27 zoekt Gods aangezicht. Ik wil U beter leren kennen. Door genade kom je erachter dat het vooral God is die jou zoekt. Wie gegrepen is door God, gaat verder op het smalle pad. Het verlangen om God te zoeken komt niet bij jezelf vandaan. Gods verkiezing en liefde. Hij zoekt naar jou. Hij roept en klopt aan je levensdeur.

Gemeente van onze Heere Jezus Christus, halverwege de 16e eeuw doorkruiste een Spanjaard de jungle. Goudkoorts. Zocht naar Eldorado, een mythisch goudland. Livingstone deed het later ook. Was wel een verschil. Francisco was een veroveraar. Plunderen. Livingstone was een ontdekkingsreiziger. Gericht op ontmoeting. Ze staan symbool voor twee manieren van zoeken. Is niet om het even.

Zoeken om veroveren en beheersen. En een zoeken om verwonderen. Eerste heeft zeker waarde. Wij hebben veel onder controle gekregen. Is een keerzijde. Ongekende groei welvaart. Plunderen van de natuur. Kolonialisme heeft spoor vernieling nagelaten. Het is niet om het even wat en hoe je zoekt.

Over vragen en zoeken gaat Psalm 27. In vers 4: een ding zoek ik. Uw aangezicht wil ik zoeken. Vers 8. Vragen en zoeken zijn belangrijke dimensies van het geloof. Was voor mij persoonlijk een hele ontdekking.

Vroeger was ik bang mijn geloof te verliezen als ik de vragen zou toelaten in mijn denken. Is er een reserve ten opzichte van wetenschap? Feiten? Afstand? Uit angst? Als ik terugkijk, had dat weerslag op manier waarop ik geloof beleefde. Ik nam wat afstand. Geen zin in moeilijke inspanning geloof overeind te houden. Duurde totdat ik meer en meer van Jezus ging zien. Onder indruk raakte van Zijn onderwijs en overtuigd van opstanding. Twijfel niet weg maar geloof hangt er niet van af. Hij houdt mij overeind. Er kwam ontspanning in vragen en zoeken.

Ons woord voor vragen is verwant aan Oudnederlandse: voren graven. Zoals boer op de akker. Vragen over geloof? Is een voren. Kan geloof opnieuw opbloeien. Overtuigingen niet in vaste grond, maar steeds losgewoeld als in een akker. En dan vrucht dragen. Echt gesprek?! Van hart tot hart. Is zeldzaam. Maar dan gebeurt er iets. Je gaat zelf met nieuwe ogen kijken. Is spannend en verrijkend. Ontspanning ook.

De dichter vraagt en zoekt. Doet dat niet op wijze van veroveraar. Niet God voor karretje spannen. Wel aanleiding toe. Er is bedreiging. Oorlog woedt. Vragen naar Gods ingrijpen?! Vijanden vernietigen!

Midden in bedreigde bestaan: ik vraag maar een ding. Je zou verwachten: bevrijding. Maar: wonen in het huis van de Heere. Uitleggers zeggen dat het niet letterlijk moet worden opgevat maar geestelijk. Leven in Gods nabijheid. Hij verlangt naar God zelf. Prachtig in vers 8. Uw aangezicht wil ik zoeken.

Misschien is dat heel herkenbaar. Soms daar zo naar kunt verlangen. Nabijheid van God. Warmte te voelen. Liefde te voelen stromen. Zijn arm om je schouder te voelen. Maar als je dat je het meest nodig hebt, dan minst ervaren?! Voetstappen in het zand, op moeilijkste moment gedragen? Dat is achteraf. Middenin zie je niet altijd Gods nabijheid. Misschien zit u hier zo.

Letterlijk staat er: Uw gelaat wil ik zoeken. Gods gelaat. Gods gezicht. 1961 verscheen filosisch boek: Levinas. Totaliteit en oneindig. Zoekt naar iets dat niet veroverd kan worden. Is er zo is? Is er iets dat de werkelijkheid overstijgt. Dat het gelaat. Gelaat van de Ander. Schrijft hij consequent met een hoofdletter. Ander of God? De Ander is een geheimenis. De Ander kun je alleen maar verwonderen. Niet dwingen te worden zoals je zelf bent. Ontdekkingsreis. Geldt al voor medemens. Dierbare die je omringt. Meer te ontdekken. Veel jaar getrouwd, ander stelt je voor verrassingen. Levinas, oneindigheid komt je leven binnen via gelaat van de Ander. Echte ontmoeting komt als je dat respecteert. Dat zegt de filosoof.

Dan de dichter. Uw gelaat zoek ik. Gods gelaat. Gelaat medemens: niet ander beheersen en gebruiken voor eigen doeleinden. Niet God je karretje spannen. Geen grip op Hem. Niet Hem manipuleren. Dan verbergt Hij Zijn gelaat.

Ik wil U niet gebruiken! Ik wil U niet begrijpen. Maar beter leren kennen. Dat is doel van zoektocht. Geen Eldorado voor zichzelf. Maar gegrepen door geheimenis van God. Verder zoeken. Alles een jachthond. Spoor te pakken. Blijft spoor volgen. Speurtocht bij een kind. Hoe meer je van God ziet, hoe kleiner je zelf wordt. Wie Mij zoekt, zal Mij vinden. Jezus heeft dat herhaald. Zoek en u zult vinden. Jezus brengt het in verband met kloppen. Binnen gelaten worden. Niet datgene wat ik zoek gevonden heb en mee kan nemen. Maar spoor van God gevonden. En steeds verder zoeken. Nooit stoppen met zoeken en vragen. Vragen naar Hemzelf. God is op zoek naar zoekende mensen.

Wat zoekt u, jij? Gericht op Eldorado, een goudland? Of eigen koninkrijk dat je wilt uitbreiden? Of ander soort onrust, verlangen naar Hemzelf. Hart heeft redenen die de rede niet kent. Glimp gezien van God. Ogen van Jezus laten je niet los. Niet antwoord op al je vragen. Het is Zijn aangezicht dat over je leven gaat lichten. Controle uit handen. Hier ben ik! In je hart komt het tot leven. Verlangen doet pijn. Zijn oneindige liefde aanschouwen. Niet bang voor vijanden. Zijn aangezicht gezien. Wie zou ik vrezen?

Je voelt je als een kind in de speurtocht van de vader. Nabijheid van God zichtbaar in onrust die God stookt. Die je in beweging zet. Lewis gebruikte beeld, kinderen vakantie aan het strand beloofd. Die kinderen blijven gewoon in de zandbak spelen. Wat heb jij liever: zandbak of strand? Wij zijn te snel tevreden. Er is een zegenrijke ontevredenheid. Kom uit je zandbak, zou Lewis zeggen. Beweging en hoop van Jezus. Paulus schrijft daar over in Romeinen 8. In deze hoop zijn we gered. Wie hoopt op wat je kunt zien?! Volharding.

Twee mannen doorkruisten de jungle. Stuitten allebei op grote rivier. Francisco liet zich meevoeren. Aangevallen door vrouwen van een stam. Verblind door goudlust. Spoor van doodslag. Livingstone stuitte ook op een rivier. Hij ging stroomopwaarts. Niet makkelijk. Naar de bron. Smal pad? Zo kwam hij uit bij de rivier, de bron van de Kongo.

Allebei waren ze christen. Een wanhopig op zoek naar koninkrijk, de ander naar de bron. Smalle en brede weg. Minachting, de ander keek ze in de ogen. De een zocht naar goud om te bezitten. De ander zocht naar de ander. Hoe willen wij leven? Gericht op eigen voordeel? Naaste over hoofd zien? God te misbruiken voor eigen doeleinden? Als we dat niet willen, dan moeten we tegen de stroom in. De enige weg. Achter Jezus aan. De weg van de liefde. Oog in oog met de ander. Ik heb je lief. Op ander gericht. Uitnemender acht. Eigen belang op te offeren. Niet afvragen: hoe kan ik beter worden? Nee. Gericht op de ander. En Ander. Ik verlang naar Uzelf. Ik wil U alle ruimte geven in mijn leven. Uw aangezicht zoek ik. Dat verlangen komt niet bij jezelf vandaan. Gods verkiezing en liefde. Hij zoekt naar u en jou. Roept en klopt aan de deur. Dat verlangen, dan vraag beantwoorden van de psalm. Uw aangezicht zoek ik. Mag je zelf de vraag beantwoorden. Mag ik Uw goedheid zien in het land van de levenden? Dat is een ding wat zeker is. Deze smalle, tegendraadse, moeilijke weg is de weg van het koninkrijk. Is de weg die leidt naar de bron. Bron van Gods liefde. Die je eindeloos zal verheugen. De bron wordt genoemd in de psalm die we gaan zingen. Ik zoek de zegen alleen bij U, o bron van troost en licht. Amen.

Hervormde gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 15 juli 2018, 18:30 uur. Schriftlezing Psalm 27.