Zonder het werk van de Heilige Geest komt Christus ons niet ten goede. De Geest komt in het leven van Gods kinderen en overtuigt hen van zonde, gerechtigheid en oordeel. Door de Geest gaan we strijden tegen de zonden en vleselijke begeerten. De Heilige Geest betuigt en overtuigt ons dat we kinderen van God zijn. In onszelf verloren en kinderen des toorns, maar door genade erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus. Zo laat de Geest licht vallen op wie we in onszelf zijn, maar laat Hij des te meer zien wie Christus is: de Zaligmaker van zondaren.
Door de Geest van God geleid worden
1. Wat betekent het, door de Geest geleid worden?
De meeste van ons zullen die vraag ook wel eens aan iemand gesteld hebben, denk ik. Van wie ben jij er een? Ik denk dat heel wat kinderen die vraag ook wel eens krijgen. Van wie ben jij er een? Jongens, je moet van je moeder iets bij de buren brengen. Iemand vraagt: van wie ben je er een? Je zegt hoe je heet en waar je woont. O, die ken ik wel, dan weet ik het wel.
In ons tekstgedeelte gaat het ook over die vraag. Bent u, ben jij een kind van God? Hebt u God als uw hemelse Vader, door Christus? Kan je dat zeker weten, hoe dan? Paulus zegt: dat kan je weten hoor. Immers zo velen als er door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen van God. Zovelen als, die allen. Zonder uitzondering. Die ook alleen. Romeinen 8 is een indrukwekkend hoofdstuk. Als je daar alleen maar doorheen kijkt zie je dat al snel. Kijk eens mee naar het eerste en laatste vers. Vers 1, ziet u het staat: dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn, die naar de Geest wandelen en niet naar het vlees. Het laatste vers, 39, waar staat dat helemaal niets ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere. Daarmee hebt u de rode draad die door dit hoofdstuk loopt, te pakken. Het is de onverwoestbare veiligheid van al de kinderen van God.
En dan is het geen wonder dat u veel leest over God de Vader en Zijn Zoon. En dat er veel aandacht is voor de Heilige Geest en Zijn werk. De onaantastbare veiligheid is niet bij uzelf te vinden, maar ligt buiten u, in de Drie-enige God.
We horen dat gedeelte – we lazen het – over het in Christus zijn, door het geloof. Over Christus die door Zijn Geest in ons woont. De Geest in ons. Blijkbaar geldt dat niet zomaar in het algemeen van alle mensen. Het maakt immers, zo begrijpen we uit het gedeelte, nogal wat verschil of je leeft naar het vlees. Leeft voor het hier en nu – wat je kunt zien en tasten. Geen hart, geen liefde, geen aandacht voor God, de eeuwige dingen. Leven volgens het schema van de wereld. Of, óf, dat je wandelt naar de Geest. Zoekend de dingen die Boven zijn. De eeuwige dingen. Dan ziet je leven er heel anders uit. Leven in toewijding aan God.
Gaat dat nieuwe leven vanzelf? Op rolletjes? Nee, zegt Paulus. Wees bedacht dat je niet vervalt in oude patronen. Steeds maar voldoen aan die oude, zondige begeerten. Weet toch dat de wereld geen enkel recht op je heeft. Daar heb je geen verplichting aan, aan de duivel. Dat oude leven, dat eindigt in de dood. Wie door de Geest de daden van het lichaam doodt, die zal leven, eeuwig leven. Dat gebeurt écht als de Geest je leven leidt. Het gaat Hem erom dat je op Jezus gaat lijken.
Welnu, door de Geest van God geleid worden. Hij heet hier ook, de Geest van Christus. De Heilige Geest. Hij is de derde persoon in de heilige Drie-eenheid. Op Pinksteren hebben we herdacht dat Christus de Geest heeft ontvangen en uitgestort. Hij is de beloofde Trooster, de andere Trooster. Hij werkt in de wereld – zal de wereld overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel. Hij zal leiden in al de waarheid. Hij is Heere. Hij maakt doden levend. Hij werkt het wonder van de nieuwe geboorte uit God – het geloof. Hij leert ons over zonde bij onszelf. Zonde waardoor wij de toorn van God over ons halen. En wat we daardoor verdienen. Dat we dat gaan beamen. In onszelf, reddeloos verloren mensen. Dat ontdekkende werk van de Geest is niet iets van zomaar een keertje. Hij verdiept dat. Hij gaat ermee door. Denk aan wat de apostel schrijft in 7:14: ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde. Hij leert over de zonde. God zoekt ons op in Christus. Om zichzelf aan ons te geven. Ons voor eeuwig zalig te maken. De Geest wil Christus verheerlijken. Alle licht op Hem: de Zoon van God. Die om ons mensen en onze zaligheid mens is geworden. Zijn werk, onderwijs, offer, voorbede, zegen, bewaring, regering. De Heilige Geest maakt ons zo arm in onszelf dat we alleen maar rijk en verzadigd kunnen wezen met de Heere Jezus. Vanaf het eerste begin is Hij aan het werk en Hij laat het nooit meer los.
We horen in de preken graag over de Heere Jezus Christus. Dat is terecht. Dat moet natuurlijk ook. Tegelijk mogen we ons ook wel afvragen of er in ons spreken en geloven genoeg aandacht hebben voor de Heilige Geest. Zonder de Geest komt Christus ons niet ten goede. Niemand kan Hem Heere noemen, zonder de Geest. Hij verlicht ons verstand, werkt honger en dorst, buigt onze wil. Dat werk van de Geest dat is breed, omvangrijk. Hij werkt niet alleen maar in de zaligheid van zondaren, maar ook veel breder in de schepping. De weg van het evangelie onder de volken. Hij leidt ook ons gewone dagelijks leven.
Zovelen als er door de Geest van God geleid worden. Altijd maar weer: geleid worden. Hoe is de aard daarvan? De Geest gebruikt geen dwang. Hij zet geen geweld in. Al is Zijn leiding kracht. Hij overtuigt ons. Buigt onze wil. Onze verlangens op God. Ons overreden. Stil, doordringend, lieflijk, vriendelijk.
Het werk van de Heilige Geest is wel breed ja. Maar in onze tekst is dat leiden heel Heilige Geest. Vers 14 begint met het woordje ‘immers’. Het borduurt voort op vers 13. Als u door de Geest de daden van het lichaam doodt… zult u leven. Eeuwig leven. Immers zovelen als er door de Geest van God geleid worden. Doden van de daden van het lichaam. Wat tot oneer is van God, tot schade van onze naaste. Onze zonde zeg maar. Die daden doden. Kennelijk gebeurt dat onder leiding van de Heilige Geest. Hij is de eerste die daarin handelend optreedt. Hij geeft ons kracht om dat doden te doen. Elke dag, uur. De werkingen, verlangens, plannen van ons zondige vlees doden. Dat is een kwestie van geleid worden, bepaald en bestuurd worden. Indringend. Daar kan je dat leiden aan merken. Je geeft je gewonnen. Je onderwerpt je. Restloos je toevertrouwen aan Zijn leiden. Als u de Geest niet hebt, geeft u zich niet gewonnen.
Geleid… worden. Blijkbaar is de eerste die handelt, de Heilige Geest. Als gelovigen gehoorzaam zijn is dat het werk van de Heilige Geest in ons. Dat gewonnen geven sluit dat in. Nadruk ligt hier wel op dat menselijke gehoorzaamheid werk is van de Heilige Geest. Hij bepaalt je leven. We vergeten niet dat Hij de Geest van Christus is. Hij doet Zijn werk nooit los van Christus. Hij dringt ons niet alleen om dagelijks de toevlucht te nemen tot Christus, maar schildert ons Hem voor ogen in liefdevolle gehoorzaamheid. Hij laat zien wat het Hem heeft gekost. Hij verbindt aan Christus, verenigt met Hem. Daardoor gaat u nee zeggen tegen de zonde.
Let u er ook op dat de Heilige Geest in dat leiden en besturen gebruik maakt van Zijn eigen woord. De Bijbel staat vol met geboden en beloften – vol van Jezus. U krijgt dat woord hartelijk lief. De Geest handelt en spreekt nooit tegen Zijn eigen woord in. Daar kunt u het aan merken. Hij is de Geest trouwens ook van de gebeden. Hij zet u aan, spoort u aan om de Heere biddend te zoeken. De Geest van de gebeden. Zodat dat de adem is van uw geestelijk leven. Zodat u door de week alweer uitziet naar de volgende zondag. Om de stem van uw liefste te horen. Mooi als je onderweg mensen tegenkomt die van de Heere houden. Elkaar opscherpen, opmontert, leren, vermanen. Iets betekenen voor iemand die de Heere niet kent – iets over Hem vertellen.
Zoveel mensen, over heel de wereld. De Geest zet de lijnen uit maar leidt ook de mensen persoonlijk. Hoeveel werk heeft Hij niet aan u en mij?! Hoe groot is de Heilige Geest! Niet groot genoeg kunnen we over Hem denken. Hem te bidden en te prijzen. Een aansporing om Zijn leiding biddend in te wachten.
2. Aan wie geeft de Geest van God deze leiding?
Immers zovelen als er door de Geest van God geleid worde… die zijn kinderen van God. Die allen, zonder uitzondering. Die niet door de Geest van God geleid worden, nee, die zijn geen kinderen van God. Soms hoort u dat God de Vader is van alle mensen. Met daarbij de gedachte dat het heus wel met alle mensen terechtkomt. Dat is gewoon niet waar. Dat heeft Jezus nergens gezegd. Kunnen we dat lezen bij de apostelen en profeten? Waarom dan zending en verkondiging? Waarom de oproep tot bekering? We worden alleen verzoende kinderen door de verzoening; dat blijkt uit het geloof in Jezus. God heeft uit een bloed heel het menselijk geslacht gemaakt, zegt Paulus op de Areopagus. Wij zijn van Gods geslacht. Inderdaad, van hoge komaf! Geschapen in het beeld van God, waarin we ademden in de liefde van en tot God. Verheugd in God.
Maar u weet het wel. We zijn eigenzinnig thuis weggelopen. Bij de Heere vandaan. We gaven gehoor aan de tegenstander. Mee op stap achter de leugen aan. Paulus typeert dat: we zijn van nature kinderen van de toorn. Ontaarde kinderen. Dat gaat ieder van ons aan. Ingrijpend! We zien in het Oude Testament dat God een nieuw begin maakt met Abraham en zijn nageslacht. God kiest een volk. Mozes eist vrijlating en zegt tegen de Farao: Mijn Zoon, de eerstgeborene, is Israël, laat ze gaan. Breng Mijn zonen van ver en Mijn dochters van het einde der aarde, zegt Jesaja. Maar Israël is opstandig. Zo zeer, bij Jeremia de klacht: hoe kan Ik u tot kinderen maken? U bent Mij ontrouw geworden. En bij de laatste profeet, Maleachi: een zoon eert zijn vader, als Ik dan een Vader ben, waar is dan de eerbied voor Mij?
We merken hierbij dat dat zoonschap heel diep is verankerd in het Oude Testament. Maar als het net zo vast is gelopen als bij die eerste mensen, zoals bij Israël, alles op een dood spoor. Niet omdat God geen Vader wilde zijn… maar omdat dat volk geen kind van de Heere wilde zijn. Hoe kan Paulus het hier dan in vredesnaam hebben over kinderen van God?
Toch wel! Hoe bestaat dat. Een gemeente hier uit joden en heidenen bestaande. Wij zijn toch niet beter dan die mensen, dan Israël toen. Als het van ons moest komen, was het bekeken. Er is niemand die God zoekt. Vanuit onszelf zonder God en hoop. Maar God… Geen punt. Maar God die rijk is in barmhartigheid, in Zijn grote liefde, zond Zijn enige Zoon. Die neerdaalde in de moederschoot van Maria. Hij werd gelegd in de schoot van de aarde. Zijn Vader had Hij nameloos lief – Zijn Vader had Hem lief. Gehoorzaam tot in de dood van het kruis. U heb ik verheerlijkt, Vader. En alles volbracht wat u vroeg! Van God verlaten opdat mensen als u en ik een thuiskomen zullen vinden bij God. En mogen horen bij het huisgezin van God.
En na Zijn opstanding heeft Hij de Heilige Geest uitgestort op de Pinksterdag. Ere zij aan God de Vader en Zijn eeuwige liefde. En ere zij aan God de Zoon. Zijn offer opent de toegang. En ere zij ook aan God de Heilige Geest, die zondaren terugbrengt in de liefdevolle gemeenschap met God. De apostel is er zó vol van; verloren zonen en dochters worden tot kinderen weer aangenomen. Hun leven en eeuwige zaligheid zijn voorgoed veilig – onaantastbaar zeker, in de Drie-enige God. De Heilige Geest doet zo’n machtig werk. Ziende op Jezus de daden en werkingen van het lichaam te doden. Niet dat dat vanzelf gaat. Kinderen van God, gelovigen, hebben met weerbarstigheid en tegenkanting te maken. En met lijden van deze tegenwoordige tijd. Het is een hard gevecht, echt. Aan de hand van Heilige Geest vinden we weg naar de troon van Gods genade. En dat is bijzonder; daar is de Geest de Geest van aanneming tot kinderen. Abba Vader, doet Hij roepen. Papa, helpt toch, roept een kind. Zo is dit roepen een roep om uitkomst, redding, bewaring. Een kindervoorrecht. Jezus leerde dat al – God als Vader aan te roepen. Hij heeft dat in de duisternis van Golgotha voor al Zijn kinderen verdiend. Hij heeft ze in dat kindschap onderwezen. Heb uw vijanden lief, doe goed aan hen die u haten, bid voor hen die u beledigen, zodat… let u erop… zodat u kinderen zult zijn van uw Vader, die in de hemelen is, want Hij laat de zon opgaan over slechten en goeden.
De Geest betuigt in ons hart dat we kinderen van God zijn. Dat is overtuigen. Kind van God. De rijkdom daarvan kan je niet overschatten. Duizelingwekkend groot. De apostel trekt de lijn door. Als we kinderen zijn, zijn we erfgenamen – van God en Christus (17). Wat er nog uitstaat, daar kan je de hoogte en diepte en het einde niet van overzien. En ja, inderdaad, ik noemde dat al even, het gaat niet allemaal zonder slag of stoot. De zon schijnt niet altijd. We moeten door allerlei diepten, nood en dood heen. Dat is echt en heftig. Lijden met Christus. Zijn voetstappen van kruis en lijden en zelfverloochening drukken. Het lijden van deze tegenwoordige tijd – daar moet het wel doorheen. Al is het ook waar dat het niet opweegt tegen de heerlijkheid die aan ons zal worden geopenbaard. Voor allen die God liefhebben betekent het dat alle dingen (dat lijden, gekortwiekt, gekerfd worden) meewerken ten goede. Uiteindelijk aan het beeld van de Zoon van God gelijkvormig te worden. Bij een beeldhouwer – de stukken vliegen eraf. Maar wat hij wil, staat hem voor de geest. Hij stopt niet – het gaat niet om ons, maar om Hem. Opdat Hij, Christus, de eerstgeborene zou zijn onder vele broeders. Hij alle eer en heerlijkheid zou krijgen.
Zo kunnen we kind van God worden – om dat eeuwig te blijven. Dat is een wonder. Je krijgt dat niet klein. Al maakt het wel heel klein – voor God. Het gaat wel over heel grote dingen. Niet zo groot dat het niet voor u en jou en mij zou kunnen. Kind van God zijn – God als Vader aanroepen. Nee, het is niet iets wat je in gebruiksklaarpakketje in je binnenzak hebt. Wat iemand zei; ik werd twintig jaar geleden een kind van God, ik probeer de zonde buiten de deur te hebben en dat lukt aardig. Klopt dat? Als je op de weg van het geloof bent, dat je steeds beter gaat geloven? In een lift die alleen maar omhoog kan? Als u de bijbel goed leest weet u ook wel dat ook kinderen van God in zonden vallen, erg genoeg. En levert dat ook veel narigheid op, tot oneer van de Heere, schade voor jezelf en anderen. Jezus leerde aan Zijn volgelingen te bidden – vergeef ons onze schulden. Daar groei je blijkbaar nooit boven uit. Ik kom mijzelf zo vaak tegen… Er is niet alleen mijn zondige aard. Ik denk ook aan wat Paulus schrijft, hij is dan heel persoonlijk (Rom. 7): ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? Ik dank Christus. Een bijbels christen is een tweemens. Tegelijk zondaar en tegelijk rechtvaardig.
Daar is evengoed dat lijden van deze wereld – dat nu. Wat ik al noemde. Het zuchten van de Schepping. Het zuchten van gelovigen. Het zuchten van de Heilige Geest. We leven in een gebroken wereld – dat is met handen te tasten. Oorlogsrumoer, onvrede, onveiligheid, wanbeleid, corruptie, droogte, tekorten aan voedsel en drinkwater, vluchtelingenstromen komen op gang. Vragen van klimaat en milieu. Het blijft niet altijd doorgaan zoals het nu is. De Schepping zucht en is in barensnood. Er komt iets nieuws! Het nieuwe komt niet van onderop. Maar van Boven. Ik schep een nieuwe hemel en nieuwe aarde. Daar gaat het wel heen, in de toekomst van de Heere.
Intussen gemeente, wel een vraag. Waar staat u, jij in deze wereld? Hoe sta je tegenover God? Wie is Jezus voor je? Heb je Hem almeer nodig, allermeest als je zaligmaker? Dat de Heilige Geest licht laat vallen over wie je bent voor God. Is het verlangen wakker geworden om de Heere lief te hebben? Hem te dienen en lief te hebben! Omdat het er geestelijk zo magertjes bij staat. Wilt u vol zijn van de liefde van God? Geleid worden door de Heilige Geest. Zegt u mee: ik mag weten kind van God te zijn? Komt uw hart en jouw hart daarin mee? Bijzonder! Voortdurend, constant geleid worden. Beïnvloed – in mijn denken, verlangen, willen. Dat werkt door naar mijn handen, voeten, mond.
En dan die oude woorden komen in herinnering: Ik zal u tot een Vader zijn en u zult Mij tot zonen en dochters zijn. U zegt: u moest eens weten. Ik ga zo vaak onderuit. Ik ben dan weer bij nul. Ben je dan wel een echt kind van God? Dat gebeurt dan toch niet? Dat zou je denken. Toch, ik weet geen andere en betere weg dan met elk faillissement de kortste weg te gaan naar de Heere Jezus te gaan. Hij is ons van God geworden, zegt de apostel, rechtvaardigheid en heiliging en volkomen verlossing voor ons. In Hem ligt alles gereed wat je nodig hebt. Hij heeft de Heilige Geest verworven, niet voor zichzelf, maar om uit te delen. Hij doopt met de Heilige Geest. En zei Jezus zelf niet, in Zijn onderwijs: als u die slecht bent, weet aan uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de Hemelse Vader de Geest geven aan wie Hem bidden. Ik zou dat maar doen, als ik jou was.
We begonnen met de vraag: van wie ben je er een? Bent u een kind van God? Wordt u geleid door de Geest? Het is waar: er zijn machten en krachten die aan ons trekken. Druk in de weer om ons weg te houden, weg te trekken, bij de Heere vandaan. Merk je dat nooit? Duivelse list, donkere gedachten. Juist als je wilt bidden, de bijbel open wil doen, naar de kerk wilt gaan. Dingen die je hinderen op God te concentreren. Altijd maar bezig om het Woord van vraagtekens te voorzien. Om God verdacht te maken, om de Heere Jezus naar beneden te trekken, Zijn Geest tegen te staan. Juist als je daarmee aan het eind komt en geen raad mee weet, dan is Christus er. Hij wil alles voor je wezen. Tegen Hem kunnen al die krachten echt niet op. Ze hebben het al verloren. Heb aan Jezus genoeg, daar gaat het om. Dat geeft de Heilige Geest. Hij geeft in jouw zwakheid kracht – om tegen de zonde te vechten. In een weg van vallen en opstaan. Hij houdt je dicht bij de Heere, dichtbij de genade. Als een hond bij zijn meester. Bij de genade blijven. En laten we dan Romeinen 7 en 8 dichtbij elkaar houden.
Hoe is het gemeente? Bent u iemand die liever die boot afhoudt? Blijft u zeggen: kind van God zijn is mooi, ik zeg er niets van, maar het is niet voor mij. Waar staat dat? Psalm 95 waarschuwt ons: zo u Zijn stem dan heden hoort, verhardt u niet, maar laat u leiden. God wil u vandaag nog een kind van God maken. Er is bij Hem doen aan. Hij zond Zijn Zoon. Hij gaf Zijn Geest. Als Hij je leidt, mag je zeggen: ik ben een kind van God. Dan ben je het al. Nu al. Vast. Dat gaat nooit meer over. De apostel wil u overtuigen van de rotsvaste veiligheid van al de kinderen van God. Wat er ook komt, hoe het ook gaat. Diep verankerd in de Drie-enige God. Een erfenis wacht. Door de diepte heen. Dit is zeker: niets kan ons scheiden van de liefde van Jezus. Verwonderde aanbidding blijft over. Zoals de apostel Johannes dat zegt: zie hoe grote liefde ons God de Vader gegeven dat wij kinderen van God genoemd worden. Het is nog niet geopenbaard, maar wij zullen Hem gelijk wezen. Wij zullen Hem zien gelijk Hij is. Lof zij U, Vader, Zoon Geest, zoals het was in het begin en zoals het zal zijn tot in de eeuwen der eeuwen.
Amen.
Hervormde Gemeente Putten, Zuiderkerk, zondag 26 juni 2022, 19:00 uur. Schriftlezing Romeinen 8:1-17.