Simeon verwachtte de vertroosting Israëls, niet zozeer voor zichzelf, als wel voor het hele volk. Hij was een wachter die wachtte op de vervulling van Gods belofte. Nog voor het Pinksterfeest was de Geest in Hem. Zo worden wij aangespoord om het Kerstkind in de armen te nemen en uit te zien naar Jezus’ wederkomst.
Gemeente van onze Heere Jezus Christus, ja de laatste zondag van 2018. Morgen oudejaarsdag. Vandaag laatste eredienst op zondag. Moment om stil te staan bij het woord van God. Bij wat Simeon aanreikt.
Hij heeft vrede gevonden. En wij? Zijn we er in gegroeid? Toegroeien in leven met en bij de Heere. Vrede gevonden in en door Zijn woord. Licht om heidenen te verlichten. Loven van God. Hoe verheerlijken wij Zijn naam? Met leven en gedachten?
We zijn onderweg. Deze zondag bepaalt ons daarbij. Gods toekomst. Glans van de vreugde die in verschiet ligt, valt over deze zondag. Nu ten dele, straks ten volle. De heerlijkheid mogen we zien in de zoon van God. Is overvloedig.
We hebben Kerst mogen vieren. Hoe is het u vergaan? Lijkt alweer ver weg. Dingen die erna gebeurd zijn. Licht is opgegaan. Maar veel trekt ons er vanaf. In onze gemeente [in Vinkeveen, red.] waren twee mensen overleden. En je kijkt vooruit naar oud en nieuw. Staan bij geopende graf, vrijdag en zaterdag, en dan deze dienst, ja, Simeon! Kerst mogen vieren. Jezus Christus is geboren.
Daar mogen we opnieuw bij stil staan. Te binnen brengen. Zegen en doordenking! Tot verzoening van onze zonden. Gegeven om God te verheerlijken – zoals Simeon belijdt. Hij brengt Thuis. Evangeliewoord in de rug. Hij is in de wereld gelegd tot een vrede. We zien uit naar de wederkomst, als de kerk eeuwig feest zal vieren. Knielen voor het lam. Dan wordt er recht gedaan. Vijanden tot een voetbank gemaakt (psalm 110). We hebben dat Evangelie mogen horen. Hij de Redder. De ‘Soter’. We buigen ons neer voor Hem.
We horen van die wachter die verwachtte. Hij verwachtte de vervulling. Van zijn houding en loflied kunnen we veel leren.
Maria en Jozef. Ze hebben de Zaligmaker ontvangen. Maria is de moeder van Jezus. En zij baarde haar eerstgeboren zoon. Vers 23 lezen we dat al wat mannelijk is dat dat heilig genoemd zal worden voor de Heere. Die zonderde men af voor de dienst van God. In praktijk betekende dat dat men hem vrijkocht. Levieten deden de dienst. Zo werden de zonen heilig genoemd. Ze kwamen aan bij de tempel.
Zonder dat ze het wisten is daar iemand die al lang uitgezien had naar dit moment. Naar dat Christus in de tempel komen zou. Ze worden ermee geconfronteerd. Hoe bijzonder moet dat voor Jozef en Maria zijn geweest. Opnieuw zo wonderlijk. Heilsgeschiedenis!
Simeon is daar. Je gedachten kunnen alweer weg zijn van Kerst. Tot schade en schande belijden. Hoe bent u hier gekomen. Met welke instelling? Een zegen is het als we iets kennen van die intense verwachting van Simeon. Uitzien naar de ontmoeting. Moment dat hij Jezus in de armen nemen kon. Zalig ben je als je met die verwachting komt. We komen biddend op. Heere, wilt U het bewerken, bij alle leden der gemeente? Dat we Hem zullen verwachten.
Ja, Simeon is daar. Wie is hij? Hij is rechtvaardig en godvrezend. Hij verwachtte de vertroosting van Israël. De Geest is op hem. Een bijzonder gelovig man. Een oprecht man. Nog voor de uitstorting van de Geest lezen we dat de Geest op hem is. Die Geest werkt een verlangen. Daarom bidden we om de Geest. Verlangen naar Christus opwekken en gaande houden. Zo kent Simeon dat. Hij kent het voor wie? Voor Israël. Dat in duisternis wandelt. Zo zucht onder het juk van de vijand.
Scherp ziet hij dat het volk zucht onder hun eigen zonden. Hij verwacht de vertroosting. De messiaanse verwachting (Jesaja 40 en 61). Als een wachter. Hij herkent in dat kleine kindje, in die Immanuel, in die zoon van Maria, de Messias! Hij weet, deze is de vervulling van de beloften. Hij had die belofte ontvangen.
Gemeente, goed dat we daar niet overheen lezen. Hij verwacht het niet in de eerste plaats voor zichzelf. Niet zichzelf voor op stelt. Niet iets individueels. Nee, collectief. Niet zo: als ik het maar goed heb. Als ik maar gered ben en getroost wordt, dan is het goed. Nee, heel het volk. Hij vertrouwt op Gods beloften. Juist ook namens en voor het volk. Namens die ander, waarvan er velen geweest zijn die het helemaal niet verwachten.
Is dat typisch voor het OT? Dat collectieve? Zoals zoveel rondom Simeon OT ademt? Ja en nee. Nu gaat het wel in vervulling. Nu. Daarnaar uitzien. Nu vindt het zijn doel. Maar het is niet alleen OT. Ook nu mogen we bidden om de vervulling van de beloften. Voor en met en namens de gemeente. Wij zijn in verwachting van, ja waarvan? Van de wederkomst van Jezus Christus. Van het heil dat opgaat. Opdat het geloofd wordt.
Er zijn momenten dat je hier bent, dat je achteraf belijdt: ik was er voor de helft. Dat is niet goed. Wel is het een zegen als er anderen zijn die er zitten met een verwachting van een Simeon. Hij of zij namens mij. Zo zijn we samen gemeente. Bidden voor hen voor wie het moeilijk is. Bidden voor de kinderen van de gemeente. Dat God Zijn belofte waarmaakt. Bemoedigend om bij de gemeente te horen. Samen uitzien. Hebben we elkaar in nodig. Van eerste tot laatste zondag van het jaar. Laten we bidden voor onze geliefden. Voor gedoopt leden van de gemeente. Bidden om vertroosting aan hart en ziel. Opdat er geloofsgroei en volharding mag zijn. Bidden voor ons land en de wereld. De verlosser is gekomen.
Zo verwachtte deze man de Gezalfde. De Christus van de Heere. En nu is Hij daar. Het licht van de wereld. Binnengebracht. In de armen genomen. Hoeveel impact heeft het gehad op Simeon? Misschien te vergelijken met het moment dat Christus terugkomt. Zoveel eeuwen over gesproken, gebeden, uitgezien, gepreekt. En nu is Hij daar! Kunt u het zich voorstellen. Hij komt terug op de wolken. Kunt u zich dat voorstellen. Dat u naar buiten loopt en zie… Daar is Hij!
Zo’n moment is dat geweest. De Geest maakt het duidelijk. Dit kind is het. Hij neemt het. Misschien rukt hij het uit de armen van Zijn moeder. Het kind, de vertroosting lag nu in Zijn armen. Geloven is overgegaan in aanschouwen, voelen, kussen misschien wel.
We mogen opnieuw in de kerk zijn. Heeft u het Kerstkind in de armen genomen? God de lof toegebracht? Simeon loofde God. En zei… Ja wat? Lof en dank klinkt erin door.
We vieren en gedenken dat Hij in vlees kwam. Om hen die onder de wet zijn vrij te kopen. De oproep klinkt: kus de Zoon. Is jouw reactie in de armen nemen? Dat is beeld van zegenen, belijden. Heeft u dat zo gedaan? God mogen loven en prijzen? Je mogen verwonderen over zoveel opzoekende zondaarsliefde. Opnieuw! God alleen de eer.
Vanzelfsprekend is dat niet. Als je naar de kerk gaat, dat je dat het kind in de armen neemt. Dat je ziet: Hij is het. Voor Israël, de wereld of voor mij. Nee, dat is werk van de Geest. Simeon zag het. Maar velen zagen het niet. Ja, Anna wel. Degenen die erop bedacht waren, zagen het. Anderen leefden door. Dat kan toch niet?! Zo dicht bij en er toch langs kijken, leven, gaan? Ja dat kan.
Het goede nieuws is dat de Geest ook onder ons wil werken. Wil erom gebeden worden. Het is Pinksteren geweest. De Geest is aan de gemeente gegeven. Laten we erom bidden. Open mijn hart en ogen. Opdat ik het zal zien. Zonder de geest kunnen we niets doen. Zo loven we God.
Nu laat U uw dienstknecht gaan in vrede. Mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien. Een geheim. Leren loslaten. Gaan in vrede. Nu laat U gaan… Nu mag ik het terugleggen in Uw handen. U heeft het goed gemaakt met Israel en in mijn leven. De vrede van Simeon. In Grieks staat woordje voor Heere, ‘despotos’. Verhouding knecht en heer. Gaat erom dat de een een slaaf is en een meester, een heer. Zo is de verhouding die Simeon aangeeft. Hij ziet zich als een knechtje. Opdracht van de Heer gehad. En vervuld. Bijbaantje heb je, je krijgt opdracht om aantal auto’s schoon te maken. Na de laatste meld je je af. Nu ga ik. En dan mag je naar huis.
Simeon ontving een goddelijke opdracht. Hij moest uitzien naar de Gezalfde. Hij heeft er trouw op gewicht. Nu is daar de Christus. Hij weet: nu zit mijn taak erop. Het is klaar. Nu laat U Uw dienstknecht gaan. Niet zomaar, maar in vrede. Mijn ogen hebben de zaligheid gezien. Nu zit mijn levensdoel erop. Nu kan ik het loslaten. Misschien zelfs zo: nu kan ik sterven. Hij zou de dood niet zien voor dit moment. Veel eerbied en respect rondom hen. Gezag. Zo bezien kunnen we lezen: nu is de Gezalfde gezien heb, kan ik sterven. Kern is dat hij als wachter de belofte verwachtte. Hij is nu ontheven van de prachtige taak. Nu laat U gaan. Nu mag ik mijn werk afsluiten.
We proeven de vreugde. Dat voert de boventoon. Soms kan er een levenstaak zijn. Dan in vrede gaan. Kunnen dingen zijn in het leven of het ambt, nu kan ik het teruggeven. We mogen het jaar teruggeven aan de Heere. De vertroosting ervaren. Dus dan dit jaar teruggeven. In vertrouwen dat het goed is. Hij waakt voor mijn ziel. Overgeven in Gods hand. In leven sterven niet van mezelf, maar van Hem ben (HC zondag 1). Het is die God die door de Geest mij van het eeuwige leven verzekert. Hij maakt mij gewillig. Die troost mogen we leven uit geloof, dan is er vrede en kunnen we loslaten. We worden vastgehouden. Ik mag het u voorhouden en preken. Los van je leeftijd. Uitzien naar nieuw jaar. Hopelijk vreugde en zegen. Het kan anders zijn. 2019 kan verdriet, ziekte, zorgen, spanning, sterfgevallen brengen. Maar we kunnen met die vrede iedere dag tegemoet zien. Dankzij Jezus. Alles overgeven en loslaten! U laat Uw knecht gaan in vrede.
Neem het Christuskind in armen. Hem te zien! Uitzien naar het moment om Hem terug te zien komen. Dan gaat de belofte over in zien. Ik moet denken aan woorden van een lied, en daarmee sluiten we de preek af:
Vol verwachting blijf ik uitzien, tot die dag eens dagen zal.
Dat de Heiland op de wolken, weerkomt met bazuingeschal.
Welk een vreugde zal het wezen. Als mijn oog Hem schouwen mag,
en mijn oor Zijn stem zal horen, op die grote, blije dag!Welk een uitzicht, Bruidsgemeente! Eeuwig Hem ten eigendom.
Maranatha blijv’ ons wachtwoord, amen, ja Heer Jezus, kom!
Amen.
Hervormde gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 30 december 2018, 17 uur. Schriftlezing Lukas 2:22-40.