De rijke jongeling – een man om van te houden – wil uiteindelijk Jezus niet volgen. Hij hecht te zeer aan zijn rijkdom. Door de eis van de wet worden we eraan ontdekt dat we de zaligheid nooit zullen kunnen verdienen. Maar dankzij Christus’ werk is zalig worden mogelijk.

‘Onmogelijk bij mensen, mogelijk bij God’

Gemeente van onze Heere Jezus Christus, het begon met een vraag. Naar het verwerven van het eeuwige leven. Het was een leidinggevende. Een overste. Misschien van een bedrijf. Dat lezen dat in vers 8. Deze man was rijk. Trouw in het houden van de wet. In het dagelijks leven een leidinggevende en een leerling. Een catechisant kan je zeggen. Iemand die onderwijs ontvangt. Iemand die onderwezen wil worden. Hier van Jezus zelf.

Gemeente, zoals we hier zijn, zijn en blijven we leerlingen. Al ben je misschien net geslaagd. In de kerk blijf je altijd leerling. Iets houden van verlangen om onderwezen te worden. Je blijft met vragen zitten. Onderwijs ontvangen blijft nodig. De antwoorden die in dit gesprek gegeven worden zijn niet altijd meteen te vatten of logisch. We worden opgeroepen te luisteren naar het onderwijs van Jezus. Dat is het hoogste en meest onmisbare.

Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven? Een kernachtige vraag. Het hart van de zaak. Misschien voor u of jou. Het eeuwige leven. Hoe deel je daarin? Hoe beërf je dat? Niet automatisch. Dat wist die leidinggevende ook wel. Eeuwig leven met God. Delen in het Rijk waarin Hij Koning is. Hoe beërf je dat? Hoe kom je daaraan? Hoe weet je dat zeker. Dat is een indringende vraag.

Anders gesteld, Goede Meester, hoe kan ik in de hemel komen? Heb je die vraag wel eens gehad. Weet jij zeker als je nu zou sterven, dat je dan in de hemel komt. Als dit jouw laatste week zou zijn. Dit je laatste dag. Waar kom je dan terecht? In Zijn Rijk? Maar dat is niet vanzelfsprekend.

Jezus leert: er Zijn twee mogelijkheden. Of je mag komen bij Hem of niet. Dan de eeuwige dood. De eeuwige pijn ook. Het is of in de hemel of in de hel. Daarom is dit een belangrijke vraag. Als u daarmee bezig bent, dat is belangrijk om daar antwoord op te geven. Weet je zeker of je in de hemel komt? Ik hoop het, zegt u. Of, ik mag het geloven? Op grond van de belofte. De verzekering in de Heilige Doop. Ik ben bang dat het verkeerd afloopt? Ik zit daarover in. Ik begrijp dat.

Vanavond goed luisteren naar het onderwijs. Zeker als u met deze vraag zit. Het beslissende is gebeurd. Jezus gaf Zijn leven. Jezus wijst ons de weg. Wie de Zoon heeft, heeft het eeuwige leven. Luister zo met je hart. De Geest wijst die weg. Mag je om bidden. Hij zal het doen.

Die rijke man komt bij Jezus. Dat is een prima kerel, kan je zeggen. Jonge leidinggevende. Aardige vent. Markus zegt: Jezus keek hem aan en had hem lief. Hij riep echt sympathie op. Iemand waar je zomaar van kan houden. Zorgde voor zijn ouders. Geen gerommel met andere vrouwen. Op liegen en stelen kan je hem niet betrappen. Toch onrust over deze vraag. Misschien zoekt hij bevestiging?

Een kans voor open doel voor Jezus? Hij kan nu in een paar zinnen zeggen hoe het zit met die gereformeerde leer. Doet Jezus niet. Hij begint met een tegenvraag. Ik vind dat altijd verwarrend. Waarom noemt u Mij goed? Niemand is goed behalve God. Maar Jezus is toch God? Waarom noemt u Mij goed?

Nou, wie is er beter dan Jezus? Zijn goedheid straalt toch van Hem af. Hoe moet je dit zien? Is dit de houding van Jezus, zo nederig te zijn. Alle aandacht op God de Vader.

De vervolgvraag en antwoord, opnieuw prikkelend. U kent de geboden. Hij somt er een aantal op. Als u het eeuwige leven wilt beërven moet u de wet horen en doen. Zou je niet verwachten dat Jezus het zou hebben over genade en verzoening.

Laten we maar niet denken dat we het beter weten dan de hoogste leraar. We begrijpen dat Hij zegt, als je leeft zoals in de wet staat, dan beërf je het eeuwige leven. Die woorden horen en doen. Geen overspel plegen. Niet doden. Niet stelen. Dan heb je een schat in de hemel.

Een mens kan dat toch niet? Niemand kan toch de wet volkomen houden? Iedereen doet toch zonde? Ik schiet tekort. Jezus zegt niet dat die man dat kan. U kent de geboden, zegt Hij. Hij houdt hem de eis van de wet voor. Dit eist God van u. Deze jongeman is opgelucht. Deze dingen heb ik in acht genomen. Vanaf dat ik kind was.

Dan komt Jezus hem tegen, op de gevoelige plek. Nog een ding ontbreekt u. Een ding maar?! Dat is een negen. Dat is heel goed. Verkoop al wat u hebt. Blijkt, dit is de zwakke plek. Zijn rijkdom. Dan breekt hij. Ik wil veel doen, maar dit niet. Hij ging bedroefd weg. Dit kon hij niet.

Rechtvaardigen zullen het eeuwige leven beërven. Maar je ontdekt: ik schiet tekort. Het lukt me niet. Ik ben niet de enige. De wet volkomen houden? Nee. Je kunt het wel proberen, zei een jongetje, maar je faalt altijd. Eerlijk. Hoe kom je er toe om te geloven.

Alles van God verwachten! Een baan, woning, studierichting. Alles. De reactie van Jezus: wat bij mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God. Jezus wees eerst op de wet. Jezus ontdekte hem aan de zonde van geldgierigheid. Hij werd bedroefd. Rijkdom zit deze jongeman in de weg. Voor een ander is dat een andere zonde. Hij gaat ook weg. Hij volgt Jezus niet.

Denk daar eens over na: kan het zijn dat u iets in de weg zit? Waar je maar niet los van komt? Iets wat je niet wilt opgeven? Dat blijkt een groot risico te zijn. Al is het een negen. Volgen is volhouden. Vastzitten aan rijkdom…? Wie kan dan zalig worden? Een verzuchtende vraag. Een retorische vraag. Antwoord is: niemand.

Een heftige conclusie. Ook terecht. Wij hadden onlangs een lentefair. Een attractie was er een kameel. Je kon er een rondje op rijden. Ik heb dat zelf maar niet gedaan. En dan heb je een naald. Een kameel gaat nog makkelijker door het oog van een naald. Dan is het dus gewoonweg onmogelijk. Of een kleine opening. Nog steeds onmogelijk. Geloven en belijden en in praktijk geven: onmogelijk. In je werk en in de kerk. We horen mee verzuchten: wie kan dan zalig worden?

Precies dan, als je dat beseft. Bidden, Bijbellezen, discipline: dan dat bevrijdende woord. De dingen die onmogelijk zijn bij de mensen, zijn mogelijk bij God. Onmogelijk om te midden van rijkdom op God te houden. Onmogelijk om de wet te houden. Onmogelijk om zalig te worden – bij mij, bij mensen.

Dan dat evangelie, na dat begin: Hij zegt het vanavond ook tegen u. De dingen die onmogelijk zijn bij de mensen, zijn mogelijk bij God. Dat is het nochtans van het geloof. Hier in andere woorden dan Zijn lijden en sterven. Ik kan en heb het niet. Door U, door U alleen!

Hem mag ik u aanprijzen. Je kunt er als gelovige niet genoeg van krijgen om op te horen. Onmogelijk bij mensen, mogelijk bij God. Hij heeft niet een negen gehaald, maar volmaakt gegaan in onze plaats. Hij heeft een tien gehaald. Hij is in onze plaats gegaan!

Wat een troost gaat er uit van deze tekst. Wat onmogelijk is bij de mensen, is mogelijk bij God. Christus nam de schuld op Zich. Hij schenkt Zijn gerechtigheid. Uit genade bent u zalig geworden. De rijke jongeling ging verdrietig weg. Als je zelf niet kunt, hoor dan!

Het is eerlijker om te zeggen dat die jongeman niet wilde. Wilde niet doen wat Jezus zei. Volgen kost wat. Die prijs is mij te hoog. Jezus volgen, alles uit handen geven: dat is me teveel. Ik ben trouw, ik leef wel goed. Maar ik doe geen afstand van wat ik heb opgebouwd.  Als het nood is, wil de Heere erin voorzien. Dan ontdekt de Heere je eraan. Ook om onze onwil te ontmaskeren. Hem volgen. Hem zoeken. Hij zoekt ons op. Jezus maakt vrij. Bij de mensen onmogelijk. Bij God mogelijk. Dat geldt voor zalig worden van een rijke en arme. We hebben Hem nodig. Wie Jezus volgt, komt thuis. Die beërft het Koninkrijk. Petrus zegt, we hebben alles verlaten. De reactie van Jezus daarop is dat hij op de goede weg is. Niemand is er die huis of ouders of vrouw of kinderen verlaten heeft, die niet het veelvuldige terug zal ontvangen. Van Jezus volgen krijg je nooit spijt. Dat wordt rijk beloond. In deze tijd en in de wereld die komt. Met je rijkdom of je niet loslaten van wat ook daar wordt je niet gelukkig van. Met Jezus ontvang je zegen. Een heilrijke toekomst. De dingen die bij ons onmogelijk zijn, zijn mogelijk bij God!

Amen.

‘k Zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheên;
Uw waarheid t’ allen tijd vermelden door mijn reên.
Ik weet, hoe ’t vast gebouw van Uwe gunstbewijzen,
Naar Uw gemaakt bestek, in eeuwigheid zal rijzen;
Zo min de hemel ooit uit zijnen stand zal wijken,
Zo min zal Uwe trouw ooit wank’len of bezwijken.

Gij toch, Gij zijt hun roem, de kracht van hunne kracht;
Uw vrije gunst alleen wordt d’ ere toegebracht;
Wij steken ’t hoofd omhoog en zullen d’ eerkroon dragen,
Door U, door U alleen, om ’t eeuwig welbehagen;
Want God is ons ten schild in ’t strijdperk van dit leven,
En onze Koning is van Isrels God gegeven.

– Psalm 89 vers 1 en 8 (berijming 1773)

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Dorpskerk, zondag 12 juni 2022, 18:45 uur. Schriftlezing Lukas 18: 18-30.