Een lied zonder opschrift
Psalm 93 is een lied zonder opschrift. In de grootste nood van het leven, waar de golven over ons leven slaan, is de Heere hen nabij die Hem vrezen. Het lied is niet zonder inhoud. God is Koning en staat boven de omstandigheden. Hij is het houvast voor de kerk die getroffen wordt. De golven zijn er, toen en ook vandaag. Ook 75 jaar geleden toen Putten in het hart getroffen werd met de razzia waarbij honderden mannen werden weggevoerd. Waarin vinden we de troost? Alleen in God. Te weten dat de Heere Koning is en dat voor eeuwig. Hij leidt allen die hebben leren buigen naar de eeuwige rust.
Psalm 93: ‘[1] De Heere regeert, Hij is met hoogheid bekleed; de Heere is bekleed met sterkte, Hij heeft Zich omgord. Ook is de wereld bevestigd, zij zal niet wankelen. [2] Van toen af is Uw troon bevestigd, Gij zijt van eeuwigheid af. [3] De rivieren verheffen, o Heere! de rivieren verheffen haar bruisen; de rivieren verheffen haar aanstoting. [4] Doch de Heere in de hoogte is geweldiger dan het bruisen van grote wateren, dan de geweldige baren der zee. [5] Uw getuigenissen zijn zeer getrouw; de heiligheid is Uw huize sierlijk, Heere! tot lange dagen‘.
Een lied zonder opschrift
1. De Koning;
2. De golven;
3. Het spreken van God.
1. De Koning
Gemeente, er zijn tijden dat je de neiging hebt alleen op de golven te letten en te zien. Golven die over je leven slaan. Moet je dan een lied gaan zingen? 75 jaar werd door een enkel geweerschot de rust in Putten opgezegd. De razzia in Putten volgde. Jacht gemaakt op mannen en vaders. Eerst naar de school, daarna naar de Oude Kerk. Toen lopend naar het station weggevoerd naar Amersfoort, Ladelund en Neuengamme. Putten blijf verbijsterd achter, huizen in brand gestoken. Onuitwisbaar leed staat gegrift in het hart van ons dorp. Bruisende golven. Moet je dan een lied gaan zingen?
Of hebben we iets meer van Petrus weg? Die op de golven zag en een roep overbleef: Heere, behoud mij! Toch worden we eerst geroepen iets anders te doen. Allereerst op Hem te letten. Op God te letten. Op wie Hij is. Op wie Hij eeuwig zijn zal. Ook al hebben we geen opschrift voor dit lied. Misschien vragen we ons wel af wat voor lied te zingen. Toch letten we op de Heere. Daardoor krijgt dit lied inhoud.
Het is dezelfde orde als in Mattheüs 14. Voordat Petrus op de golven loop is het Jezus die daarop loopt. In volle rust. Op de meters hoge golven. Ten vierde wake, tegen de morgen, al de hele nacht geploeterd. Jezus wandelende op de zee. Dat is rust. Weldadige rust. Dat geeft Zijn grootheid aan. Daarmee zet Psalm 93 in. De Heere regeert. Nog krachtiger: de Heere is Koning. Dat is Hij en dat blijft Hij. Dat zet nog meer op accent op wie Hij is en wat Hij doet. Wat komt dat geweldig aan de orde. Hij is de Allerhoogste Koning. Niemand staat boven Hem. Soeverein. Alles aan Hem onderworpen. Kent u Hem al zo persoonlijk?
Zijn Naam Heere legt het accent op Zijn macht en grootheid. Niets overwint Hem. Alles moet zich voor Hem buigen. Heb je dat al gedaan? Wacht u daar nog langer mee? Gaat zomaar niet, zegt u? Als u wacht zult u eenmaal gedwongen worden om voor Hem te buigen. Maar dan wordt u wel verwezen naar het eeuwige vuur. O laat het er niet op aankomen, geliefden. O bekeert u tot Hem. Dan zal Hij alles voor u zijn en voor je worden. Werkelijk waar. Uw Koning. Ook de Zaligmaker. Eeuwige Koning. In alle omstandigheden van het leven. Zelfs in het sterven.
Die Koning die er alles voor had en zelfs naar het kruis ging. Is dat die machtige Koning op het kruis? Schijn is het als u denkt dat Hij daar in zwakheid hangt. Deze is het! Hij is het! De enige troost in leven en sterven is in Hem te geloven. Heel je bestaan, leven in Zijn handen te geven. Is het werk van de Geest, ja dat is het. Maar doe het. De Heere is Koning.
De dichter laat Hem meer schitteren. Wat er van Hem uitgaat. Bekleed met machtige gewaden. Verwonderd doen staan. Koninklijke heerlijkheid. Hoogheid en sterkte. Hoogheid dat is majesteit. De Heere heeft het hoogste gezag. Zijn Woord is niet alleen het laatste Woord maar ook het eerste. Sterkte dat is macht en kracht waartegen niets bestand is. Jezus lopend op de golven, de Heere die de Almachtige is.
De dichter denkt aan de schepping. Poëtisch beeld. Hoe zeer ook aangevochten en bediscussieerd in onze dagen. Maar weet dat het in Gods handen ligt. De troon van God. Het toonbeeld van stabiliteit te midden van de wateren. U bent van eeuwigheid af. Onveranderlijk en eeuwig, de Heere is Koning. Ja maar die golven dan?
2. De golven
Wat betekenen die golven nog als we hebben stilgestaan bij deze machtige Koning? De golven zijn er. De dichter verwoord het krachtig. Op een manier: onheilspellend. De rivieren verheffen haar bruisen. Dreigend en verwoestend klinkt het. Golven beuken erop los. Door niets en niemand tegen te houden zijn, lijken te zijn. Wanneer dit lied geschreven is, zoals sommigen denken ten tijde van de ballingschap, de golven het beeld van de volken die Israël overspoelen. Israël voelt zich vaak als een wormpje, volkje, splintertje.
Ook in Mattheüs 14 dachten de discipelen dat. Dat ze vergingen. Het zijn beelden van heftige tegenslagen. Golven en gebeuk van wateren die ons leven stukslaan. Golven. Nee, die waren er in het paradijs niet. Golven ontstaan daar voor ons buigen voor satans macht en heerschappij. Los van God. Dan zijn we als een nietig scheepje. Losgeslagen. Geen enkel houvast. Golven die de nodige gevolgen met zich meebrengen. Oorlogen.
Aanslag bij de Oldenaller die honderden leven heeft gekost. Dat doet wat met Putten en deed dat. Wonden heeft gemaakt. Na 75 jaar nog pijn doen. Wonden die soms weer gaan bloeden. Trauma’s. Opgekropt en weggestopt verdriet. Onuitwisbaar. Als de eeuwig woeste golven van de zee verdwijnen ze niet. Golven. Golven gaan door. Niet alleen toen. Al de decennia door. Golven die stukslaan. Gezondheid door ziekte, huwelijken gaan stuk, een ongeluk rukt een geliefde uit het leven. Golven. Dit overkomt ondertussen alle mensen. Die de Heere hebben leren kennen en zij die nog nimmer hebben gebogen.
De Duitsers maakten er in oktober 1944 in Putten ook geen onderscheid in. Voor u die de Heere kent komt er nog iets bij. De boze schiet zijn pijlen. En hij schiet zo vaak raak. Waar is God waar u op bouwde? Waar u uw zaak aan vertrouwde? Ik heb mijn tranen onder het klagen, mijn benauwde ziel versmelt, onder stem en snaren feest hield met God blijde schare. Waar is God? Mattheüs 14 aan zo’n aanval denken van de satan. Hen onder te laten gaan in gebrokenheid en duisternis.
Een lied zonder opschrift. Als je deze dingen bedenkt, dan is er toch geen lied meer te zingen? De discipelen schreeuwden. Meenden een spook te zien. Is ook aangrijpend. Hoe klinkt het ook dreigend in dit nameloze lied. Petrus dreigde weg te zinken. Wie kan het hem kwalijk nemen, euvel duiden? Wie zal niet op de omstandigheden zien. Ook al moet het niet, gebeurt het wel. Al die lege plekken. Vaders, ouders. Leeggeroofd. Hoge uitzondering die terugkwam in Putten. Lege stoel. Dat lege bed. Stille bed. Dat de golven die over je leven sloegen.
Natuurlijk is het waar, sommige kregen kostbare herinneringen uit Neuengamme terug. Portefeuille. Foto’s. Maar? Veranderde dat de leegte? Misschien wel iemand dat meegemaakt hier. We blijven toch altijd met de brokken zitten? Tenminste! Het kan gemeente, het kan als we letten op het spreken van God.
3. Het spreken van God
En toch zingt de dichter. Nochtans, hij weet. Weet u het al? Hij weet wie zijn God is. Te midden van de ruwheid van dit aardse bestaan. Van de duisternis van de verdervende wateren klinkt er nochtans dit lied. De gevolgen van de zonden. De oorzaak daarvan. Dompelt ons onder. Is dat zo? Kijk maar naar dat gebeurt in Matthëus 14. Petrus schreeuwt het uit. Heere, red mij ik verga. Wat gebeurt er dan? Onmiddellijk is daar Jezus. Hij hoeft niet eerst te komen. Hij is nabij de ziel die tot Hem vlucht. Terstond. Machtig woord. Terstond greep hem aan.
Jezus zegt er nog iets bij. Bijna met verbazing. Bijna, Petrus hoe kan dat nou toch. Kleingelovige, waarom hebt u gewankeld? Hoe kan dat gemeente? God leert dat altijd Zijn kinderen, gemeente, Zijn volk. Dat doet Hij. Niet dat de golven gaan liggen. Dat de omstandigheden. Maar dat Hij er is.
Toen ik net in Putten kwam in 2000 sprak ik een oorlogsweduwe. Tot mijn schande kan ik zeggen dat ik nieuwsgierig was. Maar ik kreeg daar niks van te horen. Ze getuigde hoe goed de Heere voor haar was. Ook toen ze buiten stond met een kinderwagen en wat bij elkaar geraapte spulletjes. Zonder man. Zonder huis. Maar God was goed. Dat kreeg ik mij. Een les die ik ook als dominee moet leren.
Hij was er. Houvast. Als Hij er niet is sta je nameloos alleen en ben je straatarm. Al zou je rimpeliloos leven hebben. Dan ben je niet gelukkig. De omstandigheden brengen ons niet tot bekering. Kunnen er ontroerd raken. Mag ook wel. Maar bent u weleens ontroerd geraakt over die uitgestoken hand van de Zaligmaker? Aan Petrus. Dat doet Hij. Dan ben je gelukkig te prijzen. Als je dreigt weg te zinken in de golven. Hier is uw God en Koning. Die hand die vasthoudt en nooit meer loslaat.
Waarvan het gelden mag dat uw leven met Christus geborgen is in God. U zult geen kwaad deren. Het wil niet zeggen dat er geen ellende komt. Geen pijn en verdriet. We leven buiten het paradijs die door onze zonden vervloekt is. We horen het lied. Vol van de Heere. Maar de Heere! Maar is toegevoegd maar geeft goed accent. De Heere is geweldig, Jezus wandelde op de golven. U zult geen kwaad deren. Zo staat Hij boven alles wat ons leven stukslaat. Hij is uw houvast. Te midden van de slingeren van het leven mag u rusten in Zijn trouwe Vaderhanden om Jezus’ wil.
Hoe weet de dichter dat? Hij weet het omdat God het gezegd heeft. Zo eenvoudig. Breekt dat je hart weleens gemeente? Dat je het weten mag, niet dat je het voelt altijd? Ene keer voel je andere keer niet. Ene keer loop je in het licht, andere keer in de duisternis. Maar God heeft het gezegd. Dat staat vaster dan de hemel en aarde. Uw getuigenis. De woorden van God, en gemeente denk niet dat die woorden van God iets anders is dan God zelf. Nee, de Bijbel verafgoden we niet als Bijbel zelf. Maar omdat het de woorden van God zijn.
Jesaja 43. Wanneer u zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn. Ik ben de Heere uw God. Uw Heiland. En juist Zijn getuigenissen geven de grootheid van de Heere aan. De heiligheid. Gemeente, dat hoort bij God hè. De heiligheid van God die wij vinden in Zijn beloften zijn een sieraad voor Zijn gemeente. Daarin schittert de Heere die Koning is. Hij spreekt en het is er. Soms legt Hij zelfs golven stil en maakt zeeën droog. Ook al doet Hij dat niet altijd. Dat hoeft Hij niet te doen. Of Hij ze stillegt of niet, Hij is de eeuwige. Kinderen van God, aan Hem hebt u alles.
Het lied zonder opschrift is niet het lied zonder inhoud. Lied gezongen te midden van de golven. Het slaat onze ogen niet op de omstandigheden op deze aarde. Wat in de toekomst op aarde is ligt voor ons hier verborgen. Maar zegt u het mee? De Heere is Koning. Nu en eeuwig! Zo’n machtige Koning is Hij. Die ons bij de hand neemt naar het eeuwige zalige licht. Naar de rust die er overblijft, die uitstaat, die bewaard wordt voor al Zijn kinderen. De Heere is Koning. Amen.
Zondag 6 oktober 2019 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. Joh. Post – Schriftlezingen Psalm 93 en Mattheüs 14 – herdenking van de razzia in Putten oktober 1944