Zondag 1 oktober 2017 – Hersteld Hervormde kerk Putten – ds. J. Post [Lunteren] – Mattheüs 5 vers 48

Voorzang Psalm 133 vers 3

Gebed, Votum en groet

Psalm 26 vers 1 en 2

Geloofsbelijdenis met de twaalf artikelen

Psalm 33 vers 2

Gebed

Schriftlezing Leviticus 19 vers 17 en 18 en Matthéüs 5 vers 17 – 20 en vers 43 – 48

Psalm 119 vers 64 en 69

Preek over Matthéüs 5 vers 48 ‘Weest dan gijlieden volmaakt, gelijk uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is.’

Jezus onderwijst ons hier over de volmaaktheid van de christen

1. Het beeld van de Vader dragen

2. Jezus’ onderwijs daarover

3. Meer doen dan anderen

Volmaaktheid, gemeente. Volmaakt zijn. Schrikt u daarvan? Kon weleens de reactie zijn: kan dat? Wie kan dat? Niet te hoog gegrepen? Wie zal er dan zalig worden?

Bedoeld Jezus hier dan een streven hiernaar? Alles op alles zetten om zo heilig mogelijk te leven? Is het doel om ons naar uit te strekken? Als hoge roeping. Niet slechts als ideaal.

Nieuw schepsel. Die kan niet zonden. Dus conclusie: we gaan de overwinning vieren. Het heilige en vlekkeloze leven vieren. Wet niet meer nodig. Gedachten niet zo bij ons misschien maar wel om ons heen, Evangelische kringen?

Bij ons aan de andere kant. Zondaren. Die niet kunnen, niet willen en niet zullen. Bent u christen? Daar gaat het over in de Bergrede! Waar begint het christenleven? Als u niet meer zonder Christus kunt. Geredde zondaar. Draagt het beeld van een Ander, beeld van God. Jezus geeft dit onderwijs over de volmaaktheid. Let op de vergelijking die de Heere Jezus maakt. Hij maakt niet de vergelijking niet tussen God en u. Dat u gelijk aan God bent. Waar dat gebeurde ging het radicaal fout. Zondeval. Van rijk en heilig werden we onheilig. Wij. Realiteit van het zondaarsbestaan. Heeft u daar verdriet van? Als u dat gaat ontdekken in uw leven? Jezus Christus voor u onmisbaar is geworden.

De vergelijking is zo gebruikt dat de volmaaktheid die in God is ook zo in u, in ons, is. Opmerkelijk dat Jezus God de Vader noemt die in de hemelen is. Ook in het volmaakte gebed, volgende hoofdstuk. Onze Vader die in de Hemel is.

Niet voor iedereen bedoeld maar voor u die tot Hem getrokken bent. Getrokken uit de duisternis. Van een zondaar tot een kind. Niet van Jezus, Hij een onzer. Aan ons gelijk. Maar kind van God. Vers 45 nog intiemer: kind van uw Vader. God is uw Vader. Dat typeert hen op een heel bijzondere wijze. Dat typeert de christen. Naam vol van liefde. God die door het bloed en de dood van Zijn Zoon verzoend is. God uw Vader, u Zijn kind. Zijn beeld gaan dragen vinden we in Christus en krijgen we. Wat is dat beeld?

2. Jezus’ onderwijs

Volmaaktheid heeft niet te maken met zonder zonden zijn. Zondeloos zijn en alles perfect doen. Wel van God gezegd worden. Kern van de wet. Die leidend is voor het leven van de christen. De liefde. Kun we allemaal onthouden. Vers 44, hebt uw vijanden lief. Tja, wat moeten we hier mee? Kijk eens naar uw Hemelse Vader. Deed Hij ook. God doet Zijn zon opgaan over goeden en bozen. Maakt geen onderscheid.

Naasten liefhebben. Leviticus 19 vers 17. Uw broeder, eigen volk et cetera. Alle die niet tot het volk behoorden vielen daar buiten. Duidelijk. Farizeeën deden dat en zochten ze hun vrienden uit. De anderen beschouwden ze als hun vijanden. Schriftgeleerden, zondaren, hoeren en tollenaren. Jezus zegt niet dat u geen vijanden kunt hebben. Jezus zegt niet dat u hen niet alleen niet mag haten maar verder, dient lief te hebben.

Wat uw vijand doet is niet bepalend voor uw liefhebben. De liefde in uw eigen hart, daar gaat het om. Als er eentje is die dat getoond heeft, dan is het Jezus wel. God al: na de zondeval zocht God de mens op. Die koos voor de satan in plaats van God. Alzo lief heeft God de wereld gehad! Hij wist dat ze Hem zouden haten. Verwerpen.

Heel persoonlijk. Wanneer u door de Heilige Geest werd opgezocht en tot Jezus werd gebracht, dan weet u toch hoe u was. Niet als een lievertje maar een vijand. Hij maakte u van een vijand een kind. Gemeente, dat kostte Hem het leven van Zijn Zoon. Maar Hij had het er voor over.

Paulus heeft het er vaak over. Zo over verwonderd. God bevestigd Zijn liefde jegens ons als wij nog zondaars waren. Gemeente, heeft deze liefde uw hart verbroken? Deze eenzijdige liefde. Hoe ouder je wordt, hoe minder je het gaat begrijpen en meer gaat over verwonderen. Mij?! Vijand van God en nu een kind. Daarover verwonderen. Hij naar deze wereld gekomen om mij te verlossen. God deed dat. Jezus gekomen naar deze wereld. Zijn hart sprak van liefde, eenzijdige liefde. Als uw Vader zo is, wees dan ook zo.

Dienen we iedereen dan aardig te vinden? Daar gaat het helemaal niet over hier. Veel mensen zijn helemaal niet aardig. Toch zegt Jezus: zalig zijn de barmhartigen. Als de ander vervult is van haat tegen u, dan is het uw vijand. Hebt hem lief dan! Praktisch van aard. Vers 44. Zegent ze die u vervloeken. Dan laat je je niet leiden door een innerlijke kwaadheid. Dan weet ‘ie het goed, goed gezegd. Is dat een vervulling van hebt u uw vijanden lief? De ander zegenen die zo’n grondige hekel aan u heeft.

Jezus gaf zelf het voorbeeld in de hof van Gethsemané. Machus hoorde tot de bende. Petrus hakte hem zijn oor af. Jezus heelde het oor. Jezus bidt voor degenen die Hem geweld aandeden. Vader ze weten niet wat ze doen. Stefanus bad hetzelfde. Paulus spoort aan om de vijand te eten en te drinken te geven. Wat is de diepste drijfveer? Dat zij die zich zo hartstochtelijk verzetten tegen u, dat die ander dreigt verloren te gaan, dat God niet wil dat er iemand verloren gaat, dat wilt u toch zeker ook niet. Hebt uw vijanden lief.

Als ouders die zo kijken naar jongeren die zich in het uitgaansleven bewegen in het weekend. Hé, wat heb ik gehoord. Zat je in een kroeg waar je niet thuishoort. Je pakt de ander hard aan. Helaas leven veel jongeren zo. Wat zo verschrikkelijk? Dat ze de naam te grabbel gooien? Jongeren van de Hersteld Hervormde kerk. Als de liefde in uw hart is, dan bent u bewogen over hen dat ze niet verloren gaan. Zoals in de gelijkenis van de verloren zoon. De Vader neemt de zoon, hoe vuil ook, in de handen omdat Hij hem lief heeft.

3. Meer doen dan anderen

Alleen wanneer uw gerechtigheid overvloediger is dan die van de Farizeeën. Wat doen anderen? Vers 46. We groeten doorgaans alleen die ons lijken. Ging toen zo en doen het nu niet heel veel beter. In de kerk: zelfde gekleed, lijkt u van dezelfde partij te zijn. Dan laat u u leiden door wie de ander is. Niet anders dan de Farizeeën. En het houdt in dat u buiten het Koninkrijk bent. De hemel voor u gesloten, dan gaat u verloren.

Zo draagt u het beeld van uw Vader. Door uw vijanden lief te hebben. Wie dat ook is, wie dat ook is. Dat maakt u een uniek mens. Bewogen met anderen. Niet te verklaren uit uzelf. Vrucht van de Heilige Geest. Dat zullen anderen aan u merken.

Wat geef ik erom als anderen verloren gaan? Wat maakt mij het uit hoe de ander leeft? Gebeden voor de akelige buurman? Die jongen die je pest. Ik volmaakt? We zijn toch niets anders of meer dan anderen. Als de Heere onze ogrn gaat openen, dan moeten we toch zeggen dat we allen falen. Als het van mij afhangt komt er nooit meer gerechtigheid dan de Farizeeën. Hoe goed u uw best ook doet buiten Christus. U zult daar beslist niet ingaan.

Er is evenwel hoop voor de hopeloze christen. Schuilen bij Hem, komen tot Hem. Die de gekomen is om de wet en de profeten te vervullen. Hij heef genoeg gedaan. Meer dan allen gedaan. Door Hem alleen zult u voor God kunnen bestaan. Schuilen achter Christus. Dan zult u zijn zo u moet zijn. Aan Hem gelijk wezen. Aan Hem gelijk volmaakt wezen.

Zie daar dan maar naar uit. Ook al is het woord zo’n akelig woord. Het wordt het echt. Als u dit oude mag afleggen. In de Hemelse heerlijkheid. Dankzij Christus.

Hoe lief heb ik uw wet. Ten slotte zien we uit naar de toekomst. Wat nu zo beleefd wordt als tekort, onvolmaakt, wordt anders. Ziet ik maak alle dingen nieuw. Nog even en alle strijd en tekorten zijn voorbij. Als Jezus terugkomt. Al het verderfelijke van mjj afleggen.

Wat overblijft? 1 Korinthe 13. Nu hoop en geloof en dan liefde. Hem lief te hebben met allen. Met God. Amen.

Psalm 17 vers 8

Gebed

Psalm 89 vers 7 en 8

Zegen