De stem van de roepende in de woestijn van Johannes de Doper. Ten diepste is het de stem van God die het behoud van zondaren op het oog heeft. Die stem klinkt vanmiddag in de bediening van het Evangelie. Die stem wijst op Christus het Lam van God dat de zonden der wereld wegneemt. In Hem wordt de heerlijkheid van God zichtbaar.

Lukas 3 vers 4b-6: ‘[4b] De stem des roependen in de woestijn: Bereidt den weg des Heeren, maakt Zijn paden recht! [5] Alle dal zal gevuld worden, en alle berg en heuvel zal vernederd worden, en de kromme wegen zullen tot een rechten weg worden, en de oneffen tot effen wegen. [6] En alle vlees zal de zaligheid Gods zien’.

De stem van de roepende

  1. De stem;
  2. Wat hij roept;
  3. Wie hij aanwijst.

1. De stem

Gemeente, jongens en meisjes, als je toch iemand hoort roepen, dan moet er wel wat aan de hand zijn. O dat is ma weer, drie keer roepen voordat we komen zo gaat dat. Maar als er iemand help roept buiten in nood, dan zul je toch kijken? Is dat hier zo. De stem is niet een help roep. De stem heeft geen hulp nodig maar u en jou die hoort heeft hulp nodig.

Niet een stem van een mens maar God roept het. Het is tijd te horen wat je nodig hebt, daarom klinkt de stem. Niet zomaar in het luchtledige. Stem in de tijd wat je nodig hebt, toen en nu.

Lukas 1 vers 5. Gebeurde in de tijd van Herodus, koning van Judea. Kun je in de geschiedenisboeken vinden om zo te zeggen. Ook in Lukas 2 overbekende woorden keizer Augustus. Het stem bepaalt de wereldgeschiedenis. Nee, dat haal ik terug. Het moet precies andersom zijn. De wereldgeschiedenis wordt bepaald door die stem. De stem is allesbepalend.

Viervorsten. Kleine delen. Niet zozeer drie anderen, dat het er vier waren daar moet u niet aan denken. Ook vermeld Lukas in Kajafas en Annas. U moet even goed kijken hoe het in uw Bijbel staat. Hogepriester enkelvoud, taalkundig onjuist. Hogepriesters in meervoud is niet juist. Dat snappen we niet, dat is ook niet te snappen. Het is alles verwarring. Deze uitvoerige historische beschrijving geeft aan dat de stem alles gaat betekenen, de stem van de roepende.

In het negende jaar van koning Willem Alexander. Nu en hier, zo concreet in deze tijd. Voor u en jou die hier zitten. Wie is dat? Waar komt die stem vandaan? Zeker: Johannes de zoon van Zacharias. Maar moet u naar vers 2 kijken. Woord van God. God spreekt. Bekende uitdrukking: Woord van God geschiedde. Uiteindelijk is het de stem van God. God spreekt.

Zeker als we hier bij dat lezen van Johannes de zoon van Zacharias heeft de stem van God gezwegen. Nu verbreekt Hij de stilte. Te midden van het troosteloze wereldgebeuren spreekt God.

Dan moet je niet denken dat het niet met Advent is, het is dertig jaar na Advent. Dertig jaar na Kerst. Nu onze God Zijn heil ons schenkt. Nu gaat gebeuren wat de Heere allang had gezegd. In Jesaja met name. Lukas laat het ons nadrukkelijk weten. Die stem, dat is niet de stem van Johannes de Doper maar de stem van God. Die toen klonk in de tijd van Jesaja, Johannes de Doper en nu klinkt. God zoekt u en jou op omdat, hoe was het ook alweer, niet omdat degene die riep in nood was maar tot wie hij roept die in nood is.

Als God hier vanmiddag hier roept, doet Hij dat omdat u in nood verkeert. Wat roept Hij, de boodschap?

2. Wat Hij roept

Jesaja: bereid de weg van de Heere, maakt Zijn paden recht. Vers 5. Een horizontale weg gebaand wordt waardoor je zonder hindernissen overheen kunt. Krommingen weggedaan. In de tijd Jesaja is het een weg uit de ballingschap. Joden weinig hinder ondervinden. Dat is ook gebeurd. Teruggekeerd naar het land. Beloften Gods zouden vervuld worden en dat is ook gebeurd. Eerste keer en nu eeuwen later: hoor Hij gaat Zijn stem verheffen.

Vanuit de woestijn trok hij het Jordaandal door. Al prekend en dopend. Predikende de doop van de bekering tot vergeving van de zonden. Wat u bij deze uitdrukking van Lukas moet vasthouden, dat de preek van Johannes slechts voorbereidend is. Hij wijst en doet niet meer dan dat de weg tot het eigenlijke doel van God zal brengen. Wat is dat? Dat de Koning in je hart en leven zou komen.

Doop die de Joden niet kenden. Boodschap daarmee instemden. Doop van bekering tot vergeving van zonden. Rond die doop van Johannes veel verwarring. De doop niet de doop die Jezus bevolen heeft. De doop van de Heere Jezus de doop die nauw verbonden is met het Evangelie.

Het afkeren van de zonden en toekeren naar God toe. Afkeren, omkering dat is bekering. Wat moeten we dan doen? Heel concreet ingevuld. Twee rokken heeft die dele een uit. Wat wil dat u zeggen? Dus dat je afkeren van je zonden en toekeren naar God toe.

Het is dus geen teken dat je vergeving hebt ontvangen. Dat blijkt ook uit hoe Johannes gedoopt heeft. Sommige verklaarders: dat de doop na vergeving van zonden was. Dat was niet zo. Iemand werd eerst gedoopt, en dan uit het water opkwam dan erkende hij zijn zonden. Dan beleed hij de vergeving van zonden nodig had. Even een vraag tussendoor: bent u daar al eens achter gekomen? Heb je daar eens over nagedacht, dat je daar niet buiten kunt.

God weet het. Vandaar die stem van de roepende. Daarom klinkt die stem. Bekeert u en wend u af van uw oude leven. Waarin niet God maar je eigen wil centraal staat. Om te komen tot vergeving van de zonden. Ongetwijfeld weet u dat maar u kunt niet met volstaan van instemmend knikken. Soms kun je dat meemaken als ambtsdrager.

Want uiterlijke vertoon geliefden zal niet bestaan in het oordeel van God. Dat was er toen ook genoeg. Niets nieuws onder de zon. Er waren er velen die zich lieten dopen. Maar ook anderen: Nou eens even kijken wat deze nieuwlichter nou weer te zeggen heeft. Farizeeën en Schriftgeleerden vooral. Moet je eens Johannes, wij stammen van Abraham af. Dat is toch genoeg? Wat maakt u ons.

Hoe reageert Johannes dan? Hij richt zich naar de schare. Als je zo denkt, ben je een adder. Een duivelskind. U addergebroedsel. Wilt heeft u aangewezen te vlieden van de toekomende toorn door te  steunen op afkomst van Abraham. Hoe staat u erin? Als u denkt met uiterlijk vertoon voor God te staan, dan bent u addergebroedsel. God wil de komst van de Koning in uw leven voorbereiden.

Als u denkt met andere dingen voor God te bestaan, dan is het gevaar heel groot dat de bijl al aan de wortel van de boom ligt om af te houwen en in het vuur te gooien. Dat u voor God belijdt dat u niets bent, een zondaar in uzelf en niets meer dan dat. Dat heb ik al geleerd in uw leven. Dat is een wonder, dat is groot en rijk. Hoe de Heere dat geleerd heeft, met de ene weg een andere weg gaat dat is waar, maar dan zult u toch erkennen dat je geen eigen grond onder de voeten hebt. Juist dat beamen: ik ben niets, ik moet alles van U hebben. Daar wil God je hebben. Dan klinkt opnieuw die stem van de roepende in de woestijn.

3. Wie hij aanwijst

Waar alles verloren is, onvruchtbaar is, dor en dood is. Want die woestijn daar leefde Johannes wel. Sprinkhanen en honing overleefde daar. Apart eten, hij is gezond gebleven. Met God gewandeld, veel van God geleerd in die tijd. De stem van de roepende in de woestijn. Woestijn beeld van dorheid, van niets, van geen leven. Daar klinkt de stem. Let op en luister.

Want deze stem roept niet om reeds gezegd dat die stem in nood is maar u en jou. Alle vlees zal de zaligheid van God zien. Het woordje zien in vers 6 staat bij ons achteraan maar in het Grieks voorop. Belangrijk woord is. Niet ergens achteraan maar voorop. De ogen zullen open gaan.

Wie van u, jullie, komt, hoort, buigt voor de boodschap zal dingen gaan zien die je nog nooit gehoord hebt. Was het toen een boodschap voor de Joden, nu voor alle volken. Jesaja: alle vlees zal zien dat het de mond van de Heere gesproken heeft. Dus ook u en jou gemeente. De zaligheid van God zien. Wat is dat? Nou in ieder geval gaat het hier, om deze zaligheid is het God te doen met het oog op uw redding.

Wie weet heeft van zijn zondaarsbestaan, zal niet anders doen dan zich verwonderen over deze zaligheid. Jesaja spreekt over de heerlijkheid van de Heere. Lukas: de zaligheid van God. Oude Simeon heeft het Kind gezien. Mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien. Dan kunt u ongetwijfeld denken aan Jezus Christus. Hij is gekomen naar deze aarde.

Heerlijkheid van de Heere. Helemaal niets te zien. In de nacht neergelegd in de kribbe. Helemaal niets te zien. Ontdaan van hemelse luister. Hier ligt een gewoon mens. Het kan niet missen dat Hij het is. Johannes de Evangelist zegt: het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond. Hij verbleef onder ons. Wie zag het dat Hij tussen de mensen liep toen Johannes doopte. Bijna niemand. Toch zegt Johannes die discipel van Jezus: wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd.

Je kunt even een vogel voorbij zien vliegen. Ik zag iets. Maar je kunt ook iets zien en dat je kijkt, en nog eens kijkt. Gevangen wordt door wat je ziet. Woord vlees geworden. Een heerlijkheid. Als van de eniggeboren van de Vader vol van genade en waarheid. Gemeente Hij is. De Christus door God gegeven. Toch gaan we nog een stap verder. Wat kan er nog meer zijn? Nou dan we naar Hem die gekomen is op de aarde naar Hem die Hem op de aarde gaf. God de Vader, de Heere.

Hij openbaart Zijn heerlijkheid. Dat heeft Hij zo geweldig laten zien toen Jezus in de donkerte van de nacht in de kribbe neergelegd, in dat veld dat volle licht zien en die werden niet verteerd. Heerlijkheid van de Heere ging hen vullen. Dat is wel vanwege dat Kind op de aarde gelegd. Zo wil God dat.

Dat is toch onvoorstelbaar gemeente. Dat Hij u en jou zoekt die niets van Hem wilde weten. Hij wilde u en jou terughebben. Daarom werd het Kerst. Vers 18. Verkondigde het Evangelie. Ook al wordt het van dat vuur, die bijl, dat omhakken gesproken. God wil u redden. Kom buig u voor Hem neer. Alle vlees zal de zaligheid zien.

Vanmiddag doet Hij dat weer. Hier schittert de Christus. Zijn Woord onder ons geweend. Johannes mag Hem aanwijzen. Steekt hem uit, wijst Hem aan. Zie het Lam van God dat de zonden der wereld wegneemt. Gemeente, de ontkenning van uw zonden baat u niks. En dan hebt u aan Hem niks. Ook al ziet u Hem nu in het Evangelie. En ook niet een verstandelijk weten dat Hij in Bethlehem geboren is.

Waar gaat het om? Dat je ogen geopend worden voor die Koning. Dat je gaat zien. In Hem ontvang ik de zaligheid van God. De heerlijkheid van God zien in Hem. Koning binnenkomt in je leven. Jezus Christus je alles wordt. Is dat zo gemeente?

Hoe weet ik dat Hij gekomen is in je leven? Dat is niet zo moeilijk. Als deze Koning in je leven gekomen, dan krijg je in plaats van schrik en beven, zo innerlijke vreugde en vrede, dat er momenten zijn dat je wel kunt huppelen van zielevreugd. Zou je dan niet gaan vertellen van deze Koning, zoals die herders. In dankbaarheid getuige te worden van deze gezegende Koning. Bij niets te vergeleken met wat in deze wereld is.

Hoe een puinhoop het in deze wereld is. U zult Hem zien, deze Koning. Dat je van Hem nooit genoeg krijgt. Hij is al je liefde waard. Zeg je dat mee? Met alle zegeningen in dit leven, blijft er nog altijd nog een ding over. Nu zien wij Hem in het Woord, in het Evangelie. Zou je Hem echt willen zien. Komt hè. Gaat alles te boven van het nu nog ronddwalen op aarde. Hoe zal dat wezen? Nog even geduld. U die voor Hem boog zult het meemaken, gegarandeerd, dat u Hem met eigen ogen zult zien. Dan zul je zoveel heerlijkheid in Hem zien die je nog nooit in Hem hebt gezien.

Met de bruid uit het Hooglied uitroepen: alles wat aan Hem is gans begeerlijk. Straks thuis te zijn zal Hij alles overtreffen wat wij op aarde hebben gezien. Mijn Koning, mijn Heere, mijn Liefste. Als dat onze harten vervuld, dan kun je toch niet anders dan zingen van Hem? Dan gun je het toch heel de wereld? Als je straks thuiskomt, ga daar maar over vertellen. Hij overtreft al onze gedachten. Ga daar maar vanuit. En hoe zalig zal dat zijn.

Amen.

 

Zondag 2 januari 2022 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – ds. J. Post – Schriftlezing Jesaja 40 vers 1-5 en Lukas 3 vers 1-20