De apostel Jakobus schrijft in zijn zendbrief aan de verstrooide christenen uit de Joden over het volmaakt zijn in het geloven. Kunt u het volhouden? De lijdzaamheid die volharding werkt. Het is de praktijk van het christelijk leven, het is hoe de ware christen in het leven staat. Daaraan verbonden is het gebed om wijsheid om het van God te begeren. Niet de twijfel die tegenover het geloof staat en ons heen en weer doet schudden en waarin geen vastigheid is maar in het geloof in God. Is God ons alles geworden?
Jakobus 1 vers 4-8: ‘[4] Doch de lijdzaamheid hebbe een volmaakt werk, opdat u moogt volmaakt zijn en geheel oprecht, in geen ding gebrekkelijk. [5] En indien iemand van u wijsheid ontbreekt, dat hij ze van God begere, Die een iegelijk mildelijk geeft, en niet verwijt; en zij zal hem gegeven worden. [6] Maar dat hij ze begere in geloof, niet twijfelende; want die twijfelt, is een baar der zee gelijk, die van den wind gedreven en op geworpen en nedergeworpen wordt. [7] Want die mens mene niet, dat hij iets ontvangen zal van den Heere. [8] Een dubbelhartig man is ongestadig in al zijn wegen‘.
Volmaakt zijn in het volhouden in het geloven in God
1. Volmaakt;
2. Gebed om wijsheid;
3. Geloven en niet twijfelen.
1. Volmaakt
Gemeente, jongens en meisjes, kunnen jullie het nog volhouden? Ik bedoel niet hier in de kerk, je mag weer een keer naar de kerk. Maar thuis in de kamer of aan de tafel. Met de sneeuw nu buiten. Mooi he. Voor ouderen best lastig over de weg te gaan. Maar kun je het nog volhouden? In deze moeilijke omstandigheden. ’s Avonds na 9:00 uur mag je niet naar buiten. Alsof we anders naar buiten gingen. Jullie kinderen liggen dan op bed?! Al die akelige coronamaatregelen waar we aan moeten denken.
Jakobus schrijft erover. Volhouden. Lijdzaamheid. Uithoudingsvermogen. Jakobus schrijft aan mensen die rovers worden omringd door velerlei verzoekingen. Daar hebben de verstrooide Joden mee te maken. De gemeente is uit elkaar geslagen na de steniging van Stefanus. Paulus had daar eerst een heel grote schik in. Ongeveer 40, 50 na Christus. Misschien wel een van de oudste geschriften uit het Nieuwe Testament.
Die christenen uit de Joden is niet bepaald een rustig leven gegeven. Uit elkaar geslagen. Uit Jeruzalem, Judea, Galilea daar boven nog een stuk. Van alle kanten worden ze belaagd door verzoekingen. In verzoekingen vallen. Die barmhartige Samaritaan, die gelijkenis die Jezus vertelt. Die man die in de handen van rovers valt op de weg. Dat beeld gebruikt Jakobus hier.
Rovers om hen heen. Dat is een rover: om ze af te nemen alles wat ze in Christus hebben. Jakobus schrijft dat ze daar een grote vreugde in hebben. God gebruikt het om ze te beproeven. Niet om te testen of het geloof echt is maar dat het echt is. Beproeving lijdzaamheid werkt. Uithoudingsvermogen. Wat God in het hart werkt, ook in uw hart. Dat is waar en waarachtig.
Juist door al die rovers om hen heen krijgen ze meer uithoudingsvermogen. Dat hun geloof het uithoudt. Dat wil dan zeggen, als het geloof het uithoudt, dat ze hun houvast in God hebben en houden. Dat bedoelt de apostel met lijdzaamheid. Waar God werkt en het geloof beproeft wordt lijdzaamheid gewerkt.
Hoe werkt dat in uw leven? Kunt u het nog volhouden, vroegen we. Is God je alles? Jongens, kun je iets bedenken op deze wereld dat rijker en groter is dan God alleen? Hoe je ook aangevallen wordt. Dat is makkelijk praten, zegt u misschien wel. Het hangt ervan af wat voor verzoekingen. Thuiswerken vind ik lastig. Maar verleidingen als ik alleen ben. Zeker als ik alleen ben met laptop en smartphone. Verzoekingen die aansluiting vinden bij mijn hart.
Moet ik daar blij mee zijn? Ja zegt Jakobus. God geeft Zijn kinderen sterkte. God houdt hen eeuwig vast. Dat te blijven geloven: God is al mijn heil en eer. Dat is vers 1-3 en dan vers 4. Wordt weleens gezegd dat Jakobus de lat heel hoog gaat leggen. Jakobus gebruikt een paar keer het woord volmaakt. Omdat God volmaakt is en mij volmaakt maakt.
Een volmaakt werk, daar schrik u misschien van. En toch staat het er. Jakobus schrijft niet over een wens, dat we moeten streven van volmaaktheid te midden van de verzoekingen. Maar een opdracht en bevel. De lijdzaamheid moet een volmaakt werk hebben. Een christen mag niet volstaan met wat vrome wensen. Het moet praktijk zijn.
Hier merken dat Jakobus een praktisch christen is. Geloof en werken. Dat merken we hier. Een christen die in Christus gelooft en dat heel is heel praktisch. Geloof moet zichtbaar worden. Het moeten niet alleen woorden zijn maar daden zijn. Als u in de handen van rovers zijn, krijgen ze het niet. God is volmaakt. Om God de eer te geven. Dat is een volmaakt werk.
Het moet u dan opvallen dat Jakobus dan niet in het meervoud spreekt maar in het enkelvoud. Dat betekent dat heel de praktijk van het christenleven volmaakt moet zijn. Een volgroeid en rijp geloofsleven. Hoe is dat in uw leven? Of denk jij nu, denkt u: dat is toch niet haalbaar?! Niets is er toch volmaakt zolang we op aarde rondzwerven. Het gaat Jakobus niet om perfectionisme.
Wij struikelen allen in velen, schrijft hij in vers 3. Wanneer de Heilige Geest je hart heeft geraakt en je gebracht aan de voet van het kruis waar God de band hersteld heeft, dan word je van een verloren mens, een vijand van God een kind van God. Houd dat wel voor ogen wanneer u dat leven met de Heere kent. Niet om daar prat op te gaan, maar dat zijn de feiten. Heiligen worden ze op meerdere plaatsen genoemd. Niet zonder zonden.
Lastig hè, of vindt u dat niet? Dat je van een arme zondaar, van een vuile zondaar een heilige wordt. En dat dat realiteit is. Hoe velen blijken steken in een zucht. In het zeggen dat ze bekeerd moeten worden. Tja mocht het nog eens gebeuren. Het is een wonder dat het gebeurt. Als je daar je leven lang in blijft zuchten en haken, dan gaat het niet goed, dan gaat het echt verkeerd.
Hoe is dat bij u, bij jou? Ook als u bent aangeraakt door de dingen van de Heere? Als je weet van het christelijk leven? Dan kun je toch die kinderschoenen niet meer aan? Dat weten kinderen ook. Dan kun je toch niet lopen? Die hele kleine schoentjes. Dat kan niet hè. Dan moet je groeien. Of heb je daar helemaal geen last van? Zeg je dat je onbekeerd bent?! Dan ben je dood in zonden en misdaden. Dan is er geen enkele sprake van groei.
Erken toch dit. Bidt om bekering om levend opgewekt te worden. Een levende christen groeit. Hoe groter je wordt hoe kleiner je bukt. Groeien doe je altijd omhoog. Groter en groter. Groeien als kind van God word je steeds kleiner en God steeds groter. Heb je Hem steeds meer nodig. In dat gebeuren verwoord Jakobus dat u volmaakt zult leven in Hem.
Opdat u volmaakt mag zijn en geheel oprecht en in geen ding gebrekkig. Dan merk je dat lijdzaamheid, dat uithoudingsvermogen dat hoort bij iemand. Opdat u volmaakt mocht zijn. Dat staat nooit los van het geloofsleven. Dat hoort bij een persoon. Uithoudingsvermogen te midden van de verzoekingen. Dat zal de persoon typeren. Opdat u volmaakt mag zijn. Het door God gestelde doel zult behalen. Wat is nou het doel van de Heere leren kennen? Het doel van dat de Heilige Geest het geloof in je hart legt?
Als je zelf een grote vent wordt? Je wordt bekeken in de christelijke gemeente. Dat is een grote, dat is er echt een?! Nee, dat is het doel niet. Mensverheerlijking is het tegenover gestelde van volmaakt zijn. Wat is dat? De verheerlijking van God. Niets anders dan verlangt Hem groot te maken. Hoe de omstandigheden ook zijn. Jakobus gaat in de voetsporen van zijn Meester. Zoals in de Bergrede: opdat u volmaakt bent zoals uw Vader volmaakt is. Jezus zegt dat in het licht van vijanden liefhebben. Zo ook op God gaan lijken. Dat is niet makkelijk hè. Als je altijd die ene jongen tegenkomt op school, ook al zit je nu veel thuis te werken, als je morgen toch naar school mag, o jongens daar heb je hem weer. Niet alleen bidden dat hij je niet plagen zal maar bidden voor de redding. Eeuwige goed voor je vijand.
De tweede opmerking die Jakobus hier over maakt is geheel oprecht. Onberispelijk. Jongens op school wanneer krijg je een tien? Als alles zonder fouten is. Dat is dit eigenlijk. Zo behoort een christen te zijn. Geheel oprecht. Leviticus 21 vers 21, vanuit de priesterdienst. Een priester waaraan geen gebrek is. Daar worden allerlei voorbeelden genoemd, dat moet u thuis maar eens nalezen. Korte arm, lange been, of maar een oog heeft. Die mag niet dienen in de tabernakel om de vuuroffers te brengen.
De gelovige kan alleen volmaakt zijn. Voor God is alleen het volmaakte goed. In geen ding gebrekkelijk. Moeilijk Nederlands woord. Het woord komt in vers 5 terug. In niets tekortschiet. En dat is dan een opmerking, het eerste om volmaakt te zijn en onberispelijk, versterkt. Wat denk je dan? Hoe moet het dan?!
Ik zei al dat Jakobus de lat heel hoog legt. Is het niet onbereikbaar hoog? Wie zal zonder enige struikeling staande blijven? Er kan maar zo een zondige gedachte door je hoofd schieten, daar ga je al. Wat ontbreekt het vaak aan inzicht. We mopperen al snel over de maatregelen die ons opgelegd worden. Volmaakt?! Is dat niet voor kinderen van God verlost in de hemel? Het is toch altijd te kort wat wij presteren, altijd een onvoldoende. Toch laat Jakobus dit staan. Maar hij voegt er iets aan toe: het gebed om wijsheid.
2. Gebed om wijsheid
Indien iemand wijsheid ontbreekt, dat hij ze van God begeert. Een bekende tekst die vaak los van het verband en de context wordt gebruikt. Als je voor een examen staat dat je van God wijsheid begeert. Dat wordt hier helemaal niet bedoeld. Het wordt gebruikt direct verbonden aan vers 4. Gebrekkelijk in volmaakt te zijn. Tekortkomen. Als je naar die hoogte kijkt, naar dat hoge doel niet alleen maar zoals God het bedoelt: het volmaakt zijn.
Wie zou dan niet wijsheid tekort komen? Daar weet Jakobus ook van. Wie zijn eigen hart kent kan niets van zichzelf verwachten. Dat is een les gemeente. Wat zijn we toch eigenwijze mensen die het van eigen krachten verwachten. Op de school van de Heilige Geest wordt geleerd eigen krachten te verachten. Jakobus gebruikt indien wijsheid ontbreekt.
Is het intellectuele kennis? Nee, dat bedoelt hij niet. Hij verwijst naar het Oude Testament, het Nieuwe Testament was helemaal nog niet geschreven. Levenswijsheid, in het wandelen. De wijsheid van God uit Spreuken 2 vers 6: ‘Want de Heere geeft wijsheid; uit Zijn mond komt kennis en verstand’. Spreuken 2 vers 10, de verstandigheid zal u behouden. Indien iemand wijsheid ontbreekt, dat die ze van God begeert. Met klem begeren. Moet vragen. Hoe dat toch kan? Omdat deze wijsheid door God te verkrijgen is door Zijn Geest.
Te krijgen, ja, want bij God is Jezus Christus. Hij is de bron van alle wijsheid. Zonder Hem niet te verkeren in de moeilijkheden in het leven en aanvechtingen. Die zijn er wel maar niet zonder Hem. Paulus schrijft in Romeinen: die Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft. Aan het kruis gehangen. Hoe zal Hij Hem niet alle dingen schenken?
Merkt u dat er van ons niets anders verwacht wordt dan bij de Heere aan te kloppen om wijsheid en christelijk inzicht. Als de Heere het geeft, Hij schenkt het. Om christelijk te wandelen te midden van de aanvechtingen. Van God te begeren. Jakobus begint te leren wie God is. Die mildelijk geeft en niet verwijt. Zekere verhoring staat gegarandeerd. Wie is deze God? Zo gans oprecht. Hij geeft zo enkelvoudig, zonder dubbel hart. Bij de Heere hoef je je niet af te vragen of Hij op het gezegde terug zou komen. Papa, je heb het gezegd, ja het komt nu niet uit. Zo is het bij God niet.
Zonder voorbehoud. Bij God weet je waar je aan toe bent. Daarom dringt Jakobus aan om het van God af te smeken en u zult het krijgen. Wat er ook op je afkomt, juist om die band met God teniet te doen, u zult het krijgen. Dat hij ze begeren. Op dat begeren gaat Jakobus nog even in. Bij dat dringend vragen.
3. Geloven en niet twijfelen
Wat schrijft Jakobus dan nog bij dat begeren? Hoe je dat moet doen. Twee dingen zet hij tegenover elkaar: geloof en twijfel. Dat maakt nogal verschil gemeente. Wat drijft u om tot God te bidden? Is dat geloof? Dat die ze begeren in geloof staat er. Zo dient dat dus te gebeuren. Dat de band met God die door het geloof bestaat, enkelvoudig is. Niet God wat en de wereld wat. Gelovig je overgeven in Zijn machtige handen? Hoe is dat in je leven? Is dat praktijk? Hef je zo je handen op tot God, ook dagelijks? Begeer je die wijsheid van God? Te midden van alles wat je omringt nochtans aan God mogen vasthouden? Verlangt u daarnaar?
Dat is wat de gelovige typeert. Geloof is de band met God. Verlangt hij de band met God te ontvangen. Wat er ook in deze wereld gebeurt, niet zonder God te zijn. Hoe vaak dat hij dat ook beleeft? Waar is God waar ik op bouwde? Christus aan het kruis, was het voor Hem niet het aller donkerste? Nochtans aan Zijn God vasthield: Mijn God, Mijn God zei Hij.
Geloven. Niet twijfelen. Wat is dat? Op twee gedachten. God zal verhoren maar zal hij dat ook aan mij doen?! Dat mag je ook bij God in gebed brengen. Maar hoe velen blijven bij God vandaan met zo’n gedachte. Hoe velen leven niet met die beide gedachten. Met die velerlei verzoekingen. Die zijn niet weg, dat is waar zegt Jakobus. Je valt erin en ligt op de grond. Wie twijfelt is een baar der zee gelijk.
Jongens jullie zijn vast wel eens bij zee geweest. De branding. Dan moet je niet naar Nulde gaan, daar heb je dat niet. Golven op en neer. Je zegt wel gericht te zijn op God maar eigenlijk is het helemaal niet zo. En dan dat gebed om wijsheid? Als dat zo is, moet je niet denken dat God je iets geeft. Twijfel maakt het gebed krachteloos. Een dubbelhartig man is ongestadig in al zijn wegen. Die golven. Innerlijk verdeeld. Geen enkele vastheid, ook niet in het gebed. Je weet nooit welke kant een ongestadig man opgaat.
Waar het om gaat: de volle overgave aan God in je leven. Hoe zit dat? Is God nou echt alles voor je? Weet je waar je dat vooral gaat ontdekken? Aan de voet van het kruis. Opzie op de Gekruisigde, dan je God in Zijn hart. Om u het volle leven te geven. Als de Heere u aan Zijn voeten brengt, dan zult u leven. Dan zult u volmaakt zijn in het volhouden. Waarom zegt de Heere dat tegen u? Omdat Hij het ontzaglijk gunt. Daarom zegt de Heere het door Zijn dienaar Jakobus.
Om straks de kroon des levens te ontvangen. Vers 12. Die de Heere belooft heeft degenen die Hem liefhebben. Merkt u? Daar gaat het heen: naar de eeuwige overwinning. Die Christus voor mij verworven heeft. Christus alleen. God zij eeuwig geloofd en geprezen. Is God u alles? Zalig bent u dan volkomen, dan alleen, dan ook werkelijk. Amen.
Zondag 7 februari 2021 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – ds. J. Post – Schriftlezing Spreuken 2 vers 1-13 en Jakobus 1 vers 1-8