Het is de apostel Paulus die in de brief aan de christelijke gemeente van Galatië ingaat op het onderscheid tussen de Geest en het vlees. Die twee staan tegenover elkaar. Het vlees is het volgen van de eigen wil, zonder God. Het leven door de Geest is het leven in Christus Jezus. Dat is werkelijk vrij, bevrijd van de boeien van de slavernij van de zonden. Naast het genadefeit van het leven door de Geest klinkt de aansporing om te wandelen door de Geest. Dat kan alleen in het nieuwe leven in Christus Jezus. 

Galaten 5 vers 25 en 26: ‘Indien wij door den Geest leven, zo laat ons ook door den Geest wandelen. Laat ons niet zijn zoekers van ijdele eer, elkander tergende, elkander benijdende’.

Geestelijke levenswandel
1. Het leven door de Geest;
2. Wandelen door de Geest.

1. Het leven door de Geest

Gemeente, jongeren, misschien best wel een moeilijk hoofdstuk om te volgen toen wij het gelezen hebben. Zeker wat zeker in de tweede helft terugkomt zijn Geest en vlees. Hoe moeten we dat duidelijk maken? Daarbij denken? Een voorbeeld als je nu uitgaat van wat vlees eigenlijk wil voorstellen. Stel je voor als je thuiszit en je jongere broer is aan het spelen maar je zus is hem steeds aan het plagen. Hij vindt dat niet leuk. Maar zij ging maar door totdat het kind begon te huilen. Toen kwam moeder: waarom doe je dat? Dat is toch helemaal niet fijn voor hem. Nou zegt ze, uit de hoogte, ik doe wat ik wil. Je eigen ik het belangrijkste.

Paulus noemt dat vlees. Staat haaks recht tegenover de Geest. Staan tegenover elkaar. God en mezelf. God en mijn eigen ik. Alles wat je doet, alles wat je zegt en niet zegt, verlangd, wordt bepaald door of God of door jezelf. De apostel Paulus die deze brief geschreven heeft zet deze scherp tegen elkaar. Of je leeft volgens het vlees, of volgens de Geest. Of de een of de ander is richtinggevend.

Waarom is het belangrijk dat God in uw en jouw leven is. Om te gaan ontdekken hoe dat bij u, jou en mij is. Wie heeft het voor het zeggen in je leven? Als je de Heere mag kennen, en die twee gaan nooit samen op zeggen we, toch merken ze dat ze zo vaak samen op kunnen gaan. Twee. De Heilige Geest leidt hen in het dagelijks leven. Ze blijven nog zo last houden van het eigen ik. Ze verdragen elkaar niet. Het vlees begeert tegen de Geest. De vijandschap komt openbaar. Van alles wat van God komt en door de Geest gewerkt wordt. Het vlees gaat daar dwars tegenin.

Alzo dat u niet doet wat u wilde. Aangrijpend. Verdrietig. Vindt u niet? Hebt u er wel verdriet over? Degene die niet gelooft die heeft er helemaal geen last van. Die heeft slechts zijn eigen ik die koning kraait. Die heeft helemaal geen last van de strijd die de ware christen wel kent. Paulus weet goed aan wie hij schrijft. Mensen die uit de Geest leven. De beginwoorden van vers 25.

Als je in je Bijbel kijkt, dan zie je dat de woorden voorafgaan aan indien. Eigenlijk voor ons in ons gewone taalgebruik een lastig woord. Het lijkt net een voorwaarde. Als dit dan dat. Dat bedoel Paulus niet. Als je door de Geest leeft, dan moet je ook door de Geest wandelen dat bedoelt hij niet. Indien kun je weergeven met omdat. Omdat wij door de Geest leven. Hij zet het als een feit neer. Zo ligt het voor de lezers van deze brief. Hoezeer ze tot verandering zijn gekomen. Van dood levend zijn geworden.

Leven door de Geest, dat is zo’n groot wonder zegt u. Het is nog groter wonder dan wij onder woorden kunnen krijgen. Godswonder. Je kunt het vooral herkennen in het leven aan de manier waarop je denkt. Denkrichting van je leven. Ging het eerst om je eigen ik. Ik doe dat omdat ik dat wil. Als de Heere in je leven komt dan ga je dat afleren. Dan gaat het radicaal om, ook al hoeft het niet radicaal te gebeuren, maar gaat het helemaal om.

Een bevrijding die met geen andere bevrijding is te vergelijken. De Heilige Geest bevrijdt. Hij komt om te bevrijden van de zonden, de boeien van het vlees. Hoe doet Hij dat? Hij laat je eerst zien dat je gebonden bent. Ontdekt aan jezelf. Dat je zonder God leeft. De vrijheid die je dacht te hebben maar je zit in de slavernij van de zonden. Geboeid. Als de Heilige Geest er geloof voor geeft, dan krijg je er een verdriet over. Want dan ben je niet zoals God het bedoeld had. Dan leef je niet tot Zijn eer. Allemaal aan jezelf gedacht.

Tegelijkertijd leer je ook dat je uit jezelf dat je nooit en te nimmer van deze slavenboeien kunt ontdoen. Ook dat is aangrijpend. Hoe zou ik ooit verlost worden van mijn eigen zondige ik. Er zijn wel mensen die gaan het proberen. Die gaan voor een ander leven kiezen. Als we maar heel veel uit ons leven wegdoen wat niet kan, dan ga je proberen om de geboden van God te houden en goed te doen naar anderen toe. Weet je op die manier probeer je je van die boeien los te maken. Maar je komt er wel achter dat je dat niet redt.

Heb je dat al ontdekt in je leven? Je kunt niks. O zo gaat de Heilige Geest alles afbreken van jezelf. Dan houd je niets over? Nee, dan houd je niets over waarmee je denkt voor God te kunnen bestaan. Dat heeft niets met een bevrijd leven te maken? Nee, dat heeft het niet. De Heilige Geest gaat je ontdekken. Meenemen naar een plek: naar het kruis van Golgotha. De Geest komt met Hem in je leven binnen. Zijn Naam in de prediking.

Dan ga je dingen horen waarvan je denkt dat je die nog nooit gehoord hebt. Dan wordt Christus je geschonken. Wat gebeurt er dan? Dan gaat je eigen ik eraan. Ik besef dat het een grote stap is en toch doen we het maar. Christus het hart van het Evangelie. Dan ga je sterven. Paulus zegt ik ben met Christus gekruist en ik leef doch niet meer ik. Geweldig hè. Als je zo je eigen ik mag verliezen. Dat blijft nooit leeg. Als je zo met Christus gekruist bent, en sterven gaat, je eigen ik de doodsteek krijgt, dan verlies je je eigen leven. Althans je eigen ik, je vlees.

Dan krijg je een ander leven. Christus leeft in mij. Dat bedoelt Paulus met door de Geest leven. Dan wordt Hij je lust, je liefde. Hij is het. Je komt te staan in de christelijke vrijheid. Vrij voor God gemaakt. Vrij, waarvan? Van je beste doen om daardoor nog iets voor God te betekenen. Dat raak je allemaal kwijt. Je wordt door Christus verlost. Je kunt zo vrij te staan dat je vlees waarvan je zo’n last kunt hebben en blijft houden, maar uiteindelijk gaat je hart uit naar Hem.

Zo bekeert de Geest je naar Hem toe. Leven met Christus. Staan in de christelijke vrijheid. Juist dit punt wordt in Galatië zo aangevallen. Er waren Joden die dit eigenlijk niet genoeg vonden. Het geloof is onmisbaar maar, en dat is het gevaar. Wat heeft het Paulus diep geraakt, geschokt. Maar! Ze moeten ook nog wel bepaalde wetten van Mozes houden. De gelovigen uit de heidenen moeten zich wel laten besnijden en spijswetten. Het is Christus en nog wat. Daartegen heeft Paulus zich krachtig verzet. Het gaat niet samen op.

De christelijke vrijheid is dat je het leven volkomen in Christus vindt. Het is niet Christus en de wet. Is het de wet ook, dan zegt Paulus betekent Christus niets voor je. Aangrijpend hè. Is het Christus die je leven is geworden, dan leef je door de Geest. Het is Christus alleen of Hij is het niet. Christus alleen en niets daarbij. Herkent u dat gemeente. Heeft Hij al een betekenis gekregen in uw leven? Hoe zalig is het als Hij je leven is geworden.

Maar pas op dat je die vrijheid kwijtraakt. Dat het leven op God is gericht maar… dat is het toch niet alleen. Dan hebt u de Schrift tegen. Paulus in alle felheid. Wat moet er nog meer bij Christus gebracht worden om zalig te worden? Christus is uw ijdel geworden. Leeg, niks. Een zeepbel. Die uit mekaar spat en heb je niks meer. Als u door de wet gerechtvaardigd kunt worden. Recht voor God wilt komen te staan, als Christus het niet is, zo door de wet probeert in het reine te komen. Paulus zegt: u bent van de genade vervallen. Dan heb je aan Christus niks. Gebonden in eigen werken. Dan ben je dood in zonden en misdaden.

Leven door de Geest is dat je daarvan verlost bent. Door Jezus Christus. Genade alleen. Hoe is dat in uw leven? Hoe is dat bij jou? Wat betekent Jezus Christus voor je? Is Hij alles geworden door genade. Dan moet je eens luisteren, dan heeft het ook consequenties voor je leven. Laat ons ook door de Geest wandelen. Dat is het tweede waar we op gaan letten.

2. Wandelen door de Geest

Het eerste wat ik al zei is een feit. Genadefeit in het leven van een zondaar. Daar wordt nu door de apostel een aansporing bij gehangen. Feit en aansporing voor het leven. Keer dat nooit om. Dan gaat u echt het verkeerde pad op. Het is een feit, iets dat werkelijkheid is geworden door de kracht van de Heilige Geest, en daaruit vloeit voort dat u als christen behoort te leven. Dat gaat niet vanzelf.

Vers 16 en 17. Het ging om de strijd tussen de Geest en het vlees. In het leven van u en jou die de Heere heeft leren kennen. We hebben dat vertaald met God en ik. Wie bepaalt ons doen en laten? Is God het niet, dan is alles wat je doet zonden. Hoe keurig misschien ook in het spoor. Dan is uw leven niet tot eer van de Drie-enige God en dat roept de toorn van God op. Wie het leven heeft met de Geest die heeft een levende band met God. Dan kun je niet meer zonder God leven. Dan verlang je ernaar tot eer van God te leven.

Als het zo gesteld is in je leven, dan merk je ook dat Gods geboden een plek in je leven hebben. Om die te houden. Waarom? Uit liefde tot God. Daar ga je naar verlangen. Al je verlangens worden op God gericht. Hoezeer we daarin onszelf tegen hebben, hoeveel moeite het ook kost, maar het is inspanning waard. Laat ons. Niet laat maar over je heenkomen. Maar actief. Zet alles op alles om gericht te zijn op God.

Juist als je bedenkt hoeveel strijd het kost. Dan kost het inspanning. Mag het? Dat God daardoor werkt. Laat ons dan ook door de Geest wandelen. Vers 25 lijkt een herhaling te zijn van vers 16. Aansporing, imperatief. Wandelt door de Geest en volbrengt de begeerlijkheden van het vlees niet. Ook daar komt het wandelen ook voor. Is het hetzelfde woord? In onze taal wel, in het Grieks niet. In vers 16 is het meer iets van rond wandelen. In je leven gaan. Geest en vlees strijden om de eerste plaats. Paulus zet daartegenover de kracht van de Geest. De vrucht van de Geest komt uit God.

Het woord wandelen in vers 25 is een heel ander woord. Ook daar raakt het het concrete leven voor u, jij die een christen bent. Elkaar. Zoals het in vers 26 voorkomt elkaar tergende, elkaar benijdende. Elkaar. Niet vervelend daar maar positief. Dient elkander door de liefde. Maar even terug naar het woord wandelen. Wat betekent het feitelijk? Je moet eigenlijk denken aan een leger. Aan een hele grote groep soldaten. Misschien zien we dat weleens. Een parade lopen. Die allemaal hetzelfde lopen, dezelfde pas, precies tegelijk als ze goed geoefend hebben.

Een rij soldaten noemen we een gelid. Als je vooraan staat lijkt dat er maar een man loopt in een rij. Dat woord wordt hier ook gebruikt met het woord wandelen. In dezelfde pas gaan. Het betekent dat de apostel Paulus aanspoort om in hetzelfde spoor te gaan. Stel je voor dat de soldaten allemaal zelf besluiten te gaan. Het wordt een grote warboel.

Niet ieder voor zich. Maar met oog op elkander. Elk de ander. Ook al staan we zelf verantwoord en moeten we verantwoording afleggen. Maar de christen is gericht op de ander. Samen onderweg naar het nieuwe Jeruzalem. En daarvoor hebben we op elkaar te letten. Opdat er niet een zal achterblijven. Hoe zwaar het traject ook is dat gelopen moet worden. Er mag er niet een missen, niet achterblijven. De rij moet gesloten blijven. Een gelid. Ieder let op de ander en niet slechts op zichzelf. Dat bedoelt hij met wandelen naar de Geest. Hoe komt hij daarbij? Op elkaar letten in Galatië.

Laat ze niet zijn zoekers van ijdele eer, vers 26. Zeepbel. Is niks zoals ik net al zei. Spat uit elkaar. IJdele eer? Wat is dat? Waan. Uit de hoogte neerkijken op de gelovigen uit de heidenen, dachten de Joodse gelovigen. Zo ging dat. Zij die dachten Christus plus is toch wel beter dan Christus alleen. Juist als het lijdt tot die hoogmoed, dan dien je niet elkaar. Die acht zichzelf meer en belangrijker dan de ander. Daardoor komt elkaar dienen en liefhebben knel. Dan loopt alles uit de pas, zoals dat genoemd wordt.

De een gaat vooruit, een ander niet. De een struikelt. Niets is dan meer tot Gods eer. Christus Naam niet. De Geest wordt verdriet gedaan. Is niet juist de hoogmoed een van de oerzonde? Is het niet een van de eerste zonden in het paradijs, van onze voorouders. De duivel ons in de boeien lieten slaan. Als God zouden zijn. Ik ben beter dan een ander. Wat een ellende komt eruit voort. Heeft Jezus niet gezegd: leert van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart. Een verwaand christen draagt niet het evenbeeld maar het tegenbeeld. Christus zegt dat nadat Hij zei neemt Mijn juk op.

Vroeger hadden ze geen tractors. Maar koeien. Twee koeien naast elkaar en die werden verbonden met een juk. Jezus zegt: kom bij Mij. Wandelen met Mij. Kom en volg mij. Zo zult u mijn beeld gaan dragen. Tegendeel van de verwaandheid en hoogmoed. De hoogmoed kan op twee manieren gebeuren. Tergen. Uitdagen. Ik ben belangrijker dan jij. Minachten. En daarnaast benijdend. Daar zit de wrange wortel van de jaloezie in. Dan kun je het niet hebben dat de ander het beter heeft dan jij.

Blijkbaar was dat aan de orde. Toen. En hoe vaak gebeurt het ook niet onder ons? Waardoor het beeld van de Heere niet wordt gedragen door de christen en ook niet door de gemeente van Christus. En dat is aangrijpend. Dan is er maar een die koning kraait. Dat is aangrijpend. Net als dat meisje dat haar broertje gaat pesten tot hij gaat huilen. Ik doe dat omdat ik dat wil. In de gemeente van Christus is een afgod, afgoderij.

Sterven aan mijn eigen ik dat doet leven. Dan worden de aansporingen werkelijkheid. Dient elkander door de liefde. Dan ga je elkanders lasten dragen. Dan gaat het niet meer om je eigen eer en naam. Dan gaat het om God. Om de verheerlijking van Zijn Naam. Is dat niet Zijn bedoeling om ons te brengen tot het waarachtige leven met Hem. Verlost om Hem te verheerlijken en zo te beantwoorden aan het doel waarop Hij ons op deze wereld zette. Dan is het niet meer mijn eigen ik maar God en God alleen.

Waar leeft u voor? U merkt het kan maar een van tweeën zijn. Je eigen ik. Als je daarvoor leeft ben je een gevangene. En als dat zo blijft word je straks voor eeuwig buiten geworpen. Is het door genade, door het werk van de Heilige Geest, God geworden. Bevrijd van de boeien. Bevrijde christen om God te verheerlijken. Is dat ervan gekomen? Met alle strijd en moeite in het leven. Omdat je jezelf zo tegen hebt.

Dat is typerend. Hoe dwaalziek je hart ook is. Elke keer wordt je naar God teruggetrokken. Er is maar een ding dat je werkelijk vervullen kan. Dat God aan Zijn eer komt. Dat wordt het verlangen van je hart. Met elke mislukking elke dag weer. Maar zo ga je wandelen met het oog op Gods eer en tot welzijn van elkaar. Gode tot lof. Amen.

 

Zondag 7 juni 2020 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten [dienst online uitgezonden via YouTube] – ds. Joh. Post – Schriftlezing Galaten 5